Grensland Oekraïne: van de opening van de doos van Pandora naar de geopolitieke loopgraven?

Analyse

Grensland Oekraïne: van de opening van de doos van Pandora naar de geopolitieke loopgraven?

Grensland Oekraïne: van de opening van de doos van Pandora naar de geopolitieke loopgraven?
Grensland Oekraïne: van de opening van de doos van Pandora naar de geopolitieke loopgraven?

Na turbulente maanden bleek de laatste week van februari 2014 voor Oekraïne de meest turbulente in haar geschiedenis. In één week werd de Russisch gezinde president Janoekovitsj van de macht verdreven, en installeerde de zeer diverse oppositie zich in het regeringspluche in Kiev. In de westerse media werd gesproken over een “democratische omwenteling”. De wil van het Oekraïense volk zou gevolgd zijn. Die wijze van voorstellen is evenwel zeer eenzijdig. Hoe corrupt  Janoekovitsj ook moge zijn, hij was wel wettelijk verkozen.

De nieuwe regering in Kiev liet verstaan dat het Russisch voortaan niet meer op voet van gelijkheid stond van het Oekraïens. Dat zette een reeks krachten op de Krim en later in het oosten van Oekraïne in gang, die nog moeilijk te controleren waren. De plaatselijke Russische bevolking ontkende de autoriteit van de nieuwe machthebbers in Kiev, waarbij de situatie snel escaleerde.

Op zaterdag 1 maart gaf de Russische Doema een ‘blanco cheque’ aan president Poetin om de Russische bevolking op de Krim en in Oost-Oekraïne te “beschermen tot zolang de noodsituatie gaande was”. Daarmee werd een diplomatieke opening gelaten, die nochtans door de Westerse landen tot op heden amper gezien werd. Hoe kunnen we al deze ontwikkelingen geopolitiek duiden?  En vooral; hoe moet het verder?

Chroetsjov’s verjaardagscadeau aan Oekraïne in 1954

Oekraïne betekent letterlijk grensland. Het land heeft een oppervlakte van twee keer Duitsland, met een bevolking van circa 45 miljoen inwoners. Het land heeft evenwel meerdere geopolitieke identiteiten. Traditioneel leunt het westen aan bij Europa, maar in het oosten en op de Krim wonen belangrijke Russisch sprekende bevolkingsgroepen.

© stratfor.com

Russisch-sprekende bevolking in Oekraïne.

© stratfor.com

Vóór 1954 was het Krimgebied onderdeel van Rusland. Ter ere van de 300ste verjaardag van de aansluiting van Oekraïne bij Rusland, besloot secretaris-generaal Chroetsjov om Oekraïne een cadeautje te doen; de autonome republiek van de Krim werd onderdeel van Oekraïne. Voorheen was hij tussen 1938 en 1947 eerste secretaris van het Uitvoerend Comité van de communistische partij in Oekraïne. Hij had dus enige sympathie voor deze deelregio. Er werd 15 minuten over gepraat in de Opperste Sovjet, nadien was de zaak beklonken. Het was immers toch symbolisch daar alle componenten onderdeel waren van de Sovjetunie. Tot 1991…

Het ontstaan van Oekraïne in 1991

Wie de huidige situatie in Oekraïne wil begrijpen moet terugkeren tot het ontstaan van het land in augustus 1991, een half jaar voor de val van de Sovjetunie, nadat een groep hardliners in Moskou een staatsgreep wilde ondernemen tegen Gorbatsjov. Op 23 augustus 1991 leest Jeltsin in een theatrale acte de présence secretaris-generaal Gorbatsjov de les. Hij verbiedt later de communistische partij en laat al haar bezittingen nationaliseren. Daags nadien draait de voormalige communist en nu plots overtuigd nationalist Leonid Kravtsjoek zijn kar door de onafhankelijkheid van Oekraïne uit te roepen, die op 1 december 1991 via een volksraadpleging werd bevestigd. Interessant is wel dat de meeste dissente stemmen uit het oosten kwamen.

CC Alex K

Percentage nee-stemmen bij het referendum over onafhankelijkheid in 1991.

CC Alex K

Voor Gorbatsjov en de Sovjetunie betekende deze gebeurtenis het begin van het einde; zonder een unie met Oekraïne was er geen Sovjetunie meer mogelijk volgens hem. Intussen hadden ook de andere deelcomponenten van de Sovjetunie hun onafhankelijkheid uitgeroepen; Wit-Rusland op 25 augustus, Moldavië op 27 augustus, Azerbeidzjan op 30 augustus en Kirgizië en Oezbekistan op 31 augustus. Nog even was er in oktober sprake over een gezamenlijk samenwerkingsverdrag, maar Jeltsin wou enkel nog een losse confederale samenwerking; het Gemenebest van Onafhankelijke Staten.

Er was geen plaats meer voor een centraal gezag, waardoor op kerstdag 1991 Gorbatsjov de handdoek in de ring smeet. Plots was de Koude Oorlog ten einde, zo leek het toch even. Op dat moment was Poetin een jonge KGB-officier die gestationeerd was in Duitsland. We weten dat Poetin zeer aangedaan was van deze ontwikkelingen, die hij, net als vele andere Russen later, als onnodig en een historische vergissing beschouwde.

Vele Russen zien Oekraïne als een onlosmakelijk verbonden stuk van de Russische geschiedenis. Niet toevallig wordt het oosten van dit land vaak met de term ‘Klein-Rusland’ aangeduid. Voor anderen in westelijk Oekraïne verwijst deze term eerder naar de oude imperiale verhoudingen. Vooral van belang om te onthouden is dat voor Poetin het dossier Oekraïne onlosmakelijk verbonden is met de neergang van de Russische macht in 1991, een “historische vergissing” in zijn ogen.

Westerse geopolitieke omsingelingspolitiek vanaf 1999

In 1997 schreef de Pools-Amerikaanse geopolitieke auteur en voormalige nationale veiligheidsadviseur Zbigniew Brzezinksi het artikel ‘The Grand Chessboard’ in Foreign Affairs, wat later ook verscheen als boek. Dit werk handelde over de toekomst van de geopolitiek in Eurazië, bekeken vanuit het Amerikaanse buitenlands beleid. Zelden sprak een voormalige beleidsmaker en nog steeds vaak bevraagde commentator voor en adviseur achter de schermen zo openlijk over de Amerikaanse geostrategische doelstellingen. In het kaartje dat bij zijn boek hoorde, trok hij nieuwe grenzen of invloedssferen.

De VS en bij uitbreiding het Westen moest landen als Georgië, Oekraïne en Wit-Rusland geleidelijk aan tot haar invloedssfeer inlijven. De Russische federatie, die een stuk vastgoed beheerde dat meer dan 10 tijdszones omvatten, kon nooit democratisch worden. Het zou beter in autonome regio’s opgedeeld worden. De facto zou dit de verdere ontmanteling van de Russische invloedssfeer en de Russische macht in Eurazië inhouden. In Moskou ging dit boek en de sfeer die errond hing een eigen leven leiden. De maskers waren nu afgevallen, Russische beleidsmakers en een kleine kring van het veiligheidsapparaat rond Jeltsin waren tegen het einde van de jaren ’90 overtuigd dat het land in de uitverkoop stond.

Het nieuwe Rusland van Jeltsin was corrupt en had in een eerste fase blindelings het Westerse economische model gevolgd, met alle gevolgen vandien. De economie klapte in elkaar, met hoge inflatie en onrust tot gevolg. Op internationaalpolitiek vlak werd de rode loper voor Jeltsin wel uitgedraaid. Het leek alsof Rusland was beloofd dat er geen NAVO-uitbreiding zou komen in de toekomst. In 1999 en nadien in 2004 kwam die er wel.

Begin 2008 werden zelfs even de dossiers Georgië en Oekraïne overwogen, maar kanselier Merkel vond zoiets veel te riskant. De jaren 2000 waren tevens de jaren van de ‘kleurenrevoluties’ in het Nabije Buitenland van Rusland;  Joegoslavië (2000), Georgië (2003), Oekraïne (2004) en Kirgizië (2005). Onderzoekers hebben duidelijk kunnen aantonen dat de Amerikanse CIA en USAID via de National Endowment for Democracy geld gaven aan semi-ngo’s zoals Freedom House en het Open Society Institute. Doel was oppositiegroepen te creëren om via niet-geweldadige actie binnen de maatschappijen van landen in het Nabije Buitenland van Rusland politieke veranderingen teweeg te brengen. Zo werd stapsgewijs geknabbeld aan de geopolitieke invloedssfeer van Rusland.

De Koude Oorlog mocht dan wel voorbij zijn, de geopolitieke krachten die aan het werk waren, overstegen dit alles. Door incompetentie van en interne strubbelingen tussen dergelijke oppositiegroepen, desintegreerden sommige van deze revoluties, zoals het geval was in Oekraïne in de jaren na de Oranje Revolutie. Poetin trok hieruit lessen, en hij begon zelf een actief tegenoffensief waarbij economische, diplomatieke, politieke en militaire instrumenten werden ingezet.

De Georgië-oorlog van 2008

In Georgië had de Westers gezinde president Saakasvilli af te rekenen met de dissidente regio’s Abchazië en Zuid-Ossetië. Hij voerde een militaire campagne in 2008 om deze terug binnen de Georgische invloedssfeer te brengen, maar provoceerde onverwacht terwijl de ganse wereld naar de openingsceremonie van de Olympische Spelen in Beijing zat te kijken.  Rusland maakte van de situatie dankbaar gebruik om deze escalatie aan te wenden om haar veiligheidstroepen, die als “vredestroepen” in Noord-Ossetië gestationeerd waren, over de grens naar het zuiden te laten trekken. Op enkele dagen werden strategische punten in Georgië ingenomen.

De VS konden niet anders dan naar de situatie kijken, en enkele oorlogsbodems voor de Georgische kust stationeren. Nadien deelde Rusland paspoorten uit in Abchazië en Zuid-Ossetië. Georgiërs werden uit de regio’s verdreven. Deze gebeurtenissen waren mede het antwoord van het Kremlin op de Kosovaarse onafhankelijkheid in februari 2008, ten nadele van het orthodoxe Servië. Een nieuwe leidraad in de buitenlandse Russische militaire operaties ontstond; het rechtstreeks beschermen van Russen in het buitenland. De facto is Georgië vandaag deze twee dissidente regio’s kwijt. Het is dit scenario dat het meeste doet denken aan de huidige gebeurtenissen op de Krim en in het oosten van Oekraïne.

De hernieuwde geopolitieke strijd om Oekraïne (2013)

Het voorspel voor de hernieuwde Oekraïense crisis speelde zich reeds af tijdens de presidentsverkiezingen van 2010. Langs de Westerse zijde was Timosjenko de kandidaat, in het vooral Russisch sprekende Oosten kwam Janoekovitsj op. Deze laatste behaalde de overwinning in de verkiezingen, hoewel de oppositie beweerde dat deze niet eerlijk waren verlopen. De meerderheden in de verkiezingen voor beide kandidaten verdeeld per geografisch electoraal kanton, spreken wel boekdelen. Zoals alle presidentsverkiezingen sinds het ontstaan van Oekraïne in 1991, was zeer duidelijk dat het land twee geopolitieke en politieke identiteiten had.

De les voor vandaag is dat we dit als een basisvariabele moeten nemen om het huidige Oekraïne te begrijpen. Als Westerse politici zeggen dat “de wil van het Oekraïense volk gerespecteerd moet worden”, bedoelen ze dan het ganse land, of hebben ze aandacht voor de diversiteit van meningen en regionale bevolkingen ter plaatse? Helaas geldt het laatste niet. Die vorm van bewuste misperceptie en de media-spin die eraan verbonden is, helpt de zaak niet. Integendeel, ze ligt aan de basis van de huidige geopolitieke loopgravenoorlog.

CC Vasyl Babych

De resultaten van de presidentsverkiezingen in 2010.

CC Vasyl Babych

In april 2010 tekende Janoekovitsj een deal waarbij hij in ruil voor een korting op de aardgasprijs aan de Russische federatie de mogelijkheid gaf om haar huur van de strategisch gelegen havenstad Sevastopol op de Krim te verlengen tot 2042. Het onderdak voor de Russische Zwarte Zeevloot was zo gevrijwaard, iets wat voor 2010 door de westers gezinde partijen nog in vraag werd gesteld. De deal gaf de Oekraïense economie een extra duwtje in de rug, doch onvoldoende.

Janoekovitsj’ beheer van het land was desastreus. Overschotten op de handelsbalans werden tekorten, en de cashreserves van de regering droogden in snel temp op. Tot in 2013 duidelijk werd dat een race om tijd begonnen was. Oekraïne onderging haar eigen kredietcrisis, en hulp van het buitenland was dringend nodig. In ijl tempo bleek dat tussen de 20 en 25 miljard euro nodig zou zijn om de Oekraïense economie te redden van het bankroet.

Het is vanaf dit moment dat de geo-economische en geopolitieke krachten opnieuw sterk gaan spelen. Twee rivaliserende projecten dienden zich aan, waardoor de geopolitieke doos van Pandora geopend werd. Langs Westerse zijde biedt de EU in het kader van haar associatiepartnerschappen en het Nabuurschapsbeleid 610 miljoen euro en toegang tot de Europese markt. Dat zou meer economische groei moeten opleveren.

Aan de Russische zijde heeft president Poetin een plan om tegen 2015 een zogenaamde douaneunie, de Euraziatische Economische Unie tot stand te brengen met landen als Wit-Rusland, Oekraïne en Kazachstan als centrale spelers. Economie en politiek gaan in beide projecten hand in hand. De Europese Commissie speelt het evenwel hard en stelt Janoekovitsj de facto voor een dilemma; het is onze deal of geen deal. Wat het land geboden wordt is evenwel te weinig, en Janoekovitsj wendt zich bijgevolg tot Rusland, die wel tot 10 miljard directe noodkredieten zou willen aanbieden.

Het is op dit moment dat de Westers gezinde oppositie in Oekraïne haar protesten gevoelig in kracht doet toenemen. Uit de lek van het telefoongesprek tussen de Amerikaanse onderminister van Buitenlandse Zaken Victoria Nuland en de Amerikaanse ambassadeur in Kiev weten we dat Washington achter de schermen nauw overleg pleegt met de oppositieleiders. Hier is meer aan de hand. De VS wil Oekraïne als geheel in het Westerse kamp trekken, en is daarbij ontgoocheld over het gebrek aan strategisch denken van de EU.

Als betogingen op het Maidan-plein in Kiev uitmonden in directe en harde confrontaties met doden tot gevolg, grijpt de EU in. Of toch; niet de EU maar wel de Franse, Duitse en Poolse ministers van Buitenlandse Zaken. Zij dwingen op 21 februari af dat de oppositie en Janoekovitsj een papier ondertekenen waarbij er een regering van nationale eenheid zou komen, en tegen het einde van het jaar nieuwe presidentsverkiezingen. Maar het is de oppositie zelf die dat akkoord vrijwel de dag nadien opnieuw naar de prullenmand verwees. Janoekovitsj wordt loslopend wild, en vlucht via de Krim naar Rusland.

Het nieuwe parlement, waarbij sommige Janoekovitsj- aanhangers “plots” hevige “Maidan opposanten” worden, benoemt een Westers gezinde interim-president en regering. Het verlaagt ook de status van het Russisch in het land, wat de angst op de Krim en bij de Russische minderheden in het oosten alleen maar doet toenemen. Het stond in de sterren geschreven dat de Russische minderheden als gevolg hiervan hun eigen “revolutie” zouden starten, eerst op de Krim en sinds 1 maart ook in andere oostelijke steden van Oekraïne.

Op zaterdag 1 maart gaf de Russische Doema aan Poetin een ‘blanco cheque’ om de Russische bevolking in Oekraïne te “beschermen tot zolang de noodsituatie gaande was”. Een gelijkaardig scenario vergeleken met Georgië in 2008 lijkt in de maak. Maar is de situatie dezelfde? Neen. Rusland laat een diplomatieke opening, die nochtans door de Westerse landen tot op heden amper gezien werd.

In de VN Veiligheidsraad ging men uiteraard voor een rondje ‘Rusland in de hoek plaatsen’, een bekend patroon dat we kennen omtrent de casus Syrië. Het lost evenwel niets op, en zorgt ervoor dat elk van de kampen zich ingraaft in haar eigen geopolitieke loopgraven. Wat wil Rusland bereiken? In essentie een herstel van de geopolitieke machtsbalans, maar vergeleken met welke situatie - dat blijft onduidelijk. Het Westen blijft de Russische invloedszones wegknabbelen.

Op een bepaald moment kan niet anders dan gereageerd worden door Rusland, zeker als de veiligheid van de Russische bevolking in het buitenland in het gedrang komt, en het strategisch gelegen Sevastopol. Veel hangt ervan af of de Russische “beschermingsoperatie” beperkt zou blijven tot de Krim of zou uitbreiden naar de rest van oostelijk Oekraïne. Dat zou de zaak veranderen, en tot nieuw conflict met de regering der opposanten in Kiev kunnen leiden.

Sommigen zeggen dat appeasement-politiek de machtshonger van Rusland zou vergroten, en dat dus een militaire Westerse afschrikking nodig is. Deze school vreest zelfs dat, indien het zuidoosten van Oekraïne de facto onder Russische controle zou komen, de weg open ligt richting Moldavië en Roemenië. De kans hiertoe is evenwel beperkt. Ze is wel een reflectie van de angstpsychose dit sinds het afgelopen weekend heerst.

De komende dagen zullen we in het Westen meer zien van confrontatie, althans toch in de retoriek. De Atlantische Raad van de NAVO kwam bijeen omdat Letland en Litouwen (die ook belangrijke Russische minderheden hebben) zich plots bedreigd voelen. Ook de ministers van Buitenlandse Zaken van de Europese Unie komen op maandag 3 maart samen. Niet alleen Rusland maar ook de NAVO en de EU zijn mee verantwoordelijk voor de huidige situatie. Een eengemaakt Oekraïne is evenwel nog steeds mogelijk. De blauwdruk van het compromis ligt in de deal die de Franse, Poolse en Duitse buitenlandministers onderhandeld hebben.

Het is duidelijk dat de huidige regering van oppositiegroepen, waar overigens ook extreme elementen toe behoren, geen duidelijke veiligheidsgaranties aan de Russische bevolking kan of wil geven op dit moment. Tot zolang dat niet zal gebeuren, houdt Poetin de optie open om zelf voor die veiligheid te zorgen. Daar ligt een belangrijk punt; het Westen moet Rusland wel die garanties geven, hoewel dat zal betekenen dat de regering der opposanten in Kiev voor een stuk zal moeten inbinden. Een idee is wel om de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) in te schakelen.

De OVSE is altijd al het testlaboratorium geweest voor de oplossing van conflicten tussen Oost en West. De OVSE, die de erfgenaam is van het Helsinki-proces vanaf 1975, is gespecialiseerd in Euraziatische vraagstukken. In het bijzonder heeft de OVSE een Hoge Commissaris voor de Nationale Minderheden. Oost en West zouden moeten overeen komen om in de schoot van de OVSE om deze Commissaris de Krim, oostelijk Oekraïne, Moskou en Kiev te bezoeken, en enige aanbevelingen te doen die alle partijen de kans geven om zonder gezichtsverlies een veiligheidsgaranties voor de Russische minderheden te geven.

Indien een dergelijk akkoord bereikt zou kunnen worden, dan zou daarover unaniem gestemd kunnen worden in de schoot van de VN Veiligheidsraad. Op die wijze zou de ganse internationale gemeenschap de positie van de Russische minderheden in Oekraïne onderschrijven, waarna Rusland zou kunnen demobiliseren. Een tweede dossier is de havenstad Sevastopol op de Krim, waar de Russische vloot verblijft. Het Kremlin zal garanties willen om het eerdere akkoord tot 2042 te behouden ongeacht welke politieke meerderheid in Kiev aan de macht komt.

De kansen op een rapprochement nemen evenwel af met de dag. Voorlopig dreigt het Westen alleen maar terug met economische sancties. Voor Europa wordt dat een moeilijke, zo niet onmogelijke spreidstand – alleen al omwille van haar afhankelijkheid op het vlak van aardgas van Moskou. Poetin beseft dit, maar weet dat ook hij afhankelijk is van vooral de EU voor wat buitenlandse deviezen en investeringen betreft. Alleen al gezien deze wederzijdse interdependentie zouden de oplaaiende emoties plaats moeten maken voor rationaliteit en een echte dialoog. Wellicht kan vooral de Duitse kanselier Merkel hierin de komende dagen een cruciale rol spelen.

Oekraïne betekent letterlijk grensland. Het is in het belang van alle partijen dat dat zo blijft en dat het land geen toneel wordt voor een nieuwe scheuring in Europa. Dat zou immers vanuit geostrategisch oogpunt een veel gevaarlijker situatie zijn, met verdere mondiale repercussies.  Het huidige Oekraïne als toch ietwat vage grenszone tussen Oost en West zou dan vervangen worden door harde geopolitieke grenzen, wat bijkomende spanningen en permanente instabiliteit zal opleveren.

Een tot hiertoe onbesproken piste is om de regio’s binnen Oekraïne meer macht te geven, ook in het buitenlands beleid. Waarom de regio’s niet de kans geven om zich via hun substatelijk buitenlands beleid te associëren met de EU dan wel Rusland? Van beiden zouden ze zo mogelijk zelfs betere voorwaarden kunnen krijgen.

De komende dagen en uren zullen beslissend zijn voor de toekomst van Oekraïne als politieke entiteit. Tegelijkertijd zullen deze ontwikkelingen een belangrijke impact hebben op zowel de geo-economische als geostrategische relaties tussen Oost en West. In plaats van elkaar te bekampen zouden deze twee geopolitieke krachten beter samenwerken om de wereldproblemen aan te pakken in plaats van nieuwe te creëren. Daarin ligt een verantwoordelijkheid voor beide zijden. Empathie, hoe moeilijk ook, is een eerste doch zeer noodzakelijke stap daartoe.