Hoe duurzaam is jouw handtas?

Analyse

‘Vegan leer wil nog niet zeggen dat het duurzaam is. Wat gemaakt is van plastic, is ook vegan’

Hoe duurzaam is jouw handtas?

Hoe duurzaam is jouw handtas?
Hoe duurzaam is jouw handtas?

Hoe duurzaam is een leren handtas? Volgens ontwerpster Lies Mertens, die eerder een Henry Van De Velde Award won, is (nog) geen enkel alternatief ertegen opgewassen. Tijd voor een debat over de toekomst van leer. ‘Een tas van ananas, hoe cool is dat?’

© Lies Mertens

De tassen van Lies Mertens zijn vooral ecologisch omdat ze lang zouden meegaan. ‘Tijdloos betekent ook duurzaam. Daarom koos ik voor leer.’

© Lies Mertens

De handtassen van Antwerps ontwerpster Lies Mertens hangen momenteel tentoongesteld in BOZAR. Daar mocht ze dinsdag meedingen naar de publieksprijs van de Henry Van De Velde Awards, een designaward uitgereikt door Flanders DC. Die organisatie ondersteunt creatieve ondernemers uit Vlaanderen en promoot ze ook actief via de campagne #ikkoopbelgisch.

Mertens greep naast de publieksprijs, maar mocht in november wel een Henry Van De Velde Award 2019, in de categorie ‘Consumers’, in ontvangst nemen.

‘Een stagiaire had mij ingeschreven voor de prijs’, zegt Mertens. ‘Dat is echt iets voor u, had ze gezegd. Zelf had ik daar nooit bij stilgestaan. Ik wil me niet als superecologisch profileren. Mij lijkt het gewoon een evidentie dat je, als je nu pas begint met een merk of bedrijf, ook let op de ecologische en sociale omstandigheden. Daarom blijf ik met de productie in Europa.’

‘Ik wil me niet als superecologisch profileren. Mij lijkt het gewoon een evidentie dat je, als je nu pas begint met een merk of bedrijf, ook let op de ecologische en sociale omstandigheden’

De handtassen van Mertens worden geproduceerd in Portugal. Hoewel ook made in Europe niet altijd een garantie is op eerlijke lonen, verzekert de ontwerpster ons dat de arbeiders een hoger loon dan gemiddeld verdienen. ‘Daar kijk ik op toe, ik bezoek de fabrieken regelmatig.’ In veel Portugese bedrijven verdienen arbeiders amper 4 euro per uur. ‘Vorig jaar kregen de arbeiders die mijn tassen produceren een uurloon van 7,5 euro.’

Tijdloos

Mertens, grafisch ontwerper van opleiding, maakte de overstap naar de modesector toen ze een mooie tas voor haar computer zocht. ‘Die moest aan drie criteria voldoen: simpel, degelijk, tijdloos. Toen ik dat niet meteen vond, ben ik het maar zelf gaan maken. Een tas moet met alles te combineren zijn, bij elke mogelijke outfit passen, de grillen van het seizoen en eender welke trend overleven. Hoe minder frullen, hoe beter.’

Net daarmee maakte Mertens het verschil volgens Bie Luyssaert, communicatiemanager van Flanders DC. ‘Voor de jury was het volledige businessplan, gekoppeld aan het ecologische aspect en de vormgeving, doorslaggevend.’

De tassen van Mertens zijn vooral ecologisch omdat ze lang zouden meegaan. ‘Tijdloos betekent ook duurzaam. Daarom koos ik voor leer.’

‘Leer is kwaliteitsvol, het gaat lang mee en het is vaak zo duur dat het – normaal gezien – niet snel weggegooid wordt’, zegt Evert Vanecht, chemicus aan de Limburgse hogeschool UCLL. ‘Het kan dus inderdaad een duurzaam product zijn. Hoe duurzaam, dat hangt af van het productieproces.’

Vervuilende looiprocessen

Dat leer zijn voor- en tegenstanders kent, heeft voornamelijk te maken met de manier waarop het materiaal gelooid wordt. Erg milieuvriendelijk is dat vaak niet. De productie kost liters water, gemakkelijk meer dan 300 liter per kilogram.

Grofweg bestaan er twee manieren om leer te looien, legt Sander De Vrieze ons uit. De Vrieze is doctor in materiaalkunde en materiaalexpert bij Centexbel, het Belgisch instituut voor textielonderzoek. ‘Het looiproces gebeurt ofwel in een bad van tannines of looizuren, die voorkomen in hars van bomen, ofwel via een oplossing gebaseerd op zware metalen zoals chroom.’

‘Dierenhuiden zijn natuurlijke materialen, die kunnen rotten. Op het moment dat je ze bewerkt, stopt het rottingsprocédé en wordt het materiaal soepeler. Chemicaliën zijn de goedkoopste en snelste manier om leer te bewerken. Hoewel ze heel belastend zijn voor mens en milieu, worden ze nog vaak gebruikt. Zo’n looiproces gebeurt amper nog in Westerse landen, maar vooral in landen zoals Marokko en Algerije.’

© Lies Mertens

‘Mij lijkt het een evidentie dat je, als je pas begint met een merk of bedrijf, ook let op de ecologische en sociale omstandigheden’

© Lies Mertens

Tegen weer en wind

Gelukkig bestaat er een alternatief voor het chemisch looien van leer. De Vrieze: ‘Daarvoor wordt het leer op een natuurlijke manier gelooid, zonder chroom of andere metalen zoals kwik.’

‘Volgens mij is het grootste voordeel van chroomleer dat het veel beter bestand is tegen weer en wind dan natuurlijk gelooid leer’, zegt Mertens als ze haar zoektocht naar het juiste materiaal uit de doeken doet. ‘Natuurlijk gelooid leer heeft doorgaans geen beschermcoating. Als het in de zon komt, verkleurt het. En als het regent, worden de druppels strepen op je materiaal.’

Erg tijdloos zijn beide methodes volgens Mertens niet. ‘Het ene is niet biologisch afbreekbaar, het ander blijft niet mooi.’ Dus zocht Mertens verder. ‘Ik wou een materiaal dat tegen een stootje kan. Daarom ging ik voor een combinatie van de twee: een manier waarop leer volledig natuurlijk gelooid kan worden, met materialen die niet schadelijk zijn, en tegelijk tegen ons Belgisch regenweer bestand zijn.’

‘In Portugal vond ik een leerlooierij die biologisch leer bewerkt met natuurlijke producten, zoals hars van bomen, en wel een waterafstotende coating toevoegt’, aldus Mertens. ‘Ook de coating is plantaardig. Op twee weken tijd kunnen alle producten die doorheen het proces gebruikt worden om een handtas te maken, afgebroken kunnen worden in de natuur.’

Van slachthuis naar leerlooierij

Het vaak erg vervuilende looiproces van leer is niet het enige punt van kritiek waar tegenstanders op wijzen. Ook de oorsprong van het product doet vaak wenkbrauwen fronsen. Leer blijft afkomstig van dierenhuiden en die dieren worden op zijn zachtst gezegd niet altijd even goed behandeld.

‘Traditioneel leer kan duurzaam zijn als je, naast een natuurlijk looiproces, kan traceren waar de huiden vandaan komen’, vindt Jasmien Wynants, duurzaamheidsexperte van Flanders DC.

‘Er zijn merken die enkel werken met huiden van dieren die een natuurlijke dood zijn gestorven’

Bij het traceren zijn er verschillende elementen van belang. ‘Werd het dier gekweekt om leer te maken van zijn huid en in welke omstandigheden? Of is het een bijproduct van de voedingsindustrie? En dan opnieuw: in welke omstandigheden werd het dier onderhouden en uiteindelijk geslacht?’ Die vragen stelt Wynants hardop. ‘Of misschien werd het zelfs helemaal niet geslacht, want er zijn merken die enkel werken met huiden van dieren die een natuurlijke dood zijn gestorven.’

Dat laatste doet Mertens niet. ‘Wel werken we samen met een Portugees slachthuis, op een halfuur rijden van onze leerlooierij. We verwerken dus enkel dierenhuiden van dieren die al geslacht zijn voor hun vlees’, zegt de ontwerpster, die ook al een bezoek bracht aan dat slachthuis.

‘De dierenhuiden waarvan leer gemaakt wordt, zijn meestal afkomstig van dieren die geslacht worden voor de voedingsindustrie’, bevestigt Centexbel-expert De Vrieze. Maar soms worden dieren speciaal gekweekt voor hun huid. Vooral in het luxesegment worden soms dieren naar de slachtbank geleid om in eerste instantie hun vel, niet hun vlees, te gebruiken.

Beter gerecycleerd?

Als je zeker wil zijn dat er geen dieren speciaal geslacht zijn voor je leren tas, is het misschien een oplossing om enkel gerecycleerd leer te aanvaarden. Of niet? ‘Het is moeilijk na te gaan waar het leer vandaan komt’, poneert UCLL-chemicus Vanecht. ‘Zonder dat je het weet, kun je te maken hebben met chroomleer. Je mag niet vergeten dat zulke zware metalen niet enkel belastend zijn voor het milieu, maar ook huidirritatie en huidallergie kunnen veroorzaken.’

‘Op gerecycleerd leer zouden eerst testen gedaan moeten worden om uit te sluiten dat er chroom in het leer zit. Maar die testen zijn tijdsintensief. Voor elk klein stukje leer ben je al een dag bezig. En het is dan ook nog eens heel duur. De testen zijn zo complex dat ze uitbesteed moeten worden.’

Volgens Mertens is het ook geen oplossing om met leeroverschotten te werken, om diezelfde reden. ‘Bij overschotten weet je nooit echt hoe het materiaal tot stand is gekomen. Heeft het dezelfde kwaliteit? Is het wel chroomvrij leer? Best wat mensen zijn daar allergisch aan.’

Koeienhaar tegenover zalmschubben

Als je met nieuwe dierenhuiden aan de slag gaat, kun je die niet meteen in een bad vol looizuren leggen. ‘Om van dierenhuid leder te maken, zijn nog een vijftiental stappen nodig’, zegt Jasmien Wynants. ‘Dat gaat van wassen tot ontharen, naar looien, kleuren, waterresistent en zacht maken.’

Ontharen is een stap die Brussels handtassenontwerpster Saskia Aelen niet moet doen. Voor haar merk Ms. Bay werkt Aelen met een ander soort dierenhuiden dan Mertens. ‘Ik ben uiteindelijk teruggevallen op zalmleer. Het is slijtvast, makkelijk te bewerken en het ziet er luxueus uit.’

Nog een pluspunt waar Aelen op wijst, is dat het looien van zalmhuiden milieuvriendelijker zou zijn dan het looien van koeienhuiden. ‘Het verwijderen van haren bij koeienhuiden is een zeer intensief en vaak chemisch proces, waarbij veel water verloren gaat. Een zalmhuid heeft enkel schubben, die kunnen mechanisch verwijderd worden. En de huid is bleker, waardoor er minder verf nodig is.’

‘Vissenhuiden zijn een wegwerpproduct. Het is eigenlijk afval, hooguit worden de huiden hergebruikt in hondensnacks. Het is dus duidelijk dat we niet op de juiste manier met onze afvalstromen omgaan’

Bovendien is het vel dunner dan een koeienhuid. ‘Toch zijn de huiden even sterk. Het voordeel van een dunnere huid is dat de looizuren sneller tot in de kern van het materiaal komen en het looiproces minder intensief wordt.’

De handtassen van Ms. Bay worden geproduceerd in India, in een fabriek met het WFTO-label. De zalmhuiden zelf haalt ze uit Noord-Europa, waar ook de leerlooierij is. Aelen werkt er samen met zalmkwekerijen en bewerkt zalmhuiden die anders weggegooid zouden worden.

‘Vissenhuiden zijn een wegwerpproduct’, legt ook De Vrieze van Centexbel uit. ‘Visverwerkingsbedrijven moeten zelfs betalen om de huiden te laten afvoeren. Het is eigenlijk afval, hooguit worden de huiden hergebruikt in hondensnacks. Het is duidelijk dat we niet op de juiste manier met onze afvalstromen omgaan. Daar zit een groot duurzaamheidsvraagstuk in. We moeten veel meer circulair beginnen denken.’

Circulair denken

Circulaire mode is het vertrekpunt van Brussels handtassenontwerpster en duurzaamheidsconsulente Mayya Saliba. Saliba werkt niet met dierlijk leer, maar een plantaardig alternatief: Piñatex of ananasleer, ontwikkeld door de Spaanse onderzoekster Carmen Hijosa.

‘Om Piñatex te maken worden de vezels van het groen van de ananasplant gebruikt – het deel van de plant dat sowieso weggegooid wordt. Om die reden spreekt het mij zo aan. Door grondstoffen te gebruiken die al beschikbaar zijn, en anders bestemd zijn voor de afvalberg, verlaag je je voetafdruk’, meent Saliba.

© Mayya Saliba

Brussels handtassenontwerpster en duurzaamheidsconsulente Mayya Saliba werkt met ananasleer

© Mayya Saliba

‘Dat is mijn uiteindelijke doel als duurzaam ontwerper: ik wil nieuwe dingen creëren zonder negatieve impact op het milieu’, besluit Saliba.

Piñatex kent de laatste jaren steeds meer aanhangers. Wereldberoemd ontwerpster Stella McCartney werkt al een hele tijd met het materiaal. Sinds kort werkt zelfs Hugo Boss samen met Ananas Anam, het bedrijf van Carmen Hijosa, om schoenen te maken van Piñatex. Die worden dan vermarkt als veganistische sneakers.

‘Duurzaam en vegan zijn niet hetzelfde. Alles wat gemaakt is uit plastic is vegan’

Steeds meer ontwerpers en modehuizen brengen collecties uit in vegan leer. Die term wordt vaak in een adem genoemd met duurzaamheid. ‘Maar duurzaam en vegan zijn niet hetzelfde’, benadrukt Flanders DC-expert Wynants.

‘Je kan duurzaamheid vanuit verschillende standpunten benaderen. Vegan wil zeggen dat je kiest voor materialen die niet van dieren afkomstig zijn, vaak vanuit een diervriendelijke ideologie. Maar wat zegt dat over duurzaamheid? Alles wat gemaakt is uit plastic is bijvoorbeeld vegan, maar je kunt niet veralgemenen dat nepleer minder impact zou hebben op het milieu.’

Ook De Vrieze stelt zich vragen bij het aanbod aan alternatieven voor leer. ‘Krijgen mensen het gevoel dat bepaalde materialen op raken? Waarschijnlijk wel. Maar voor mij klinkt het vooral als marketing. Neem nu de term op zich. Vegan leer is taalkundige waanzin: leer betekent gewoon dierenhuid. Daaraan alleen al merk je dat hier veel marketeers achter zitten.’

‘Duurzaam dit en vegan dat’

Dat beaamt Olga Van Genechten, die het Gentse filiaal van de ecoshop Supergoods uitbaat. ‘Vegan leer is nog niet wat het moet zijn’, zegt Van Genechten, die mode studeerde en zes jaar in de traditionele mode-industrie werkte.

Van Genechten was pas op Neonyt, een Duitse textielbeurs waarin duurzame ondernemers hun producten voorstellen. ‘Overal was het duurzaam dit en vegan dat. Zodra ik doorvroeg, bleek meteen dat het om – weliswaar gerecycleerd – plastic ging. Hoe duurzaam is een tas die totaal niet biologisch afbreekbaar is?’

‘Wij hebben een handtassenmerk dat werkt met kurkleer, uit Portugal’, geeft Van Genechten nog een voorbeeld. ‘Een heel mooi materiaal, maar de voering van de handtassen blijft synthetisch. Echt duurzaam is het hele verhaal dus niet. Ik krijg het gevoel dat merken snel tevreden zijn’, besluit ze.

Ook Mayya Saliba kan nog niet altijd volledig om plastic heen. ‘Soms moet ik het wel gebruiken bij de afwerking van de tassen. Eigenlijk wil ik de plasticindustrie geen excuus geven om nog meer te produceren, gewoon omdat ik iets nieuws wil maken. Gelukkig zijn er vandaag veel bedrijven die werken met gerecycleerd plastic en initiatieven die plastic afval uit de oceaan vissen en hergebruiken’, aldus de ontwerpster.

Saliba begrijpt het pessimisme van Van Genechten, maar wil de nadruk leggen op een positiever verhaal. ‘Ik zie vooral veel vooruitgang. Het is cool om te kunnen zeggen dat je iets draagt dat van ananas gemaakt is. En het heeft ook een positieve impact. Het wordt steeds beter, want Carmen Hijosa blijft onderzoek doen om het materiaal nog te verbeteren.’

Collega-ontwerpster Mertens staat sceptisch tegenover veganistisch leer. ‘In mijn winkel zie ik klanten met een veganistische handtas. Na een jaar begint dat “leer” er slechter uit te zien, het pelt helemaal af. Liever een product dat lang kan meegaan, dan iets wat na twee jaar al kapot is en vervangen moet worden’, besluit ze.

Volgens De Vrieze van Centexbel klopt het dat alternatieven voor leer momenteel niet in de buurt komen van dierlijk leer van topkwaliteit. ‘Maar ook leer bestaat in verschillende kwaliteiten. Met schoenen van suède doe je toch ook maximaal een jaar? Piñatex gaat minstens even lang mee. Op die manier is het evenwaardig als alternatief.’

Van appel tot handtas

Ook UCLL-docent Vanecht werkt volop aan een plantaardig alternatief voor leer. Als Limburgs onderzoeker vond hij zijn heil in de vezels van appelen en peren. Momenteel staat het UCLL-project, dat Appeal gedoopt werd, nog in zijn kinderschoenen. ‘Mijn studenten kunnen al sleutelhangers maken van “appelleer”. Als ze de vorm ervan beu zijn, kunnen ze het materiaal oplossen in water en ofwel omvormen tot een nieuwe sleutelhanger, ofwel composteren.’

Nu is het vooral de bedoeling om het materiaal sterker te maken, met coatings, zodat het niet meer oplost zodra het in contact komt met water. ‘Als we de eigenschappen van de vezels verbeteren, komen we tot fruitleer waar we misschien wel een handtas van kunnen maken.’

Net als bij Saliba en De Vrieze legt Vanecht de nadruk op het circulaire verhaal. ‘Per jaar produceren we in België 100.000 ton appelen en peren die niet verkocht geraken. Slechts een vijfde daarvan gaat naar de voedselbanken of wordt verwerkt tot dierenvoeding.’ Vier vijfde belandt opnieuw op het veld van de boer, als meststof. Een ‘minderwaardige toepassing’ noemt Vanecht dat. ‘Met reststromen zouden we veel meer kunnen doen.’

‘Eigenlijk is leer, in de meeste gevallen, een reststroom. Zolang wij vlees blijven consumeren, zullen we dierenhuiden hebben. Het zou zonde zijn om daar niks mee te doen’

Als Vanecht het over reststromen heeft, wijst hij ook traditioneel leer aan. ‘Eigenlijk is leer, in de meeste gevallen toch, ook zo’n reststroom. Zolang wij vlees blijven consumeren, zullen we dierenhuiden hebben. Het zou zonde zijn om daar niks mee te doen.’

In die zin zijn zowel traditioneel leer, gelooid op natuurlijke wijze, als innovatieve veganistische alternatieven – géén plastic nepleer – allebei duurzame producten. ‘Zolang de processen om leer te looien verbeteren, zal het materiaal zijn plaats blijven hebben in de toekomst’, besluit Vanecht.

Dat beaamt Flanders DC-expert Wynants volmondig. ‘Steeds meer ondernemers denken na over dat proces. Onze boodschap? Steun merken die actief op zoek gaan naar duurzame oplossingen. Ze zijn er en ze worden steeds talrijker.’