Terwijl het Europees Parlement in 2009 besloot hormoonverstoorders te verbieden, overweegt de Commissie ze nu onder voorwaarden toch toe te staan. Die aanpak sluit naadloos aan bij Amerikaanse regelgeving, iets dat in het kader van vrijhandelsverdrag TTIP relevanter is dan ooit.
Wat kost het de samenleving als de leeuweriken uitsterven? Volgens Hans Muilerman van de Brusselse NGO Pesticide Action Network (PAN) is dat één van de vragen die nu voorligt met de impactstudie van de Europese Commissie inzake hormoonverstoorders, de zogeheten Endocrine Disrupting Chemicals (EDC’s).
Mehr Demokratie (by 2.0)
Volgens Muilerman zorgt de impactstudie, die in kaart moet brengen wat in Europa de maatschappelijke kosten en baten zijn van hormoonverstorende chemicaliën, ervoor dat de regelgeving gunstig zal uitpakken voor de industrie. ‘Wat je doet is overal een marktprijs aan geven,’ zegt hij. ‘De industrie is erg goed in het berekenen van die kosten. Maar als het milieu doodgaat en de mensen ziek worden? De kosten daarvan komen nooit uit de verf. Ook is het moeilijk om te bewijzen hoe vaak ziekte wordt veroorzaakt door hormoonverstoorders. De stoffen zijn dertig jaar op de markt, maar het is een experiment dat niet wordt gemonitord.’
Plan biedt mogelijkheden hormoonverstoorders toe te staan
Lees de ‘Routekaart’ van de commissie Barosso
De impactstudie is onderdeel van een uiterst controversiële koerswijziging van de Europese Commissie, en ligt op ramkoers met eerdere besluiten van het Europees Parlement en de Europese Raad. In 2009 droegen zij de Commissie op om met een definitie van hormoonverstoorders te komen. Deze criteria zouden dienen om hormoonverstoorders - te beginnen met pesticiden - te verbieden. De criteria moesten december 2013 klaar zijn, maar na lobby van de industrie verdween dit idee van tafel. De Commissie Barroso kwam in plaats daarvan in juni 2014 met de zogeheten ‘routekaart‘, een plan dat drie nieuwe opties bevat, waaronder het idee hormoonverstoorders onder voorwaarden toe te laten. De impactstudie moet de beste optie aanwijzen.
Rechtszaak
Mag de Commissie dat zomaar doen, een besluit van het Europees Parlement en de Raad naast zich neerleggen? Nee, zei Zweden in mei 2014, en daagde de Commissie voor het Europees Hof van Justitie in Luxemburg. Het Europees Parlement en de Raad sloten zich daar in januari bij aan.
De Nederlandse Europarlementariër Gerben-Jan Gerbrandy (liberalen) pleitte ervoor dat het parlement zich in de rechtszaak bij Zweden voegde. Hij vindt de gang van zaken bizar. ‘Er bestaat nu de gekke situatie dat de Commissie wordt aangeklaagd door het parlement en de lidstaten vanwege het niet-nakomen van een wettelijke verplichting,’ zegt hij. ‘De Commissie heeft zonder enig overleg de keuze gemaakt om bepaalde industriële belangen te laten prevaleren. Ik vind dat onaanvaardbaar. Niet alleen wettelijk, maar ook maatschappelijk gezien. Het gaat om hormoonverstoring bij jonge kinderen. Hele serieuze gevaren.’
Huidig EU-beleid: ‘Onderzoek naar hormoonverstoorders geen routine’
Volgens de zogeheten 2013 Verklaring van Berlaymont, een document ondertekend door 89 prominente experten op het gebied van hormoonverstoorders, is de huidige EU-wetgeving ‘totaal inadequaat’ voor het reguleren van hormoonverstorende stoffen. Ook de Europese Commissie erkent op haar website de beperkingen van het huidige systeem.
Centraal binnen de huidige aanpak staat REACH, waarbij commerciële chemicaliën onderzocht worden op veiligheid voor mens en milieu. ‘Onderzoek naar hormoonverstoring is binnen REACH geen routine,’ zegt toxicoloog professor Andreas Kortenkamp. ‘En binnen de richtlijn voor pesticiden en biociden zijn er helemaal geen onderzoeken naar hormoonverstoring vereist.’
Omdat de criteria er nog niet zijn wordt er ook binnen andere EU-regelgeving zeer beperkt of niet naar hormoonverstoring gekeken. Het gaat dan naast REACH en de pesticide en biocide-richtlijn ook om wetgeving met betrikking tot cosmetica, waterkwaliteit, voedselverpakkingen, medische apperatuur en medicijnen.
Dovemansoren
Die boodschap lijkt echter aan dovemansoren gericht. Ook de nieuwe Commissie onder leiding van de Luxemburger Jean-Claude Juncker heeft gezegd aan de routekaart te zullen volgen.
Binnen die routekaart worden drie definities van hormoonverstoorders voorgesteld, en verschillende manieren om deze te handhaven. Naast de vraag of de definitie ook mogelijke hormoonverstorende stoffen moet omvatten, introduceert de routekaart belangrijke nieuwe elementen in de discussie: de begrippen potency en no observed effect level. Het betekent zoveel als dat hormoonverstoorders kunnen worden toegestaan wanneer de risico’s op blootstelling worden geminimaliseerd.
‘Er bestaat geen “veilige” blootstelling aan hormoonverstoorders’
Volgens Muilerman bestaat er bij hormoonverstoorders echter geen ”veilige” blootstelling. ‘De traditionele beoordeling van chemicaliën waarbij wordt gezocht naar een veilig niveau werkt niet bij deze stoffen. Met name waar het gaat om de foetus maken wetenschappers zich zorgen, omdat blootstelling al bij lage dosering de opbouw van het organisme kan verstoren. Dat is precies de reden waarom ooit democratisch is besloten dat er geen blootstelling mag zijn.’
Dat wordt bevestigd door een gezaghebbende overzichtsstudie naar hormoonverstoorders van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en het VN-Milieuprogramma (UNEP). Daarin wordt het concept potency bekritiseerd, en gesteld dat een niveau waarop geen effect plaatsvindt niet wetenschappelijk kan worden vastgesteld. ‘Er is geen drempelwaarde voor EDC-effecten,’ schrijven de onderzoekers. ‘EDC’s hebben waarschijnlijk al effect bij lage dosering.’
Ook schoonmaakmiddelen bevatten vaak hormoonverstoorders
© Jago Kosolosky
TTIP
Maar terwijl wetenschappers de benadering bekritiseren, is het in de Verenigde Staten dé manier waarop hormoonverstorende stoffen worden gereguleerd. ‘De risicogebaseerde aanpak (…) is de benadering die wordt gehanteerd binnen het Endocrine Disruptor Screening Program van de Environmental Protection Agency (EPA),’ schrijft zakenblad Inside US Trade in juli 2014, daags nadat de Commissie haar routekaart heeft gepresenteerd. ‘Dit model analyseert of er een gevaar bestaat, en of dit gevaar gemitigeerd kan worden door blootstelling te verminderen, en daarmee de verkoop van een anders gevaarlijk product toe te staan.’
Waarom die Amerikaanse aanpak relevant is? Antwoord: Het Trans-Atlantisch Vrijhandels- en Investeringsverdrag (TTIP), het meest omvangrijke vrijhandelsverdrag ooit opgezet, waarover EU en de VS sinds juli 2013 onderhandelen. Het moet de twee grootste economieën ter wereld, goed voor 40 procent van alle welvaart op onze planeet, aan elkaar knopen.
Binnen de TTIP-onderhandelingen staat harmonisering van regelgeving in EU en VS centraal. Afwijkende regels voor hormoonverstorende stoffen zou een breed scala aan producten - van voedsel tot cosmetica, en van computers, plastics tot chemicaliën - uitsluiten van vrijhandel.
‘De VS heeft haar oppositie tegen de criteria kenbaar gemaakt’
Maar met de zeer strenge criteria voor hormoonverstoorders begin 2013 nog op tafel lijkt een compromis lastig: de VS zijn namelijk mordicus tegen deze regels. ‘Derde landen, met name de Verenigde Staten, Canada en Brazilië, hebben hun oppositie tegen de criteria kenbaar gemaakt,’ valt dan ook terug te lezen in een interne Commissie-email uit 2013 ondertekend door het hoofd van DG Gezondheid Paola Testori Coggi waarvan MO* een kopie onder ogen kreeg.
Doordat Amerika tegen de criteria is, ziet de pesticide-industrie haar kans schoon om in het kader van TTIP de EU op te roepen tot een koerswijziging op het EDC-dossier. ‘Het is duidelijk dat de EU en VS zeer verschillende benaderingen hebben gekozen voor het screenen, testen, en reguleren van hormoonverstoorders,’ [schrijven lobbyclubs ECPA en CropLife America](http://www.croplifeamerica.org/sites/default/files/ECPA-CLA TTIP Position - Paper 10-03-14.pdf) in een TTIP-wensenlijst die ze opsturen naar de Commissie. ‘Het zou echter benadrukt moeten worden dat er nog steeds mogelijkheden zijn voor wetgevende convergentie.’ ECPA en CropLife America dragen in hun brief de Amerikaanse ‘risicogebasseerde aanpak’ als alternatief voor de criteria aan.
Geheim pilotprogramma
De oproep van de industrie om met de Amerikanen samen te werken op het terrein van hormoonverstoorders valt bij het handelsdepartement van de Commissie (DG Handel) in vruchtbare aarde. ‘We verwelkomen het voorstel (…) om samen te werken met de Environmental Protection Agency op het terrein van regelgeving aangaande hormoonversoorders,’ schrijft een ambtenaar van DG Handel maart 2013 (terwijl het Europees Parlement nog wacht op de criteria) in een email gericht aan chemiebedrijf BASF. ‘En we steunen het uiteindelijke doel om overeen te stemmen over vergelijkbare of zelfs gedeelde definities van EDC’s voor wetgevende doeleinden.’
De intenties van DG Handel krijgen handen en voeten in een pilotprogramma. ‘Wetgevers uit de VS en EU zullen in oktober een pilotprogramma starten met als doel om tot een ”geharmoniseerde aanpak” te komen rondom het testen van chemicaliën op hormoonverstoring,’ tekent Inside US Trade september 2014 op uit de mond van een woordvoerder van het Amerikaans milieuagentschap EPA. ‘Het initiatief op het gebied van hormoonverstoorders is één van de drie pilotprogramma’s inzake chemicaliën, die EU en VS parallel aan de TTIP-onderhandelingen hebben gelanceerd.’
‘De Commissie kan niet bevestigen dat we samenwerken met de Amerikanen.’
Om een reactie gevraagd wil de Commissie niet op het onderwerp ingaan. Ze ontkent het bestaan van het programma niet. ‘Ik kan niet bevestigen dat wij een ”samenwerkingsproject” hebben met de VS over hormoonverstoorders,’ zegt een woordvoerster. De EPA is transparanter, en laat weten dat zij momenteel met de EU werkt aan een raamwerk voor ‘samenwerking’ inzake hormoonverstoorders. ‘We zouden mogelijk in de toekomst toe kunnen gaan naar het delen van data en een gezamelijke beoordelingsprocedure. Dit zou ervoor kunnen zorgen dat meer chemicaliën sneller worden beoordeeld.’
Omdat de Commissie niet wil ingaan op het pilotprogramma is niet duidelijk hoe de samenwerking met de Amerikanen zich verhoudt tot de impactstudie, die eigenlijk - zo stelt de Commissie publiek - leidend zou moeten zijn bij het bepalen van de Europese criteria voor hormoonverstoorders.
Europees Parlement woest
De impactstudie is november 2014 van start gegaan, zo informeerde Commissaris Vytenis Andriukaitis (Milieu) 9 maart jongstleden het Europees Parlement. ‘De eerste fase van externe studies is al gelanceerd,’ liet de Litouwse politicus weten. Volgens Andriukaitis moet er goed onderzoek worden gedaan vanwege onder meer ”afwijkende meningen” onder wetenschappers. ‘Ik begrijp dat het wat tijd gaat kosten, maar we moeten een geïnformeerde beslissing maken in volledige transparantie. (…) We zullen daarbij geen compromis sluiten als het gaat om volksgezondheid.’
Volgens de Litouwse eurocommissaris Andriukaitis moet er goed onderzoek worden gedaan vanwege onder meer ”afwijkende meningen” onder wetenschappers.
Europees parlement (cc by-nc-nd 2.0)
‘Dit is één van de grootste schandalen’
Het Europees Parlement had echter tijdens het debat op 9 maart geen behoefte zoete broodjes te bakken. ‘We hebben hier te maken met één van de grootste schandalen op het terrein van volksgezondheid,’ brieste de Franse Europarlementariër Gilles Pargneaux (sociaal-democraten) terwijl zijn gezicht rood aanliep. Een collega waarschuwde voor de effecten van TTIP op het EDC-dossier. ‘De Verenigde Staten zijn bezig met TTIP de druk op de EU op te voeren,’ aldus João Ferreira (socialisten). ‘In de Verenigde Staten bestaat geen voorzorgsprincipe. Wat dit verdrag doet is standaarden naar beneden brengen in het voordeel van handel en ten koste van volksgezondheid.’
Commissaris Andriukaitis liet tijdens het debat de opmerkingen over TTIP links liggen. Ook op vragen per email over samenwerking met de VS wil Andriukaitis niet ingaan. Wel geeft een woordvoerster antwoord op de vraag hoe het - gezien het ontbreken van criteria voor hormoonverstorende stoffen - zit met de bescherming van de Europese volksgezondheid. ‘De wetgever heeft interim-criteria opgesteld die waarborgen dat de volksgezondheid en het milieu beschermd worden tot een definitieve beslissing is genomen,’ laat zij weten.
‘Wassen neus’
Volgens betrokkenen zijn die interim-criteria echter een wassen neus. Hans Muilerman: ‘Het zijn criteria die eigenlijk helemaal niet kijken naar de wetenschappelijke bewijzen. De meeste effecten op het hormonale systeem worden buiten beschouwing gelaten.’
Dat de volksgezondheid het ondergeschoven kindje is concludeerden dan ook meerdere Europarlementariërs tijdens het debat op 9 maart. ‘Deze EDC’s hebben een grote impact op de Europese bevolking,’ stelde Nicolo Caputo, net als Andriukaitis sociaal-democraat. ‘We zien een toename in kanker en onvruchtbaarheid.’ Cupoto deed de suggestie om burgers richtlijnen te bieden zodat men zich kunnen weren tegen de ‘stille vervuiling’ van hormoonverstoorders. ‘Gaat de Commissie hiermee komen? Het publiek heeft niet genoeg informatie om zichzelf te beschermen.’
Andriukaitis ging er niet op in. Volgens hem zit de Europese Commissie al op de juiste weg. ‘Laat ik klare taal spreken,’ zei hij tegen het Europees Parlement. ‘Ik ben zelf arts en ik zeg u: in dit dossier staat bovenal gezondheid op de eerste plaats.’
Q&A met CEFIC, belangengroep van de Europese chemische industrie.
Europeanen worden in hoge mate blootgesteld aan weekmakers (ftalaten). Zijn de weekmakers die uw industrie produceert veilig?
CEFIC: ‘Ja. Er is een doorlopende inschatting van sommige ftalaten binnen het REACH-programma wat ervoor zorgt dat elk nieuw wetenschappelijk inzicht wordt meegenomen.’
89 wetenschappers stellen in de Verklaring van Berlaymont dat het huidige EU-regime voor chemicaliën ‘totaal inadequaat’ is als het gaat om het reguleren van EDC’s. Terechte bekommernis?
CEFIC: ‘Binnen de REACH-regelgeving zit ook een definitie voor stoffen van hoge zorg: ”stoffen, zoals die met hormoonverstorende eigenschappen waarvoor wetenschappelijk bewijs bestaat van waarschijnlijk ernstig effect op de volksgezondheid of het milieu”. Maar om duidelijk te zijn: er vindt nu een debat plaats over wat een adequate set aan criteria kan zijn om EDC’s te identificeren.’
Welke optie binnen de routekaart van de Europese Commissie heeft de voorkeur van CEFIC?
CEFIC: ‘Wij steunen de routekaart als instrument om de beste criteria te vinden voor het identificeren van EDC’s. Wij hebben de Commissie een voorstel bezorgd waarin wij pleiten voor de optie die potency in overweging neemt.’