Grondconflicten zorgen voor onrust in Honduras

Analyse

Grondconflicten zorgen voor onrust in Honduras

Grondconflicten zorgen voor onrust in Honduras
Grondconflicten zorgen voor onrust in Honduras

Twee jaar na de staatsgreep woedt in het noordoosten van Honduras een vuile oorlog die de regio dreigt te destabiliseren. Boerenorganisaties in Bajo Aguán zijn het slachtoffer van intimidaties en moorden, uitgevoerd door de privémilities van een handvol schatrijke grootgrondbezitters die in Honduras de lakens uitdelen.

Te midden van de feestvreugde om de terugkeer van de verdreven president Mel Zelaya eind mei, klonk de boodschap van de bisschop van Copán, Luis Alfonso Santos, als een zware dissonant. ‘Honduras wordt geplunderd door een oligarchie die blind en doof is en haar zakken vult ten koste van het bloed van het volk.’ Santos’ woorden werden niet mis verstaan door de persoon voor wie ze bedoeld waren, de geduchte zakenman Miguel Facussé, eigenaar van tienduizenden hectare hagelwitte stranden en vruchtbare landerijen.

Grond genoeg, maar niet voor boeren

Vooral in het noordoosten van het land, in de buurt van Trujillo, heerst sinds eind 2009 een grimmige sfeer. Op anderhalf jaar tijd werden er 32 boerenleiders vermoord. Vele anderen werden geïntimideerd. Sinds december 2010 is het gebied bezet door militairen die veeleer de grootgrondbezitters dan de boerengemeenschappen beschermen.

De namen van drie grootgrondbezitters worden telkens genoemd: Miguel Facussé, Reynaldo Canales en René Morales. Ze kregen op illegale wijze grond in handen die in feite bestemd was voor landhervorming. Een aantal boerenorganisaties –zoals MUCA, SARA, MARCA en MCA– eisen die grond nu op voor 300.000 boerengezinnen. Het gaat om 1,5 miljoen mensen die nergens toegang krijgen tot grond om hun voedsel te telen.

De landerijen die de boerenorganisaties beogen, zijn eigendom van het Instituut voor Landhervorming. In de jaren tachtig werd het gebied afgestaan aan het beruchte militaire trainingskamp CREM, waar Amerikaanse militairen contrarebellen klaarstoomden tegen de guerrilla’s van Nicaragua, El Salvador en Guatemala. Nadien kwam de grond in een golf van landbouwmodernisering en via corrupte deals in handen van een paar landeigenaars.

Geen gerechtigheid zonder landhervorming

Het protest van het Nationaal Front van het Volksverzet dat losbarstte na de afzetting van president Zelaya, wakkerde bij de boerenorganisaties in Bajo Aguán de strijdlust opnieuw aan. De boerencoöperaties hebben intussen een aantal landerijen ingenomen. In het Akkoord van Cartagena –dat de voorwaarden vastlegt voor de terugkeer van Honduras tot de Organisatie van Amerikaanse Staten– had president Lobo de boerenorganisaties bovendien beloofd werk te maken van de landhervormingen. De regering zou de beoogde landerijen van Facussé opkopen om ze onder de boerencoöperaties te verdelen. Facussé weigert echter te verkopen aan de geschatte prijs en blijft met zijn privémilities ongestraft terreur zaaien.

Gilberto Ríos van Fian Honduras, een organisatie die opkomt voor het recht op voedsel: ‘Wij eisen dat de regering haar beloftes nakomt en de grond aan de boeren geeft. Als we het grondprobleem niet oplossen door de rechten van de boeren te erkennen, zal het bloedvergieten en het geweld doorgaan. We hebben niet de indruk dat de regering dit conflict wil oplossen. Ik heb veertig jaar ervaring in de strijd met boerenorganisaties; de driestheid van vandaag is ongezien.’

César Ham, minister van Landhervorming en directeur van het Instituut voor Landhervorming, wil op basis van de Wet op de Landhervorming de gronden van Facussé onteigenen. Volgens die wet mag niemand meer dan 300 hectare bezitten. De realiteit in Honduras is echter dat sommigen aan de Atlantische kust tot 20.000 hectare bezitten –blijkbaar staan zij boven de wet.

Als we het grondprobleem niet oplossen en de rechten van de boeren erkennen, zal het bloedvergieten en geweld doorgaan.

Wuivende palmbomen en schone lucht

De gronden in het noordoosten van Honduras behoren tot de meest vruchtbare van de regio. Bijna een eeuw lang waren ze in het bezit van Standard Fruit Company, dat er bananen op teelde. Toen het bedrijf zich in de jaren negentig terugtrok, wist Facussé een deel van het gebied te bemachtigen voor ananasplantages.

De jongste jaren heeft de magnaat vooral interesse voor Afrikaanse palm. De prijs daarvan is de voorbije vijftien jaar 500 procent gestegen. Palmolie is bijzonder waardevol in voeding en cosmetica en wordt steeds vaker ook als biodiesel gebruikt. Aan de plantages van Facussé is een biogasinstallatie verbonden, die in het kader van Projecten voor Schone Ontwikkeling CO2-kredieten oplevert. De Dinant Corporation, het bedrijf van Facussé, pakt op zijn website www.dinant.com dan ook uit met de aandacht voor het milieu en duurzaam ondernemen. Terwijl Facussé de beste gronden inpalmt voor lucratieve exportgewassen, moet Honduras wel steeds meer maïs, bonen en rijst invoeren, wat voor zo’n arm land een zware belasting is in tijden van hoge voedselprijzen.

Maar de grootgrondbezitter lijkt ongenaakbaar. Ook in de Golf van Fonseca, waar Facussé 22 van de 27 stranden in eigendom heeft, intimideert hij de gemeenschappen, aldus bisschop Santos. Hij stuurt patrouilles erop uit die het doen en laten van de boerenorganisaties observeren en hun wetten opleggen aan de gemeenschappen. Facussé viseert eveneens al wie opheldering eist over de staatsgreep tegen president Zelaya in juni 2009. Fausto Milla, priester en lid van de Waarheidscommissie over de staatsgreep, kondigde begin juli aan dat hij zich gedwongen ziet Honduras te verlaten onder druk van aanhoudende doodsbedreigingen. Volgens de Waarheidscommissie is de verantwoordelijke voor die bedreigingen niemand anders dan… Miguel Facussé. Porfirio Lobo, die Zelaya opvolgde als president, wordt steeds meer gezien als een marionet in handen van zijn Facussés imperium.

Colombianisering

In Bajo Aguán spreken sommigen inmiddels over een “colombianisering” van de regio. Naar verluidt zouden er Colombiaanse paramilitairen worden ingezet om terreur te zaaien. Facussé op zijn beurt spreekt over “een guerrilla met banden met de FARC” en doelt daarbij op sommige leden van boerenorganisaties. Volgens een document van de Hondurese inlichtingendienst, gelekt in de krant La Prensa, zouden de boerenverenigingen in de zone dan weer banden hebben met drugsnetwerken, die hen voorzien van wapens en financiering.

Uit het onderzoek dat een internationale missie van ngo’s dit voorjaar in de regio instelde, blijkt er een vuile oorlog aan de gang is waarbij ordediensten en privémilities ongestraft hun gang gaan en de boerenorganisaties gecriminaliseerd worden. De ngo’s Fian, Fidh, Cifca, Via Campesina en Aprodev stelden het rapport begin juli voor in het Europees Parlement. Als gevolg van hun lobbywerk heeft de Duitse Investerings- en Ontwikkelingsbank onlangs een lening van meer dan veertien miljoen euro aan de Facussés Dinant Corporation opgeschort. Ook het Franse energiebedrijf EDF, dat een deal had om CO2-kredieten van Dinant te kopen, heeft het contract geannuleerd.

Sinds de terugkeer van Zelaya naar Honduras is het land opnieuw opgenomen in de Organisatie van Amerikaanse Staten. De boerengemeenschappen en het volksverzet vrezen dat daardoor de indruk wordt gewekt dat de democratie in Honduras hersteld is. In werkelijkheid krijgt de oligarchie carte blanche van de regering en gaat de repressie tegen boerenactivisten gewoon door.