Geweld escaleert in Noord-Syrische Afrin
Syrisch Afrin onder Turkse controle: demografische verandering of etnische zuivering?
Rojin Ferho
26 juni 2020
Turkse troepen en het Vrije Syrische leger, een coalitie van door Turkije gesteunde Syrische gewapende groeperingen, blijven doorgaan met arrestaties en ontvoeringen van burgers in de noordwestelijke regio Afrin. Toch was de Turkse Operatie Olijftak oorspronkelijk bedoeld om de regio van ‘Koerdische terroristen te zuiveren’. Waarom vallen Turkse troepen en Syrische milities dan burgers aan?
Een Koerdische YPG-strijdster in Afrin.
Kurdishstruggle (CC-BY-2.0)
‘In Afrin worden burgers gedood en raken burgers gewond als gevolg van toegenomen en sporadische gevechten tussen gewapende groepen’. Dat meldt het VN-bureau voor de coördinatie van humanitaire zaken (OCHA) in een nieuw rapport over het noordwesten van Syrië. Ook het Violations Documentation Center in Syrië bevestigt dat.
‘Turkse troepen en het Vrije Syrische leger, een coalitie van door Turkije gesteunde Syrische gewapende groeperingen, blijven doorgaan met arrestaties en ontvoeringen van burgers in de noordwestelijke regio Afrin.’ Toch was de Turkse Operatie Olijftak oorspronkelijk bedoeld om de regio van ‘Koerdische terroristen te zuiveren’. Waarom vallen Turkse troepen en Syrische milities dan burgers aan?
Volgens lokale organisaties maken Turkse troepen en aan hun zijde het Vrije Syrisch Leger zich schuldig aan seksuele misdaden tegen vrouwen in Afrin. Volgens hen worden vrouwen ontvoerd, mishandeld en verkracht. Op sociale media duiken geregeld beelden op van jonge vrouwen die ontvoerd worden, naakt in de cel vastzitten en dood teruggevonden worden in de regio.
Veertien humanitaire organisaties roepen de Verenigde Naties nu op via een open brief om deze oorlogsmisdaden te onderzoeken en eventueel te berechten. Ze vragen een veilige en gegarandeerde terugkeer naar Afrin van ontheemden die gevlucht zijn voor Operatie Olijftak die in 2018 door Turkije werd gelanceerd.
Wie zijn de mensen van Afrin?
In het verleden bestond de regio uit een Koerdische meerderheid. De historische oriëntalist en antropoloog René Dussaud beschreef Afrin als de oudste Koerdische regio van Syrië.
Vandaag is Afrin niet louter een Koerdische regio, maar een mozaïek van volkeren. Naast de Koerden wonen er Assyriërs, Turkmenen, Arabieren en recent ook jezidi’s, een religieuze minderheid die gevlucht is voor de gruwelijke oorlogsmisdaden door terreurbeweging Islamitische Staat.
Als Turkije het heeft over “de Koerden in Afrin”, wordt meestal de YPG bedoeld, de militaire tak van de Koerdische politieke partij PYD, die Noordoost-Syrië of Rojava bestuurt. Bij aanvang van Operatie Olijftak zegde de Turkse president Erdogan dat Turkije ‘zich niet richt tegen de Koerden, alleen tegen de terroristen.’
Wat is het opzet van Operatie Olijftak?
Turkije lanceerde in 2018 een grootscheeps offensief tegen Afrin. Turkije zei de regio te willen zuiveren van Koerdische terroristen met Operatie Olijftak. De Turkse overheid beweerde ook dat de Koerden uit Afrin het Turkse grondgebied hadden aangevallen en beschouwde de operatie als een daad van legitieme zelfverdediging.
Maar de YPG (Syrisch Koerdische militie) in Afrin heeft altijd ontkend het Turkse grondgebied aangevallen te hebben. ‘Er is nooit een aanvalsoperatie geweest vanuit Afrin op Turkije, want dat zou een voorzet geven aan Turkije om Afrin binnen te vallen en daar heeft de YPG geen baat bij’, zegt Ludo De Brabander, woordvoerder van Vrede vzw. ‘Het internationaal recht is hier dan heel duidelijk over: een land binnenvallen dat je niet heeft aangevallen, is een zware inbreuk op het Handvest van de Verenigde Naties, het gaat om een misdrijf tegen de vrede.’
‘Het gevaarlijke is dat er een snelle demografische verandering plaatsvindt’
Het centrale argument voor de militaire inval van Turkije was dat de YPG banden heeft met de Turks-Koerdische verzetsbeweging PKK, die Turkije beschouwt als een terroristische organisatie. Voor het militaire gemak wordt dan geen onderscheid gemaakt tussen enerzijds de ideologische banden tussen de Syrisch-Koerdische en Turks-Koerdische organisaties en anderzijds de YPG-strijders op het terrein, die oorspronkelijk uit Afrin komen. ‘Iedereen in Afrin wordt geassocieerd met de YPG, en de YPG met de PKK, en dus moeten Turkse troepen en de milities aan hun zijde heel weinig weten van de Koerden in Afrin’, zegt De Brabander.
Aron Lund, een Zweedse Syrië-onderzoeker, als fellow verbonden aan de denktank The Century Foundation, heeft veel vragen bij de Turkse aanwezigheid in Syrië. ‘De Turkse regering beweert dat zijn interventie een daad van legitieme zelfverdediging is. Maar zelfs als men dat argument zou accepteren, dan heb ik nog steeds mijn twijfels over hoe Turkije omgaat met de lokale bevolking. Een bufferzone creëren staat in mijn ogen niet gelijk aan mensen mishandelen en ziekenhuizen bombarderen.’
Aan de zijde van de Turkse troepen vecht het Vrije Syrische leger. Deze groep bestaat uit losse milities die oorspronkelijk tegen het Assad-regime vochten tijdens de Syrische burgeroorlog. ‘Dit leger is vandaag een huurlingenleger dat wordt betaald, getraind, bewapend en ingezet door Turkije om lelijk huis te houden in Afrin’, aldus Ludo De Brabander. ‘Het gevaarlijke hieraan is dat er een snelle demografische verandering plaatsvindt.’
Is er sprake van etnische zuivering?
Nadat een internationaal tribunaal de mensenrechtenschendingen heeft onderzocht in ex-Joegoslavië in 1992, werd het begrip ‘etnische zuivering’ opgenomen in Resolutie 780 van de VN-veiligheidsraad. De Verenigde Naties beslisten in dat document dat ‘etnische zuivering kan uitgevoerd worden door middel van moord, marteling, willekeurige arrestatie en detentie, seksueel geweld, gedwongen volksverhuizingen, opzettelijke militaire aanvallen en vernietiging van eigendommen.’
Hoewel Koerdische autoriteiten, lokale ngo’s en strijdkrachten beweren dat de bovenstaande opsomming de realiteit in Afrin weergeeft, blijven nieuwe en uitgebreide internationale rapporten over het escalerend geweld in Afrin uit.
Veertien lokale organisaties vragen hierover aandacht in hun open brief. Ze zeggen dat de inwoners van Afrin gedwongen worden hun huizen te verlaten en Afrin te ontvluchten omdat het niet veilig zou zijn. Het zou niet de eerste keer zijn dat mensen gevraagd worden om te vluchten bij een gewapend conflict omwille van veiligheidsoverwegingen. Maar de cruciale vraag is: ‘Zullen deze mensen ooit kunnen terugkeren als hun huizen worden ingenomen door Arabische Syriërs?’
Ludo De Brabander schat de kans op terugkeer niet rooskleurig in. ‘De terugkeer van Koerdische vluchtelingen in Afrin wordt bemoeilijkt en ontmoedigd.’ Volgens de organisaties wil Turkije de samenstelling van de bevolking volledig veranderen in de regio. De organisaties spreken zelfs van een Koerdische identiteit die wordt uitgewist.
‘Als een groot deel van de bevolking vertrekt en niet meer kan terugkeren, dan is er duidelijk iets mis’
Bij de aanvang van operatie Olijftak in 2018 rapporteert UNHCR, de VN-vluchtelingenorganisatie, mensenrechtenschendingen in de regio van Afrin. Arabische Syriërs de huizen laten innemen van Afrin-bewoners zou volgens UNHCR verhinderen dat de Koerden terugkeren naar de regio. ‘Dit zou een poging kunnen zijn om de etnische samenstelling van het gebied permanent te veranderen’, staat in het rapport. Over etnische zuivering werd niets gezegd.
Saleh Muslim, lid van de PYD-voorzittersraad en ook wel de drijvende kracht achter Rojava genoemd, windt er geen doekjes om: ‘Met Operatie Olijftak wil Turkije een etnische zuiveringscampagne voeren. Turkije probeert de Koerdische bevolking van Afrin te vervangen door Arabisch-Syrische ontheemden, vluchtelingen en de families van de Syrische rebellengroepen. Daartoe worden ernstige misdaden begaan tegen de burgers van Afrin. Mensen die effectief terugkeren, worden gearresteerd of ontvoerd. Velen zitten nu vast in gevangenissen rond Afrin.’
Aron Lund gaat voorzichtiger om met het begrip ‘etnische zuivering’, spreekt eerder over demografische wijzingen die zich voltrekken. ‘De VN hebben nog geen oordeel uitgesproken over etnische zuivering door Turkse troepen of milities die door Turkije worden gesteund. Toch is het duidelijk dat er een demografische wijziging bezig is. Er is veel etnisch geweld en misbruik aan de gang en mensen zijn inderdaad op de vlucht. Als een groot deel van die bevolking vertrekt en niet meer kan terugkeren, dan is er duidelijk iets mis. Etnische vervolging wordt dan een serieus probleem in Afrin.’
Hoe reageert de internationale gemeenschap?
Naast de open brief van veertien humanitaire organisaties, is recent een andere brief bezorgd aan de Verenigde Naties. Daarin vragen vijf lokale organisaties een internationaal onderzoek naar de oorlogsmisdaden die in Afrin zouden begaan zijn.
Koerdische autoriteiten in Noordoost-Syrië of Rojava vragen sinds het begin van het offensief in maart 2018 om een internationaal onderzoek. Al in juni 2018 rapporteerde UNHCR oorlogsmisdaden door Turkse troepen en Syrische rebellengroepen in Afrin. Sindsdien ontbreekt elke vorm van gericht of uitgebreid VN-onderzoek of -rapport over de regio.
‘We verliezen stilaan de hoop. We begrijpen niet waarom de wereld wegkijkt.’
Wel veroordelen de Verenigde Naties en de Verenigde Staten de tankexplosie die eind april 2020 een drukbezochte voedingsmarkt heeft getroffen in Afrin. Vooral burgers, waaronder vrouwen en kinderen, lieten daarbij het leven. Als gevolg van de coronacrisis was maart de minst bloedige maand sinds het begin van de Syrische burgeroorlog in 2011, volgens het Syrisch Observatorium van de Mensenrechten. Toch bleef geweld de voorbije maanden een prominente rol spelen in de Noord-Syrische grensregio’s. Ook Afrin is daar niet aan kunnen ontsnappen.
Bij aanvang van het Turkse offensief werd snel duidelijk dat deze operatie niet mogelijk geweest zou zijn zonder de goedkeuring van Rusland. Al snel bleek dat Rusland aan de zijde van Turkije stond toen het Russische ministerie van Defensie de terugtrekking van zijn troepen aankondigde. Sipan Hemo, de commandant van de YPG, zei dat Rusland ‘de Koerden heeft verraden’. Hij voegde eraan toe dat ‘er een dag zal komen waarop Rusland zijn excuses zal aanbieden’. Tot dusver kwam van Rusland geen reactie over hun betrokkenheid bij het conflict en hun relatie met de Koerden.
Saleh Muslim roept de internationale gemeenschap vandaag op om niet meer te zwijgen. ‘Wij hebben brieven gestuurd naar de Verenigde Naties en de Verenigde Staten, maar steeds zonder antwoord. Zelfs de mensen in Afrin sturen nu massaal brieven. We verliezen stilaan onze hoop in de internationale gemeenschap. We begrijpen niet waarom de wereld wegkijkt.’