Moeten socialisten de rechten van vluchtelingen opofferen om opnieuw kiezers aan te spreken?
Het Scandinavische model bestaat niet
Scandinavië is weer hot: ‘het Deense migratie- en integratiemodel’, ‘de Scandinavische toplanden’. Maar eigenlijk gaat het enkel over Denemarken. De Zweedse en Finse sociaaldemocraten inspireren onze politici minder. Dat is onterecht. Zij offeren de rechten van vluchtelingen niet op om links sociaal-economisch beleid en ambitieus klimaatbeleid te kunnen voeren.
© Pieter Stockmans
Bart De Wever (N-VA) had het in zijn startnota over ‘de Scandinavische toplanden’, een formulering die ook in het Vlaamse regeerakkoord belandde. En sommige Vlaamse sociaaldemocraten zien in de keuze van hun Deense collega’s voor een restrictief immigratiebeleid en een links sociaal-economisch beleid, de toverformule om sp.a te redden.
‘Ooit waren we de pioniers van de verzorgingsstaat, vandaag een laboratorium voor Europees populisme’, zegt de Deense schrijver Carsten Jensen. Jensen is al decennialang een veelgevraagde politiek waarnemer in zijn land. Zijn oordeel over de Scandinavische sociaaldemocraten is hard: ‘Hun enige succes is dat ze niet ingestort zijn zoals de sociaaldemocraten in Nederland, Frankrijk, Duitsland en België. Maar ze zijn wel zwaar teruggevallen. De Deense sociaaldemocraten zijn gestagneerd sinds 2005. Sindsdien schommelen ze rond de 25 procent.’
Een resultaat waar menig sp.a-politicus van droomt, maar als je weet dat ze van 40 procent komen, verschijnt er een ander plaatje. ‘Hun alom bejubelde verkiezingsresultaat van 2019 is geen heropleving’, zegt Jensen. ‘Ze zitten slechts 1,1 procent boven hun slechtste resultaat sinds 1903, dat ze behaalden in 2011.’
‘Ze overleven dankzij cherry-picking bij andere politieke stromingen. Eerst bij het neoliberalisme, dan bij het rechts-populisme en nu ook bij het ecologisme.’
Deense toverformule
Sociaaldemocraten verliezen kiezers aan anti-immigratiepartijen. Om hen terug te winnen, hebben de Deense sociaaldemocraten het centrale thema van die partijen ‘geneutraliseerd’: immigratie en integratie. Dat deden ze door al hun standpunten over te nemen. Hun hele oppositieperiode, van 2015 tot 2019, stemden de sociaaldemocraten voor elke aanscherping van immigratiewetten die de liberale regering en de rechts-populistische Deense Volkspartij voorstelden, of onthielden ze zich.
‘Het linkse blok is nu groter dan ooit in de afgelopen halve eeuw.’
‘De kiezers zagen dat ze én een sterke verzorgingsstaat én strikte immigratiewetten konden krijgen en keerden terug naar de sociaaldemocraten’, zegt Rune Stubager, hoogleraar politieke wetenschappen aan de Universiteit van Aarhus. ‘Als sociaaldemocraten die mensen willen blijven aantrekken, is het met de combinatie van een links sociaal-economisch beleid en een rechts immigratiebeleid. Daar zit tegenwoordig een grote groep kiezers. En die groep controleert de machtsbalans.’
‘Daardoor verliezen ze ook veel kiezers, maar wel aan andere linkse partijen’, zegt Kasper Hansen, hoogleraar politieke wetenschappen aan de Universiteit van Kopenhagen. ‘Die voerden weliswaar campagne tégen het restrictieve migratiebeleid, maar de sociaaldemocraten gokten dat ze hen toch zouden steunen. Die gok kwam uit. Het linkse blok is nu groter dan ooit in de afgelopen halve eeuw.’
De Deense formule helpt misschien om kiezers terug te winnen. Maar om dan ook aan de macht te komen, is de Deense context te specifiek om elders dezelfde uitkomst te verwachten. Voor hun sociaal-economisch beleid rekenen de sociaaldemocraten op gedoogsteun van links, voor hun immigratiebeleid op gedoogsteun van rechts. Zo kunnen ze zowel hun belofte van een links sociaal-economisch beleid als van een rechts immigratiebeleid nakomen.
Dit essentiële ingrediënt van de toverformule bestaat niet in België, waar enkel vaste coalities en compromissen mogelijk zijn. Als sp.a zou besturen met een links sociaal-economisch beleid, kunnen ze waarschijnlijk geen rechts immigratiebeleid doorvoeren. En omgekeerd. Ze zouden in ieder geval kiezers ‘verraden’ en opnieuw afgestraft worden.
Als sp.a zou besturen met een rechts immigratiebeleid, zouden ze waarschijnlijk geen links sociaal-economisch beleid kunnen doorvoeren. En omgekeerd. Ze zouden ook in dit geval kiezers ‘verraden’ en opnieuw afgestraft worden.
Zweeds en Fins alternatief
De Zweedse sociaaldemocraten, die het immigratiebeleid ook aanscherpten, zonder evenwel de gelijke rechten voor nieuwkomers op sociale bescherming in te perken, behaalden bij de recente verkiezingen hun laagste resultaat sinds 1911. Ze zijn wel nog altijd de grootste partij met 28 procent, groter dan hun Deense collega’s. En de meeste andere linkse en centrumlinkse partijen groeiden er.
In Zweden houdt een cordon sanitaire tegen de rechts-populistische Zweden Democraten al jaren onbetwist stand. Maar nu zij de derde grootste partij zijn, groeit de kritiek.
Het is niet zeker of de keuze voor een restrictief migratiebeleid de belangrijkste reden is voor de schijnbare heropleving van de sociaaldemocraten.
‘De Zweedse sociaaldemocraten verliezen stemmen aan Zweden Democraten, in plaats van ze terug te winnen’, zegt de Deense hoogleraar Rune Stubager.
‘Ze zijn dus niet groot genoeg en moesten een coalitie sluiten met een liberale partij die geen uitgesproken links sociaal-economisch beleid toelaat. Dat maakt de sociaaldemocraten kwetsbaar voor hun eigen kiezers.’
De theorie die opgang maakt, luidt dat de Deense sociaaldemocraten zich bevrijd hebben van de invloed van rechts door te kiezen voor een rechts immigratiebeleid, en zo het rechtse blok te verzwakken. Zij kunnen nu als links blok alleen besturen en hebben de vrije hand om een links sociaal-economisch beleid te voeren. Om geen compromissen meer te hoeven sluiten met rechts, zijn steeds meer sociaaldemocraten bereid om de prijs van de inperking van gelijke rechten voor vluchtelingen te betalen. Dit lijkt wel een trading off tussen vluchtelingenrechten en arbeidersrechten.
Maar klopt die theorie wel? ‘De Deense sociaaldemocraten hebben géén volledig vrije hand op sociaal-economisch vlak’, zegt Rune Stubager. ‘Ze moeten besturen met gedoogsteun van de sociaalliberalen, en die willen het minder aantrekkelijk maken om te leven met een werkloosheidsuitkering. Ze zijn ook gekant tegen de uitzonderingen op de verhoging van de pensioenleeftijd die de sociaaldemocraten bepleiten.’
Het is bovendien niet zeker of de keuze voor een restrictief migratiebeleid wel de belangrijkste reden is voor de schijnbare heropleving van de sociaaldemocraten. De duidelijke keuze voor een links sociaal-economisch beleid kan wel eens een grotere rol hebben gespeeld. ‘Rechtse regeringen hebben de uitkeringen verlaagd en zelfs ingetrokken voor langdurig werklozen’, zegt Carsten Jensen. Er was dus een vruchtbare bodem voor de sociaaldemocraten om stemmen te winnen door hiertegen in te gaan.
Ook in Finland zitten de sociaaldemocraten opnieuw in de regering. ‘Hun winst heeft te maken met hun keuze voor een traditioneel linkse politiek, eerder dan met hun restrictieve immigratiestandpunten’, zegt de Finse Ov Cristian Norocel, hoofddocent aan de Universiteit van Lund.
‘De Finse sociaaldemocraten voerden succesvol campagne tegen draconische besparingen en privatiseringen in de gezondheidszorg. Die waren doorgevoerd door de conservatieve regering, met de rechts-populistische Finse Partij. Een reeks schandalen over privébedrijven die winst maximaliseerden ten koste van het welzijn van patiënten, hielp hen daarbij.’ De nieuwe Finse regering belooft nu de hervorming van de gezondheidszorg te herzien.
Verliezende strategie
Er zijn ook aanwijzingen dat de Deense formule eerder een verliezende dan een duurzame, winnende strategie is.
De Finse sociaaldemocraten neigen naar de immigratiestandpunten van de rechts-populistische Finse Partij – beide partijen kanten zich tegen de rekrutering van buitenlandse arbeiders – en toch kon dat hen er niet bovenop helpen. ‘Van een heropleving kan je niet echt spreken. In 2011 doken ze onder hun slechtste resultaat sinds de Tweede Wereldoorlog en in 2019 worstelen ze nog altijd om dit te boven te komen’, zegt Cristian Norocel.
De Noorse sociaaldemocraten verloren op 9 september meer dan acht procent in lokale verkiezingen. Kiezers trokken naar groene, centrumlinkse en radicaal linkse partijen. En hun restrictieve immigratiestandpunten hebben er niet voor gezorgd dat ze kiezers terugwonnen van de rechts-populistische partij.
Zijn de Vlaamse sociaaldemocraten bereid om samen te werken met extreemrechts, en hun voorstellen over immigratie en integratie over te nemen?
Dat is ook het verhaal van de Zweedse sociaaldemocraten. ‘Wat vaak vergeten wordt, is dat ook zij een strikter immigratiebeleid doorvoerden. Het werkte niet om kiezers terug te winnen’, zegt Ulf Hedetoft, hoogleraar verbonden aan de Universiteit van Kopenhagen. Zelfs in Denemarken hielp het niet om te groeien.
De Deense sociaaldemocraten konden wél veel kiezers van de rechts-populistische partij terugwinnen. Ze deden twee dingen die hun Finse, Noorse en Zweedse collega’s niet of in veel mindere mate deden.
Ten eerste: ze lieten de extreme en xenofobe retoriek van de rechts-populistische partij betijen. Ten tweede: ze werkten actief samen met de rechts-populistische partij om immigratie- en integratiewetgeving aan te scherpen. Hun Finse, Noorse en Zweedse collega’s veroordelen de rechts-populistische partijen voortdurend en werken er niet mee samen.
Een vraag die elke Vlaamse sociaaldemocraat zich dus moet stellen tijdens de aankomende voorzittersverkiezingen: zijn wij bereid om samen te werken met extreemrechts, en ál hun voorstellen over immigratie en integratie over te nemen, om het migratiethema echt te neutraliseren?
Anders Hellström, hoofddocent aan de Universiteit van Malmö en een autoriteit op het vlak van populisme in Scandinavië, wil hen geruststellen: ‘Als hun progressieve basis groot genoeg is, hoeven de sociaaldemocraten geen nostalgische retoriek over immigratie te hanteren. En als liberale partijen even fel gekant zijn tegen extreemrechts, kunnen ze samen besturen. Zoals in Zweden.’
Zolang er een cordon sanitaire bestaat en rechts-populistische partijen geen regeringen aan de macht kunnen helpen, is de nood om kiezers terug te winnen bovendien kleiner.
Maar Rune Stubager waarschuwt: ‘De Deense evolutie is onvermijdelijk voor Zweden. De conservatieven zullen ooit willen besturen met de steun van de Zweden Democraten. En dat zullen de sociaaldemocraten enkel kunnen breken door een restrictief migratiebeleid over te nemen.’
Mette Frederiksen van de Deense Sociaaldemocraten is de nieuwe premier van Denemarken.
© Sandra Skillingsås (CC BY-ND 2.0)
‘Elke Vlaming’
‘We verwachten dat elke Vlaming zijn verantwoordelijkheid neemt en maximaal inspanningen levert. Wie aanspraak wil maken op de Vlaamse sociale bescherming en andere sociale voordelen, moet eerst vijf jaar ononderbroken, wettig en werkelijk in het land verbleven hebben.’
Deze passage uit de startnota van Bart De Wever (N-VA) werd in het uiteindelijke regeerakkoord zelfs nog strenger. Ze is direct geïnspireerd op het beleid van de voormalige Deense liberale regering, overgenomen door de sociaaldemocraten. In 2015 voerde de liberale minister Inger Støjberg een nieuwe ‘integratie-uitkering’ in, een apart leefloon en kinderbijslag voor erkende vluchtelingen die bijna de helft minder bedraagt dan het leefloon van een Deen.
Eind vorig jaar oordeelde het Hof van Justitie van de Europese Unie in een zaak tegen Oostenrijk dat dat onwettig is. Maar Denemarken is niet gebonden, omdat het een opt-out heeft gevraagd voor bindend Europees asiel- en migratierecht. België is wél gebonden aan het Europees recht. Toch hoor je nog pleidooien in die richting bij sp.a, Open Vld, N-VA en Vlaams Belang.
Via een juridische spitsvondigheid omzeilde de Deense regering het verbod op discriminatie dat opgenomen is in het VN-vluchtelingenverdrag. ‘De lagere integratie-uitkering is van toepassing op mensen die gedurende zeven van de acht voorbije jaren niet in Denemarken woonden, dus ook op Denen’, legt Tine Birkelund Thomsen uit, juridisch adviseur bij het officiële Deense Mensenrechteninstituut.
Vandaar de woorden ‘elke Vlaming’ in de startnota van De Wever.
Jämlikhet
‘Ten grondslag aan de verlaging van het leefloon ligt de opvatting dat de verzorgingsstaat gebaseerd is op sociale bescherming, als iets dat je moet verdienen, door financieel bij te dragen via werk’, zegt Rune Stubager.
De Deense sociaaldemocraten geloven dat het te lang duurt om nieuwkomers te integreren op de arbeidsmarkt. Daarom willen ze integratie versnellen met de stok achter de deur. Het Deense Mensenrechteninstituut onderzocht al dat dit contraproductief werkt en armoede creëert, en dat het in strijd is met de Deense grondwet.
‘Het succes van de verzorgingsstaat hangt niet af van de homogeniteit of diversiteit van de samenleving, maar van wat politieke leiders van die omstandigheden maken.’
De maatregel was een voorstel van de Deense Volkspartij om het leven in Denemarken minder aantrekkelijk te maken voor mensen die nog willen komen, door de rechten in te trekken van mensen die er al zijn. Ongelijkheid creëren als middel om af te schrikken.
De sociaaldemocratische visie in het begin van de twintigste eeuw was om heel de gemeenschap van een land samen te brengen en gelijkheid te creëren. Toen was er natuurlijk nog geen immigratie.
De ‘universele welvaartsstaat’ werd gebouwd in en voor een etnisch homogene samenleving. ‘Maar dat betekent niet dat diversiteit automatisch leidt tot de neergang van de verzorgingsstaat’, zegt Anders Hellström. ‘Het succes van de verzorgingsstaat hangt niet af van de homogeniteit of diversiteit van de samenleving, maar van wat politieke leiders van die omstandigheden maken.’
De Zweedse sociaaldemocraten houden vast aan het principe van jämlikhet, gelijkheid. Ook zij voeren een restrictiever immigratiebeleid, met bijvoorbeeld striktere criteria voor gezinshereniging. Maar iedereen die een wettig verblijf krijgt, verdient sociale bescherming als ze al hun verplichte engagementen van de integratie- en opleidingstrajecten nakomen. Inspanningen leveren om zo snel mogelijk van de bijstand af te raken en werk te vinden: dat is de bijdrage die nieuwkomers moeten leveren.
Anders Hellström: ‘Zo willen de Zweedse sociaaldemocraten de universele verzorgingsstaat overeind houden, en het geloof in de sociaaldemocratie als een ideologie van menselijke emancipatie.’
In plaats van te spreken over het intrekken van sociale rechten zou sp.a er dus voor kunnen pleiten om het integratietraject zelf dwingender en effectiever te maken, in ruil voor gelijke sociale rechten als je die plichten nakomt. Met Zweden als voorbeeld. Electoraal-strategisch is dit geen garantie om kiezers van het Vlaams Belang terug te winnen, maar de resultaten van de Deense aanpak zijn zo afhankelijk van de context, dat het de vraag is of het sop de kool wel waard is.
Revival van radicaal links en groen
Het beeld over de heropleving van de sociaaldemocratie is genuanceerd. De opmars van radicaal links en groen is dan weer wél een constante in heel Scandinavië. ‘Als de sociaaldemocratische partijen aan een revival bezig zouden zijn, waarom voelen zoveel Denen, Zweden, Finnen en Noren dan de nood aan partijen links van de sociaaldemocratie?’, vraag Carsten Jensen, de Deense schrijver, zich af.
Het antwoord in Denemarken is misschien dat de Socialistische Volkspartij verdedigde wat overbleef van de verzorgingsstaat, toen de sociaaldemocratische partij tussen 2011 en 2015 zelf een hard besparingsbeleid doorvoerde. Tegelijkertijd is de Socialistische Volkspartij kritiek blijven leveren op de extreme anti-immigratiemaatregelen die de sociaaldemocraten steunden. Met die strategie heeft ze haar aantal zetels verdubbeld.
De opmars van radicaal links en groen is dan weer wél een constante in heel Scandinavië.
Zonder de opmars van de Socialistische Volkspartij had de veelgeprezen ‘stagnatieoverwinning’ van de sociaaldemocraten niet kunnen leiden tot een regering.
Vele groene kiezers stemden voor drie groene partijen die in Denemarken samen 17 procent halen. ‘Klimaat was hét centrale thema van de recente verkiezingen’, zegt Carsten Jensen. ‘De sociaaldemocraten hebben hoogstens opportunistisch op deze golf gesurft. Ze kondigden meteen de meest geavanceerde reactie aan op de opwarming van de aarde: 70 procent minder CO2-uitstoot tegen 2030, vastgelegd in een bindende klimaatwet. Ze zeiden dat dit ambitieuze klimaatbeleid mogelijk werd dankzij hun bocht naar een restrictief immigratiebeleid.’
De nieuwe Deense minister van Migratie Mattias Tesfaye liet al meermaals verstaan dat de regering niet van plan is om het restrictieve immigratie- en integratiebeleid terug te schroeven. Toch hebben de drie andere linkse partijen aanvaard om hen gedoogsteun te bieden.
Volgens Rune Stubager zouden groene en radicaal linkse partijen vluchtelingenrechten altijd opofferen aan hun corebusiness: sociaal-economisch beleid en klimaatbeleid. ‘Ze zouden een regering met anti-immigratie-sociaaldemocraten verkiezen boven een regering van rechtse conservatieven’, zegt hij. ‘Die laatste zou immers hetzelfde immigratiebeleid voeren, maar niet het linkse sociaal-economische beleid en niet met het ambitieuze klimaatbeleid dat nu plots wel mogelijk wordt.’
Misverstandsdocument
De Deense sociaaldemocraten kondigden hier en daar wel kleine verzachtingen van het immigratie- en integratiebeleid aan. Vluchtelingengezinnen met kinderen zouden iets meer krijgen dan het verlaagde leefloon voor vluchtelingen. Een gesloten centrum voor kinderen zou tegen december de deuren sluiten.
Minister Tesfaye verwittigde VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR dat Denemarken opnieuw vluchtelingen zou toelaten via hervestiging: het zeer bescheiden aantal van dertig per jaar. ‘Zo geven de linkse partijen aan de sociaaldemocraten tenminste nog een vernislaagje van gematigd internationalisme, humanitarisme en mondiaal moralisme’, zegt Ulf Hedetoft.
Op 10 juli werd Denemarken veroordeeld door het Europese Hof van Justitie wegens te strikte regels voor gezinshereniging.
De sociaaldemocraten zijn erg gevoelig aan de kritiek van de liberalen en de Deense Volkspartij dat de ze zich niet houden aan hun belofte om het restrictieve immigratiebeleid te handhaven. Daarom zei minister Tesfaye dat ook hervestigde vluchtelingen ooit zouden moeten terugkeren naar hun herkomstland.
Dit gaat in tegen de lang gevestigde praktijk van de VN dat hervestiging een duurzame oplossing moet zijn. De linkse gedoogpartners hadden forse kritiek. ‘Het is een blamage dat UNHCR ons land niet beschouwt als “veilig derde land” voor hervestigde vluchtelingen’, klonk het bij de sociaalliberalen.
Dat is niet het enige haar in de boter tussen de sociaaldemocraten en hun linkse gedoogpartners. Op 10 juli werd Denemarken veroordeeld door het Europese Hof van Justitie wegens te strikte regels voor gezinshereniging. De linkse partijen vragen nu een versoepeling, maar minister Tesfaye weigert.
‘Het was nochtans de afkeer van dat hardvochtige immigratiebeleid die het linkse blok groot genoeg maakte om de sociaaldemocraten aan de macht te helpen’, zegt Carsten Jensen. Jensen spreekt dan ook van ‘misverstandsdocument’ in plaats van ‘verstandhoudingsdocument’, zoals de regeerverklaring genoemd wordt.
Groene minister van Binnenlandse Zaken
Zulke conflicten zullen de Deense regering blijven achtervolgen. In Zweden en Finland zitten de groene en linkse partijen gewoon mee in de coalitie.
De Finse groenen behaalden hun hoogste score ooit. ‘Ze kregen dan ook de zwaarwichtige ministerpost van Binnenlandse Zaken’, zegt Cristian Norocel. ‘Dat geeft hen de mogelijkheid om een meer solidair immigratiebeleid af te dwingen. Ze kregen ook de post van klimaatminister.’
De Linkse Alliantie, die er voor het eerst sinds 1999 op vooruitging, kreeg dan weer de ministerposten van Onderwijs, Sociale Zaken en Gezondheidszorg. Deze radicaal linkse partij controleert dus belangrijke pijlers van het sociale beleid.
En zo voert een regering met sociaaldemocraten een humaan immigratie- en integratiebeleid, een links sociaal-economisch beleid én een ambitieus klimaatbeleid. Het kan dus.
Deze analyse verscheen in Samenleving & Politiek, Jaargang 26, 2019, nr. 8 (oktober).