Racistische burgerbeweging neemt de wapens op in Chili, politie kijkt toe
Inheemse Mapuche gewaarschuwd: ‘Geweld is een monster dat haat en repressie baart’
Na de gewelddadige ontruiming van gemeentehuizen bezet door de inheemse Mapuche, is er opnieuw hevige kritiek op de Chileense regering en de decennialange politiek van uitsluiting, racisme en onverdraagzaamheid. Toch gaan ook de Mapuche niet vrijuit.
De gebeurtenissen zorgden voor heel wat commotie, onder meer omdat het deze keer niet ging om geweld van de politie tegen de bezettende Mapuche, maar om geweld van georganiseerde burgers met een duidelijk racistische ingesteldheid.
© Pressenza/Paula Acunzo
Na de gewelddadige ontruiming van gemeentehuizen bezet door de inheemse Mapuche, is er opnieuw hevige kritiek op de Chileense regering. Sinds de oktoberrevolutie vorig jaar staat de strijd van de Mapuche symbool voor een tegenbeweging na een decennialange politiek van uitsluiting, racisme en onverdraagzaamheid. Toch gaan ook de Mapuche niet vrijuit.
De feiten dateren van begin augustus en speelden zich af in La Araucanía, de IX regio, zo’n zevenhonderd kilometer ten zuiden van hoofdstad Santiago. In vijf gemeentes — Curacautín, Traiguén, Victoria, Ercilla en Collipulli — bezetten tientallen Mapuche sinds eind juli het gemeentehuis. Ze waren tot die actie overgegaan uit solidariteit met gevangengenomen Mapuche — ‘politieke gevangenen’ volgens de actievoerders — die al drie maanden in hongerstaking zijn om aandacht te vragen voor hun nooit aanhoorde eisen.
Ondanks de avondklok lanceerde een burgerbeweging een oproep om met stokken en stenen de Mapuche te komen verdrijven.
Minister van Binnenlandse Zaken Victor Pérez ging ter plaatse maar weigerde met de bezetters in gesprek te gaan. Hij ontkent met klem dat er politieke gevangenen zijn bij de opgesloten Mapuche. Volgens Pérez gaat het om een conflict met goed georganiseerde criminele groepen met een duidelijk plan. Hij gaf de burgemeesters de opdracht de bezettingen te ontruimen.
Na die beslissing nam de burgerbeweging APRA, wat staat voor Vereniging voor Vrede en Verzoening in Araucanía, het recht in eigen handen. Ondanks de avondklok, die er heerst omwille van de COVID-19-pandemie, lanceerde die een oproep om met stokken en stenen de Mapuche te komen verdrijven.
Dat gebeurde in de nacht van zaterdag 1 op zondag 2 augustus, terwijl politieagenten toekeken zonder ernstige pogingen het geweld te verhinderen. Een aantal vrachtwagens en twee gemeentehuizen werden in brand gestoken en een veertigtal Mapuche werd gearresteerd. Het conflict smeulde afgelopen week verder en een tiental Mapuche stak nog een reeks vrachtwagens en machines in brand.
‘We hebben dit al eens meegemaakt’
Dat burgers het recht in eigen hand nemen en de confrontatie aangaan met andere burgers, heeft veel te maken met de politiek die weigert naar de historische wortels van het probleem te kijken. Maar in de context van de oktoberrevolutie is het een gevaarlijke evolutie volgens Cristian Riego, advocaat en professor aan de Universiteit Diego Portales in Santiago. ‘We weten hoe dit in ons land uitpakt,’ zegt Riego.
‘Ik zie echt een verslechtering van de situatie, van twee kanten. De Mapuche neigen steeds meer naar het gebruik van geweld en de staat kan dat geweld niet onderdrukken met wettelijke methodes,’ antwoordt Riego via mail aan MO*.
Het enige alternatief voor Riego is in dialoog blijven gaan. ‘Ik denk dat de Mapuchebeweging zich op een bepaald moment moet distantiëren van het gebruik van geweld, want het berokkent hen veel schade. Maar ook de staat heeft nood aan hervormingen, wat op dit ogenblik heel moeilijk lijkt. Al wat je nu ziet zijn toenemende uitingen van autoritarisme.’
‘Chili heeft het Pinochetisme gekend (Augusto Pinochet was de Chileense dictator vanaf zijn staatsgreep in 1973 tot 1990, red.). Bepaalde segmenten van de staat draaien hun hand niet om voor gewelddadige en brutale interventies. De Mapuche die vandaag hun — overigens zeer terechte — eisen kracht bijzetten, zijn in hoofdzaak jonge mensen die dat verleden vol repressie onvoldoende kennen. Ze beseffen niet wat het effect is van geweld op de bevolking. Geweld — ook geweld van lage intensiteit — is een monster dat haat en angst in het leven roept en zorgt voor een draagvlak voor het andere monster, dat van de repressie. We hebben dit al eens meegemaakt!’, waarschuwt Riego.
De erfenis van Pinochet
De gebeurtenissen zorgden voor heel wat commotie, onder meer omdat het deze keer niet ging om geweld van de politie tegen de bezettende Mapuche, maar om geweld van georganiseerde burgers met een duidelijk racistische ingesteldheid. Dat alles gebeurde onder het goedkeurend oog van de politie en alleen Mapuche werden gearresteerd.
Volgens José Aylwin, co-directeur van het Burgerobservatorium, is het bijzonder zorgwekkend hoe de grondrechten van de inheemse bevolking, erkend in de Conventie 169 van de Internationale Arbeidsorganisatie die door Chili ondertekend werd, systematisch geschonden worden.
Ook de Chileense oppositie reageert verbolgen. Vooral het optreden van minister van Binnenlandse Zaken Pérez, die nog maar enkele dagen in functie was, wekte verontwaardiging. Sinds de oktoberrevolutie en de talloze klachten van mensenrechtenschendingen door de Chileense nationale politie is de functie van minister van Binnenlandse Zaken een graadmeter voor de werkelijke wil tot verandering binnen de regering-Piñera.
De benoeming van Victor Pérez stemt in die zin niet erg hoopvol: de man behoort tot de rechtse UDI (Unión Democrática Independiente) en is een overtuigd pinochetista. Hij was burgemeester onder Pinochet en was nauw verbonden met de beruchte Colonia Dignidad, een bolwerk waar ex-nazi’s hun toevlucht vonden en waar tijdens de dictatuur tegenstanders van het regime werden opgesloten en gefolterd.
Pérez is in de regio van de Araucanía de vertegenwoordiger van de grootgrondbezitters. Verschillende oppositieleden zien de benoeming van Pérez zelfs als een provocatie. Zijn voorganger, Andrés Chadwick, werd vorig jaar tot aftreden gedwongen en veroordeeld voor zijn rol in de moord op de Mapuche Camilo Catrillanca in november 2018.
Catrillanca werd het slachtoffer van operatie Huracán. Bij zo’n operaties maakt het leger, in samenwerking met de inlichtingendiensten, systematisch jacht op Mapucheleiders, die ze beschuldigen van terroristische activiteiten. In het eindrapport van het onderzoek over Chadwick staat duidelijk dat de dood van Catrillanca het gevolg was van de opzettelijke en bewuste politiek van institutioneel geweld tegen en criminalisering van de Mapuche. En dat moet eindelijk stoppen, vinden leden van de oppositiepartijen.
In een gezamenlijke brief aan de commissies van de Verenigde Naties voor de Rechten van de Inheemsen en voor de Bescherming van de Mensenrechten vragen senatoren van de oppositie om de Chileense staat ter verantwoording te roepen. Ook de oppositie in het parlement vraagt een onderzoek naar het optreden van de verschillende instanties die op regionaal en nationaal niveau verantwoordelijk zijn voor de orde en veiligheid, gezien het escalerende geweld waarbij burgers nu ook het recht in eigen hand nemen.
© Pressenza/Claudia Aranda
Een historisch en structureel probleem
Het conflict met de Mapuche is al lang geen regionaal probleem meer, het is een diepe wonde in de Chileense geschiedenis. Journalist Hector Cossio van het digitale nieuwsmedium El Mostrador heeft het over een sluimerend conflict van 140 jaar.
Sinds de terugkeer naar de democratie dertig jaar geleden heeft geen enkele regering de moed of de politieke wil gehad om de kwestie aan te pakken. De Mapuche vragen de erkenning van hun voorvaderlijke territoria, maar die eis druist lijnrecht in tegen het Chileense groeimodel, waarin landbouw- en bosbouwbedrijven in hun expansiedrift steeds meer grond opeisen in de regio waar de Mapuche wonen. De strijd van de Mapuche staat daarom symbool voor de strijd tegen het extreem neoliberale model dat Chili sinds het tijdperk van Pinochet heeft uitgebouwd, en de Mapuchevlag werd het icoon van de oktoberrevolte.
Senator Francisco Huenchumilla van de oppositiepartij Democracia Cristiana vindt dan ook dat het tijd is voor een mea culpa van de politiek. De grote fout, aldus Huenchumilla, is dat de politiek denkt dat het alleen gaat om een armoedeprobleem dat opgelost kan worden met sociaal beleid, en een probleem van publieke veiligheid dat moet geregeld worden door de politiediensten en het gerecht. Maar dit is een historisch politiek probleem, aldus Huenchumilla, dat teruggaat op het feit dat de staat hun gronden in beslag nam in de negentiende eeuw.
De Mapuche zijn geen doetjes (meer)
Patricio Fernández, hoofdredacteur van de Chileense krant The Clinic, verwijst ook naar die historische context maar nuanceert de verontwaardiging. In een WhatsApp-gesprek met MO* stelt hij: ‘Degenen die nu in hongerstaking zijn, en een aantal geradicaliseerde groepen binnen de Mapuche, zijn niet noodzakelijk de beste vertegenwoordigers voor dit historische conflict. De gevangengenomen Mapuche zijn geen heilige boontjes. Het is niet helemaal correct hen politieke gevangenen te noemen, ze hebben wel degelijk wat op hun kerfstok: brandstichting, moord of doodslag, ernstige strafbare feiten.’
‘De Mapuche zijn ook niet één grote familie, met een keuze uit politiek activisme voor rechts én links.’
Fernández gaat verder: ‘De Mapuche zijn ook niet één grote familie. Er heersen verschillende visies, ze hebben diverse stellingnames, met een keuze uit politiek activisme voor rechts én links. Wat ze wél gemeenschappelijk hebben, is dat ze strijden voor de erkenning van hun gronden, dat ze niet erkend worden in hun culturele identiteit, en dat ze met misprijzen en racisme worden bejegend. Maar dit rechtvaardigt hun gebruik van geweld niet. Het proces van de nieuwe grondwet gaat een heel belangrijk moment zijn.’
In de oktoberrevolutie is afgedwongen dat er een referendum zou komen over de herziening van de grondwet. Normaal gezien had dat in april moeten plaatsvinden maar door de COVID-19-pandemie is het referendum verplaatst naar oktober. Momenteel is het debat nog volop aan de gang over de participatie van de Mapuche in de op te richten grondwetgevende vergadering, die de nieuwe constitutie gestalte zou moeten geven.