Het Westen gaf Zimbabwe maïs, vlees en hongersnood

Analyse

Jonge chef-koks en organisaties experimenteren met traditionele, klimaatvriendelijke keuken

Het Westen gaf Zimbabwe maïs, vlees en hongersnood

Het Westen gaf Zimbabwe maïs, vlees en hongersnood
Het Westen gaf Zimbabwe maïs, vlees en hongersnood

Roxane Soudagar

31 december 2019

De klimaatverandering dwingt Zimbabwanen om hun eetgewoonten te veranderen. Om massaal honger te voorkomen, moeten ze terug naar hun dieet van vóór de kolonisatie: geen maïs, geen vlees, wel sorghum.

@africanveganonabudget

Gierst, sorghum en andere groenten en peulvruchten zijn beter opgewassen tegen droogte dan maïs.

@africanveganonabudget

Geen maaltijd gaat in Zimbabwe voorbij zonder maïs. De graansoort zit diepgeworteld in de Zimbabwaanse eetcultuur en die van de buurlanden, en is goed voor ruim 80 procent van de binnenlandse voedselproductie.

‘We eten maïspap bij het ontbijt en maïs tijdens de lunch’, zegt Andrew Mushita, directeur van CTDT, een Zimbabwaanse ngo die zich onder andere inzet voor voedselzekerheid. ‘Ook voor het avondeten is sadza, opnieuw maïspap maar ean gecombineerd met vlees of groente, hét gerecht in bijna elk huishouden.’ Maar de klimaatverandering gooit roet in het eten.

In Zimbabwe lopen 3,5 miljoen mensen een verhoogd risico op voedselonzekerheid.

Belangrijke voedselbronnen in Sub-Sahara Afrika, zoals maïs, bonen en bananen, zullen steeds moeilijker te verbouwen zijn door nieuwe weersextremen, zo voorspelde het wetenschappelijk tijdschrift Nature al in 2016. Ook Zimbabwe wordt de laatste jaren geteisterd door hittegolven en extreme droogte, waardoor talloze maïsoogsten mislukken en de voedselschaarste is opgelopen.

Mede hierdoor sloeg het wereldvoedselprogramma van de Verenigde Naties afgelopen zomer alarm. Ruim een derde van de huishoudens in Zimbabwe, 3,5 miljoen mensen, loopt een verhoogd risico op voedselonzekerheid.

Te weinig regen, te veel sancties en monocultuur

Begin december sloeg de Turkse VN-gezante Hilal Elver (speciaal rapporteur voor het recht op voedsel) alarm over de ‘acute hongersnood’ die Zimbabwe bedreigt. Na een elfdaags bezoek aan het land concludeerde Elver dat ongeveer de helft van de bevolking niet genoeg te eten heeft: 5,5 miljoen mensen op het platteland en 2,2 miljoen mensen in de steden hebben nu hulp nodig.

De oorzaak van de hongersnood ligt onder andere bij de wisselvallige neerslag: de afgelopen jaren viel er niet genoeg regen, waardoor oogsten tegenvallen. Omringende landen hebben ook met deze droogte te maken, maar lijden niet onder een hongersnood.

De oorzaak voor het voedseltekort in Zimbabwe moeten we volgens Elver dan ook niet alleen zoeken in droogte, maar ook bij de internationale sancties tegen het land – vanwege de ondemocratische regering – en de agrarische monocultuur.

In Zimbabwe wordt voornamelijk maïs verbouwd en gegeten, een gewas dat meer dan andere gewassen afhankelijk is van water.

En dus hebben CTDT en andere organisaties in de regio, de VN en politieke leiders een gedeeld doel: Zimbabwe ‘de-maizen’, oftewel het land van de maïs-verslaving afhelpen. Een flinke uitdaging, die de BBC al eens vergeleek met ‘Italianen vertellen dat ze geen pasta meer mogen eten’.

Los daarvan, maar minstens zo belangrijk: verschillende Zimbabwaanse chefs en foodbloggers zetten zich in om nieuwe eetgewoonten te introduceren. Hun recepten lopen uiteen maar hebben een gedeelde boodschap: de Zimbabwaanse eetcultuur is doordrenkt met kolonialisme, en het is tijd om terug te grijpen naar oorspronkelijke voedselbronnen.

@africanveganonabudget

Chef-kok Nicola Kagora met een medewerker van het Zuid-Afrikaanse fastfoodrestaurant Lekker Vegan.

@africanveganonabudget

Een koloniaal dieet

Het is eigenlijk heel vreemd dat maïs nog steeds zo’n populair basisproduct is in Zimbabwe en omliggende landen, vertelt Bram de Jonge, Seed Policy Advisor bij de Nederlandse ngo Oxfam Novib: ‘Zimbabwe is een schoolvoorbeeld van een land waar gigántisch is ingezet op maïs. maar maïs heeft voldoende en een stabiele watertoevoer nodig; nu de periodes van droogte steeds extremer worden, zie je veel oogsten mislukken.’

Volgens alle betrokken partijen zijn kleine granen, zoals gierst en sorghum (een gewas dat qua groeiwijze op maïs lijkt), en specifieke variaties van groenten en peulvruchten zoals pinda’s, boerenkool, okra en zwartoogbonen, een veel beter alternatief. Deze gewassen zijn niet alleen beter opgewassen tegen droogte en onregelmatige regenval, ze bevatten ook meer eiwitten, vitamines en mineralen dan maïs.

Interessant is dat het juist deze producten zijn die een écht traditioneel dieet zouden vormen in Zimbabwe en de buurlanden. Amkela Sidange, woordvoerder van de Environmental Management Agency in Zimbabwe – een overheidsorgaan en samenwerkingspartner van de VN – vertelt over de telefoon: ‘Het is niet alsof maïs een eeuwenoude traditie is. Het is gaandeweg geadopteerd. Eigenlijk zijn kleine granen onze beste vrienden.’

Volgens veel critici ligt de oorsprong van de hongersnood in Zimbabwe bij kolonialisme.

Zo sprak journalist Andrew Mambondiyani voor het online magazine Naturally Zimbabwean met oudere Zimbabwanen die nostalgisch terugblikken op vergeten producten en gerechten. Ze hebben het over het feit dat sadza van oorsprong met gierst werd gemaakt, over rupiza, pap gemaakt van zwartoogbonen, over amarantgraan en het brood dat hiervan werd gemaakt.

Al deze producten zijn ofwel niet meer beschikbaar, ofwel van mindere kwaliteit. Maïs is vooral in de tweede helft van de twintigste eeuw de markt gaan domineren. En het eten van vlees, wat nu dagelijkse kost is voor veel mensen, was in hun tijd nog een uitzondering.

Volgens veel critici ligt de oorsprong van het probleem bij kolonialisme, dat in Zimbabwe van 1888 tot 1980 duurde, toen maïs werd geïntroduceerd en traditionele gewoonten het gingen afleggen tegen het westerse eetpatroon. Tadzoka Pswarayi, een Zimbabwaanse publicist, schrijft in een artikel op het publicatieplatform Medium.com dat sadza een vorm van onderdrukking is: ‘Een koloniaal gerecht dat werd gebruikt om werkers goedkoop eten, zonder enige voedingsstoffen, te geven’.

Pswarayi citeert ook Kudakwashe Makoni, beter bekend als The Black Chef, die zich tijdens een kookprogramma beklaagt over het feit dat veel jonge Zimbabwanen met bewondering kijken naar westerse voedselhypes, maar nul erkenning geven aan traditioneel eten uit eigen land.

Volgens Nicola Kagoro, chef-kok en oprichter van de blog African Vegan on a Budget, is het veganisme als ‘westerse’ voedselhype feitelijk begonnen in Afrika. ‘Onze voorvaderen hadden een plantaardig dieet en aten alleen vlees bij speciale gelegenheden. Kolonialisme heeft ons geleerd om dagelijks vlees te eten’, aldus Kagoro. Een écht dekoloniaal dieet zou volgens haar dus zelfs grotendeels veganistisch zijn.

Zimbabwe-based chef is not keeping up with the current times; rather, she is going back to the roots. Nicola Kagoro is educating local Africans about the benefits of adapting a vegan diet #Zimbabwe #Diet pic.twitter.com/35MqPPOIY7

— ZooM Bulawayo (@ZoomBulawayo) June 14, 2019

En toch blijft maïs populair, terwijl kleine granen volgens De Jonge van Oxfam Novib als poor man’s food worden gezien, vooral door de jongere generatie. Ook uit onderzoek in het wetenschappelijk tijdschrift Cogent Social Sciences blijkt dat er een stigma rust op kleine granen. Vooral mensen in stedelijke gebieden zouden erop neerkijken en het associëren met armoede.

Maar bij de vraag of er daadwerkelijk een verband is tussen kleine granen en armoede, schiet Sidange van de Environmental Management Agency in de lach. ‘Het gaat niet om arm of rijk, maar om modern of ouderwets. Het is een generatiekwestie: jongeren zijn opgegroeid met fast food, hier veelal met maïs gemaakt. Ze zien sorghum en gierst als achterhaald.’ Die houding is een bijna logische uitkomst van een decennialang beleid waarbij zaadproducenten vrij spel kregen.

Maïs als machtsmiddel

Maïs is niet alleen een koloniale erfenis, huidige verkopers van zaden hebben er nog steeds belang bij dat Zimbabwe maïs blijft eten. Grote zaadbedrijven zoals Seedco, Parner, Pioneer, Cargil en Bayer (dat Monsanto in 2016 overnam) maken al sinds de vorige eeuw hun opmars, en domineren inmiddels de nationale markt.

En zij verdienen grof geld aan de maïsproductie. Het is namelijk een hybride gewas, wat betekent dat het gelijkmatig groeit. Deze hybride gewassen zijn goed voor de verkoop én, zo legt De Jonge uit, deze zaden kun je niet makkelijk hergebruiken.

Traditionele gewassen – zoals sorghum en gierst – juist wel. ‘Het is natuurlijk winstgevender om zaden te verkopen die telkens opnieuw moeten worden gekocht, dan iets wat kan worden hergebruikt. Ook de politiek heeft hier lange tijd op ingespeeld. Er worden tal van subsidies verleend voor de maïsproductie, en vlak voor verkiezingen worden vaak maïszaden verspreid onder boeren.’

@theblackchefzw

The Black Chef Kudakwashe Makoni maakt sadza niet met maïs maar met gierst.

@theblackchefzw

Het onderzoek in Cogent Social Sciences komt tot dezelfde conclusie als antwoord op de vraag waarom boeren geen kleine granen willen verbouwen.

Maïs is zó winstgevend dat weinig Zimbabwaanse boeren er echt van af willen.

Boeren hebben allerlei bezwaren: denk aan hoge werklasten, onvoldoende zaden en een gebrek aan technische middelen. Maar het komt uiteindelijk neer op één patroon: er is een totaal gebrek aan investeringen in onderzoek, ontwikkeling en productie van winstgevende variaties van kleine granen. Er zijn wel bedrijven die investeren in gierst, maar dat zijn vooral brouwerijen die het graan gebruiken voor de bierproductie.

Na decennia van dit beleid is maïs zó winstgevend dat weinig Zimbabwaanse boeren (en ruim 60 procent van de Zimbabwaanse bevolking werkt in de landbouw volgens de VN) er echt van af willen. Mushita van CTDT: ‘Ruim 70 procent van de Zimbabwaanse boeren verbouwt puur voor hun eigen voedselvoorziening. Maar ook zij willen wel eens wat verkopen, bijvoorbeeld om het onderwijs van hun kinderen te betalen. Maïs verkoopt gewoon heel goed.’

‘We proberen hier verandering in te brengen door onze eigen zaadbedrijven op te zetten, en dat gaat de goede kant op. Maar de verandering moet ook aan de kant van de consument gebeuren: het is nu tijd om het gebruik van andere producten te promoten.’

@africanveganonabudget

Potstickers (gebakken dumplings) in een saus van kool, ui, wortel en tomaat.

@africanveganonabudget

Sojabrokken en gierst

Voor inspiratie en recepten komen bloggers als Kudakwashe Makoni (The Black Chef ) en Nicola Kagoro (African Vegan on a Budget) van pas. Zij combineren hun boodschap over traditioneel Afrikaans eten met goede receptuur.

Kagoro organiseert maandelijkse diners waarbij succesvolle chefs kennismaken met veganistisch eten, én heeft een project opgezet om boeren de waarde te leren van plantaardig, traditioneel eten zoals kleine granen. Dat laatste doet ze niet in samenwerking met een formele organisatie, maar geheel op eigen initiatief.

‘Ik merk dat door armoede veel Zimbabwanen al vaker plantaardig eten’, zegt Kagoro. ‘Mensen eten bijvoorbeeld sojabrokken in plaats van vlees. Wat ik probeer te doen, is hun laten zien dat zo’n plantaardig en betaalbaar dieet ook lekker en gezond kan zijn. En tegelijk wil ik veganisme promoten onder jongeren die het als een ‘wit’ en duur dieet zien.’

‘Kijk eens weg van westerse hypes en kijk wat meer naar onze eigen producten.’

Kagoro vertelt in een interview met het culinaire magazine Saveur dat het concept van veganisme een trend begint te worden in Zimbabwe, maar wel een niche-industrie blijft die vooral inspiratie haalt uit het Westen. Het importeren van tofu, tempeh en veganistische melk levert een flink prijskaartje op, maar dat is nergens voor nodig, zegt Kagoro. Juist traditionele Zimbabwaanse producten zijn een prima basis voor een veganistisch dieet.

Kagoro’s blog staat vol met recepten die van zulke producten gebruikmaken, zoals spliterwtencurry, salade van rode biet en stoofschotels van wilde spinazie en tomaat. ‘It’s a vegan heaven if you know what to look for.’

Ook Makoni combineert recepten met een boodschap: kijk eens weg van westerse hypes en kijk wat meer naar eigen producten. In zijn kookprogramma maakt hij onder andere boerenkoolchips: helemaal ‘in’ onder foodies wereldwijd, en dus ook vrij duur, tenzij je de variatie van boerenkool gebruikt die van nature groeit in Zimbabwe.

En ondertussen zetten organisaties als CTDT receptenblogs in, om te laten zien wat je al niet kunt doen met kleine granen. Zoals het populaire sadza maken, dat met een nét iets andere bereiding ook van gierst kan worden gemaakt.

Volgens Amkela Sidange is het onvermijdelijk dat steeds meer mensen naar traditionele producten grijpen. De gevolgen van de klimaatverandering zijn voor iedereen voelbaar, en het valt niet meer te ontkennen dat maïs geen voedselzekerheid kan bieden. ‘Ik at zelf ook dagelijks maïs, en het heeft best wat tijd gekost om dat aan te passen.’

‘Maar ik zou niet anders meer willen. Uiteindelijk hoef je niet echt veel te veranderen, en ook de markt zou niet zóveel invloed moeten hebben op wat we eten, want de meeste boeren in Zimbabwe zijn zelfvoorzienend. We moeten gewoon terug naar onze oude gewoonten. Maar dan moeten we eerst af van onze huidige gewoonten.’

Dit artikel verscheen eerder op oneworld.nl.