Hét hete hangijzer van de klimaattop? Uitfasering van fossiele brandstoffen

Analyse

‘COP28 moet een duidelijk signaal geven dat het tijdperk van fossiele brandstoffen voorbij is’

Hét hete hangijzer van de klimaattop? Uitfasering van fossiele brandstoffen

Hét hete hangijzer van de klimaattop? Uitfasering van fossiele brandstoffen
Hét hete hangijzer van de klimaattop? Uitfasering van fossiele brandstoffen

IPS / Climate Home News / Matteo Civillini

30 november 2023

Dit is wat er op het spel staat op de VN-klimaattop in Dubai: een internationaal akkoord over de uitfasering van fossiele brandstoffen. Zal dat lukken, met een oliestaat die de klimaattop organiseert?

Patrick Hendry / Unsplash

De wetenschap is duidelijk: we moeten het gebruik van fossiele brandstoffen drastisch terugdringen om een realistische kans te maken de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 graad.

Patrick Hendry / Unsplash

Een internationaal akkoord over de uitfasering van fossiele brandstoffen is wat op het spel staat op de VN-klimaattop in Dubai. Zal dat lukken met een oliestaat die de klimaattop organiseert?

Fossiele brandstoffen afbouwen is ‘onvermijdelijk’ en ‘cruciaal’: een paar jaar geleden was zo’n uitspraak door de ceo van een groot oliebedrijf nog moeilijk voor te stellen.

Dat Sultan Al Jaber deze uitspraak heeft gedaan in de aanloop naar COP28 toont aan hoe ver het debat is opgeschoven sinds het Klimaatakkoord van Parijs. De voorzitter van de VN-klimaatconferentie, die op 30 november in Dubai begint, kon de roep om te stoppen met steenkool, olie en gas niet langer negeren.

‘We kunnen de klimaatcatastrofe niet aanpakken zonder de onderliggende oorzaak aan te pakken: onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen’, zei ook VN-topman Antonio Guterres vorige week. ‘COP28 moet een duidelijk signaal geven dat het tijdperk van fossiele brandstoffen voorbij is.’

In tegenstelling tot Guterres staat Al Jaber ook aan het hoofd van Adnoc, het staatsoliebedrijf van de Verenigde Arabische Emiraten, dat de productie nog steeds aan het verhogen is. De belangenvermenging valt niet te ontkennen.

En ondanks de wetenschappelijke consensus dat de verbranding van fossiele brandstoffen de belangrijkste oorzaak is van de klimaatcrisis, was er tot voor kort geen politieke consensus om dat ook zo te stellen in klimaatbesluiten van de VN.

Zal de retoriek van Al Jaber zich dit keer vertalen in een internationale overeenkomst?

Op de klimaattop in Glasgow in 2021 kwamen landen voor het eerst overeen om de stroomproductie uit steenkool geleidelijk af te bouwen. En vorig jaar in Sharm-el-Sheikh drong een groep van zo’n tachtig landen op aan om dat uit te breiden naar olie en gas, maar die poging werd toen nog tegengehouden.

Zal de retoriek van Al Jaber zich dit keer vertalen in een internationale overeenkomst?

Afbouwen of cashen?

De wetenschap is duidelijk: we moeten het gebruik van fossiele brandstoffen drastisch terugdringen om een realistische kans te maken de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 graad, zegt het VN-klimaatpanel (IPCC). En volgens het Internationaal Energieagentschap (IEA) is er geen ruimte voor nieuwe olie- en gasvelden.

Maar zolang er geld te verdienen valt, gaan mijnbouw en boringen door. De stijgende olieprijzen sinds Rusland vorig jaar Oekraïne binnenviel, hebben de productie opgedreven.

De twintig grootste fossiele brandstofproducerende landen zijn van plan om tegen 2030 twee keer zoveel olie te winnen dan het Klimaatakkoord van Parijs toelaat, zo blijkt uit een recent VN-rapport.

Twee zaken op de energie-agenda van COP28 kunnen op brede steun rekenen: een verdrievoudiging van de capaciteit voor hernieuwbare energie en een verdubbeling van de energie-efficiëntie tegen 2030. Maar over een derde punt blijven de meningen sterk verdeeld: de uitfasering van fossiele brandstoffen.

‘We gaan het probleem niet oplossen door alleen hernieuwbare energiebronnen op te schalen’, zegt Ploy Achakulwisut, die meewerkte aan het recente VN-rapport. ‘Regeringen moeten nu in actie komen en krachtiger taal hanteren over fossiele brandstoffen. Een uitfasering omarmen is de eerste stap van een rechtvaardige transitie.’

Verdeeldheid in de gelederen

Aan de ene kant van het spectrum roept de zogeheten “high ambition coalition” op tot een uitfasering van zowel de productie als het gebruik van fossiele brandstoffen. Deze groep van ongeveer twintig landen bestaat uit rijke westerse landen zoals Frankrijk en Nederland, Afrikaanse landen, waaronder Kenia en Ethiopië, en eilandstaten in de Stille Oceaan.

Aan de andere kant zegt Rusland nee tegen elk voorstel om de olie- en gasproductie te verlagen. ‘Wij verzetten ons tegen alle bepalingen oproepen tot een geleidelijke stopzetting van een specifieke energiebron of fossiele brandstof’, liet Moskou onlangs nog weten aan de VN.

Daartussenin bevinden zich welvarende landen die olie- en gasontwikkeling rechtvaardigen op grond van energiezekerheid en opkomende economieën die zich verzetten tegen elke belemmering van hun groei.

Verschillende interpretaties

Eén woord zal het debat waarschijnlijk domineren: ‘unabated’, oftewel ‘onverminderd’. Een universeel erkende definitie van het woord bestaat niet, en dat is een groot deel van het probleem.

De uitstoot van fossiele brandstoffen ‘verminderen’ verwijst nog te veel naar ingrepen om de uitstoot tijdens het productieproces en gebruik, voornamelijk door gebruik te maken van CCS-technologieën (CO2 afvangen en opslaan).

Maar welk percentage van de uitstoot moet worden afgevangen en hoe landen ervoor kunnen zorgen dat dit geen uitsteltactiek is, zijn open vragen.

‘De uiteenlopende visies over ‘unabated’ zorgen voor problemen en creëren spanningslijnen die de uitfasering van fossiele brandstoffen bemoeilijken’, zegt Camilla Fenning, energie- expert bij denktank E3G. ‘Een duidelijke definitie zou erg nuttig zijn.’

Rijke landen roepen allemaal op tot een of andere vorm van uitfasering van onverminderd gebruik van fossiele brandstoffen, dat werd ook overeengekomen op de meest recente G7-top in Hiroshima.

Hun interpretatie van het woord is echter niet eenduidig.

De EU van haar kant wil duidelijke grenzen stellen aan het gebruik van ‘technofixes’ (een technische oplossing voor een probleem zodat de mens zijn gedrag niet hoeft aan te passen, red.)

‘Te hoge verwachtingen van CCS mogen geen voorwendsel zijn om klimaatmaatregelen uit te stellen’, vertelt een EU-onderhandelaar, die anoniem wil blijven. ‘Anders zullen we onze doelen voor 2030 niet behalen. Op langere termijn zal dergelijke technologie nodig zijn voor sectoren die moeilijk zonder uitstoot kunnen, maar we moeten zien wat er mogelijk is.’

‘Het belangrijkste voor ontwikkelingslanden is de strijd tegen armoede en het het recht op ontwikkeling garanderen binnen een duurzaam kader.’

Ondertussen zet de VS groots in op CCS en beperking van methaanlekkage om de klimaatschade van de olie- en gassector te beperken - een standpunt dat ze delen met oliestaten zoals Saoedi-Arabië en COP28-gastheer de VAE.

Ook de Chinese klimaatgezant Xie Zhenhua heeft zich ook uitgesproken voor CCS - een wereldwijde uitfasering van fossiele brandstoffen noemt hij ‘onrealistisch’.

China is zowel zijn steenkoolcapaciteit aan het uitbreiden als de hernieuwbare energiebronnen. Het land dreigt een belangrijk obstakel te worden voor een overeenkomst. Beijing benadrukt ‘de belangrijke rol van fossiele brandstoffen als waarborg voor de energievoorziening’ en zegt dat de transitie moet worden gerealiseerd door ‘eerst het nieuwe in te voeren en dan pas het oude af te schaffen’.

Voor de Cubaanse ambassadeur Pedro Luis Pedroso Cuesta, voorzitter van de G77-groep van ontwikkelingslanden, hebben ontwikkelingsbehoeften voorrang op de geleidelijke afschaffing van fossiele brandstoffen. ‘Het belangrijkste voor ontwikkelingslanden is de strijd tegen armoede en het het recht op ontwikkeling garanderen binnen een duurzaam kader.’

Rechtvaardige transitie

Voor veel ontwikkelingslanden moeten de zorgen over rechtvaardigheid worden weggenomen voordat ze een overeenkomst ondertekenen.

Onderhandelaars uit Afrika en India zullen er bij de rijke landen op aandringen dat ze fossiele brandstoffen sneller afbouwen dan de rest van de wereld. Hun argument daarvoor is dat de rijke landen het meest verantwoordelijk zijn voor de klimaatverandering en dat ze dan ook het voortouw moeten nemen in de aanpak ervan.

De arme landen zullen ook wijzen op de hypocrisie van sommige welvarende landen die pleiten voor een uitfasering. De VS zijn bijvoorbeeld verantwoordelijk voor meer dan een derde van de geplande uitbreiding van de wereldwijde olie- en gasproductie tegen 2050, gevolgd door Canada en Rusland. Dat blijkt uit een rapport van Oil Change International.

Een ander knelpunt is geld. Om ontwikkelingslanden van fossiele brandstoffen af te helpen en tegelijkertijd te laten investeren in groene energie, zijn enorme middelen nodig.

‘Ontwikkelingslanden moeten garanties krijgen over meer financiële steun om het vertrouwen te vergroten.’

‘Ontwikkelingslanden moeten garanties krijgen over meer financiële steun om het vertrouwen te vergroten’, zegt Fenning van E3G.

Het is nog niet duidelijk wie voor die financiering gaat zorgen en onder welke voorwaarden. Partnerschappen rond energietransitie tussen rijke landen en Zuid-Afrika, Indonesië en Vietnam zijn het afgelopen jaar gestrand. Beloftes over meer steun van ontwikkelingsbanken en de private sector moeten nog worden ingelost.

Activisten maken zich klaar

Terwijl de gezanten van de VN-lidstaten hun retoriek verfijnen, zijn activisten ook hun acties aan het opvoeren om ervoor te zorgen dat de uitfasering van fossiele brandstoffen bovenaan de agenda blijft staan in Dubai.

Demonstraties en protesten zullen naar verwachting beperkt blijven tot enkele aangewezen zones, gezien de strenge regels die in de Verenigde Arabische Emiraten gelden voor afwijkende meningen. Maar actievoerders hebben al beloofd dat ze met wat meer creativiteit toch voor impact zullen zorgen.

Activisten zijn van plan om iedereen aan te pakken die een akkoord over fossiele brandstoffen blokkeert. Niet alleen overheden, maar ook lobbyisten uit de industrie zullen naar verwachting in groten getale naar de oliestaat afzakken.

‘Het feit dat we dichter dan ooit bij een beslissing over de geleidelijke uitbanning van fossiele brandstoffen zijn, betekent dat de industrie sterker mobiliseert om zich ertegen te verzetten’, zegt Collin Rees, een activist bij Oil Change International. ‘De industrie is gedwongen om naar buiten te treden en haar gezicht te laten zien. Het zal heel belangrijk zijn om die strijd in het openbaar te voeren.’

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen bij IPS-partner Climate Home News.