Greenwashing of echte beleidsommezwaai?

Analyse

Van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal naar een Unie voor Zon en Wind

Greenwashing of echte beleidsommezwaai?

 Greenwashing of echte beleidsommezwaai?
 Greenwashing of echte beleidsommezwaai?

Europa maakt zich op voor een klimaatneutrale economie tegen 2050. Wat betekent dat voor de grootste industriële vervuilers, en is er nog een toekomst voor de staalindustrie in een Europese Unie voor Zon en Wind?

© Reporters / Fred De Noyelle / Godong

Zonneplantage in Alpes-de-Haute-Provence, Frankrijk. De omschakeling van een gemeenschap van zware en vervuilende industrie naar een unie van hernieuwbare energie is volop bezig

© Reporters / Fred De Noyelle / Godong

De Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, zo heette de voorloper van de Europese Unie. Intussen weten we dat staalproductie een belangrijke bron van CO2 én fijn stof is. Die bovendien hand in hand gaat met de vuilste der fossiele brandstoffen: steenkool. Europa maakt zich op voor een klimaatneutrale economie tegen 2050. Wat betekent dat voor de grootste industriële vervuilers, en is er nog een toekomst voor de staalindustrie in een Europese Unie voor Zon en Wind?

Mijn zoektocht begint in de Gentse haven. Ver buiten het autovrije paradijs van de bionadebourgeoisie staat een van de meest vervuilende fabrieken van Europa: de staalfabriek van ArcelorMittal. Die staalfabriek was in 2015 verantwoordelijk voor 5,8 procent van de totale Europese uitstoot van zware metalen. In dat zelfde jaar genoot de fabriek de twijfelachtige eer de op acht na grootste uitstoter van fijn stof in heel Europa te zijn.

Of ook vandaag, vijf jaar later, de staalreus nog op de negende plaats in dat rijtje staat, valt moeilijk te zeggen. In 2017 deed het bedrijf een investering van 30 miljoen euro om de stofuitstoot te verminderen. Volgens eigen metingen daalde de stofuitstoot van de staalfabriek in de eerste maanden van 2018 met 70 procent ten op zichtte van 2016. Recente metingen van het Luchtactieplan Gent spreken dit echter tegen, hoewel de concentratie stikstofdioxide in de Gentse haven daalde, stagneerde de uitstoot van fijnstof sinds 2016. Het laatste jaar is er zelfs op één meetpunt een lichte stijging te zien.

Beste leerling in de staalklas?

Driekwart van alle CO2-uitstoot in Gent was in 2016, het recentste jaar waarover cijfers voorhanden zijn, afkomstig van de staalfabriek. Toch, dat moet ook gezegd worden, is ArcelorMittal één van de betere leerlingen van de klas. Het staal dat ArcelorMittal in Gent produceert heeft een voetafdruk van 1,7 ton CO2 per ton staal. Dat is 20 procent onder het Europese gemiddelde. Sommige Chinese bedrijven zitten zelfs aan 4 ton CO2 per ton staal.

Om staal te produceren, is er nood aan koolstof. Die koolstof is tot nu toe afkomstig uit steenkool. Daar komt tegen 2020 voor een deel verandering in. Er staat in Gent een project in de stijgers dat fossiele steenkool zal vervangen door groene kool gemaakt uit houtafval van containerparken. Het gebruik van houtafval in plaats van steenkool, zorgt voor minder CO2-uitstoot, de CO2 die alsnog vrijkomt wil ArcelorMittal omzetten naar bio-ethanol.

Europa staat voor een nooit eerder geziene overgang naar een koolstofvrije economie in een relatief kort tijdsbestek en dat lijkt men ook in Gent stilaan te beseffen. Tijdens het produceren van staal wordt ongeveer de helft van de gebruikte kolen omgezet in gas met koolstofmonoxide. Koolstofmonoxide wordt in het huidige productieproces verbrand tot CO2 en de energie die daarbij vrijkomt wordt aangewend om in een nabijgelegen centrale van Electrabel elektriciteit op te wekken.

‘Wij geloven niet in het paradigma dat we koolstof moeten vermijden, we moeten koolstof als een grondstof en niet als een brandstof gaan zien.’

Staalfabrikant ArcelorMittal gaat met Amerikaanse technologie deze koolstofmonoxide omzetten in bio-ethanol. Het baanbrekende project project, gedoopt Steelanol, is een van de eerste commerciële toepassingen op grote schaal van de nieuwe technologie. Het eindproduct, bio-ethanol, kan gebruikt worden als brandstof maar ook voor het vervaardigen van plastics. ‘Wij geloven niet in het paradigma dat we koolstof moeten vermijden, we moeten koolstof als een grondstof en niet als een brandstof gaan zien’, vertelt Carl De Maré, Head of Technology Strategy bij ArcelorMittal Gent.

Maakt dat van een staalgigant als ArcelorMittal, dat in 2018 een recordwinst maakte van 2,5 miljard dollar, een groene voorloper? Of is hier sprake van graanwashing? De totale uitstoot van ArcelorMittal in Gent bedroeg in 2016 maar liefst 9161 kiloton CO2. Op langere termijn hoopt ArcelorMittal met dit nieuwe productieproces 10 procent minder CO2 uit te stoten, ook al is het voor de staalindustrie nog altijd goedkoper de CO2 de lucht in te pompen dan die om te zetten naar bio-ethanol.

ArcelorMittal ontving van het Europese Horizonfonds 10,2 miljoen euro subsidie en nog eens 4 miljoen euro subsidie van de Vlaamse regering voor het Steelanol project. De totale investering beloopt 100 miljoen euro. ArcelorMittal investeert dus zelf ook in groene technologie die op dit moment nog niet voldoende competitief is. De echte vraag is: is dit soort vooruitgang voldoende om de EU tegen 2050 klimaatneutraal te maken?

Gebrek aan visie

Tomas Wyns, klimaatonderzoeker verbonden aan de VUB en coauteur van een recent verschenen studie naar een transitiekader voor een Vlaamse koolstofarme economie, ziet het positiever: ‘Uiteindelijk zal de rendabiliteit van zulke processen stijgen en zullen ze wél concurrerend worden. Ook het koppelen van verschillende takken van de industrie, zoals de bio-ethanol van ArcelorMittal die gebruikt kan worden als grondstof voor plastics, is een manier om de klimaatneutrale industrie rendabel te maken’, stelt hij.

Ook De Maré heeft de mond vol van ‘een slimme combinatie van koolstofarme technologieën en een symbiose tussen verschillende sectoren van de industrie om de koolstofketen te sluiten’. Maar toch uit ook Wyns zich weinig positief over het Belgische klimaatbeleid: ‘Hoewel er veel kennis bij de Belgische universiteiten zit, ontbeert het beleid een langetermijnvisie, er is geen plan van de overheid over hoe we de concurrentiekracht van onze industrie kunnen laten sporen met de klimaattransitie.’

‘Als we hier nu niet over nadenken, gaat dit ons véél geld kosten.’

Tekenend voor het gebrek aan een klimaatvisie binnen de Belgische overheid maar ook het bedrijfsleven is volgens Wyns het akkoord dat de Antwerpse haven onlangs bereikte met de Britse chemiegroep Ineos. Het akkoord bezegelde de bouw van twee nieuwe fabrieken die grondstoffen zullen produceren voor plastics. De fabrieken willen daarbij gebruik maken van Amerikaans schaliegas, een van de meest vervuilende fossiele brandstoffen. ‘Op zich is er niks verkeerd met het investeren in grote procesinstallaties. In dit geval is er echter totaal niet nagedacht over of en hoe die installatie kan evolueren naar klimaatneutraliteit. Er is geen ruimte ingepland voor mogelijke aanpassingen voor CO2-opvang of aanvoer van waterstof. Het probleem is economisch. Gaan we het risico lopen om zonder verdere investeringen te vervallen in een Duits steenkoolverhaal, om dan in 2040 te beseffen dat onze bedrijven niet meer rendabel zijn, maar er wel duizenden mensen een baan hebben? Als we hier nu niet over nadenken, gaat dit ons véél geld kosten’, besluit Wyns.

Waar er eerder sprake was van een reductie van de broeikasgasuitstoot naar 80 procent van de uitstoot in 1990, moet Europa nu in het licht van het klimaatakkoord van Parijs klimaatneutraal zijn tegen 2050. Dat wil zeggen dat er netto geen broeikasgassen meer uitgestoten worden. De CO2 die toch de lucht ingaat, moet opgevangen en opgeslagen worden. Om deze doelstellingen te halen, zullen we afscheid moeten nemen van waar het allemaal mee begon: steenkool. Eind januari besloot de Duitse steenkoolcommissie dat de laatste steen- en bruinkoolcentrales ten laatste in 2038 gesloten zullen worden. Deze beslissing is symbolisch voor de energietransitie in de rest van de Europese Unie. In 2017 maakte Europa voor het eerst meer elektriciteit uit hernieuwbare energie dan uit steen- of bruinkool.

© Reporters / Patrick Pleul

Windturbines op de voorgrond, bruinkoolcentrale op de achtergrond in Jaenschwalde, Duitsland. Eind januari besloot de Duitse steenkoolcommissie dat de laatste steen- en bruinkoolcentrales ten laatste in 2038 gesloten zullen worden.

© Reporters / Patrick Pleul

Verslaafd aan bruinkool

Rondom de winning en het gebruik van bruinkool woedt in Duitsland al veel langer een bittere strijd. In het Hambacher Wald bestrijden klimaatactivisten en industriebonzen elkaar met molotovcocktails en traangasgranaten afgevuurd door Duitse antiterreureenheden. Het bos kwam in 1978 in handen van het Duitse energieconcern RWE, dat er begon met de exploitatie van de grootste open mijn van Europa. Voor de uitbreiding van de mijn werden al vier dorpen met de grond gelijkgemaakt. Denktank NewClimate Institute berekende dat de verbranding van bruinkool afkomstig van enkel en alleen de Hambachmijn direct verantwoordelijk is voor 320 vroegtijdige sterfgevallen per jaar.

Het Duitse energiebeleid is paradoxaal. In 2018 kwam meer dan 40 procent van de Duitse stroom uit zon, wind of biomassa. Duitsland heeft qua energiebeleid een uitstekend imago, de Energiewende belichaamt de ommekeer van kernenergie naar meer zon en wind. De keerzijde van de medaille is dat de Duitse industrie verslaafd is aan bruinkool. In 2017 kwam nog altijd meer dan 15% van de elektriciteit uit steenkool en zelfs bijna 25% uit bruinkool. De Bondsrepubliek is daardoor de grootste CO2-vervuiiler van Europa.

Dat Duitsland, als een van de stichtende leden van de EGKS, nu besloten heeft op relatief korte termijn de stroomproductie met bruin- en steenkool stop te zetten, is baanbrekend. Betekent dit het einde van het Europa voor Kolen en Staal? Denktank Agora Energiewende is voorzichtig optimistisch. De helft van alle bruinkool opgegraven in Europa is afkomstig uit Duitsland. Volgens een rapport van de denktank wijst het besluit van de Duitse steenkoolcommissie erop dat de uitfasering in Duitsland sneller zal verlopen voor steenkool dan voor bruinkool.

De andere helft van de Europese bruinkool in 2018 werd geproduceerd in Polen, Tsjechië, Bulgarije, Bulgarije, Griekenland, Roemenië en Slovenië. Zeven landen waar de discussies over het sluiten van de bruin- en steenkoolcentrales nog geen vruchten hebben afgeworpen. Een Unie voor Zon en Wind is dus nog niet meteen in zicht. Wat wél hoopgevend is, is dat de doelstelling om tegen 2030 32 procent van de Europese energievoorziening te halen uit hernieuwbare bronnen voor het eerst gehaald werd in 2018. De doelstelling wordt ten laatste in 2023 nog verder opgevoerd.

Emissierechten

De Europese Commissie ziet zeven wegen om tot een nuluitstoot van broeikasgassen te komen en de opwarming van de aarde binnen de perken te houden. De Commissie heeft een hoge pet op van het gebruik van waterstof in de energie-intensieve industrie. Ook ArcelorMittal doet onderzoek naar de waterstofroute in de staalproductie. De Maré maakt echter de terechte opmerking dat de productie van waterstof enorme hoeveelheden energie vereist. Hoe groen staal op basis van waterstof is, is dan ook afhankelijk van de bron van de gebruikte stroom.

Staalgiganten zoals ArcelorMittal zetten voorzichtige stappen naar een koolstofvrije industrie, maar vooralsnog is dit een druppel op een hete plaat.

Staalgiganten zoals ArcelorMittal zetten voorzichtige stappen naar een koolstofvrije industrie, maar vooralsnog is dit een druppel op een hete plaat. Volgens cijfers van de Europese Commissie is de mondiale staalindustrie een van de grootste bronnen van CO2 geproduceerd door de mens, en verantwoordelijk voor vier tot zeven procent van de wereldwijde uitstoot. Een té hoge druk op de Europese industrie zou het probleem echter nog groter kunnen maken. Een te strikte regulering zou ertoe kunnen leiden dat de industrie verhuist naar een ander deel van de wereld, waar ze juist méér gaat uitstoten.

‘Tot nu toe is er geen hard bewijs dat het verhogen van de CO2-prijs zou leiden tot het vertrek van Europese bedrijven’, stelt Wyns echter. Een van de redenen daarvoor is dat de EU 43 procent van de emissierechten gratis toewijst aan gevoelige sectoren, zoals ook de staalsector.

Sterker nog, de industrie maakt winst door het verkopen van overtollige gratis verkregen emissierechten. Volgens een rapport van Carbon Market Watch maakte de zware industrie in Europa tussen 2008 en 2015 maar liefst 25 miljard euro winst door de handel in emissierechten. Volgens een lijst die de Europese Commissie in mei 2018 publiceerde, zullen na 2020 nog zo’n 44 sectoren, waaronder ook de staal-, cement- en petrochemische industrie, gratis emissierechten krijgen. Samen vertegenwoordigen ze 90 procent van de industriële uitstoot. Volgens De Maré is het allemaal net iets ingewikkelder. De EU zou slechts rekening houden met het gunstigste, minst vervuilende scenario. Waardoor ArcelorMittal alsnog 20 tot 30 procent van de uitstootrechten zelf moet aankopen.

‘We hebben een klimaatbeleid nodig waar ook de gele hesjes zich bij gebaat voelen.’

Er schort wat aan het emissiehandelssysteem. De industrie wordt te weinig gestimuleerd haar uitstoot te verminderen. In 2017 steeg de CO2-uitstoot van de industrie met 2 procent en er wordt voorspeld dat die de komende jaren niet zal dalen. Tegelijk hekelt de industrie de oneerlijke concurrentie door de import van goedkoop Chinees staal, waar veel minder strenge emissieregels gelden.

De Maré pleit voor een soort importheffing. Hoewel je begrip kunt opbrengen voor de inspanningen die het bedrijf levert, ruikt dit volgens sommigen naar protectionisme. Is een CO2-heffing een beter alternatief? ‘Economisch gezien zijn het emissiehandelssysteem en een CO2-heffing zeer gelijkwaardige instrumenten. In beide gevallen kan de producent de extra kosten moeiteloos doorrekenen aan de consument’, stelt Wyns. Dat gebeurt nu al: de energiesector betaalt wél voor emissierechten, wat een van de redenen is waarom de elektriciteitsprijs momenteel zo hoog is. ‘Zowel het emissiehandelssysteem als een CO2-heffing laat de vervuiler betalen, maar de vervuiler moet stoppen met vervuilen’, vindt Wyns.

Het kan ook anders. Buurland Luxemburg kondigde onlangs aan openbaar vervoer volledig gratis te maken. ‘We hebben een grote renaissance nodig op het gebied van openbaar vervoer, gekoppeld aan grote investeringen en innovatie: een Green New Deal. Puur fiscale maatregelen roepen enkel verzet op, we hebben een klimaatbeleid nodig waar ook de gele hesjes zich bij gebaat voelen’, besluit Wyns.

Dit artikel werd geschreven voor het lentenummer van MO*magazine. Voor slechts €28 kan u hier een jaarabonnement nemen!