Clinton & Trump versus Rusland, China, de NAVO en het Midden-Oosten
Als de Amerikaanse verkiezingen van belang zijn voor de hele wereld, dan zou je denken dat internationale politiek een belangrijk thema is in de Amerikaanse verkiezingen, maar dat valt tegen. Daarom doet Tine Destrooper in een tweede grote analyse zelf een poging om de internationale politiek van Clinton en Trump te verhelderen.
Ook in het laatste presidentiële debat raakten beleidsposities weer ondergesneeuwd onder persoonlijke verwijten, het dreigement de uitkomst van de stemming niet te respecteren en suggesties van een media-samenzwering.
Slechts weinig kiezers weten daardoor hoe beide kandidaten denken over fundamentele onderwerpen waarover in de komende legislatuur beslist moet worden. In een vorige analyse bekeken we de economische standpunten van de Democratische en Republikeinse kandidaten. Hieronder analyseren we hun kijk op de Amerikaanse rol in de wereldpolitiek.
Isoleren of interveniëren?
Het buitenlands beleid van een hegemoon als de VS is een thema dat vele landen aanbelangt en ook voor Amerikaanse burgers zelf hoog op de agenda staat. Met name het beleid ten opzichte van China en de Amerikaanse politiek in het Midden-Oosten spelen een belangrijke rol in de programma’s van beide kandidaten. De beleidsvoorstellen omtrent deze specifieke thema’s worden echter bepaald door een onderliggend geloof in isolationisme versus interventionisme. Hier is wat beide kandidaten voorstellen en wat de gevolgen hiervan in de praktijk zouden kunnen zijn.
Trump: een onvoorspelbare isolationist
Indien hij verkozen zou worden, zou Trump de eerste Commander-in-Chief zijn zonder enige ervaring in politieke of militaire beleidsvoering. Hij introduceerde het neologisme ‘voorspelbare onvoorspelbaarheid’ en het adagio ‘be paranoid’ als leidraad voor het ontwikkelen van een buitenlands beleid.
Trump introduceerde het neologisme ‘voorspelbare onvoorspelbaarheid’ en het adagio ‘be paranoid’ als leidraad voor het ontwikkelen van een buitenlands beleid
Na maanden isolationisme gepreekt te hebben, presenteert Trump sinds eind april een nieuw verhaal over hoe om te gaan met Rusland, China, en zelfs ISIS: geen duidelijk buitenlands beleid vorm geven zodat de acties van de VS geheel onvoorspelbaar zijn voor staten die als vijandig worden gezien. Deze nieuwe positie werd gepresenteerd tijdens Trump’s eerste speech omtrent buitenlands beleid die hij – voor het eerst – integraal van een teleprompter aflas. Die teleprompter was volgens verschillende analisten een indicatie van hoe weinig voeling Trump met dit onderwerp had.
Zijn idee van onvoorspelbaarheid verontrust Amerikaanse buitenlandexperts echter evenzeer als het de feitelijke vijanden van de VS zou moeten verontrusten. Niet in het minste omdat het beleidsprogramma van Trump lijkt te suggereren dat het gebrek aan een duidelijk plan meer te maken heeft met onwetendheid dan met strategisch inzicht.
Op een vraag naar zijn strategie jegens de Quds Force (een Iraanse paramilitaire groep) beschrijf hij de rol van de Irakese Koerden, en op de vraag wie hij consulteert omtrent buitenlands beleid, antwoordde Trump in maart ‘ik praat vaak met mezelf, in de eerste plaats, want ik heb een goed stel hersenen en ik heb al veel gezegd’.
Buitenlands beleid lijkt daarmee in veel gevallen terug te leiden tot een extreme vorm van regressief isolationisme, America First, of, in Trumps’ eigen woorden: ‘Ik wil alles terugnemen dat Amerika ooit aan de wereld gegeven heeft’. Dat ‘America First’ ook de naam was van een extreem isolationistische beweging met anti-semitische kantjes in de periode voor Wereldoorlog II, wordt daarbij niet problematisch geacht.
Trumps retoriek heeft ook een debat in gang gezet dat misschien al lang geleden gevoerd moest worden: wat is de rol van de Verenigde Staten in de wereld?
Dat Trump’s buitenlands beleid weinig coherent is en weinig blijk geeft van een diep begrip van de Amerikaanse politieke geschiedenis, is duidelijk. Echter, de retoriek heeft ook een debat in gang gezet dat misschien al lang geleden gevoerd moest worden: wat is de rol van de Verenigde Staten in de wereld?
Dat dit debat onvermijdelijk is, wordt ondertussen steeds duidelijker. Trump’s uitspraken over waterboarding, Guantánamo, het vermoorden van de families van terrorisme-verdachten en een stapel andere ondoordachte uitspraken, maken het bijna onmogelijk om het debat dat hij op gang brengt te voeren op een gebalanceerde en genuanceerde manier.
Desalniettemin, zijn sommige van zijn ideeën niet enkel gangbaar in bepaalde progressieve en linkse milieus, ze werden ook reeds gepropageerd door de ‘founding fathers’ in de VS. Zo bijvoorbeeld het idee dat hij de VS niet meer wil opofferen voor de lokroep van het globalisme, dat hij sceptisch is over internationale verdragen die de besluitvorming op federaal niveau onmogelijk maken, en dat Amerika niet de pretentie moet hebben westerse democratieën op te richten in landen die daar niet om vragen.
Los van de grotere vragen die dit debat oproept, heeft Trump’s retoriek ook directe gevolgen voor de nabije toekomst. Het ‘America First’ beleid zou met name betekenen dat een terugtrekking uit de NAVO denkbaar wordt, dat China als de vijand moet worden bejegend en dat de VS zich onder Trump geheel zouden terugtrekken uit elke verdere missie in het Midden Oosten – althans zo valt te vermoeden op basis van de verder steeds wisselende voorstellen.
NAVO
Het Noord-Atlantische verdrag werd in 1949 getekend als een militair verdrag dat wederzijdse verdediging en samenwerking van de westerse landen regelt, met als principe dat een aanval op een van de landen zou worden opgevat als een aanval op allemaal en dat alle landen in dit geval zouden meehelpen om de aanvaller af te weren.
Sinds het eind van de Koude Oorlog leek de relevantie van deze organisatie af te nemen. Echter, sinds Ruslands militaire annexatie van de Krim (Oekraïne) in het voorjaar van 2014, werd het belang van grondtroepen weer duidelijk. Sindsdien is er een grotere militaire aanwezigheid van NAVO in de Baltische Staten en Polen. Deze aanwezigheid wordt door de leiders van de betreffende landen erg belangrijk geacht.
Trump wil eerst gesprekken over de bijdragen van elk van de NAVO leden vooraleer bereid te zijn alle lidstaten te verdedigen
In juli merkte Trump hierover echter op dat, indien de Baltische staten aangevallen zouden worden, het onzeker was of de VS hen te hulp zouden komen, en dat er in een dergelijk geval eerst gesprekken moeten zijn over de bijdragen van elk van de NAVO leden en een inschatting of de VS historisch niet te veel bijgedragen had.
Proportioneel betalen de Baltische staten echter reeds het grootste aandeel en leveren zij reeds het grootste aantal troepen, maar hun bescherming onder de NAVO wordt volgens Trump’s logica onzeker.
David Shalapak, buitenlandspecialist bij het RAND onderzoekscentrum wees op het gevaar van een dergelijke retoriek – zelfs indien die niet in de praktijk wordt gebracht – omdat één van de belangrijkste mechanismes achter de veiligheid die de NAVO belooft net de psychologische angst voor een militaire reactie is.
Volgens hem is het ontradende effect meer een kwestie van het creëren van een bepaald geloof bij de tegenstander dan van feitelijke interventies. Geloofwaardigheid is hierbij cruciaal: als de tegenstander niet gelooft dat je datgene gaat doen waarmee je dreigt, zal z/hij meer geneigd zijn om toch als eerste de aanval in te zetten.
Rusland
(auteur onbekend)
Trump’s positie omtrent de NAVO lijkt hand in hand te gaan met zijn positie omtrent Rusland. Onder Poetin heeft Rusland de laatste jaren een expansionistisch en agressief buitenlands beleid gevoerd, waarbij het separatisten in verschillende buurlanden steunde en de Krim annexeerde. Dit, en het hacken van Amerikaanse overheidsdiensten door Russische hackers, verzuurde de relatie met de VS.
Trump’s winst zou volgens velen dan ook een goede zaak zijn voor Poetin
Trump stelt echter voor de mogelijkheid voor een nieuwe alliantie met Rusland te bekijken, ten einde Rusland een actievere rol te laten spelen in landen als Syrië. Trump’s winst zou volgens velen dan ook een goede zaak zijn voor Poetin, die goede contacten heeft met veel van Trump’s top-adviseurs en zich in het verleden reeds meermaals lovend uitliet over Donald Trump.
Daarnaast voorspelt Ian Bremmer van Politico ook dat de macht van Poetin groter zou worden onder Trump omdat veel Europese leiders zullen weigeren om nog met Trump samen te werken in het Midden-Oosten (zelfs als Trump niet zo isolationistisch zou blijken als hij nu voorstelt), en daardoor naar Rusland zullen moeten kijken voor ondersteuning bij interventies. In een ander model in dezelfde studie vergroot de macht van Poetin omwille van een verzwakte NAVO.
China
De relatie tussen de VS en China is historisch gezien altijd complex geweest, en zowel op vlak van handel als buitenlands beleid zijn geschillen een integraal deel van de gedeelde geschiedenis van de twee landen. Omwille van China’s status als een grote macht, zijn invloed in landen zoals Noord-Korea en het feit dat Amerika een grote staatsschuld bij China heeft, is er echter nooit een bijzonder agressief beleid tegenover China gevoerd.
Trumps campagne heeft systematisch China aangevallen
Trumps campagne heeft echter systematisch China aangevallen: als oorzaak van jobverlies, als een manipulator van de Amerikaanse dollar, als hacker, en met de bedreiging hoge importlasten te heffen op Chinese goederen en de Amerikaanse militaire aanwezigheid in de Zuid-Chinese Zee te verhogen.
Volgens verschillende commentatoren wordt de agressieve retoriek in China echter in eerste instantie ervaren als een teken van een moegestreden Amerika. Een recent artikel op Guancha, de nationale nieuwswebsite, kopte daaromtrent: ‘Amerika zal niet langer hameren op respect voor mensenrechten’.
Dingli, een invloedrijke buitenlandspecialist aan Fudan Shanghai Universiteit, stelde dat Chinese ambtenaren enigszins bezorgd zijn over het beleid van voorspelbare onvoorspelbaarheid, maar dat Trump in China in eerste instantie wordt gezien als een beginneling die men makkelijk kan manipuleren.
Midden-Oosten
Omtrent natievormingsprocessen in het Midden Oosten parafraseert Trump in zekere zin Obama: ‘De focus ligt op natievorming in de VS’. Bij Trump is de implicatie van deze uitspraak echter een algehele terugtrekking uit natie-opbouw initiatieven in het Midden-Oosten.
In Irak bijvoorbeeld is de relatie van de VS met de Iraakse veiligheidsdiensten gecompliceerd, deels omwille van de terugtrekking van Amerikaanse troepen uit de regio onder Obama, deels omwille van de Iraanse invloed op de Irakese regering. Vandaag is Irak een totaal versplinterd land, verwikkeld in een complexe en bloedige strijd tussen soenieten, sji’ieten, Koerden en IS.
Ook omtrent Irak vertoont het discours van Trump een aantal ongemakkelijke gelijkenissen met argumenten die soms in meer salonfähige cirkels worden geuit
Ook omtrent Irak vertoont het discours van Trump een aantal ongemakkelijke gelijkenissen met argumenten die soms in meer salonfähige cirkels worden geuit: dat de VS nooit in Irak had moeten zijn, dat er geen duidelijke strategie was, enzovoort. De beleidsconclusie die hieraan gekoppeld wordt, is echter onduidelijk en varieert van algemeen terugtrekken tot samenwerken met de Koerden in de regio.
Ook met betrekking tot IS is Trump’s beleidsplan vaag.
IS is bij uitstek de vijand die Trump beoogt wanneer hij het heeft over zijn ‘onvoorspelbaarheids-beleid’. Noch in de beleidsvoorstellen noch in debatten is een coherent antwoord te vinden op de vraag hoe Trump IS zou aanpakken. Dat er 30.000 troepen zouden nodig zijn om IS te verslaan, dat hij hun olievelden zou bombarderen, dat hij internationale wetgeving op marteling zou herzien (in zijn eentje…), en dat Rusland meer ruimte zou moeten krijgen om militair te interveniëren, zijn daarbij de enige leidraad.
Opmerkelijk is ook hier de impact die alleen al deze retoriek heeft op beleid van andere actoren. Toen Trump Obama ‘de oprichter van ISIS’ noemde en verschillende keren benadrukte dat dit geen metafoor was maar een feitelijke beschuldiging, reageerde Hassan Nasrallah van Hezbollah hierop met de mededeling dat dit hun vermoeden bevestigde dat de VS extremistische groepen opricht om chaos te zaaien in het Midden-Oosten. Nasrallah: ‘Dit is een Amerikaanse presidentskandidaat. Hij spreekt in naam van de Republikeinse Partij. Hij heeft data en documenten die dit bewijzen.’
Ook met betrekking tot Iran heeft de retoriek alleen al van Trump meer effect gehad dan voorspeld kon worden.
De VS hebben historisch een troebele relatie met Iran, hoofdzakelijk omwille van de aanwezigheid van kernwapens en de anti-Amerikaanse en anti-Israëlische uitspraken van Iraanse leiders. Recent tekenden de VS een nucleair akkoord met Iran dat vanaf de eerste dag erg sceptisch onthaald werd in de VS.
Trumps kennis van en ervaring met nucleaire akkoorden is praktisch onbestaand
Trumps kennis van en ervaring met nucleaire akkoorden is praktisch onbestaand. Hij stelde daarover jaren geleden dat het hem een half uur zou kosten om alles te weten te komen wat er te weten valt over raketten, dat hij gewoon even een boek zou doorbladeren want dat hij het meeste toch al weet. Zoals een voormalige Republikeinse adviseur van het Witte Huis stelde: ‘Het probleem met Trump is dat hij niet weet wat hij niet weet.’
Desalniettemin stelt Trump dat hij deze deal zou ontmantelen (dan weer heronderhandelen, dan weer preciseren). Het laatste presidentiële debat haalde dan ook de krantenkoppen in Iran en was koren op de molen van Iraanse hard-liners die in reactie op de debatten het discours van confrontatie en afweer nieuw leven inbliezen. Karim Sadjadpour van de Carnegie Endowment for International Peace stelt dat verschillende Iraanse politieke leiders die ontevreden waren met de deal Trump’s uitspraken gebruiken om te suggereren dat Iran zich best uit het akkoord kan terugtrekken om het nucleair programma opnieuw aan te vatten.
Met andere woorden, zelfs indien Trump niet verkozen wordt (of wel verkozen wordt maar het akkoord gewoon behoudt) bestaat de kans dat het nucleaire akkoord zal falen omdat het Iraanse hard-liners een mogelijkheid geeft om zich uit het akkoord terug te trekken zonder hiervoor verantwoordelijk gehouden te worden.
Tot slot, met betrekking tot Israël-Palestina is Trump wel duidelijk omtrent zijn plannen. Waar de relaties tussen Israël en de VS enigszins afgekoeld waren onder Obama – mede omwille van het nucleair akkoord met Iran – voorziet Trump opnieuw een onvoorwaardelijke steun voor Israël. Waar hij aanvankelijk nog een neutrale positie voor de VS zag in de vredesgesprekken tussen Israël en Palestina, is dit sinds zijn deelname aan het Amerikaans-Israëlische Belangengroep Comité in Washington in maart helemaal omgeslagen naar onvoorwaardelijke steun aan ‘Amerika’s belangrijkste bondgenoot in de regio’.
Lees ook de analyse http://www.mo.be/analyse/trump-vs-clinton-tussen-isolationisme-en-voorzichtige-checks-op-de-vrije-handel
© Ruth Govaerts
Clinton: een multilaterale havik
In tegenstelling tot de Trump-campagne, heeft Clinton zich consistent als een gematigde pro-interventie kandidaat voorgesteld. Clinton’s visie is hierin sterk beïnvloed door die van haar mentor voor buitenlands beleid: Madeleine Albright.
Het buitenlands beleid van Clinton kan gekarakteriseerd worden als rechtser dan dat van Trump
Albright, destijds zelf gevlucht voor het Naziregime, is altijd een voorstander geweest van het idee dat Amerika onmisbaar is om een bepaalde stabiele wereldorde te handhaven en om de veiligheid van bondgenoten te garanderen.
Deze beleidsinspiratie heeft echter geleid tot het ontwikkelen van een buitenlands beleid dat gekarakteriseerd kan worden als rechtser dan dat van Trump, indien men klassieke links-rechts of ‘duif-havik’ terminologie gebruikt. Clinton stelde ook tijdens een bijeenkomst in San Diego in maart ook expliciet zelf dat ze rechtser is dan Trump en dat ze staat voor een agressief Amerikaans wereldleiderschap.
NAVO
Clinton’s positie omtrent de rol van de VS in de NAVO is direct gerelateerd aan haar Europees beleid en haar beleid tegenover Rusland. Waar Trump Europa vooral ziet als een conservatief continent met te strenge wetgeving omtrent wapenbezit en privacy, heeft Clinton een veel genuanceerder discours over Europa. Dit discours is gestoeld op het steunen van Amerikaanse bondgenoten in Europa, zowel in geval van een mogelijke aanval als met betrekking tot het beschermen van de grenzen tegen terugkerende strijders uit Syrië en Irak.
In deze context steunt de Clinton-campagne de NAVO onvoorwaardelijk, en heeft de kandidate haar steun uitgesproken voor een proactief beleid tegen mogelijke Russische agressie jegens een van de Oost-Europese staten. De rol van de NAVO in het ondersteunen van de VS na 11 september wordt hierin gezien als een reden waarom de VS nu op zijn beurt Europa moet steunen.
Rusland
Clinton’s feitelijke kennis van, en relatie met, Russische beleidsmakers is veel uitgebreider dan die van Trump, maar is traditioneel bijzonder slecht en complex geweest.
Clinton stelt dat het niet geoorloofd is voor Rusland om te interveniëren in Syrië aan de zijde van Assad zonder internationaal mandaat
Desalniettemin propageerde ze sinds 2009 samenwerking met Rusland voor zaken waar beide landen een gemeenschappelijk belang hebben. Onder Obama was zij de architect van het ‘reset’-beleid in Amerikaans-Russische betrekkingen dat Trump nu ook aanhangt. Deze campagne was gericht op betere diplomatieke betrekkingen en leidde tot een beperkt aantal successen in Noord-Korea, Afghanistan en de Wereldhandelsorganisatie, maar wordt nu door sommige commentatoren gezien als één van de oorzaken van een toegenomen Russische agressie in Ruslands buurlanden.
Vandaag legt de Clinton-campagne daarom de nadruk op samenwerkingen die precies gericht zijn op het inperken dan de Russische expansionisme, zoals de voortdurende steun aan de NAVO.
Ook haar positie omtrent de rol van Rusland in Syrië staat lijnrecht tegenover die van Trump, en stelt dat het niet geoorloofd is voor Rusland om te interveniëren in Syrië aan de zijde van Assad zonder internationaal mandaat.
China
Clinton zorgde mee voor Obama’s keuze om meer in te gaan tegen China’s expansionistische neigingen in de regio
Clinton stelt een tweeledig beleid voor met betrekking tot China, waarbij zowel samenwerking (inzake klimaatverandering en Noord-Korea) als een kritische benadering van een aantal zaken (zoals mensenrechten) een belangrijke plaats hebben. Twee zaken staan voorop in deze kritische benadering. Ten eerste was Clinton een voorname speler in Obama’s keuze om zijn beleid naar China te hervormen en meer in te gaan tegen China’s expansionistische neigingen in de regio. Ten tweede heeft Clinton’s campagne uitgesproken aandacht voor China’s mensenrechtenschendingen en wil dit een uitgesproken factor maken in de (handels)betrekkingen met China.
Daarnaast hamert de Clinton campagne ook op acties tegen het dumpen van Chinees staal op de Amerikaanse markt, de cyber-aanvallen die aan de Chinese regering toegeschreven werden eerder dit jaar, en de groei van China’s militaire macht.
Een van de voorstellen om te kunnen wegen op besluitvorming omtrent deze thema’s is het oprichten van een partnerschap met Aziatische landen dat vergelijkbaar is de partnerschappen die Amerika heeft met Europese landen. Echter, Clinton’s kritiek op het eerder aangegane Trans-Pacific Partnership roept vragen op over de mogelijkheid om dergelijke uitgebreide partnerschappen op vandaag aan te gaan.
Hillary Clinton (als minister van Buitenlandse Zaken) op bezoek bij de Amerikaanse en Koreaanse troepen in Zuid-Korea
CC US Embassy (CC BY-NC-ND 2.0)
Midden-Oosten
Clinton was één van de senatoren die in 2002 vóór een militaire interventie in Irak stemden – een beslissing die haar al jaren achtervolgt en waarvoor ze zich ook al verontschuldigd heeft. Haar feitelijke bekommernis om de crisis die volgde op deze interventie is echter twijfelachtig. Als Secretary of State bezocht ze Irak slecht eenmaal en advies omtrent de situatie in Irak neemt vaak de vorm aan van ‘zij moeten hun zaken nu op orde krijgen’ en ‘het is de taak van het Irakese leger of zichzelf te organiseren en IS te bevechten’.
Tegelijkertijd is ze sceptisch over de beslissing van de Obama-administratie om de training en bewapening van gematigde rebellen in de regio zo lang uit te stellen, waardoor niemand kon opstaan tegen IS en andere gewapende groepen in de regio toen deze op het toneel verschenen.
Met betrekking tot het bestrijden van IS, stelt Clinton een gelokaliseerde benadering voor waarbij vooral soenitische en Koerdische groepen worden ondersteund die momenteel al strijden tegen IS. Daarnaast voorzien de beleidsvoorstellen ook een grotere rol voor de VS in het oplossen van de humanitaire crisis die de oorlog veroorzaakt heeft en is er uitgebreid aandacht voor samenwerking met technologiebedrijven om de rekruteringsprocessen van IS via sociale media te bestrijden.
Het is met betrekking tot Iran dat Clinton de scherpste militaire uitspraken doet
Het meest controversiële punt van de campagne betreft echter luchtaanvallen. Enerzijds stelt de campagne een toename van luchtaanvallen op Irak en Syrië voor om terroristische netwerken te destabliseren. Anderzijds wordt voorgesteld een ‘no-fly’ zone boven Syrië in te stellen, wat een open conflict met Rusland (dat luchtaanvallen uitvoert op anti-Assad troepen) zou kunnen veroorzaken.
Het is echter met betrekking tot Iran dat Clinton de scherpste militaire uitspraken doet. Op verschillende momenten stelde ze expliciet militaire actie te zullen ondernemen indien wordt vastgesteld dat Iran uranium verrijkt, aangezien ze dit recht niet hebben onder het recente nucleaire akkoord. Deze stelling klopt echter niet. Onder het 2016 akkoord mag Iran wel degelijk in beperkte mate uranium verrijken.
Desalniettemin stelt Clinton een houding van wantrouwen jegens Iran voor, evenals het hernemen van unilaterale sancties. Deze sancties zouden een reactie zijn op Irans tests met wapenraketten en niet direct gerelateerd aan het nucleaire akkoord. In 2010 leidde Clinton reeds een – succesvolle – campagne om andere landen ervan te overtuigen hun olieafname van Iran drastisch terug te schroeven. Haar positie tegenover Iran lijkt dan ook veeleer die van een dwingeland te zijn dan die van facilitator van de dooi in Amerikaans-Iraanse relaties die ze zichzelf soms toedicht.
De agressieve taal omtrent Iran lijkt niet in het minst geïnspireerd door de samenwerking tussen de Iraanse staat en Hezbollah en de Iraans bedreigingen aan het adres van Israël.
Net als Trump voorziet Clinton een bijzonder pro-Israëlisch beleid dat Israëls militaire superioriteit in de regio moet garanderen, door middel van leveringen van geavanceerde wapens, F-35 gevechtsvliegtuigen en raketafweersystemen. Als dusdanig lijkt Israël het enige beleidsdomein te zijn waar beide kandidaten het over eens zijn, en de eensgezindheid belooft weinig verbetering te brengen voor de Palestijnen.
En de winnaar is…
© Ruth Govaerts
Het buitenlands beleid van Clinton en Trump breekt radicaal met de tradities van de twee partijen waar de kandidaten voor staan. In de mate dat er al gesproken kan worden van zoiets als een buitenlands beleid in het Trump-kamp, is dit op sommige vlakken linkser dan dat van de Clinton campagne. Deze omwenteling maakt het moeilijk om de electorale impact van de campagnes in te schatten. Tegelijk suggereert dit ook dat deze klassieke categorieën weinig verhelderend zijn om het huidige debat te analyseren. Deze verkiezingsstrijd, en met name Donald Trump, heeft de bestaande twee-partijen-consensus omtrent buitenlands beleid grondig door elkaar gehaald.
Kan Amerika de rol blijven spelen van een interventionistische hegemoon die overal ter wereld tussenkomt in naam van het promoten van een liberaal democratisch model?
Een andere belangrijkere vraag die in deze verkiezingsstrijd naar boven gekomen is, is die over de rol van Amerika in de wereld. Kan Amerika de rol blijven spelen van een interventionistische hegemoon die overal ter wereld tussenkomt in naam van het promoten van een liberaal democratisch model, of is er 25 jaar na het eind van de Koude Oorlog inderdaad nood aan een nieuw model voor internationale betrekkingen? Dit debat moest reeds veel eerder gevoerd zijn, en in die zin is het misschien nuttig dat de vraag nu eindelijk gesteld wordt. Echter, Trump gebruiken als een koevoet om deze doos van Pandora open te breken heeft weinig slaagkansen aangezien zijn retoriek dit debat van welke zinvolle en inhoudelijke discussie ook berooft.
De retoriek van onvoorspelbaarheid en paranoia, het geïmproviseerde beleid en de suggestie dat verrassing de beste bescherming is, wordt door zowat alle buitenland experts veroordeeld. Misschien geeft dit beleidsmakers een machtig gevoel, maar het nodigt vijanden van de VS uit om aan te vallen, ten einde te testen wat de VS gaat doen, wat ze wel en niet gaan verdedigen, hoe ze verdedigen, wanneer ze aanvallen, etc. Een helder beleid en voorspelbare uitkomsten hebben de grootste kans een invloed te hebben op de strategische berekening van mogelijke vijanden, terwijl gemixte signalen net het risico op foute inschatting vergroten en de kans dat de VS geprovoceerd zal worden doen toenemen.
Alleen al om die reden (en misschien enkel om die reden) is het buitenlands beleid dat Clinton voorstelt meer verdedigbaar dan dat van Trump.
De vragen die nu op de agenda geplaatst zijn omtrent de rol van de VS en van de twee grote Amerikaanse partijen, zullen echter in de nabije toekomst beantwoord moeten worden – bij voorkeur in een context die een meer genuanceerde discussie toelaat – en de onvrede over Amerika’s interventionistische beleid lijkt daarbij niet langer te negeren.