Hoe moeten we de geweldescalatie in Jeruzalem nu echt begrijpen?

Analyse

‘Historisch Palestina, met de Palestijnen, wordt al decennialang systematisch weggevaagd’

Hoe moeten we de geweldescalatie in Jeruzalem nu echt begrijpen?

Hoe moeten we de geweldescalatie in Jeruzalem nu echt begrijpen?
Hoe moeten we de geweldescalatie in Jeruzalem nu echt begrijpen?

Wat is er aan de hand in de wijk Sheikh Jarrah in Jeruzalem waar de clashes van de voorbije dagen ontvlamden? MO* duikt in de voorgeschiedenis van Jeruzalem. Want dat is nodig om te begrijpen waarom Palestijnen massaal op straat komen.

Een man neemt eten uit zijn koelkast, nadat zijn huis werd vernield door het Israëlische leger in de wijk Ras al-Amud in Oost-Jerusalem (Februari 2021)

© Belga/AFP

Een dag voor het einde van de ramadan beleeft het Midden-Oostenconflict een nieuw dieptepunt. Na een maand van onlusten in Jeruzalem, leidden provocaties in de Palestijnse wijk Sheikh Jarrah de voorbije dagen tot een ontvlambare situatie in de hele stad. Die dreigt nu over te slaan naar de hele regio. De inzet van het geweld is Jeruzalem met Sheikh Jarrah als symbooldossier. ‘Sheikh Jarrah illustreert hoe historisch Palestina in Jeruzalem al decennialang samen met de Palestijnen systematisch wordt weggevaagd.’

De spanningen begonnen een maand geleden toen de Israëlische politie besliste om, aan het begin van de ramadan, het plein aan de Damascuspoort in Oost-Jeruzalem af te zetten voor publiek. Daarmee pakten de Israëlische autoriteiten een populaire ontmoetingsplaats af voor Palestijnen.

Daarop volgde een maand van protesten en geweldconfrontaties tussen Palestijnen en Israëlische ordediensten in Oost-Jeruzalem. Met een aantal uitschieters zoals op 22 april. Volgens de Israëlische krant Haaretz raakten die dag meer dan 100 Palestijnen gewond toen de extreem-rechtse Israëlische organisatie Lehava een mars hield door Jeruzalem. De verwijdering van de barricades aan de Damascuspoort op 25 april kon nieuwe rellen niet verhinderen.

Op vrijdag 6 mei, de laatste vrijdag van de ramadan, braken nieuwe geweldescalaties uit in Jeruzalem. De directe aanstoker daarvoor was de extremistische Israëlische politicus Itamar Ben-Gvir. Deze aanhanger van Kahane en zijn verboden Kach-beweging trok op 6 mei naar Sheikh Jarrah, een wijk in Oost-Jeruzalem waar Palestijnse families al jaar en dag bedreigd worden met uitzetting.

In Sheikh Jarrah, een wijk in Oost-Jeruzalem worden Palestijnse families al jaar en dag bedreigd met uitzetting.

Er volgden opnieuw grote protesten waarbij ook Palestijnen van buiten Jeruzalem aansloten. De Israëlische politie zette zware middelen in, zoals het gebruik van waterkanonnen en zelfs rubberkogels, en limiteerde de toegang tot de Al-Aqsa-moskee. Meer dan 300 Palestijnen en 17 Israëlische politieagenten raakten in alleen al in het weekend gewond, aldus Haaretz.

De spanningen lopen ook buiten Jeruzalem op. Na nieuwe rakettenaanvallen van de militaire vleugel van Hamas uit Gaza op onder meer het Israëlische Ashkelon, waarbij een tiental gewonden vielen, reageerde Israël maandagnacht met aanvallen op Gaza. Daarbij zouden 24 Palestijnen zijn gedood en 124 gewonden zijn gevallen. Ook elders, onder meer in de Israëlische stad Lod, leidden protesten tot geweldescalaties.

Intussen blijft ook in de wijk Sheikh Jarrah de spanning aanhouden. ‘Sheikh Jarrah illustreert hoe historisch Palestina in Jeruzalem al decennialang samen met de Palestijnen systematisch wordt weggevaagd’, tweet de Frans-Palestijnse actviste Ines Abdelrazak. En dat zegt alles over de kern van de protesten in Jeruzalem.

Wat is nu echt aan de hand in Sheikh Jarrah?

Palestijnse inwoners van Sheikh Jarrah, een Palestijnse wijk net buiten de Oude Stad van Oost-Jeruzalem, worden al 13 jaar met uitzetting bedreigd. Al in 2008 werden twee gezinnen uit hun huizen gezet. Hierna volgden nog onteigeningen, gevolgd door de intrek van Joodse kolonisten in de wijk.

De laatste maanden kwam de uitzetting van een aantal families in een stroomversnelling, via een aantal lopende rechtzaken. Momenteel dreigt de uitzetting van acht gezinnen, maar ook andere families hangt huisuitzetting boven het hoofd. In totaal zou het gaan om maar liefst 300 personen.

Momenteel dreigt de huisuitzetting van maar liefst 300 personen.

Het gaat om gezinnen die in 1948 waren gevlucht en daarna niet meer konden terugkeren naar hun oorspronkelijk huis dat was ingepalmd door Israël. De gezinnen werden in 1956 hervestigd door de VN-hulporganisatie voor Palestijnse vluchtelingen UNRWA en de Jordaanse regering. Deze laatste was op dat moment de bezettende en controlerende macht van Oost-Jeruzalem.

Waarop berust de huisuitzetting in Sheikh Jarrah?

In 1948 werd Jeruzalem tijdens de eerste Israëlisch-Arabische oorlog in twee gedeeld. West-Jeruzalem kwam onder Israëlische bezetting. Oost-Jeruzalem, dat de Oude Stad met al zijn heiligdommen omsluit, kwam onder Jordaanse bezetting.

Maar bij de zesdaagse oorlog in 1967 werden de kaarten van Palestina hertekend. Israël bezette niet alleen de Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever, ook Oost-Jeruzalem kwam onder Israëlische bezetting.

De Palestijnse inwoners van het bezette Oost-Jeruzalem vielen voortaan niet langer onder Jordaanse maar onder Israëlische controle. Deze Palestijnse Jeruzalemieten, die tot dan de Jordaanse nationaliteit hadden, krijgen geen Israëlisch burgerschap maar de status van ‘permanente inwoners van Israël’. Ook de inwoners van Sheikh Jarrah.

In 1972 krijgen de families bericht dat ze die huur voortaan moeten betalen aan twee Joodse comités – de eigenaars van de huizen, tot dan onbekend voor hen. In datzelfde jaar spanden de twee comités een proces aan, samen met de Israëlische Landautoriteit, om de grond van Sheikh Jarrah te registreren. Ze claimen de grond op basis van omstreden wetten.

Op welke wetten beroepen kolonistenorganisaties zich om grond te claimen?

Twee Israëlische wetten worden aangewend: de Wet van de Afwezige Eigenaars uit 1950 en een wet en bestuursverordening uit 1970, zegt Ir Amim, een Israëlische organisatie die ijvert voor een duurzaam Israëlisch-Palestijns Jeruzalem in een rapport uit 2020.

De Wet van de Afwezige Eigenaars uit 1950 betreft cynisch genoeg Palestijnen die vluchtten of verjaagd werden in 1948 en later niet meer konden terugkeren naar hun huizen. De wet regelt de onteigening van Palestijns goed van eigenaars die zich in “vijandig” gebied bevinden. Daaronder vallen dus ook Oost-Jeruzalem en de Westelijke Jordaanoever, Palestijns gebied.

Een andere wet en bestuursverordening uit 1970 heeft betrekking op Joodse eigendommen in Oost-Jeruzalem voor 1948. Deze wet vereist dat Joodse eigendommen worden overgedragen aan hun pre-1948 eigenaars.

Wat maakt Sheikh Jarrah zo symbolisch?

Sheikh Jarrah illustreert voor velen hoe de annexatie van Oost-Jeruzalem door Israël werkt. Israël hecht Palestijnse wijken in de stad langzaam maar zeker aan, in de strijd om grond en nieuwe grenzen voor de Joodse natiestaat.

Van 15.000 Palestijnen in Jeruzalem werd het verblijfsrecht afgenomen.

Van 15.000 Palestijnen in Jeruzalem werd het verblijfsrecht afgenomen. De voorbije decennia bleven bouwvergunningen voor Palestijnse inwoners uit, werden huizen voortdurend bedreigd met sloop en daadwerkelijk gesloopt.

Welke andere buurten zijn nog bedreigd?

Volgens Ir Amim en andere Israëlische en Palestijnse mensenrechtenorganisaties heeft Israël sinds 1967 meer dan een derde van de grond van Oost-Jeruzalem onteigend. Door de bouw van de Muur werden acht Palestijnse buurten — goed voor 120.000 personen — ook volledig afgesneden van Oost-Jeruzalem.

Net als Sheikh Jarrah wordt onder meer ook de Palestijnse wijk Silwan bedreigd door onteigeningen en de facto annexatie. In januari vorig jaar haalde de kolonistenorganisatie Ateret Cohanim gelijk in een gerechtelijke slag om de terugvordering van grond van Silwan. Ateret Cohanim werd twintig jaar geleden beheerder van de grond waarop Palestijnse huizen werden gebouwd, zonder medeweten van de Palestijnse inwoners van de wijk.

De kolonisten werden landbeheerders op basis van een claim: dat het oorspronkelijk Joodse grond was, die toebehoorde aan Jemenitische immigranten die er weer wegtrokken in de jaren 1920‑1930. Die grond eist Ateret Cohanim nu op, op basis van bestaande wetgeving.

Wat zegt het Internationaal Recht?

Volgens het Internationaal Humanitair Recht heeft Israël in principe de verplichting om de geldende wetgeving in bezet Palestijns gebied ongewijzigd te laten en dus geen nieuwe wetgeving uit te vaardigen.

De Wet van 1970 is strijdig met het Internationaal Humanitair Recht vermits ze de transfer van de Israëlische burgerbevolking naar bezet gebied faciliteert en de beschermde Palestijnse bevolking gedwongen verplaatst.

De Israëlische wetgeving waar kolonistenorganisaties zich op beroepen om te onteigenen, is absoluut discriminerend, zeggen mensenrechtenorganisaties.

En, voegen mensenrechtenorganisaties en critici daaraan toe, de Israëlische wetgeving waar kolonistenorganisaties zich op beroepen om te onteigenen, is absoluut discriminerend.

De Israëlische wetgeving maakt het mogelijk dat Joodse erfgenamen grond en huizen die verlaten werden, kunnen terugvorderen door te stellen dat het Joods eigendom was. Maar de Israëlische wet laat niet toe dat Palestijnse eigenaars hun oorspronkelijke eigendommen in West-Jeruzalem kunnen terugvorderen.