Clubs willen geld, waar dat ook vandaan mag komen
Het miljardenspel van Engels topvoetbal
Bijna alle clubs in de Engelse Premier League, op vier na, zijn inmiddels eigendom van een buitenlandse miljardair. En die eigenaars zijn vaak geen millimeter minder controversieel of autoritair dan Vladimir Poetin himself. Wanneer gaan de fans hun sport terugclaimen?
Bijna alle clubs in de Engelse Premier League, op vier na, zijn inmiddels eigendom van een buitenlandse miljardair.
© Reuters / Michael Regan
Waarom zou je niet kunnen winnen van een rijke tegenstander? ‘Ik heb nog nooit een zak geld een goal zien maken’, zei de Nederlandse voetballegende Johan Cruyff ooit. Dat kan wel zijn, maar tegenwoordig levert zo’n zak op zijn minst een puike voorzet af voor topclubs.
De Britse regering legde op 10 maart sancties op aan Roman Abramovich wegens zijn te nauwe banden met de Russische President Vladimir Poetin. Vervolgens gebood de raad van bestuur van de Premier League, de wereldberoemde Engelse voetbalcompetitie, dat de 55-jarige miljardair zijn functie als directeur van voetbalploeg Chelsea moest neerleggen.
De fans waren uiteraard niet te spreken over de maatregelen tegen hun suikeroom. Ze scandeerden zijn naam voor en tijdens wedstrijden. Ook al had hun Londense voetbalclub meteen een speciale licentie gekregen, zodat die in ieder geval kon blijven voetballen en de spelers wekelijks hun 4 miljoen euro salaris kon doorbetalen.
Abramovich kocht Chelsea in 2003 voor 170 miljoen euro. Daarmee begon een nieuw hoofdstuk voor zowel de club als voor het Engelse topvoetbal. De komst van de Russische miljardair luidde een tijdperk in van de Premier League als miljardenbal. En al is de man nu verbannen, dat tijdperk blijft.
‘Het was indertijd niet duidelijk waarom Abramovich Chelsea kocht’, zegt Jonathan Wilson, hoofdredacteur van het Britse voetbalblad The Blizzard en auteur van een tiental voetbalboeken. ‘Ging het om de roem? Was het een speeltje? Wilde hij een publiek profiel, als de zaken in Rusland zich ooit tegen hem zouden keren?
Maar we moeten niet naïef zijn over de bredere richting waarin het voetbal zich ontwikkeld heeft, vervolgt Wilson. ‘De trend was toen al dat de rijke clubs rijker werden. De Champions League (het internationale toernooi van de Europese voetbalbond UEFA, red.) werd al in 1996 uitgebreid naar meerdere teams per land. De komst van Abramovich was de logische volgende stap. Hij toonde dat het mogelijk was om te investeren in een club onafhankelijk van succes op het veld en van populariteit.’
Bijna alle clubs in de Engelse Premier League, op vier na, zijn inmiddels eigendom van een buitenlandse miljardair.
Het Engelse voetbal werd op dat moment al een decennium lang gedomineerd door Arsenal en Manchester United. Beide clubs hadden een goede selectie, een goede coach en een stadion met een capaciteit van respectievelijk 60.000 en 75.000 toeschouwers. Chelsea was een leuke middenmoter met een capaciteit van slechts 40.000 toeschouwers.
Vóór de komst van Abramovich was Chelsea één keer kampioen, in 1955, en won het in totaal drie keer de nationale beker. Na zijn komst was er de glorie. In het eerste jaar investeerde Abramovich meer dan 100 miljoen euro in spelers en eindigde Chelsea tweede, na Arsenal. Het jaar erop deed hij hetzelfde en werd Chelsea kampioen. Het jaar dáárop spendeerde hij 60 miljoen, en weer werd Chelsea kampioen.
In de 19 jaar waarin Abramovich aan het roer stond, investeerde hij in totaal zo’n 2 miljard euro in spelers. 1,5 miljard daarvan in de vorm van een ‘persoonlijke lening’ die Chelsea niet terug hoeft te betalen. Het bracht de club vijf landstitels, vijf nationale bekers, twee Champions League-titels en een wereldtitel voor clubs. Ondertussen wacht Arsenal al sinds 2004 op een volgend kampioenschap.
Abramovich kocht Chelsea in 2003 voor 170 miljoen euro. Daarmee begon een nieuw hoofdstuk voor zowel de club als voor het Engelse topvoetbal.
© Reuters / Tony Obrien
De slager van Istanbul
Hoewel ook de meeste voetbalfans tegen de oorlog in Oekraïne zijn, deed de verbanning van Abramovich enige wenkbrauwen fronsen. Allereerst was het ook in 2003 geen geheim dat hij zijn miljarden dankte aan zijn goede contacten in het Kremlin. Daarbij komt dat de raad van bestuur van de Premier League vorig jaar in oktober wel groen licht gaf voor een andere omstreden investering. Het ging om de verkoop van de ploeg Newcastle United aan het Openbaar Investeringsfonds (PIF) van Saoedi-Arabië, voor zo’n 350 miljoen euro.
De meeste fans van Newcastle waren dolblij. Een aantal van hen kwam verkleed als sjeik naar het stadion. Anderen zwaaiden met de Saoedische vlag. Na 18 magere jaren onder de Britse detailhandelmagnaat Mike Ashley hoopten zij dat de oliedollars hen eindelijk weer eens een prijs zouden brengen.
En op sportief vlak ging het inderdaad meteen een stuk beter. Op het moment van verkoop stond Newcastle voorlaatste in de stand, met amper vier punten. Tijdens de winterstop investeerde het PIF zo’n 80 miljoen euro in spelers. Half mei had de club 43 punten en was hij buiten degradatiegevaar.
Mensenrechtenactivisten waren een stuk minder te spreken over het voetbaldebuut van het Saoedische koninkrijk, dat onlangs nog 81 mannen collectief executeerde. ‘De manier waarop de Premier League deze deal liet doorgaan, roept tal van verontrustende vragen op over sportswashing, mensenrechten en sport’, schreef Sacha Deshmukh, hoofd van de Britse tak van ngo Amnesty International.
De Premier League benadrukte dat ze ‘juridisch bindende garanties’ had dat het PIF, en niet de Saoedische staat of koninklijke familie, de voetbalclub in handen kreeg. Iedereen met een beetje kennis van het Midden-Oosten keek daar vreemd van op. ‘Het onderscheid tussen het PIF, de staat en de Saoedische koninklijke familie bestaat slechts in formele, legale zin’, zei Christian Henderson, docent Moderne Midden-Oostenstudies aan de Universiteit van Leiden.
De 36-jarige Bin Salman, die ook bekendstaat onder het letterwoord MBS, is geen millimeter minder controversieel of autoritair dan Poetin.
‘Het PIF is niet onafhankelijk van de heersers van Saoedi-Arabië. De Saoedische kroonprins Mohamed bin Salman is voorzitter van het PIF en alle leden in de raad van bestuur zijn vertrouwelingen.’ In mei raakte overigens bekend dat de spelers van Newcastle bij uitmatchen een truitje in de Saoedische kleuren, groen en wit, zouden gaan dragen.
Het PIF heeft een vermogen van meer dan 600 miljard euro. Het fonds biedt de kroonprins ‘directe toegang’ tot de financiële bronnen van de staat die hij kan deze aanwenden ‘al naargelang zijn voorkeuren, zo stelt de Duitse Stiftung Wissenschaft und Politik in het rapport Een Soeverein Vermogensfonds voor De Prins.
De 36-jarige Bin Salman, die ook bekendstaat onder het letterwoord MBS, is geen millimeter minder controversieel of autoritair dan Poetin. Sinds zijn vader, koning Salman, tekenen van dementie vertoont, is MBS de facto alleenheerser. Hij is niet alleen kroonprins, maar ook vicepremier, minister van Defensie en voorzitter van de machtige adviesraden voor economische ontwikkeling én politiek én veiligheid.
In 2017 plaatste hij honderden van de rijkste Saoedische zakenmensen onder huisarrest in het Ritz Carlton Hotel. Zij mochten pas naar huis nadat ze enkele miljarden hadden afgestaan. MBS staat verder bekend als de architect van de oorlog in Jemen, die aan bijna 400.000 mensen het leven kostte.
En dan is er Jamal Khashoggi. De journalist ging in oktober 2018 het Saoedische consulaat in Istanbul binnen en werd nooit meer teruggezien. Een team Saoedische agenten hakte zijn lichaam naar alle waarschijnlijkheid in mootjes en vloog het per privévliegtuig Turkije uit. Sindsdien is MBS ook gekend als Mister Bone Saw en de Slager van Istanbul.
Mensenrechtenactivisten zijn minder te spreken over de betrokkenheid van Saoedi-Arabië, dat verantwoordelijk is voor de moord op journalist Jamal Khashoggi (foto).
© Reuters / Lee Smith
Fair play?
Het Newcastle van de Saoedische kroonprins gaat vermoedelijk dezelfde weg afleggen als het Manchester City van zijn goede vriend Mansour Bin Zayed – beter gekend als MBZ. De 51-jarige kroonprins van Abu Dhabi is de facto heerser van de Verenigde Arabische Emiraten, sinds zijn broer Khalifa in 2014 een hersenbloeding had. MBZ is tevens de tweede architect van de oorlog in Jemen.
In 2008 kocht de Abu Dhabi United Group for Development and Investment (ADUG) zich in in Manchester City. Een aankoop van 180 miljoen euro, goed voor een meerderheidsbelang 78 procent in de club. ADUG is volgens City een privaat bedrijf, onafhankelijk van Abu Dhabi en van de Emiraten. Ook al is ADUG voor de volle honderd procent eigendom van kroonprins MBZ.
Die heeft bovendien een positie in zowat elke instelling in de Emiraten die er ook maar iets toe doet. Daaronder ook het soevereine investeringsfonds van Abu Dhabi, dat beschikt over een vermogen van een goede 650 miljard euro.
‘Net als in Saoedi Arabië is er in de Emiraten nauwelijks onderscheid te maken tussen het soevereine investeringsfonds, de heersende familie en staatsbedrijven’, zegt Henderson. ‘City-sponsors als Etihad en Etisalat zijn staatsbedrijven. Zij zijn slechts in naam onafhankelijk.’ Etihad, de luchtvaartmaatschappij van Abu Dhabi, is City’s hoofdsponsor. Telecombedrijf Etisalat en Visit Abu Dhabi zijn twee van de vele kleinere sponsors.
‘De UEFA en de Premier League hebben maar weinig in te brengen tegen een financiële grootmacht als de Emiraten of Saoedi-Arabië. Met hun miljarden kunnen die een rechtszaak eeuwig laten duren.’
Jonathan Wilson, hoofdredacteur The Blizzard
In 2018 publiceerde het Duitse weekblad Der Spiegel gelekte e-mails waaruit bleek dat Etihad tussen 2012 en 2016 slechts 8 miljoen euro per jaar betaalde, terwijl in de boeken een veel hoger bedrag stond. Het verschil kwam uit de diepe zakken van MBZ. En dat mag niet, volgens de Financial Fair Play-regels van de Europese voetbalbond UEFA.
Die komen er in het kort op neer dat een club niet méér mag uitgeven dan wat er binnenkomt, en dat hij te allen tijde zijn transfer- en salarisverplichtingen moet nakomen. Toen die regels werden opgesteld, was het doel om de snel oplopende schuldenlast in het Europese voetbal af te bouwen en om ‘financiële doping’ te voorkomen, een cashinjectie van een steenrijke suikeroom of eigenaar.
Als gevolg van het Etihad-schandaal verbood de UEFA City om in 2020 mee te doen aan de lucratieve Champions League. Maar City ging in beroep, bijgestaan door een team van twaalf advocaten, en won. Het Hof van Arbitrage voor Sport oordeelde dat er onvoldoende bewijs was.
Wél legde het hof City een boete op van 10 miljoen euro omdat de club niet meewerkt aan een onafhankelijk onderzoek. Maar ach, dat bedrag is zakgeld voor MBZ. Bovendien ontvangt elke Champions League-deelnemer sowieso 15 miljoen euro, terwijl het prijzengeld voor de winnende club kan oplopen tot wel 90 miljoen euro.
‘City toont dat de Premier League en de UEFA maar weinig hebben in te brengen tegen een financiële grootmacht als de Emiraten of Saoedi-Arabië’, zegt Blizzard-hoofdredacteur Wilson. ‘City heeft duidelijk de fairplayregels overtreden, maar stapt naar de rechter. En met hun miljarden kunnen ze een rechtszaak eeuwig laten duren. Daar hebben de Premier League en de UEFA het geld niet voor. Dat is het probleem wanneer landen in het spel stappen.’
‘Is de competitie een te dure bazaar, in buitenlandse handen en met buitenlandse medewerkers? Een groot deel van de Britse economie is dat ook.’
Journalist Simon Kuper in de Financial Times
Onlangs kwam City opnieuw in opspraak. Weer was het Der Spiegel die op basis van gelekte documenten gesjoemel aantoonde. Het ging om betalingen van ADUG aan City die in werkelijkheid afkomstig waren van een staatsorgaan in Abu Dhabi, de hoofdstad van de Emiraten.
Het Zwitserse CIES Football Observatory schat dat de Emiratische kroonprins sinds 2008 meer dan 1,7 miljard euro uitgaf aan spelers. Vóór zijn komst was City tweemaal kampioen geworden. Sindsdien won de club vijf keer de titel en twee nationale bekers, en vorig jaar werd het tweede in de Champions League. Het verloor de finale van Chelsea – de club van Abramovich. Abu Dhabi bezit behalve City wereldwijd nog negen clubs, waaronder Lommel in België.
Een fan van Newcastle in Saoedische klederdracht. De meeste supporters waren dolblij toen hun club vorig jaar verkocht werd aan een Saoedisch investeringsfonds.
© Reuters / Lee Smith
Miljardenbal
Chelsea, Newcastle en City zijn niet de uitzondering maar de regel in het Engelse voetbal. Bijna alle clubs zijn inmiddels eigendom van een buitenlandse miljardair. Manchester United is voor 90 procent eigendom van de Amerikaanse Glazier- familie, die de club op controversiële wijze kocht met een lening van drie hefboomfondsen. Dat kost de club jaarlijks zo’n 75 miljoen euro aan rente.
Liverpool is dan weer grotendeels eigendom van de Amerikaanse miljardair Stephen Hendry, die ooit trachtte een auteursrecht te verwerven op de naam Liverpool. Ook Arsenal is grotendeels eigendom van een Amerikaanse miljardair, Wolves van een Chinese, Leicester van een Thaise, Everton van een Brits-Iraanse en Aston Villa van een Egyptische én een Amerikaanse.
‘De Premier League heeft geprofiteerd van de modern Engelse traditie om geld van bijna elke herkomst te verwelkomen’, schreef Simon Kuper in The Financial Times. ‘Is de competitie een te dure bazaar, in buitenlandse handen en met buitenlandse medewerkers? Een groot deel van de Britse economie is dat ook. Het wantrouwen in het internationale kapitaal, dat zo wijdverbreid is in Frankrijk of Duitsland, blijft in Engeland zwak.’
In 1992 was minder dan 15 procent van aandelen in Britse bedrijven in buitenlandse handen, in 2018 was dat meer dan 50 procent. Van de 20 Premier League- clubs zijn er vandaag slechts vier nog in Britse handen: Tottenham Spurs, Brentford, Brighton en Norwich.
De Premier League was in 2020 goed voor een waarde van 5,1 miljard euro. In 1992 hadden de clubs een gezamenlijke omzet van 200 miljoen.
Inmiddels domineert de Premier League ook het Europese continent, zeker in financiële zin. Volgens de 2021 Deloitte Annual Review of Football was de Europese voetbalmarkt 25,2 miljard euro waard in 2020. Dat was, als gevolg van het coronavirus, 13 procent minder dan het jaar ervoor, de eerste waardedaling sinds de financiële crisis van 2008.
De vijf grootste competities in Engeland, Spanje, Duitsland, Italië, en Frankrijk waren samen goed voor 15,1 miljard euro, waarvan de Premier League een derde (5,1 miljard euro) voor zijn rekening nam. Twee derde van dat bedrag (3,9 miljard) gaat naar spelerssalarissen. In 1992, het jaar dat de Premier League werd gelanceerd, hadden de clubs een gezamenlijke omzet van 200 miljoen euro.
De voornaamste bronnen van inkomsten zijn: ticketverkoop (700 miljoen), commerciële activiteiten als sponsoring en shirtverkoop (1,7 miljard) en wereldwijde televisiegelden (2,7 miljard). De helft daarvan wordt gelijk verdeeld over de 20 clubs in de competitie, de andere helft op basis van de eindklassering en het aantal TV-uitzendingen.
Met uitzondering van Barcelona en Real Madrid verdient elke Engelse club meer TV-gelden dan welke andere Europese club ook. Huddersfield Town FC werd in 2019 hekkensluiter van de Premier League en verdiende 116 miljoen euro. Dat is meer dan topclubs Atletico Madrid (113 miljoen), Bayern (107 miljoen) en Juventus (93 miljoen).
De rijkste club ter wereld? Dat is, volgens de Deloitte Football Money League 2022, Manchester City. De club heeft een omzet van 644,9 miljoen euro. Verder in het rijtje volgen Real Madrid (640,4 miljoen), Bayern (611,4 miljoen), Barcelona (582,1 miljoen) en Manchester United (558 miljoen). Chelsea belandt met 493 miljoen op de achtste plaats van het lijstje rijkste clubs.
Vijf clubs van de top tien, en 14 van ’s werelds 30 rijkste clubs, voetballen in de Premier League. Newcastle, sinds kort dus eigendom van het Saoedische PIF, staat vooralsnog op de 29ste plaats, met een omzet van 170,1 miljoen euro. Maar de club zal de komende jaren ongetwijfeld stijgen op de Deloitte-lijst van 30. Daar is overigens geen plaats voor Ajax en Club Brugge, de rijkste clubs van respectievelijk Nederland en België.
Een nieuw model
Op 18 april 2021 was er even controverse in de voetbalwereld: twaalf clubs van over heel Europa maakten bekend dat ze wilden beginnen met een eigen Super League. Onder hen: de Engelse clubs Arsenal, Chelsea, Liverpool, Manchester City, Manchester United en Tottenham Spurs, de Italiaanse clubs AC Milan, Juventus en Inter Milan en de Spaanse clubs Atletico Madrid, Barcelona en Real Madrid.
Zij bleken al jaren met elkaar in conclaaf om een eigen competitie op te zetten die hen meer geld op zou leveren dan het UEFA Champions League-model. Vooral de niet-Engelse clubs zijn op zoek naar een model om meer TV-gelden te kunnen verdienen en de kloof met de Premier League te dichten.
Het idee van de Super League leidde tot een storm van protest. De UEFA was, vanzelfsprekend, fel gekant tegen het voorstel. Alle nationale voetbalbonden, en alle clubs die niet gevraagd waren, waren dat ook. Fans van Barcelona tot Liverpool waren tegen. En het verzet was opvallend fel bij Chelsea.
Twee dagen na de lancering van het voorstel verzamelden zich zo’n duizend Chelsea-fans voor de wedstrijd tegen Brighton. Zij blokkeerden de spelersbussen de toegang tot het stadion. Een spandoek riep Chelsea-eigenaar Abramovich op: ‘do the right thing’, doe wat juist is. ‘Onze leden en voetbalfans overal ter wereld ervaren het als ultiem verraad’, verklaarde de Chelsea Supporters Trust.
‘Dit is een beslissing van hebzucht, om de zakken van hen aan de top te vullen, die werd gemaakt zonder te denken aan de trouwe supporters, onze geschiedenis, onze toekomst en de toekomst van het voetbal in ons land.’
Niet veel later besloot het bestuur van Chelsea zich terug trekken uit het Super League-avontuur. Het was het begin van het einde voor de voetbalrevolutie der rijksten. Op dit ogenblik toch. De verwachting is dat de clubs het vast nog wel eens proberen.
‘Het was een moment van hoop’, zegt Jonathan Wilson. ‘De fans claimden hun voetbal terug. Nu Abramovich in de ban is, zou je denken dat diezelfde fans twee keer nadenken over wat er nu moet gebeuren. Misschien een nieuwe eigendomsstructuur, met daarin een rol voor de fans? Maar het enige wat we horen, is de hoop dat de club zo snel mogelijk wordt verkocht aan de volgende miljardair.’
Deze analyse werd geschreven voor het zomernummer van MO*magazine. Word proMO* voor slechts 4 euro per maand en je ontvangt ons magazine. Je steunt zo ook ons journalistiek project en geniet van tal van andere voordelen.