‘Zelfvoorzienend India’: de mooie woorden, de harde werkelijkheid
India na corona: kiest Modi voor een dorpseconomie zoals Gandhi?
‘Aatmanirbhar Bharat’, Zelfvoorzienend India. Het is de naam van het economisch hulppakket dat de Indiase premier Narendra Modi dit voorjaar presenteerde. Er was onmiddellijk verwarring. Breekt Modi met zijn neoliberale economische beleid?
De Indiase premier Narendra Modi aan het spinnewiel, symbool voor de Gandhiaanse utopie van een groot land dat zich baseert op traditionele huisnijverheid. Maar Modi omringt zich net met rijke zakenlui, in ruil voor hun politieke steun.
© REUTERS/Amit Dave
‘Aatmanirbhar Bharat’, Zelfvoorzienend India. Het is de naam van het economisch hulppakket dat de Indiase premier Narendra Modi op 12 mei presenteerde. Er was onmiddellijk verwarring. Breekt Modi met zijn neoliberale economische beleid? Tijdens de coronacrisis bleek hoe kwetsbaar internationale productieketens zijn. Loopt India voorop in een ommezwaai naar going local?
Modi speecht graag in hyperbolen en slogans. Zijn aanhang vindt zijn hindoenationalistische leuzen prachtig. Maar vaak is onduidelijk wat er precies wordt bedoeld. Modi doet namelijk niet aan persconferenties. Doorvragen is er niet bij.
Meteen na Modi’s toespraak op 12 mei gaf de regering een verboden lijst van buitenlandse producten aan Indiase legerkantines. Shirts van Hilfiger, lichaamssprays van Adidas, Victorinox-rugzakken en Colgate-tandpasta werden verbannen. De legertop protesteerde en de lijst werd ingekort.
Importtarieven van airconditioners werden verhoogd, om de Indiase productie te stimuleren. Kritische kranten stonden vol zorgelijke analyses. Gaan we terug naar de jaren 1970 en 1980? Naar de tijd van protectionisme? De tijd van tekorten en niet-functionerende apparaten? Wil Modi India daadwerkelijk transformeren tot een Gandhiaanse, socialistische dorpseconomie?
‘Ik vrees dat er vooral slogans worden geuit,’ reageert Rohini Somanathan, professor economie aan de Delhi School of Economics. ‘Aankondigen dat iedereen vanaf nu alleen Indiase producten moet kopen, doet het goed voor de nationalistische bühne. Ik denk dat de neoliberale machtspolitiek overheerst. Economisch beleid is voor deze regering secundair. Ik zie geen maatregelen die lokale productie zullen stimuleren.’
‘Economisch beleid is voor deze regering secundair. Ik zie geen maatregelen die lokale productie zullen stimuleren.’
Ook econoom Jayati Ghosh van de Jawaharlal Nehru Universiteit is sceptisch over een ommezwaai. ‘Het is zeker hoog tijd dat India haar maakindustrie stimuleert. Maar met alleen lege woorden kom je er niet. Importtarieven invoeren is op zich niet slecht, maar dan moet je ook productie stimuleren met de juiste maatregelen. Als importtarieven heffen de enige ingreep is, dan wordt alles alleen maar duurder. Ook de productiekosten. En dan verlies je je positie op de markt.’
Door de coronacrisis is ook de Indiase economie in een crisis terechtgekomen. De lockdown heeft miljoenen arbeiders, eenmansbedrijfjes en middenstand in zware problemen gebracht.
Er is voedselhulp, maar veel voedselpakketten komen niet aan. Er zijn projecten die werk verschaffen, in de bouw en bij publieke werken. En mensen krijgen maximaal honderd dagen werk voor drie euro per dag. De andere tweehonderd dagen vallen ze terug in armoede.
Ook is er uitstel van terugbetaling van leningen. Maar economen hebben al aangegeven dat de nodige financiële injectie om het klein- en middenbedrijf weer op de been te helpen ontbreekt.
‘Het is essentieel om vooral de microbedrijven te steunen’, stelt Ghosh. ‘Want 85 procent van alle Indiërs werken in sectoren zoals de diensten en de nijverheid. Je kunt wel zeggen dat iedereen Indiase producten moet kopen, maar dan moet je je beleid daar ook op richten. Zo is de afbetaling van leningen van de afgelopen maanden uitgesteld door de coronacrisis, maar nu stapelen de schulden zich wel op. Mensen hebben nu al maanden geen inkomen omdat er geen markt meer is. Ik verwacht dat de helft van alle bedrijfjes failliet zal gaan.’
‘We weten wat er gebeurt als multinationals het overnemen in de landbouw.’
‘Samen met twee collega’s heb ik recent een beleidsplan gepubliceerd om de werkverschaffingsprojecten grondig uit te breiden’, vertelt Ghosh. ‘Iedere werkloze volwassene, dus niet alleen het hoofd van het huishouden, krijgt dan tegen minimumloon een baan in kleine maakindustrieën, zoals de nijverheid. Zo hou je de micro-ondernemer en de lokale economieën overeind.’
Op het gebied van de landbouw wil de overheid het bestaande, staatsgeleide opkoop- en handelssysteem moderniseren. Het is corrupt en inefficiënt door de vele tussenpersonen op de doorverkoopmarkten, de zogeheten mandi’s. ‘De overheid zegt wel: we halen de tussenpersonen eruit‘, reageert Ghosh. ‘Ze suggereren daarmee dat ze de landbouw voor de kleine boer eerlijker maken. Maar wat ze doen is de macht verleggen van de tussenpersoon naar multinationals zoals Cargill.’
‘Kijk, je hebt altijd een tussenhandel nodig. We kunnen niet allemaal direct van de boer kopen. Maar verbeter dan het distributiesysteem. We weten wat er gebeurt als multinationals het overnemen. Ze bieden de boeren het eerste jaar een goed ogende overeenkomst en het tweede jaar zitten die boeren onder de knoet.’
‘Als je het lokaal houdt, dan is het duurzaam voor het milieu, lokale boeren profiteren ervan en er blijft minder aan de strijkstok hangen.’
Econoom Somanathan ziet geen verbetering zolang de overheid vasthoudt aan centralisatie. ‘Om lokale productie te stimuleren, moet je decentraliseren. Maar het tegenovergestelde gebeurt. Bij de voedselverdeling, met de hulppakketten, zie je dat. De centrale overheid koopt op en verdeelt de voorraden. Ze hadden mensen bonnen moeten geven die ze dan zelf bij lokale boeren kunnen inleveren. En als er geen oogst is, dan moet er iets geregeld worden op regionaal vlak. Als je het lokaal houdt, dan is het duurzaam voor het milieu, lokale boeren profiteren ervan en er blijft minder aan de strijkstok hangen. Maar dat gebeurt dus niet.’
‘Hindu economics’
Modi’s Bharatiya Janata Partij (BJP) is verbonden aan de hindoenationalistische beweging Rashtriya Swayamsevak Sangh (RSS). Modi was van jongs af aan lid en is doordesemd van het Hindutva-ideaal: streven naar een ideale hindoestaat, gemaakt door toegewijde hindoes die het collectief voor hun eigenbelang stellen. RSS-leden worden hier voor klaargestoomd in een uitgebreid vormingssysteem met militaire trekken.
De ideologie is voor een groot deel gestoeld op vijanddenken. Belangrijk element is het streven om India te ontdoen van de invloed van voormalige moslimheersers en westerse koloniale dominantie. Dat streven mondt niet zelden uit in geweld tegenover Indiase moslims en andere niet-hindoeminderheden.
Een goede hindoe wijst consumentisme en kapitalisme af en richt zich op de welvaart van het hindoecollectief.
De RSS heeft ook een economisch ideaal: welvaart voor allen, in balans met de natuur, en zo succesvol dat deze hindoesamenleving als voorbeeld zal dienen voor de rest van de wereld. In 1955 richtte RSS-ideoloog Dattopant Thengadi een vakbond op: de Bharatiya Mazdoor Sangh (BMS). Thengadi beschouwde zowel het kapitalisme als het communisme als verwerpelijke westerse ideologieën en zag een derde, Indiase weg, geworteld in de drieduizend jaar oude Vedische teksten.
Na de val van de Berlijnse muur kwam zijn opvolger, BMS-leider en voormalig Marxist M.G. Bokare, met het concept van ‘Hindu Economics’. Het communisme en kapitalisme hadden gefaald. De tijd was voor de wereld aangebroken om haar ogen te openen. Als de mensheid aanwijzingen volgt uit de oude Veda’s, dan is er geen uitbuiting. Er zal dan als vanzelf een welvarende, egalitaire samenleving ontstaan, in harmonie met de natuur. Want een goede hindoe wijst consumentisme en kapitalisme af en richt zich op de welvaart van het hindoecollectief.
Modi’s economische beleid in Gujarat
Een van de redenen waarom de BJP in 2014 als winnende partij uit de stembus kwam, was de economische aanpak van Modi in deelstaat Gujarat. In 2001 werd Modi benoemd als staatsminister van Gujarat. Naar aanleiding van een brand in een trein, waarbij hindoepelgrims omkwamen, mondde de hindoenationalistische retoriek een jaar later uit in gewelddadige antimoslimrellen, geleid door de RSS.
Modi wist juist in die periode, volgens critici mede door de hindoenationalistische golf, zijn macht te consolideren. Hij sloot vriendschap met machtige zakenmannen zoals Ratan Tata en mediamagnaat Subhash Chandra. Hij overreedde hen om hun business naar Gujarat te brengen en presenteerde zijn aanpak, gestoeld op privatisering en liberalisering, als een groot succes. Maar inmiddels hebben economen vastgesteld dat het befaamde ‘Gujarat-model’ helemaal geen welvaart bracht.
‘De staat promootte lage lonen, de laagste van India, zo laag dat arbeiders nergens van profiteerden.’
‘Het zogenaamde Gujarat-succesmodel is niets dan propaganda’, stelt Ghosh. ‘In de veertien jaar dat Modi de staat leidde is slechts twintig procent van alle aangekondigde investeringen gerealiseerd, veelal in de grondstoffenindustrie. Er zijn bijna geen banen gecreëerd. Sterker nog: de staat promootte lage lonen, de laagste van India, zo laag dat arbeiders nergens van profiteerden. Mythes creëren en geld verzamelen, dat is wat deze overheid goed kan. Want dat is Modi’s economische strategie. Hij omringt zich met enkele uitverkoren zakenmannen, geeft hen allerlei voordelen en vrijheden in ruil voor hun politieke steun. En nu doet hij hetzelfde nationaal, maar dan met nog meer kapitaal. En nog meer grip op de media.’
Modi als premier
Na zijn nationale verkiezing in 2014 past Modi zijn Gujarat-aanpak toe op het nationale toneel en koestert hij nauwe banden met miljardairs zoals Mukesh Ambani en Gautam Adani. Ook steekt hij veel tijd in plannen om buitenlandse investeerders naar India te halen.
Binnen de RSS vinden veel Indiërs de modern klinkende neoliberale doelen aantrekkelijk, maar er is er ook kritiek. Vooral vanuit de RSS-vakbond, zo schrijft Dinesh Narayanan in zijn boek RSS, and the making of the Deep State. ‘We moeten toch kritiek geven als de chauffeur niet meer op de goede weg zit’, zei een van de RSS-leden in 2014 tijdens een interne discussie. Hij vond dat de BJP te veel verweven was met rijke industriëlen.
Hij kreeg de wind van voren. De positie van de partij mocht niet in gevaar gebracht worden, stelde RSS-leider Mohan Bhagwat: ‘We staan tegenover vijandigheden uit China, Pakistan, Naxalisme (communisme), en bekeringen (van hindoes die zich tot het christendom en islam bekeren). We moeten daarom heel zorgvuldig zijn wanneer we onze eigen regering tegenspreken en onrust veroorzaken. Want als de BJP faalt, dan nemen anarchisten en Naxalieten de boel over en worden wij hun slaven.’
In mei 2019 werd Modi ondanks een sputterende economie herkozen. De werkloosheid was het afgelopen jaar het hoogste in 45 jaar. Volgens veel economen heeft de Indiase economie nog steeds te lijden onder de desastreuze “demonetisering”: de aankondiging van Modi, in 2016, dat van de een op de andere dag alle grote biljetten niet meer geldig waren. Bedoeld, aldus Modi, om zwart geld van de markt te halen. Omdat vooral kleine bedrijven en huishoudens niet op tijd biljetten konden inwisselen, heeft de ingreep vooral deze groep geraakt.
‘Ik kan er met mijn hoofd niet bij’, zegt Ghosh. ‘Mensen hebben dit debacle meegemaakt en nog steeds geloven ze dat Modi India groots en welvarend gaat maken. Ik begrijp niet hoe deze collectieve stupiditeit de bevolking al zo lang in haar grip kan hebben. Ze vergeven Modi alles. Ieder ander zou allang afgeserveerd zijn.’
Rode loper voor multinationals
Het huidige BJP-beleid om meer zelfvoorzienend te worden lijkt vooral gestoeld op verdere liberalisering en privatisering van nutsvoorzieningen, waaronder Air India en Railways.
Privatisering gaat vooral de ongelijkheid bevorderen, aldus onderzoeker Christoph Jaffrelot. Hij presenteerde recente een onderzoek dat aantoont dat dalits (de voormalige “onaanraakbaren”) bij privatisering minder kansen hebben, omdat bedrijven positief discriminatiebeleid niet volgen. Afgaand op de ingrepen die de overheid sinds mei heeft gedaan, ligt de prioriteit nog steeds bij het stimuleren van multinationals en sectoren zoals de mijnbouw.
Zo zijn tijdens de coronacrisis arbeidswetten versoepeld en zijn tientallen vergunningen gegeven aan multinationals om naar grondstoffen te delven in natuurgebieden. En afgelopen juli benadrukte Modi op een bijeenkomst van internationale investeerders dat India de rode loper zal uitleggen voor multinationals.
‘Er is in principe niets mis met het binnenhalen van multinationals,’ reageert Somanathan. ‘Ik denk zelfs dat het goed kan zijn als internationale bedrijven investeren in India. Als ze ook hun producten hier maken. Als je als overheid goede voorwaarden stelt, kun je samenwerken en bijvoorbeeld werknemers laten opleiden door de bedrijven.’
‘Maar dat beleid zie ik niet’, vervolgt Somanathan. ‘De recente versoepeling van arbeids- en natuurbeschermingswetten is typisch voor deze regering. Dat doet ze al sinds 2014. De Indiase industrie wordt zo natuurlijk nooit duurzaam. En dat hangt dus niet af van de komst van multinationals.’
‘Zo wordt de Indiase industrie natuurlijk nooit duurzaam.’
De slogan ‘Zelfvoorzienend India, ga voor lokale producten’ heeft sinds het grensconflict met China van afgelopen juni ook een nieuwe lading gekregen. Nationalistische sentimenten werden zodanig verhit dat alom werd geroepen om een boycot van Chinese producten. Chinese telefoons werden verbrand en ruim zestig Chinese apps werden verboden, waaronder het populaire TikTok.
Tegelijkertijd werd duidelijk hoezeer India afhankelijk is van China. Een boycot zal de economie van India meer verstoren dan die van China. Zo komt nog steeds het leeuwendeel van grondstoffen voor de farmaceutische industrie uit China.
Creatieve jonge bevolking
Ten slotte stellen de meeste economen dat voor een welvarend India investeringen in gezondheidszorg en onderwijs cruciaal zijn. ‘We hebben zo’n vindingrijke, creatieve jonge bevolking,’ zegt Ghosh. ‘We zouden zoveel kunnen doen. Maar ik schat het donker in. We falen overal, vooral in het onderwijs en in de gezondheidszorg. In al deze jaren ben ik nog nooit zo somber geweest over de situatie.’
Ook econoom Somanathan ziet geen lichtpuntjes. ‘Het is vooral de Hindutva-ideologie die goed beleid in de weg zit. En hij zet mensen tegen elkaar op. In deze moeilijke economische tijden is de overheid vooral bezig met het jagen op demonstranten.’
‘En dan is er het gebrek aan goed leiderschap’, zegt Somanathan. ‘Op mijn eigen universiteit is het een organisatorische puinhoop. Regels veranderen elke week. Als het onderwijs al niet op orde is, hoe ga je dan een competitieve zelfvoorzienende economie op poten zetten?’
Dit artikel werd geschreven voor het herfstnummer van MO*magazine. Voor slechts 32 euro kan je hier een jaarabonnement nemen! Je kan ook proMO* worden voor slechts 4 euro per maand. Je krijgt dan ook ons magazine toegestuurd en je steunt daarmee ons journalistiek project. Opgelet: Knack-abonnees ontvangen MO* automatisch bij hun pakket.