Heeft het nog zin om fair trade chocolade te eten?

Analyse

Kinderarbeid, ontbossing en bodemprijzen

Heeft het nog zin om fair trade chocolade te eten?

Heeft het nog zin om fair trade chocolade te eten?
Heeft het nog zin om fair trade chocolade te eten?

In West-Afrika, dat wereldwijd de meeste cacao produceert, is de leefsituatie van cacaoboeren bedroevend. Hun inkomen zakte op één jaar tijd met 36 pct. En ook de fair trade boeren zijn slecht af, geeft de ngo Fairtrade België groothartig toe.

Vorige week maakte de Cacaobarometer, een tweejaarlijks initiatief van Europese vakbonden en ngo’s, bekend dat in West-Afrika 2,1 miljoen kinderen labeuren op de cacaoplantages. De toenemende kinderarbeid was het gevolg van overproductie en te lage prijzen, waardoor de boeren in Ivoorkust en Ghana - samen goed voor 60 procent van de wereldproductie - steeds armer werden en dus almaar vaker goedkope kinderarbeiders inschakelden. Fairtrade België riep zaterdag een aantal experts rond tafel.

MO* vroeg of het überhaupt nog zin heeft om fair trade chocolade te eten, vermits de cijfers zo alarmerend zijn.

© Eric St-Pierre / Fairtrade

De marktprijs dook in 2017 van meer dan 3000 dollar per ton tot onder 2000 dollar per ton

© Eric St-Pierre / Fairtrade

Zijn er echt 2,1 miljoen kinderarbeiders actief in de West-Afrikaanse cacao-teelt?

De meest schokkende vaststelling uit de recente Cacaobarometer was het groot aantal werkende kinderen op cacao-plantages, zowel eigen kinderen van boeren als kinderen uit buurlanden die door “bendes” ter beschikking werden gesteld. In West-Afrika alleen zouden ze met 2,1 miljoen zijn.

‘Of de cijfers kloppen, weet ik niet’, reageert Thierry Noesen van Belvas, een Belgische fair trade chocolatier die vooral bonen uit Latijns-Amerika in zijn chocolade verwerkt, ‘maar zelfs al gaat het om maar 200.000 of 20.000 kinderen, het zijn er te veel. Echter, zolang we geen eerlijke prijs betalen, kunnen we niet vragen dat alle kinderen naar school gestuurd worden.’

De Ivoriaan Fortin Bley, cacaoboer en president van het Fairtrade West Africa Network, gelooft niet dat het er zoveel zijn, en zeker al niet op plantages die onder het label van Fairtrade cacaobonen telen. ‘In theorie is er geen kinderarbeid op fair trade plantages’, zegt hij stellig.

© Stefaan Anrys

‘Kinderarbeid meteen uitroeien, kan niet. We komen uit een burgeroorlog’ (Fortin Bley)

© Stefaan Anrys

‘Een tijd terug was er één geval bij boeren die voor mijn coöperatie werken. Voor die jongen hebben we een vakopleiding gezocht, omdat hij al te oud was om zich in te schrijven voor het reguliere onderwijs.’ Bley gewaagt van jaarlijkse controles, al geeft hij tegelijk toe dat kinderarbeid niet zomaar uit te roeien is.

Kinderarbeid is een rekbaar begrip in Ivoorkust.

Kinderarbeid is een rekbaar begrip in Ivoorkust. Volgens Bley maakt de Ivoriaanse regering een verschil tussen “gevaarlijke” en “niet gevaarlijke” taken, waaronder water halen en brengen. Daar bestaan zelfs lijsten van. De niet-gevaarlijke activiteiten mogen door kinderen (lees min-18-jarigen) uitgevoerd worden, zonder dat er sprake is van kinderarbeid.

‘Ivoorkust komt uit een burgeroorlog en dan heb je ook nog de culturele geplogenheden. Wij zetten echter stappen, hoor. Zo helpen wij in onze coöperatie de landbouwers bij het aangeven van hun boorlingen. Vroeger hadden velen niet eens een geboortecertificaat, bijvoorbeeld omdat de dorpen zo afgelegen zijn.’

Zijn fair trade boeren beter af?

Zeker in West-Afrika, dat wereldwijd de meeste bonen produceert, is de leefsituatie van cacaoboeren bedroevend. Hun inkomen zakte op één jaar tijd met 36 procent. En ook de fair trade boeren zijn slecht af, geeft Charles Snoeck van Fairtrade België groothartig toe.

Uit een studie die Fairtrade bij 3.200 van zijn boeren in Ivoorkust liet uitvoeren, blijkt dat een gezin met 6 hectaren en 6 kinderen nog niet eens 2.700 dollar per jaar verdient. Dat is omgerekend 1 euro per dag per persoon, terwijl het leefbare inkomen volgens de Wereldbank 6.133 dollar bedraagt, oftewel 2,5 euro per dag per persoon. Een leefbaar inkomen is dus een verre wensdroom, ook voor boeren die onder het label van Fairtrade opereren.

© Marco Garofalo / Fairtrade

‘We moeten het onderwerp van de prijs op tafel durven leggen, en we betreuren het dat dit een taboe is voor veel actoren uit de sector’ (Fairtrade België)

© Marco Garofalo / Fairtrade

Cacao-telers zijn arm en kwetsbaar, net omdat ze afhankelijk zijn van de schommelende wereldprijs voor cacao, legt Snoeck uit. ‘Een paar jaar terug waarschuwden de grote traders en retailers uit de sector voor een dreigend cacao-tekort. Dat was louter stemmingmakerij, maar het stimuleerde wel de speculatie. De boeren gingen meer produceren en dat liep in Ivoorkust vorig jaar uit op overproductie’.

De marktprijs dook in 2017 van meer dan 3000 dollar tot onder 2000 dollar per ton. Telers kregen plots veel minder geld voor hun bonen. Het waren vooral de industrie en de chocolademerken die hiervan profiteerden, want de consument bleef evenveel betalen voor zijn vertrouwde chocolade.

Betaalt Fairtrade dan wel een eerlijke prijs?

Alleen wanneer de marktprijs onder de 2000 dollar duikt, wat niet vaak gebeurt, schiet het volledige financiële vangnet van het label in actie. En wordt de prijs aan de boer bijgepast, tot op het niveau van 2000 dollar.

Maar let op. Die 2000 dollar wordt nooit volledig aan de telers uitbetaald: het gaat hier om de richtprijs van de cacao-verkoop “aan de boot”: wanneer de bonen het schip opgaan, zeg maar. Om de prijs te berekenen die aan de boeren wordt betaald, moet je van die 2000 dollar nog de (forse) belastingen aftrekken die de Ivoriaanse staat heft, de kosten van het transport, het geld dat opkopers opstrijken, enzovoort.

‘In het beste geval houdt een boer in dit scenario nog 1200 dollar per ton over’, weet Bley. ‘Eigenlijk krijgt een een conventionele cacao-teler zelfs nooit 60 procent van de marktprijs, want opkopers proberen de opgelegde kiloprijs te omzeilen door bijvoorbeeld aan het veld te kopen. Een landbouwer die in geldnood is, zal sneller geneigd zijn de oogst onder de prijs te verkopen, uit schrik dat hij hem misschien helemaal niet kwijtraakt.’

© Marco Garofalo / Fairtrade

Slechts één derde van de fairtrade bonen kunnen als zodanig verkocht worden.

© Marco Garofalo / Fairtrade

Boerencoöperaties die opereren onder het label Fairtrade houden echter altijd vast aan de minimumprijs van 2000 dollar, zelfs als de marktprijs daaronder duikt. Bovendien wordt er per ton een extra premie van 200 dollar uitgekeerd, soms in cash, al is dat niet de bedoeling. De premie is vooral bedoeld voor gezamenlijke projecten van de boerencoöperatie, zoals scholen of de boven vermelde actie rond geboortecertificaten.

Fairtrade wil tegen het einde van 2018 de minimumprijs die de cacao-coöperaties garanderen, herzien, al zal die wellicht nooit heel fel stijgen. Snoeck: ‘Het objectief is wel degelijk om een leefbaar inkomen te kunnen garanderen, zo snel mogelijk. Alleen is dat een evenwichtsoefening en moeten we – in overleg met de boeren (die meer dan 50% van de stemmen hebben in de algemene vergadering) en stakeholders – bepalen hoe we daar geraken zonder ons uit de markt te prijzen. Want dan verliezen we alle impact.’ Zowel coöperaties als retailers en chocoladeproducenten beslissen over de vijfjaarlijkse prijsverhoging van het label. Eén van hen is Belvas, producent van Fairtrade-chocolade in België. Thierry Noesen, CEO van Belvas: ‘Om een leefbaar inkomen te garanderen, moet de minimumprijs in Afrika minstens verdubbelen, maar de veelal familiale landbouwers zijn bang om bij zo’n forse stijging, hun markt kwijt te spelen. In dat geval zou Fairtrade-chocolade immers veel duurder worden dan pakweg Côte d’Or.’

Wat met andere labels?

Om kort te gaan. Tenzij de marktprijs heel laag staat, onder de 2000 dollar per ton, voelt een boer die fair trade cacao verkoopt, het niet echt in zijn portemonnee, al geniet hij via zijn lidmaatschap aan de coöperatie van meer steun, zeggenschap en macht ten opzichte van de multinationals die achter zijn bonen hengelen.

En dat zijn voordelen die zelfs labels als Cocoa Life, niet altijd bieden, beweert Bley. ‘Fairtrade is duidelijk bezorgd om de mens achter de chocoladereep. Programma’s ontwikkeld door de industrie, zoals Cocoa Life van Cadbury en Cocoa plan van Nestlé, zijn vooral gericht op productiviteit- en kwaliteitsverhoging.’

‘We moeten het onderwerp van de prijs op tafel durven leggen, en we betreuren het dat dit een taboe is voor veel actoren uit de sector’

Snoeck beaamt: ‘Dergelijke programma’s hebben potentieel meer impact omwille van het grote marktaandeel dat die bedrijven hebben, maar zij zetten veelal enkel in op productiviteit en efficiëntie. En ook al zou de boer zijn productie verdrievoudigen, komt hij vandaag nog steeds niet aan een leefbaar inkomen. Onze studies tonen aan dat het een illusie is om een leefbaar inkomen te willen garanderen zonder betere prijzen te willen betalen. We moeten het onderwerp van de prijs op tafel durven leggen, en we betreuren het dat dit een taboe is voor veel actoren uit de sector’.

Maakt het uit welke chocolade ik eet?

Ja, en het maakt ook uit hoeveel fair trade chocolade gegeten wordt. Want behalve de lage marktprijs, speelt een te kleine vraag naar fair trade chocolade de boeren in West-Afrika parten.

‘Ivoriaanse boeren produceerden vorig jaar 1,7 miljoen ton cacaobonen, waarvan 100.000 ton fair trade’, aldus Snoeck, ‘maar omdat er te weinig vraag is, kunnen zij maar één derde van hun oogst kwijt als gecertifieerd. Dus ondanks de strengere regels waaraan zij moeten voldoen, kunnen zij voor twee derde van hun bonen niet genieten van ons vangnet en van de premie.’

Het marktaandeel van fair trade chocolade stijgt, maar bedraagt in België, bijvoorbeeld, nog altijd amper 1 procent.

Het marktaandeel van fair trade chocolade stijgt, maar bedraagt in België, bijvoorbeeld, nog altijd amper 1 procent, ondanks het feit dat almaar meer spelers - zoals Carrefour voor zijn patisserie of Liddl voor zijn Fin Carré - op de kar springen.

Snoeck: ‘Als eerlijke handel echt een verschil wil kunnen maken in het leven van cacaoproducenten, dan moet er een versnelling hoger geschakeld worden.’

Met andere woorden: hoe meer u eet, hoe beter.

© Kristina Eggers / Fairtrade

Het is best mogelijk dat in jouw reep bonen zitten afkomstig van een conventionele boer.

© Kristina Eggers / Fairtrade

Een bitter bedrijfsgeheim

Tot slot moeten we u nog een bitterzoet bedrijfsgeheimpje verklappen.

Niet elke reep fair trade chocolade is vervaardigd met “eerlijke” cacaobonen.

Vandaag beschikken maar enkele grote spelers over de machinerie om een cacaoboon te verwerken tot het basisingrediënt voor chocolade: de cacao-massa. Barry Callebaut, een Belgisch-Zwitsers fusiebedrijf, is de grootste speler die ruwe bonen vermaalt en verwerkt tot cacaomassa. Veel retailers, chocolatiers en chocolademerken, ook sommige met het Fairtrade-label, doen beroep op zo’n chocoladegiganten.

‘In tegenstelling tot Belvas of het Franse fairtradelabel Ethiquable, dat wél een zogenaamde “fully tracable supply chain” heeft kunnen opeisen, stelt het gros van alle Fairtrade-merken zich tevreden met zogenaamde _mass balanc_e’, legt Thierry Noesen van Belvas uit.

Mass balance houdt in dat de fair trade cacao niet apart vervoerd hoeft te worden. Alle cacao, gecertificeerde en niet-gecertificeerde, komt in dit geval op één hoop terecht in containers. En daarna in de machines van Barry Callebaut of een andere chocolate factory. Met andere woorden: het is best mogelijk dat in jouw reep cacao zit van een conventionele boer en dat in de niet-fair trade praline van je buurman wél fair trade bonen verwerkt zijn.

Maakt dat uit? Toch niet als je fair trade koopt ‘omdat je mensen wil helpen’, zoals de meeste de klanten aangeven. Want het label garandeert je wel dat het gewicht in fair trade chocolade die jij koopt, ook daadwerkelijk ergens op eerlijke wijze werd geproduceerd, al is dat is niet per se de cacao die in jouw reep terecht is gekomen.