Deelde u in het verleden voedsel en kleren uit aan dakloze migranten? Legt u al eens een UK-minnende Soedanees te slapen in uw huis? Of bent u dat van plan? Een rode loper moet u daarvoor niet verwachten, wel een bijwijlen lastig Belgisch hindernissenparcours.
© Ruth Govaerts
30 september 2016, Parijs. Houssam El-Assimi, leider van Chapelle Debout, een collectief dat zich inzet voor migranten, wordt tijdens een politie-raid in een Parijse jungle, opgepakt en gearresteerd.
Vandaag, op 19 oktober, verschijnt El-Assimi voor een Parijse rechtbank. De Franse staat klaagt hem aan wegens geweld tegen ‘personen die een publieke autoriteit genieten.’ Zelf claimt hij het omgekeerde: het geweld kwam van de politie, niet van hem. In afwachting van het verdict kijkt El-Assimi alvast aan tegen een mogelijke boete van 45.000 euro en zelfs drie jaar celstraf. Een niet mis te verstane waarschuwing.
De aanklacht tegen El-Assim is een regelrechte poging van de Franse overheid om hulp aan migranten te criminaliseren.
Zijn advocaat is duidelijk: dit is een regelrechte poging van de Franse overheid om hulp aan migranten te criminaliseren. De overheid gaat daarin volgens de advocaat “creatief” te werk: niet via een politiek proces, maar door een of andere zogenaamde wettelijke inbreuk te creëren.
Ook Vlaamse vrijwilligers die op Franse bodem, zoals in Duinkerke, voedsel of kleding uitdeelden aan zogenaamde transitmigranten, kregen sterk het gevoel dat hun solidaire aanwezigheid er een teveel was.
Een dame uit het Brugse, die anoniem wil blijven, werd er beboet voor het verspreiden van zwerfvuil in een natuurgebied. Wat ze deed was eigenlijk het omgekeerde: ze raapte kleren op die door wegvluchtende migranten waren weggegooid om ze te wassen voor hergebruik. Ze werd tegengehouden, ‘moest twee uur in de zon rechtstaan’ en kreeg een boete toegestuurd van, jawel, 68 euro.
Werd ù al beboet wegens solidariteit?
Hoe zit dat nu bij ons? Wordt solidariteit van Belgische burgers met sans-papiers, nieuwkomers, vluchtelingen, hier getolereerd of begrenst de overheid die solidariteit? Als het van het Brussels burgerplatform voor hulp aan vluchtelingen afhangt, is het antwoord duidelijk: de federale overheid dwarsboomt elke vorm van menselijke solidariteit.
Dat zegt Mehdi Kassou tegen MO* als reactie op de politieactie eerder deze week in het Maximiliaanpark. ‘We zijn geen militanten van een activistische beweging, maar een netwerk van solidaire Belgische burgers. Mensen in nood in helpen is een basisrecht.’
België is Frankrijk niet waar al twee jaar de noodtoestand heerst, en waar zeker vragen te stellen zijn over maatregelen die bepaalde doelgroepen viseren.
Bovendien werd de Belgische Vreemdelingenwet einde jaren negentig aangepast. Dat zegt expert Vreemdelingenrecht Geert Matthys van het Agentschap Inburgering en Integratie. ‘Er heerste lang verwarring over artikel 77, met name over het begrip “helpen om humanitaire redenen.”
‘De vraag was of het verlenen van bijstand aan mensen zonder wettig verblijf nu wel of niet strafbaar kon zijn? In een omzendbrief van de procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep uit 2010 aan de Belgische parketten werd echter duidelijk gesteld dat een vreemdeling zonder wettig verblijf helpen of bijstaan niet strafbaar is, als die hulp of bijstand uit humanitaire overwegingen verleend wordt.’
‘We zien toch dat de overheid andere manieren zoekt om solidariteit te bemoeilijken’
Conclusie: het is niet verboden in ons land om mensen zonder wettig verblijf medische hulp te verlenen, voedsel, kledij of onderdak te geven.
‘Bij mijn weten is er in de afgelopen jaren in België niemand op basis van de Vreemdelingenwet veroordeeld voor bijstand aan mensen zonder wettig verblijf’, zegt ook de voorzitter van de Liga voor Mensenrechten, Jos Vander Velpen.
Zo, dat is dan meteen duidelijk en van de baan. Zou je toch denken. ‘Maar opgelet,’ zegt Vander Velpen, ‘we zien toch dat men andere manieren zoekt om solidariteit te bemoeilijken.’ MO* nam de proef op de som. We stuurden een vraag rond in de sociale media of iemand al eens werd tegengewerkt door de autoriteiten bij hulp aan migranten. En we kregen een aantal interessante getuigenissen teruggestuurd.
© Ruth Govaerts
Vliegtuigrel tegen uitwijzing
Binnenkort, op 15 november, staan zes personen -drie Fransen en drie Kameroeners- terecht voor de Belgische correctionele rechtbank. Ze zouden het Belgische luchtverkeer hebben verstoord en de autoriteit van de boordcommandant naast zich hebben neergelegd. Op Zaventems grondgebied zouden ze de goede orde en de discipline aan boord van een vliegtuig van SN-Airlines hebben verstoord.
Even terug in de tijd… Een dik jaar geleden, op 17 augustus 2016, vertrekt in Zaventem vlucht SN371 richting Kameroen. Vlak na de boarding klinkt vooraan in het vliegtuig rumoer en geschreeuw. Belgische politieagenten proberen een gevangene die wordt gerepatrieerd naar Kameroen onder dwang te houden. Er ontstaat chaos, passagiers staan recht, verplaatsen zich.
Verschillende passagiers vragen aan het boordpersoneel om de boordcommandant te halen om de rust te doen weerkeren. Wanneer de boordcommandant komt, verlaat de politie met de gevangene het vliegtuig, onder applaus. De commandant vraagt de passagiers om te kalmeren en zich neer te zetten, wat ook zo gebeurt. Nadien komt de politie opnieuw aan boord, wijst zes mensen aan, en draagt hen op om het vliegtuig samen met hen te verlaten.
‘Zes mensen werden gewoon lukraak uitgekozen uit de passagiers die spontaan protesteerden tegen de manier waarop de politie die persoon behandelde’
De zes personen worden vervolgens gearresteerd, en naar verschillende commissariaten gebracht. Na verhoor brengen ze de nacht in de cel door, en dienen een nieuwe vlucht te boeken. Ze zullen ook strafrechtelijk worden vervolgd.
‘Mensen werden gewoon lukraak uitgekozen’, zegt Patrick Bodevin, een van de beklaagden, met wie MO* sprak. ‘Waarom, begrijpen we niet. Dit ging gewoon om een spontaan protest door burgers tegen de manier waarop de politie die persoon behandelde.’
Deze zaak is een aanfluiting voor de solidariteit in België, vindt de Franstalige Belgische Liga voor Mensenrechten. ‘België heeft effectief beslist om repressief op te treden tegen personen die enkel verweten kunnen worden dat ze uit medeleven hebben gehandeld, bij het zien van het lijden van een menselijk wezen.’
De Liga zegt daarbij allesbehalve amused te zijn met de communicatie van Theo Francken. Die liet via een Facebookpost - ‘toon je tanden en laat je niet doen’ - weten dat hij geen verhinderingspogingen tegen repatriëringen tolereert.
Hij voegde er nog aan toe dat die pogingen onder zijn beleid overigens sterk verminderd zijn ‘tot quasi nihil’. Dat is volgens Francken te danken aan het gegeven dat de Dienst Vreemdelingenzaken zich, onder zijn mandaat, nu steeds burgerlijke partij stelt.
Hulpverlening zonder vergunning
Katia Devroe rijdt bijna dagelijks met kleren en basisproducten om uit te delen naar het Noordstation. Ze is er intussen “bedeler aan huis.” Op een dag stapte een politieagent op haar af met de vraag of ze ook een vergunning had. En of ze dan ook maar meteen wilde opdoeken, omdat ze die niet had.
‘Toen ik hem vroeg wat ik dan verkeerd deed, begon hij over het aanzuigeffect, de overlast die de vluchtelingen veroorzaakten’
Hij schreef haar identiteitsgegevens op en vermeldde erbij dat dit gerechtelijk gevolgen zou hebben. ‘Toen ik hem vroeg wat ik dan verkeerd deed, begon hij over het aanzuigeffect, de overlast die de vluchtelingen veroorzaakten’, aldus Devroe.
‘Toen ik hem zei dat ik mijn hand in het vuur zou steken als de Soedanezen amok zouden maken, zei hij dat het hem geen moer interesseerde. “Soedanezen, Marokkanen of andere, ik steek ze allemaal in dezelfde zak”, reageerde hij agressief.’
Katia Devroe vond de interventie niet alleen intimiderend, maar weet nu ook dat een vergunning niet nodig is om kleren en andere zaken uit te delen. Dat bevestigt ook ngo Dokters van de Wereld. En dus zette ze haar solidariteitsactie gewoon verder.
© Ruth Govaerts
Politieacties fnuiken maaltijdbedeling
Voor Ronny Blomme, vrijwilliger voor de zogenaamde transitmigranten in Zeebrugge en buur van de Stella Mariskerk in Zeebrugge, is de situatie van hulpverlening aan vluchtelingen in de hoofdstad herkenbaar. Blomme is een van de drijvende krachten achter een lokaal vrijwilligersnetwerk in Zeebrugge voor hulp aan vluchtelingen.
‘Zelf worden we, als hulpverleners of vrijwilligers, niet lastiggevallen door de politie’, vertelt Blomme. ‘Ik doe niets verkeerds en ik houd me aan de wet. Ik deel maaltijden uit, help mensen onder een dak wanneer het te koud is, vermits alle gebouwen of plekken waar mensen konden overnachten, ontoegankelijk werden gemaakt.’
Daarmee legt hij de oproep van zijn gouverneur Carl Decaluwé naast zich neer. Die haalde vorig jaar de Turkse kranten toen hij de West-Vlaamse burgers vroeg om geen voedsel meer uit te delen. ‘Bij mijn weten is mensen in nood helpen niet alleen een beschermd recht, maar zelfs een plicht.’
‘Zelfs in de tuin achter de kerk, waar zich het sanitair, geschonken door het Brugs bisdom bevindt, worden mensen opgejaagd’
Terwijl Blomme zelf wel hinder van boze buren, maar dus niet van de politie ondervindt, worden de dagelijkse politieacties tegen migranten zelf almaar harder.
‘We hadden onlangs een jonge man die een dubbele breuk had nadat hij een ferme tik van de politiematrak had gekregen.’ Blomme vertelt hoe liefhebbers voor de warme-maaltijdbedeling aan de kerk bijna dagelijks worden opgewacht door politiecombi’s en bereden politie.
‘Zelfs in de tuin achter de kerk, waar zich het sanitair, geschonken door het bisdom Brugge bevindt, worden mensen opgejaagd.’ Het maakt deel uit van een 24-uren-opjaagtactiek, zo klinkt het. Mensen worden opgepakt, 24 uur opgesloten en daarna vrijgelaten met het bevel om het grondgebied te verlaten.
Het gevolg: het effect van de hulpactie wordt onderuit gehaald, want uiteraard komen almaar minder migranten opdagen, uit angst te worden opgepakt.
CAW door overheid tegengewerkt in eigen opdracht
‘In het voorjaar van 2016 startte het regionale CAW in Zeebrugge een infopunt voor zogenaamde transitmigranten. Dit zorgde voor veel weerstand bij de lokale autoriteiten. Minister Vandeurzen [Vlaams minister van Welzijn, nvdr] werd onder druk gezet om het infopunt te sluiten, terwijl het CAW enkel zijn wettelijke opdracht uitvoerde’, zegt Geert Matthys van het Agentschap Inburgering en Integratie.
Nochtans hoort informatieverschaffing tot de opdracht van de CAW’s -letterlijk opgeschreven in het Vlaams Decreet betreffende het algemeen welzijnswerk- dat de centra zich zo moeten organiseren dat ze de meest kwetsbare personen en bevolkingsgroepen bereiken. Nog volgens het decreet is het doel van de CAW’s om mensen met een precair verblijfsstatuut te begeleiden en hen in staat te stellen om vanuit hun migratietraject nieuwe mogelijkheden te bieden voor een zinvolle toekomstoriëntatie.
‘Wat je hier ziet was een spanningsveld tussen opdracht en politieke ideologie. Men ziet het infopunt als oorzaak van een ongewenst aanzuigeffect. Nochtans wijzen veel migratiespecialisten op het belang van betrouwbare en correcte informatieverschaffing. Wanneer transitmigranten voelen dat de informatie die hen wordt aangereikt betrouwbaar en volledig is, zullen een aantal onder hen afstappen van het idee dat Groot-Brittannië hun enige optie is.’
© Ruth Govaerts
Vlaamse wooncode versus “bijwoonst” asielzoeker
Janke Klein uit de Limburgse gemeente Meeuwen-Gruitrode kreeg vorig jaar een brief in de bus van het Vlaams Woningfonds, waar ze een krediet had lopen voor de aankoop van haar woning. Het Vlaams Woningfonds had vernomen dat het pand waarin het gezin Bos-Klein woonde ‘ook betrokken werd door een persoon die niet tot het oorspronkelijke ontlenersgezin behoorde.’
Daarmee doelde het fonds op de jonge asielzoekster die Janke Klein en haar man in huis hadden genomen nadat ze door haar echtgenoot achtergelaten was. En dus werd het gezin verzocht om snel mee te delen wat hun keuze was: binnen de drie maanden hun lening plus lopende intresten terugbetalen of een einde maken ‘aan het voormeld inwonen’.
‘De argumentatie van een verblijfsstatuut te koppelen aan de voorwaarden voor sociaal krediet is niet juist’
In latere communicatie deelde het Vlaams Woningfonds mee dat de betrokken asielzoekster moest beschikken over een definitieve wettige verblijfsvergunning. De voorlopige wettelijke verblijfsvergunning die ze bezat zolang haar asielprocedure liep, telde niet, was de boodschap.
‘Met een uitkering die niet cumulatief zou zijn, had dit niets te maken, wel met haar verblijfsstatuut dus. De logica van deze regel is ons nooit duidelijk geworden’, zegt Klein.
‘Die argumentatie van een verblijfsstatuut te koppelen aan de voorwaarden voor sociaal krediet is bij mijn weten niet juist’, zegt Joy Verstichele, coördinator van het Vlaams Huurdersplatform. ‘In 2015 sprak het Grondwettelijk Hof een arrest uit in een gelijkaardige zaak over sociale huur. Het Hof was van oordeel dat een tijdelijke bijwoonst van een asielzoeker in een sociale woning toch in overeenstemming is met de voorwaarden van de Vlaamse Wooncode en het sociaal huurbesluit.’
‘Het sociaal huurbesluit sanctioneert enkel het duurzaam laten inwonen van iemand die niet voldoet aan de reglementaire toelatingsvoorwaarden. Een dergelijke sanctie zou een disproportionele maatregel zijn die niet te verzoenen is met het grondwettelijk recht op een behoorlijke huisvesting. Die lijn is dus door te trekken naar het verstrekken van sociale kredieten. Vermoedelijk was de betrokken ambtenaar niet op de hoogte van dat arrest uit 2015.’
Hulp krijgen is een mensenrecht
Het mag duidelijk zijn: hulp bieden aan migranten is geen vanzelfsprekendheid. Hulpverleners komen wel vaker intimidatie door politie en/of politici tegen. En soms leidt, zoals in het geval van Janke Klein, overregulering tot verwarrende en ontmoedigende situaties. “Regelitis” noemde Vluchtelingenwerk Vlaanderen het in september nog.
‘Ook mensen zonder papieren zijn mensen en moeten door de overheid op een menswaardige manier worden behandeld. Dat is op dit ogenblik echter vaak niet het geval’
Door overregulering liep een project spaak dat de organisatie gelanceerd had, in samenwerking met Pleegzorg Vlaanderen -waarbij gezinnen zich kandidaat stelden om vluchtelingen op te vangen. Van de vijftig gezinnen die zich kandidaat stelden, voldeden 47 niet aan de voorwaarden voor de wetgever. ‘Gefnuikt engagement’, aldus Vluchtelingenwerk.
Vooral hulp aan migranten die buiten de asielprocedure zijn en dus geen wettelijk verblijf hebben, wordt niet gestimuleerd door de autoriteiten, integendeel.
‘Wie asiel aanvraagt, krijgt bescherming. Wie dat niet doet, moet niet op hulp rekenen.’ Het is een weerkerende uitspraak van beleidsmakers die vinden dat zogenaamde transitmigranten het aan zichzelf te danken hebben dat ze geen hulp krijgen.
Die redenering gaat voorbij aan een aantal basisrechten, zegt Jos Vander Velpen van de Vlaamse Liga voor Mensenrechten. ‘Mensen die hier verblijven, wettelijk of niet wettelijk, vallen onder de internationale mensenrechtenverdragen. Ook mensen zonder papieren zijn mensen en moeten door de overheid op een menswaardige manier worden behandeld. Dat is op dit ogenblik echter vaak niet het geval.’