‘We hebben ons eigen afvalprobleem. We moeten dat van het Westen er toch niet bijnemen?’

Analyse

Europa hanteert dubbele standaard voor export van plasticafval en verboden pesticiden

‘We hebben ons eigen afvalprobleem. We moeten dat van het Westen er toch niet bijnemen?’

‘We hebben ons eigen afvalprobleem. We moeten dat van het Westen er toch niet bijnemen?’
‘We hebben ons eigen afvalprobleem. We moeten dat van het Westen er toch niet bijnemen?’

‘Als kind werden we wakker en roken we het gras. Vandaag staan we op met een scherpe, chemische geur.’ Aan het woord is een chemisch ingenieur annex activiste uit Maleisië, en de geur waar ze over spreekt is die van verbrand plastic. Want Europa exporteert ongestoord plasticafval naar landen die er zelf geen raad mee weten. Hoelang kan dat nog blijven duren?

© Pua Lay Peng

‘Vervuiling is een globaal probleem. Ook het Westen zal uiteindelijk met de gevolgen ervan worden geconfronteerd.’

© Pua Lay Peng

Hoelang kan Europa nog ongestoord zijn plasticafval en verboden pesticiden exporteren naar landen die er zelf geen raad mee weten? Nieuwe Europese regels zijn in de maak, maar zullen die wel voldoende zijn? De gevolgen van plasticvervuiling en giftige pesticiden op mens en natuur zijn nauwelijks nog te overzien. Bovendien zouden de chemicaliën via de achterdeur ook op ons bord belanden. ‘Dit is milieuterrorisme van het Westen.’

‘Als kind werden we wakker en roken we het gras. Vandaag staan we op met een scherpe, chemische geur. Can you imagine?

Kan je het je voorstellen? Vier keer rollen deze woorden over de lippen van Pua Lay Peng. Ze lijkt zich af te vragen of wij, westerlingen, wel beseffen wat we met ons plasticafval aanrichten. Met een vragende en doordringende blik tuurt ze in haar camera, tienduizend kilometer hiervandaan, in Maleisië.

De toxische geur is afkomstig van verbrand plasticafval. Pua toont me haar foto’s: bergen afval, zover het oog reikt. Verpakkingen van koffie van Jacobs Douwe Egberts, van kip van Asda Smartprice. ‘Dit is milieuterrorisme van het Westen’, verzucht Pua.

Eind september publiceerde het Environmental Investigation Agency (EIA) een rapport over de handel in plasticafval. De EU blijkt een grote exporteur: maar liefst acht Europese landen vullen de top tien. België staat op plaats zeven.

Een deel van het verscheepte afval belandt in het Globale Zuiden. In landen zoals Maleisië, waar het voor gezondheidsproblemen en milieuverontreiniging zorgt. Die praktijk maakt deel uit van een groter probleem: de export van schadelijke chemicaliën naar arme landen. Een losse regulering en een gebrekkig controlebeleid in die landen maken het lucratief om daar te lozen wat wij in Europa niet meer hoeven.

Toxische pesticiden, bijvoorbeeld. Twee weken na het rapport van EIA publiceerde lobbywaakhond Corporate Europe Observatory een filmpje over de verkoop van in Europa geproduceerde toxische pesticiden aan ontwikkelingslanden. De timing van de acties van EIA en Corporate Europe Observatory is niet toevallig. Op Europees niveau beweegt er momenteel heel wat om de export van zowel plasticafval als schadelijke pesticiden een halt toe te roepen.

Toch lijkt dat niet voldoende. Illegaal transport van plasticafval en het wegtrekken van de productie van toxische pesticiden uit de Europese Unie vragen om een fundamentele aanpak. Maar kiest Europa die ook?

© Pua Lay Peng

‘Als kind werden we wakker en roken we het gras. Vandaag staan we op met een scherpe, chemische geur. Can you imagine?’

© Pua Lay Peng

‘We doden onszelf’

Op een nacht in 2018 in het Maleisische dorpje Jenjarom, nabij de grote haven Port Klang, trok Pua er samen met enkele dorpsgenoten op uit. Een indringende geur waarschuwde hen. Een kilometer verderop vonden ze de oorzaak: duizenden ton in brand gestoken plastic. Met hun gsm’s maakten ze foto’s en filmpjes. Het verzamelde bewijs stuurden ze naar ngo’s, mensenrechtenadvocaten en de pers.

Voor Pua was de maat vol. Ze gaf haar job op als chemisch ingenieur en richtte zelf een ngo op om het plasticprobleem aan te kaarten: de Kuala Langat Environemental Action Group. Het was het begin van een lange strijd die vandaag nog lang niet is gestreden.

Volgens het rapport van EIA was Maleisië in 2020 wereldwijd de grootste importeur van plasticafval: het voerde zo’n 800.000 ton in van onder meer Japan, de Verenigde Staten, Australië en verschillende Europese landen. Ook Turkije en Vietnam voerden grote hoeveelheden in. Probleem: deze landen hebben niet de mogelijkheden om met dat plasticafval om te gaan. Bovendien is het vaak niet eens recycleerbaar.

‘Het is cynisch: het is goedkoper en gemakkelijker om ons afval te exporteren.’

Pua: ‘Wanneer de douane de container in de haven opent ziet ze plasticafval, hier gedumpt door Westerse landen. Veel Aziatische landen hebben maar weinig kennis over hoe ze moeten omspringen met afval en vervuiling. We hebben al ons eigen afvalprobleem. We moeten dat van het Westen er toch niet bijnemen?’

Het plasticafval komt terecht op stortplaatsen. Doorgaans rest er voor de (vaak illegale) ‘recyclage’-fabrieken niets anders dan het in brand te steken. De rook die hierbij vrijkomt is toxisch. Mensen in Pua’s omgeving krijgen ademhalingsproblemen en immuunziekten. Ook kanker komt nu vaker voor dan enkele jaren geleden – ‘volgens onderzoek vier tot zes keer zoveel’.

De arbeiders die in de recyclagefabrieken werken komen meestal uit arme landen zoals Bangladesh en India en zijn er het ergst aan toe. Pua: ‘We doden onszelf’.

De aanhoudende druk van Pua en haar medeactivisten dwong de Maleisische overheid er uiteindelijk toe om 300 illegale fabrieken te sluiten. Het lijkt niet echt te helpen, want de fabrieken werden gewoon naar elders in het land verplaatst, zegt Pua. Ook de intussen strenger geworden regelgeving voor de import van plastic zet geen zoden aan de dijk: ‘de corruptie wint uiteindelijk het pleit en de controle en het handhavingsbeleid zijn zwak.’

Volgens Pierre Condamine, beleidsmedewerker afval bij de ngo Zero Waste Europe, is die ‘losse omgang met plasticafval’ net de reden waarom westerse landen hun plasticafval exporteren. Een tweede reden is de goedkope arbeid. ‘Het is cynisch’, zegt Condamine, ‘maar het is goedkoper en gemakkelijker om ons afval te exporteren.’

© Pua Lay Peng

Bergen plasticafval in Maleisië.

© Pua Lay Peng

Exportban voor plastic

29 september 2021, Brussel. Voor het gebouw van de Europese Commissie (EC) staat een drie meter grote draak. Hij spuwt geen vuur, wel plasticafval. Een ludieke actie waarmee de ngo’s Rethink Plastic en Zero Waste Europe proberen druk te zetten op de EC. Dat is belangrijk, want in november zal de EC de aanpassing van de Europese Verordening Overbrenging Afvalstoffen (EVOA) publiceren. Dat zijn de regels over het transporteren van afval binnen en buiten de Europese grenzen.

Voor de voeten van de draak doet Eurocommissaris voor Milieu Virginijus Sinkevičius alvast de belofte om de export van plasticafval te verbieden. Er is één uitzondering: als het land van bestemming toestemming geeft voor de transfer.

Pierre Condamine voert al twee jaar intensief mailverkeer met de Commissie over de aanpassing van de EVOA. Hij is blij met het aanstaande exportverbod, maar had liever geen uitzonderingen gezien. ‘Want onze ervaring met de handel in plasticafval is dat, als je de deur op een kier laat, er veel gesjoemel ontstaat. Manieren om de regels te omzeilen of het exporteren van plasticafval onder onjuiste, duurzame labels.’

Dat kan, want de handel in plasticafval is helemaal niet transparant en daarom moeilijk te controleren. Condamine: ‘Huishoudelijk afval wordt eerst verzameld door de gemeente en gaat dan via de sorteerfabriek naar een of meerdere recyclagefabrieken. Dat zijn altijd private bedrijven, en op dat moment verliezen we de controle over wat er met het afval gebeurt’.

Wordt het afval verscheept, dan zijn er ook nog eens verschillende makelaars en tussenpersonen bij het transport betrokken. ‘Je kan er bijna geen controle over uitvoeren. Daarom is een volledige ban, zonder uitzonderingen, het veiligst.’

Friends Production

Op het Schumanplein in Brussel, voor het gebouw van de Europese Commissie (EC), stond op 29 september een drie meter grote draak. Hij spuwde geen vuur, wel plasticafval.

Friends Production

Overproductie en overconsumptie

Het is maar de vraag of zelfs een volledige ban de handel in plasticafval kan doen uitdoven. Het Vlaams Departement Omgeving (VDO) laat MO* weten dat er in Antwerpen ‘meer en meer geprobeerd wordt om kunststofafval onder het mom van grondstoffen of producten te exporteren, om zo controles te ontwijken.’

Onderzoek van Nederlandse en Belgische journalisten toonde ook aan dat zwaar vervuild plasticafval illegaal en op grote schaal verhandeld wordt, met de haven van Antwerpen als belangrijke hub.

De omgevingsinspectie is belast met de controle en administratieve afhandeling van illegaal transport, maar die zou in Antwerpen onderbemand zijn. Waar de haven van Rotterdam over twintig tot dertig inspecteurs beschikt, zijn dat er in de haven van Antwerpen amper vijf. Volgens het VDO is ‘vijf handhavers die permanent werken rond de illegale uitvoer van kunststofafval al een serieuze investering.’

Om de export naar landen in het Globale Zuiden werkelijk te doen stoppen is er volgens Condamine maar één structurele oplossing: we moeten minder plastic produceren. ‘Europa, zogezegd het welvarendste continent in de wereld, dumpt zijn afval elders. Waarom doen we dat? Het is een teken van overproductie en -consumptie.’

Europa nam alvast een eerste stap met de invoering van de Single Use Directive. Winkels mogen verschillende plastic items, zoals wegwerpbekers, bestek en borden, vandaag niet meer verkopen. Dat is goed nieuws, maar het gaat slechts over een beperkte plasticbesparing. Condamine: ‘Belangrijker dan de rechtstreekse impact is dat het misschien wel iets in gang zet.’

Pesticidevergiftiging bij boeren: ‘een continu proces’

Behalve plasticafval blijft ook onze omgang met giftige pesticiden een hardnekkig probleem. De gevolgen van schadelijke chemicaliën op mens en milieu zijn nauwelijks te overzien. Bijvoorbeeld in India, waar het pesticidegebruik almaar toeneemt. Alleen: waar komen die pesticiden vandaan?

‘We zien veel zieke mensen wanneer we naar landelijke dorpjes gaan. Mensen die overgeven of duizelig zijn.’ Narasimha Reddy Donthi is beleidsexpert bij Pesticide Action Network (PAN) India en is ervan overtuigd dat het pesticidegebruik in zijn land een belangrijke oorzaak is voor de slechte gezondheid van mensen op het platteland.

© Narasimha Reddy Donthi

‘Het pesticidegebruik in India gaat de laatste twintig jaar in een stijgende lijn. Toch is er een groot gebrek aan kennis over wat sommige pesticiden kunnen aanrichten.’

© Narasimha Reddy Donthi

Met PAN monitort Narasimha het pesticidegebruik in India. Dat gaat de laatste twintig jaar in een stijgende lijn. Toch is er een groot gebrek aan kennis over wat sommige pesticiden kunnen aanrichten. Ook bij de boeren zelf. Die hebben vaak geen idee welke pesticiden toxisch zijn, zegt Narasimha. En onder wetenschappers. ‘Er zijn maar weinig Indische studies over de impact van het pesticidegebruik op de bevolking.’

‘Landen die de wetenschappelijke kennis hebben over de gevaren van die pesticiden moeten hun verantwoordelijkheid nemen.’

Soms is die impact zeer duidelijk. In 2017 werden de ziekenhuizen in Yavatmal, in het centrum van India, overspoeld met lokale boeren met vergiftigingsklachten. Meer dan 40 boeren kwamen om, toonde onderzoek van PAN aan. Daar blijft het niet bij, zegt Narasimha. ‘Nationale data tonen dat het voortdurend gebeurt, al schatten wij de werkelijke pesticidevergiftiging minstens 50 keer zo hoog in is als wat de overheid zegt.’

Een recente studie duidt hoe groot het probleem is. Naar schatting 44 procent van alle boeren krijgt jaarlijks te maken met pesticidevergiftiging, voornamelijk in Azië en Oost-Afrika. Elk jaar loopt het voor zo’n 11.000 boeren fataal af.

‘Rijke landen moeten verantwoordelijkheid nemen’

De verkoop van schadelijke pesticiden komt voor op grote schaal. Onderzoek van de Zwitserse ngo Public Eye toonde aan dat maar liefst een derde van de totale verkoop van de vijf grootste pesticidebedrijven – BASF, Bayer, Corteva, Agriscience, FMC en Syngenta – chemicaliën bevatten die schadelijk zijn voor mens en milieu.

Een aanzienlijk deel daarvan wordt in Europa geproduceerd. Public Eye en Unearthed toonden aan dat Europese fabrieken in 2018 meer dan 80.000 ton schadelijke – en daarom in Europa verboden – pesticiden verscheepten. Vijf procent daarvan wordt in België geproduceerd door bedrijven als Bayer, Corteva, Kanesho en Arysta.

Net zoals bij plasticafval gaan de schadelijke pesticiden naar landen waar het wettelijke kader minder streng is. De Verenigde Staten en Japan bijvoorbeeld, maar ook landen als Brazilië, Maleisië, Chili en India.

‘In India moeten pesticiden geregistreerd worden vooraleer boeren ze mogen gebruiken’, vertelt Narasimha. ‘De impact op de gezondheid is een deel van dat registratieproces. Maar in de praktijk worden pesticiden niet gecontroleerd. Een gebrek aan controleurs, te weinig testcapaciteit en veel corruptie ondermijnen het legale kader voortdurend.’

‘Het kan gewoon niet dat rijke landen winst maken met de verkoop van toxische pesticiden aan arme, vaak onwetende landen en gewoon achterover leunen. Landen die de wetenschappelijke kennis hebben over de gevaren van die pesticiden moeten hun verantwoordelijkheid nemen.’

© Pua Lay Peng

‘Dit is milieuterrorisme van het Westen.’

© Pua Lay Peng

Europese exportban voor schadelijke chemicaliën op komst

Europa is wel degelijk van plan om maatregelen te nemen. Met de Strategie voor Duurzame Chemische Stoffen, die de Europese Commissie in oktober 2020 voorstelde, wil Europa de export van chemicaliën die ons continent zelf verbiedt – en dus ook pesticiden die in Europa verboden zijn – in de ban doen. Maar de implementatie van de strategie zal nog enkele jaren duren. Bovendien blijft het, net zoals bij het verbod op de export van plasticafval, afwachten hoe waterdicht die ban zal zijn.

‘Ondertussen is de pesticide-industrie haar productie waarschijnlijk al naar buiten de EU aan het verplaatsen’, zegt Nina Holland, onderzoekster bij lobbywaakhond Corporate Europe Observatory. Een exportban voor schadelijke pesticiden is voor Holland niet meer dan laaghangend fruit. Net zoals bij plasticafval kan het probleem – de vergiftiging in arme landen – ook hier fundamenteler worden aangepakt.

Volgens Holland zou een Europees verbod op de import van residuen met schadelijke pesticiden meer effect hebben. Die residuen zitten soms in geïmporteerde voedingsgewassen of veevoeder uit ontwikkelingslanden. De ngo PAN vond bijvoorbeeld in meer dan zes procent van de genomen voedselstalen resten van in totaal 74 schadelijke pesticiden terug. Dat is niet verboden, zolang de concentratie onder een bepaalde maximumgrens blijft.

Een verbod op deze residuen zou landen in het Globale Zuiden ertoe dwingen om minder schadelijke pesticiden te gebruiken. Holland: ‘het heeft een directe impact op hoe er wordt geteeld in ontwikkelingslanden.’ Volgens Holland was de EU dat oorspronkelijk ook van plan, maar domineerde uiteindelijk het economische belang. ‘Onder druk van de industrie en de handelspartners heeft men dat uiteindelijk niet doorgeduwd.’

Economisch belang

Holland weet waarover ze praat. Ruime tijd volgt volgt ze de lobbypraktijken van pesticidebedrijven. Ze stelde vast dat die sterk gekant zijn tegen een verbod op de import van residuen van schadelijke pesticiden. ‘het gaat om een handelsbelang van 70 miljard euro, gaf de industrie zelf toe in zijn communicatie aan Europa. Eigenlijk zegt de industrie dus dat er voor een gigantisch bedrag gehandeld wordt in voedingsgewassen met schadelijke pesticiden in.’

Naast de lobbyende industrie maken ook handelsverdragen als EU-Mercosur (tussen Europa en Brazilië, Argentinië, Paraguay en Uruguay) en CETA (tussen Europa en Canada) het steeds moeilijker voor Europa om strikte importregels door te voeren.

‘Vervuiling is een globaal probleem. Ook het Westen zal uiteindelijk met de gevolgen ervan worden geconfronteerd.’

Nicole van Gemert is directrice van Foodwatch Nederland. Samen met haar collega’s voert ze al lange tijd onderzoek naar het CETA-akkoord. Want dat kampt met een groot gebrek aan transparantie: wat het akkoord precies inhoudt, weet niemand. Het wordt al lange tijd onderhandeld door zogenaamde expertencomités. ‘Zij hebben vrijwel alle beslissingsmacht, maar niemand weet wat ze beslissen. We weten zelfs niet wie er in die comités zit.’

Via de wet van openbaarheid van bestuur (een zogenaamd wob-verzoek) kon Foodwatch documenten krijgen die de positie van Canada duidelijk maakten. ‘Canada verlangde zo weinig mogelijk handelsbelemmeringen. De handel in voedingswaren met residuen van verboden pesticiden in, zag het land niet als problematisch, en het voorzorgsprincipe, uniek voor Europa, moest van tafel. Dat is ook de trend bij andere handelsverdragen: een minimum aan handelsbelemmeringen.’

Het toont wat de handel in schadelijke chemicaliën en plasticafval in de kern is: een symptoom van een productie -en consumptiemodel, waarbij kwantiteit en lage kosten de belangrijkste parameters zijn. Gezondheid en milieu blijven al te vaak achterwege.

Boemerang

De focus op veel en goedkoop brengt ook schadelijke gevolgen voor ons, Europeanen, met zich mee. Van Gemert ontdekt met Foodwatch regelmatig vergiftigd geïmporteerd voedsel. ‘Drie jaar troffen we zeer sterk vergiftigde gojibessen aan. Vandaag vinden we rozijnen terug met sporen van meer dan dertig in Europa verboden pesticiden. En dat terwijl er nog maar heel weinig onderzoek is gevoerd naar wat zo’n cocktail van pesticiden kan teweegbrengen.’

Ook de vervuiling en de milieu-impact die de chemicaliën veroorzaken is niet louter een lokaal probleem. Want in een wereld van oorzaak en gevolg, van prooi en roofdier, is alles met elkaar verbonden. Toxische pesticiden en plasticafval zijn een ramp voor de biodiversiteit. Elk jaar komt naar schatting 13 miljoen ton plastic in de oceanen terecht. En bij de ongecontroleerde verbranding van plasticafval komt ook CO2 vrij, wat op zijn beurt bijdraagt aan de klimaatverandering.

Pua: ‘Veel mensen in jullie landen weten niet eens wat er met hun afval gebeurt. Dat andere mensen lijden. Vervuiling is een globaal probleem. Ook het Westen zal uiteindelijk met de gevolgen ervan worden geconfronteerd. Can you imagine?