Nieuwe president Bernardo Arévalo in spreidstand tussen gevestigde orde en inheemse gemeenschappen
Kan een nieuwe politieke wind corruptie en geweld in Guatemala bedwingen?
Corruptie bestrijden en werken aan echte vrede: de ambitie van de nieuwe Guatemalteekse president Bernardo Arévalo is groot. Maar makkelijk zal zijn pad niet zijn, want Arévalo zal zowel de gevestigde orde als de inheemse gemeenschappen moeten tevredenstellen.
Eindelijk ingehuldigd: de nieuwe Guatemalteekse president Bernardo Arévalo op 16 januari tijdens een Maya-ceremonie in Kaminal Juyu. Hij zal de hoge verwachtingen van de inheemse gemeenschappen moeten verzoenen met die van de gevestigde orde.
Reuters / Christina Chiquin
Corruptie bestrijden, werken aan echte vrede: de ambitie van de nieuwe Guatemalteekse president Bernardo Arévalo is groot. Maar makkelijk zal het pad niet zijn: de oppositie stelde het voorbije half jaar alles in het werk om zijn aantreden te beletten. De onafgebroken waakzaamheid van de inheemse bevolkingsgroepen heeft de democratie gered — voorlopig toch.
Het was in de vroege uurtjes van maandag 15 januari dat Bernardo Arévalo met de presidentiële sjerp werd getooid. Niet door uittredend president Alejandro Giammattei, want die was sinds middernacht niet meer in functie, maar door de uittredend vicepresident.
Dat de ceremonie pas na middernacht plaatsvond, had te maken met manoeuvres in het parlement. Daar hadden de uittredende leden er alles aan gedaan om de benoeming te torpederen van de nieuwkomers van Arévalo’s partij, de Movimiento Semilla.
Toen de nieuwe president zich eindelijk om drie uur ‘s ochtends aan het publiek toonde, waren de meeste internationale delegaties alweer vertrokken — waaronder de Chileense president Boric, de Spaanse koning Felipe, de Colombiaanse president Gustavo Petro. Alleen het volk was gebleven, om samen met de kersverse president en zijn vicepresidente Karin Herrera het begin te vieren van wat de feestvierders hopen dat een nieuw tijdperk wordt.
Staatsgreep verijdeld
Bernardo Arévalo wist op 20 augustus vorig jaar met een overtuigende 63% de verkiezingsoverwinning te behalen met zijn sociaal-democratische partij Semilla, en dat was volkomen onverwacht. Bijna een half jaar later is hij ook effectief als president geïnstalleerd, en dat is al even wonderbaarlijk en historisch.
Bernardo Arévalo is een symbool. Zijn vader Juan José Arévalo was de eerste democratisch verkozen president van Guatemala en kwam aan de macht in 1945, na een opstand van de bevolking tegen dictator Jorge Ubico het jaar voordien.
Samen met zijn opvolger Jacobo Árbenz (president van 1950-1954) was hij de grondlegger van wat de geschiedenis inging als de ‘Guatemalteekse Lente’, een periode van tien jaar waarin een poging werd ondernomen om van Guatemala een sociaaldemocratie te maken. Arévalo en Árbenz voerden verregaande sociale en politieke hervormingen door, maar daar kwam in 1954 met veel geweld een einde aan (zie kader hieronder).
Het abrupt afbreken van de Guatemalteekse Lente bracht een geweldcultuur op gang, die uiteindelijk zou escaleren tot de bloedige burgeroorlog (van 1960 tot 1996).
De Guatemalteekse Lente van Arévalo en Árbenz
Juan José Arévalo, de eerste democratisch verkozen president van Guatemala, en zijn opvolger Jacobo Árbenz (president van 1950-1954) legden de grondslag voor de ‘Guatemalteekse Lente’. In zo’n tien jaar tijd maakten ze een einde aan de dwangarbeid, legaliseerden ze vakbonden en vergemakkelijkten ze de toegang tot grond voor boeren.
In 1947 vaardigde Arévalo een wet uit waardoor arbeiders zich konden organiseren en konden opkomen voor hun rechten. De United Fruit Company (UFCO), het Amerikaanse bananenbedrijf dat toen de politiek bepaalde in de regio, en de criollos, de economische bourgeoisie, beschouwden die maatregel als regelrecht “communistisch”.
Arévalo’s opvolger, Jacobo Árbenz, wilde nog een stap verder gaan en een controversieel proces van landhervormingen doorvoeren. Daarop namen de beschuldigingen van communistische dreiging toe. De United Fruit Company zette daarom, in samenwerking met de Amerikaanse Inlichtingendienst CIA, een fakenewsverhaal op: een communistisch opstandelingenleger zou een staatsgreep willen plegen in Guatemala en zo de macht willen grijpen om het communisme te verspreiden over Latijns-Amerika.
Het was volle Koude Oorlog en de VS hanteerden de Doctrine van Nationale Veiligheid in Latijns-Amerika. Die impliceerde dat elke kritiek op het kapitalistische model of elke poging tot alternatief een bedreiging was van de bestaande orde.
Met de hulp van generaal Rafael Trujillo in de Dominicaanse Republiek en de Somoza’s in Nicaragua richtte de Guatemalteekse kolonel Carlos Castillo Armas in 1954 het Nationale Bevrijdingsleger op. Daarmee viel hij Guatemala binnen vanuit buurland Honduras, zette hij Árbenz af en maakte hij een einde aan de Guatemalteekse Lente.
Het aantreden van Castillo Armas katapulteerde Guatemala terug in de tijd. Alle linkse politieke partijen, vakbonden en boerenorganisaties werden verboden. En met de staatsgreep werd ook de overtuiging begraven dat sociale verandering gerealiseerd kan worden met vreedzame en legale middelen.
Bernardo Arévalo’s weg naar het president liep de voorbije maanden niet over rozen. Van de dag van zijn overwinning tot aan de machtsoverdracht op 14 januari werd werkelijk alles in het werk gesteld om de pas verkozen president en zijn partij te boycotten.
Drijvende kracht achter die tegenstand waren de zittende machthebbers, die inmiddels bekend staan als het ‘Pact van de Corrupten’. Dat is een coalitie van corrupte netwerken die de krachten bundelden na de Lenteopstand in 2015 (zie kader hieronder). Ze bestaat uit ex-militairen, machtige families in de bedrijfswereld, politici die ook tijdens de burgeroorlog een leidende rol speelden én criminele drugsnetwerken.
De bedoeling van dit Pact is volledige controle te krijgen over de hoogste instellingen van Guatemala, om de straffeloosheid te blijven garanderen voor de grenzeloze corruptie en voor de misdaden uit de tijd van de burgeroorlog, en om de oppositie uit te schakelen of monddood te maken. In 2015 kaapte het Pact de politieke en economische macht in het land met het aantreden van president Jimmy Morales. Sindsdien is er in Guatemala nauwelijks nog sprake van democratie.
Hoe het ‘Pact van de Corrupten’ de democratie afbrak
In de Guatemalteekse Lente van 2015 werden, vooral in de hoofdstad, langdurige protestacties gehouden tegen de corrupte machthebbers. Dat gebeurde nadat een immense fraude in het Instituut voor Sociale Zekerheid aan het licht was gekomen. Het resultaat van die actie was dat toenmalig president Otto Pérez Molina aftrad en voor die feiten in de cel belandde.
Een ‘Pact van Corrupten’ bundelde daarop de krachten: criminele drugsnetwerken, ex-militairen, machtige families in de bedrijfswereld, politici die ook tijdens de burgeroorlog (1960-1996) een leidende rol speelden. Ze wilden de strijd tegen corruptie tegenhouden en de hoogste instellingen van het land controleren.
Als reactie op de Lenteopstand werd Jimmy Morales, een gekende TV-cabaretier, verkozen. En daarmee kaapte het Pact van de Corrupten de politieke en economische macht in Guatemala. Morales zette meteen een autoritair offensief in tegen verdedigers van de mensenrechten en tegen de uitvoering van de vredesakkoorden van 1996. Zo werd in 2019 de CICIG, de VN-Commissie tegen de Straffeloosheid ter ondersteuning van de Guatemalteekse justitie, het land uitgezet toen die Morales zelf in het vizier kreeg.
Onder Morales’ opvolger, uittredend president Alejandro Giammattei, is de verstrengeling van de uitvoerende, wetgevende en rechterlijke macht alleen maar toegenomen. Ook de beleidsinfrastructuur van de vredesakkoorden is verder ontmanteld. Magistraten en openbare aanklagers die nauw hadden samengewerkt met de CICIG werden buiten spel gezet, velen moesten het land verlaten.
Slinkse manoeuvres
Het verzet tegen Arévalo’s overwinning werd aangevoerd door de voorzitster van het Openbaar Ministerie, María Consuelo Porras. Die liet zelfs de resultaten bij het Kiestribunaal in beslag nemen, met de bedoeling de stembusgang nietig te verklaren.
Toen die operatie mislukte, werd de partij Semilla onwettig verklaard en liet het Openbaar Ministerie huiszoekingen uitvoeren bij een dertigtal partijleden. Daarbij werden zes personen gearresteerd en in beschuldiging gesteld door een rechter die op een Amerikaanse lijst gebrandmerkt staat als ‘extreem corrupt’.
Van verschillende leden van het Kiestribunaal die verhinderden dat het Openbaar Ministerie de verkiezingsresultaten in beslag nam, werd ook de immuniteit opgeheven, zodat ze vervolgd konden worden.
‘Het was opmerkelijk hoe de vier etnische groepen van het land verenigd waren en zich bereid toonden om tot het uiterste te gaan.’
Die slinkse manoeuvres alarmeerden de inheemse gemeenschappen, aan wie Arévalo zijn verkiezingsoverwinning grotendeels te danken heeft. Op 2 oktober legden ze daarop het land lam en blokkeerden ze de economie. Daarbij kregen ze de steun van burgers in de steden, leerkrachten, gezondheidswerkers, lokale journalisten, studenten, vakbonden en ngo’s.
Makrina Gudiel, lid van de Semilla-partij, was bij de protesten in het zuiden van het land, waar de havens zijn. ‘In twee dagen tijd hielden we meer dan vijfhonderd schepen tegen, vooral bananenboten voor de export naar de VS’, vertelt ze in een video-interview met MO*. ‘Het was opmerkelijk hoe de vier etnische groepen van het land, Maya’s, Xinka’s, Garífunas en mestiezen, verenigd waren en zich bereid toonden om tot het uiterste te gaan.’
Na 2 oktober ging de protestbeweging over op een actieplan op langere termijn. Tot aan de geplande machtsovername op 14 januari trok een wisselende delegatie de wacht op voor het Openbaar Ministerie en tegenover het parlement.
De uittredende parlementsleden deden bij de machtsoverdracht nog een ultieme poging om de Semilla-politici stokken in de wielen te steken, met de bedoeling dat die laatste geen deel zouden kunnen uitmaken van de voorzitterscommissie van het parlement. Het geeft een idee welke belangen er voor de oudgedienden op het spel stonden.
Maar die strategie liep vast op de handige diplomatie van Arévalo en de Semilla-nieuwkomers. In alle gemanipuleer van die dag wisten zij toch nog een overwinning te boeken door de grote partijen uit elkaar te spelen. Daardoor konden ze een groter blok vormen dan voorzien: met de stemmen van 95 verkozenen (goed voor 60% van het parlement) terwijl Semilla zelf slechts 23 verkozenen had.
Vrede, corruptie, discriminatie en misdaad
Een makkelijk parcours wordt het allerminst voor de nieuwe regering-Arévalo. De verwachtingen zijn hoog, de uitdagingen immens. Is Arévalo in staat om het Pact van de Corrupten uit elkaar te halen en te neutraliseren?
Het Openbaar Ministerie, met Consuelo Porras als voorzitster, zal de nieuwe president op alle mogelijke manieren het leven zuur proberen maken, en Arévalo kan haar niet afzetten.
Wat de president wel kan doen, is de geldkraan dichtdraaien. Intussen staan ook heel wat figuren uit de entourage van het Pact van de Corrupten op diverse sanctielijsten van de Verenigde Staten.
‘Bij de vorige regeringen werd systematisch 30% van de overheidsuitgaven afgeroomd voor persoonlijke verrijking.’
Daarnaast is er een immense historische achterstand die ingehaald moet worden, verduidelijkt Alfonso Huet, theoloog, socioloog en antropoloog afkomstig uit de Noorderkempen. Hij woont en werkt al meer dan veertig jaar in het departement Alta Verapaz in Guatemala.
‘Er is in de eerste plaats de gigantische corruptie’, verduidelijkt hij de uitdagingen in een videogesprek met MO*. ‘Bij de vorige regeringen, die van Otto Pérez Molina, Jimmy Morales en Alejandro Giammattei, werd systematisch 30% van de overheidsuitgaven afgeroomd voor persoonlijke verrijking.’
‘Ex-president Otto Pérez Molina werd in 2015 door de volkswoede tot aftreden gedwongen toen die fraude aan het licht kwam. Intussen is ook uitgelekt dat hij dat percentage wilde verhogen naar 40 of 50, tot zelfs 60%, wat de bom deed ontploffen.’
Een volgende uitdaging zijn de structurele problemen die aan de grondslag lagen van het gewapend conflict van de jaren ‘80. Want die zijn nog steeds aanwezig. Huet: ‘Inheemsen maken in Guatemala meer dan de helft van de bevolking uit. De discriminatie van deze groepen, en daaraan gekoppeld structurele racisme, zijn alom aanwezig. Investeringen gebeuren in de stedelijke regio’s, terwijl het binnenland verwaarloosd wordt.’
‘Guatemala kent ook een grote ongelijkheid en een autoritaire, niet-democratische manier om met conflicten en problemen om te gaan’, vervolgt de socioloog. De vorige regeringen hebben heel wat beleidsmaatregelen die waren afgesproken in de Vredesakkoorden van 1996 systematisch weer ontmanteld. Die maatregelen terug opbouwen staat ook in het regeerakkoord van Arévalo.
Daarnaast zijn er de drugstrafiek en de georganiseerde misdaad die hun tentakels uitspreiden. ‘De georganiseerde misdaad probeert om burgemeesters om te kopen,’ vertelt Huet, ‘of ze wil hun eigen mensen tot burgemeester laten verkiezen in ruil voor veel geld. Sommige delen van het land, vooral het grensgebied met Mexico en langs de grote verbindingswegen, zijn volledig in handen van de georganiseerde misdaad.’
En als ultieme uitdaging komt daarbovenop nog de klimaatverstoring. Guatemala behoort tot de top tien van de landen die het meest kwetsbaar zijn voor de klimaatcrisis.
De staatsinstellingen zelf zijn een instrument van onrecht geworden, stelt Edgar Gutiérrez, die coördinator was van de REMHI-Waarheidscommissie na het gewapend conflict en gewezen minister van Buitenlandse Zaken. De instellingen zijn, vindt hij, volledig ondergraven door de vorige regeringen en moeten helemaal heropgebouwd worden.
Semilla is een partij met veel idealisme, met intellectuelen en veel jonge mensen, stelt Gutiérrez verder in een opiniestuk op Prensa Comunitaria. Maar die komen vooral uit een stedelijk milieu, terwijl de grootste armoede, achterstand, discriminatie en onveiligheid in het binnenland gesitueerd zijn.
Inheemse bevolking op de eerste rij
De regering-Arévalo kan in een regeerperiode van vier jaar tijd onmogelijk de historische achterstand rechttrekken. De Guatemalteken die voor Arévalo kozen, zijn zich er dan ook van bewust dat dit een overgangsregering wordt, die water bij de wijn zal moeten doen.
Dat blijkt al uit de samenstelling van de regering: die bestaat uit veertien ministers — zeven vrouwen en zeven mannen — maar geen enkele inheemse. Enkele ministers zijn technocraten of komen uit de privésector om de banden met het establishment niet door te knippen.
Voor een groot deel van de inheemse beweging, verenigd in de ‘48 kantons’ van Totonicapán, is dit een ontgoocheling. ‘Zij zijn het afgelopen half jaar de waakhonden geweest van de democratie en hebben ervoor gezorgd dat de machtsoverdracht kon plaats vinden’, verduidelijkt Alfonso Huet.
‘Nooit eerder in de geschiedenis van Guatemala hebben we zo’n leidende rol van de inheemsen gezien. Zij hebben de leiding genomen van het verzet tegen de corrupte machthebbers.’
In een verklaring als reactie op de weinig inclusieve samenstelling van de regering stellen de 48 kantons dat ze zich altijd tegen corruptie zullen blijven verzetten, maar ook tegen uitsluiting. Ze vragen expliciet om tijdens de eerste honderd dagen van de regering-Arévalo zeker geconsulteerd te worden door de ministeries van Economie, Onderwijs, Landbouw, Milieu, Natuurlijke Rijkdommen en Energie en Mijnbouw.
‘We moeten het hele politieke systeem herdenken, opdat het niet langer een systeem zou zijn dat de inheemsen berooft en uitbuit.’
Maya-antropologe Aura Cumes, gespecialiseerd in dekoloniale theorie en inheemse bewegingen, is radicaler in haar analyse. In een interview met de gemeenschapsradio Maya K’at stelt ze het hele politieke systeem van representatieve democratie in vraag. ‘Een post hebben in de regering is geen waarborg dat onze belangen behartigd zullen worden. De druk is vaak zo groot dat een inheemse minister zijn eigen achterban moet loslaten.’
‘Waarom migreren wij? Omdat ze ons blijven bestelen!’, analyseerde Cumes. ‘Wat wij, inheemsen, moeten doen, is het hele politieke systeem herdenken opdat het niet langer een systeem zou zijn dat de inheemsen berooft en uitbuit.’
Internationale steun nodig
Sommigen zeggen: Arévalo heeft zijn verdienste al gehad. Door de verkiezingen te winnen en aan de macht te komen, heeft hij een steen verlegd in de geschiedenis van Guatemala.
Maar de spreidstand die Arévalo moet aannemen, is gigantisch. De leiders van de private sector, de economische zwaargewichten van het land, hebben een totaal andere visie op ontwikkeling en totaal andere toekomstverwachtingen dan de inheemsen.
Socioloog Edgar Gutiérrez wijst ook op het probleem van de veiligheid. ‘Criminele netwerken zijn over heel het land geïnfiltreerd. Daardoor moet Arévalo kunnen bouwen op de politie, het leger en de inlichtingendiensten.’ En ook bij die diensten is een schoonmaak nodig.
Verkozen president Bernardo Arévalo (midden) begroet Luis Almagro (rechts), de voorzitter van de Organisatie van Amerikaanse Staten, op 4 oktober 2023. De nieuwe president zal de komende jaren internationale steun nodig hebben.
USAID (CC BY-NC 2.0 Deed)
De regering-Arévalo zal de komende jaren de steun van de internationale gemeenschap — de Europese Unie, de VS en de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) — niet kunnen ontberen. In de aanloop naar de machtsoverdracht kwamen heel wat leden van het Pact van de Corrupten al terecht op sanctielijsten van de VS.
Een geslaagd experiment in Guatemala gaat voor de VS ook gepaard met eigenbelang, zo merkt Gutiérrez op. ‘Met Arévalo als president wordt Guatemala een onverwachte geopolitieke schakel om de democratie in Centraal-Amerika te herstellen. En om een voorbeeld te stellen om de stroom van irreguliere migratie naar de Verenigde Staten om te keren.’