‘We moeten ons meer richten op de kwalificaties van erkende vluchtelingen’

Analyse

Pilootproject IntegraZorg wil antwoord bieden op nijpend tekort aan zorgmedewerkers

‘We moeten ons meer richten op de kwalificaties van erkende vluchtelingen’

‘We moeten ons meer richten op de kwalificaties van erkende vluchtelingen’
‘We moeten ons meer richten op de kwalificaties van erkende vluchtelingen’

De zorg smeekt om zorg- en verpleegkundigen. En die zijn er mogelijk onder erkende vluchtelingen, maar zij mogen de job vaak niet uitoefenen zonder geldig diploma. Met het pilootproject IntegraZorg kunnen zij zich nu omscholen. Een win-winsituatie, klinkt het.

pixnio (CC0)

‘Vluchtelingen hebben vaak een onzekere job die niet in lijn ligt met hun eigen scholingsniveau.’

pixnio (CC0)

Met het pilootproject IntegraZorg kunnen erkende vluchtelingen van wie het diploma in ons land niet geldig is zich omscholen tot zorgkundige of verpleegkundige. Een win-winsituatie, klinkt het. Zo vang je het acute personeelstekort in de zorgsector op én benut je het potentieel van mensen die staan te trappelen om aan de slag te gaan. ‘Bij deze doelgroep laten we nog te veel kansen liggen.’

Onze gezondheidszorg kreunt onder het nijpende tekort aan personeel. Er zijn te weinig medici, zorgkundigen en vooral verplegers om alle zorgvragen te behandelen. De vacatures raken niet meer ingevuld en we moeten op zoek gaan naar alternatieven om dat tekort op te vangen.

Dat merkt ook Wouter Sonneville, voorzitter van de bestuursgroep van drie West-Vlaamse woonzorgcentra. ‘Hoewel we inzetten op talloze initiatieven van zij-instromers en extra opleidingen voor medewerkers, blijven we met een groot tekort zitten.’

Als antwoord op het personeelstekort schuift hij internationale arbeidsmigratie uit India naar voren. Volgens Sonneville moeten 16 Indiase verpleegkundigen de Belgische arbeidsmarkt extra zuurstof geven.

Update 26 oktober 2022

Na een late reactie van NARIC-Vlaanderen blijkt dat in 2020 amper 9 vluchtelingen een specifieke erkenning van hun diploma in de medische zorg hebben gekregen. Daarentegen kregen 19 erkende vluchtelingen een lagere erkenning van hun buitenlandse diploma.

De organisatie stelt ook dat er grote verschillen zijn tussen de Vlaamse en Indiase opleiding tot verpleegkundige. ‘Sommige domeinen worden in India nauwelijks of niet behandeld’, klinkt het. ‘Het gaat over thema’s als geestelijke gezondheid, psychiatrie, ouderenzorg en geriatrie.’

Tot slot benadrukt NARIC-Vlaanderen dat het volop inzet op digitale transformatie. Eind dit jaar lanceert de organisatie een digitaal loket, wat de lange wachttijd in het administratieve doolhof in België moet verkleinen. Maar de organisatie kampt ook met een groot personeelstekort.

Eigen arbeidsreserve

Alleen: waarom zorgverleners uit India laten overvliegen als we zelf een grote groep potentiële werknemers kunnen aanboren? Precies dat is waar het project IntegraZorg van de vzw FeBi op inzet. Het richt zich specifiek op erkende vluchtelingen die hun talenten in de zorg aangrijpen en via een opleiding een job zoeken die bij hen past.

‘Een groot aantal nieuwkomers volgde in hun thuisland een opleiding in de zorg, maar hun diploma wordt niet erkend.’

‘Op die manier willen we vluchtelingen een snellere en eerlijke kans geven op de arbeidsmarkt’, stelt Christine Van Dam, bezieler van IntegraZorg en projectverantwoordelijke bij FeBi.

Ben je dus een erkende vluchteling, jonger dan 26 jaar en heb je een hart voor de zorg? Dan kan je via een opleidingstraject van één tot maximaal vier jaar — afhankelijk van de opleiding — je laten omscholen tot zorgkundige of verpleegkundige.

Inzetten op die eigen arbeidsreserve is voor Christine Van Dam een win-winsituatie. ‘Je versterkt de instroom in de zorg en benut elk potentieel in onze samenleving zo goed mogelijk.’

Volgens haar hoeven we de oplossing dus helemaal niet zo ver van huis te zoeken. ‘Uit mijn ervaring merk ik dat heel wat nieuwkomers in hun thuisland al een opleiding in de zorg hebben gevolgd, maar hun diploma niet wordt erkend.’

‘Anderen daarentegen hebben ervaring opgedaan in het werkveld, zonder dat ze die vandaag kunnen toepassen. Bij die doelgroep laten we nog te veel kansen liggen en dat is bijzonder jammer.’

Het succes van IntegraZorg

IntegraZorg schoot helemaal aan het begin van het coronatijdperk uit de startblokken, maar heeft ondanks die tegenslag al successen geboekt. Mihray (22) is een van die successen.

Op jonge leeftijd kwam ze als minderjarige vluchteling naar België en volgde ze de opleiding Verzorging op de middelbare school. ‘Het traject van IntegraZorg sloot aan bij mijn studie en ik had het ideale profiel.’

Vooral de vele voordelen hebben Mihray overtuigd. ‘Ik moest maar een jaar extra studeren, werd betaald voor mijn stage en ik werd meteen werk beloofd.’ Vorig jaar kon Mihray haar diploma van zorgkundige verzilveren en vond ze onmiddellijk werk.

‘Het project gaf me een toekomstperspectief en ik kon verder met mijn leven.’

Toch nuanceert ze haar triomf. ‘Ik had altijd al interesse voor de zorg, maar aanvankelijk wilde ik verpleegkundige worden.’ Het toelatingsexamen dat ze verplicht moest afleggen besliste anders. ‘Doordat ik te weinig punten had behaald, kon ik niet beginnen aan die opleiding. Dat vond ik ontzettend spijtig.’

Hoewel werken als zorgkundige niet haar eerste keuze was, zag Mihray het als een kans om hogerop te klimmen. ‘Het project gaf me perspectief voor de toekomst en ik kon verder met mijn leven. Ik kreeg een vast maandinkomen en kon ervaring opdoen in de zorg.’

Een jaar later blikt Mihray positief terug. ‘Ik heb er zeker geen spijt van. Ik werk nog altijd op mijn voormalige stageplaats en ben inmiddels gepromoveerd tot trajectbegeleider voor jongeren die in een psychiatrische instelling verblijven. Die ervaring heeft me zeker een boost gegeven. Ik kan dus zeker het project IntegraZorg aanbevelen.’

De poetsende arts

Ook Steven (33) uit Leuven schreef zich onlangs in voor het opleidingstraject van IntegraZorg. In Oeganda was hij net geslaagd als klinisch arts toen het noodlot toesloeg. ‘Ik werkte pas een paar maanden in een tandartspraktijk toen ik plotsklaps moest vluchten. Ik werd persoonlijk vervolgd en ik kon er niet langer blijven.’

‘NARIC-Vlaanderen erkende alleen mijn diploma secundair onderwijs, ik moest mijn studie helemaal opnieuw doen.’

In 2019 strandde hij in België en negen maanden later kreeg hij de vluchtelingenstatus. Zijn kennis van de zorg wilde hij in ons land inzetten, maar hij stuitte toen op allerlei moeilijkheden tijdens zijn diploma-erkenning door NARIC-Vlaanderen, de Vlaamse organisatie die buitenlandse studiebewijzen erkent voor wie hier wil werken.

‘Ik moest zoveel documenten laten zien,’ vertelt Steven. ‘Van mijn stages, universiteit, puntenlijsten, noem maar op. Stapels papier wilden ze zien, maar omdat mijn leven in gevaar was had ik geen tijd om alle studiedocumenten op te halen.’

Zijn masterdiploma als klinisch arts stelde bijgevolg weinig voor in België, waardoor hij ging werken als poetshulp in het ziekenhuis.

Dat was voor Steven een grote klap. ‘NARIC-Vlaanderen erkende alleen mijn diploma secundair onderwijs. Ik moest mijn studie helemaal opnieuw doen. Dat viel me heel zwaar.’

Diplomagelijkschakeling, een oud zeer

Dat Stevens situatie helaas geen alleenstaand geval is, weet ook Christine Van Dam, oprichter van IntergraZorg. ‘Het erkennen of gelijkstellen van buitenlandse diploma’s blijft een oud zeer in de Belgische politiek.’

‘In de meeste gevallen worden de specifieke buitenlandse diploma’s van vluchtelingen gedeeltelijk erkend. Er is altijd een gelijkwaardigheidsattest, maar dat ligt vaak onder het niveau van de studies die in het buitenland worden gedaan.’

Dat vluchtelingen amper volgens hun eigen niveau naar de zorg doorstromen, merkt ook Rafaela Martinez, medewerker van het Huis van Gezondheid. ‘In al die jaren dat ik erkende vluchtelingen ondersteun, heb ik zelden gehoord dat iemand van buiten Europa op zijn eigen niveau erkenning krijgt. Die erkenning is altijd lager, en soms krijg je dan heel gekke situaties.’

Ze geeft als voorbeeld een gespecialiseerde kinderarts uit Iran die voor NARIC-Vlaanderen alleen nog een onbetaalde stage moest doen. ‘In geen enkel ziekenhuis kon dat, de stage moest betalend zijn. Na lang onderhandelen en bemiddelen vond ik een uiteindelijk een oplossing.’ Waarom NARIC-Vlaanderen daarover zo dwarslag, daar had Martinez ook het gissen naar.

‘Begrijp me niet verkeerd,’ nuanceert Martinez. ‘Ik begrijp dat een opleiding kinesitherapie in Kenia heel anders is dan hier. Meestal krijgen mensen dan het equivalent van een bachelordiploma, maar in België heeft dat weinig zin.’

‘Je vindt werk, maar niet als kinesitherapeut. Dan moet je een bittere keuze maken: genoegen nemen met een lager niveau of, in het ergste geval, de studie gedeeltelijk overdoen. Dat zijn de verhalen die we hier vaak horen.’

Overgekwalificeerd

Waarom vluchtelingen niet worden beschouwd als talenten die de leemtes op de Belgische arbeidsmarkt kunnen opvullen, doet heel wat politieke vragen rijzen. Vooral omdat België op het gebied van openstaande jobs een van de koplopers is in Europa. Wie onder meer als verpleegkundige aan de slag wil of kan, is dus verzekerd van werk.

‘Vluchtelingen hebben vaak een onzekere job die niet in lijn ligt met hun eigen scholingsniveau.’

‘Daarom is het project IntegraZorg een goed idee’, beaamt Dries Lens, expert arbeidsmigratie aan de Universiteit Antwerpen.

‘We moeten ons meer richten op de specifieke kwalificaties en aspiraties van erkende vluchtelingen. Want er schuilt namelijk een groot gevaar in een te snelle doorstroom van die mensen naar de arbeidsmarkt. Studies tonen aan dat hun eerste jobs meestal van korte duur zijn.’

Is dat een reden waarom ze zo snel in de sociale zekerheid terechtkomen? ‘Ja,’ bevestigt Lens, ‘en dat willen we natuurlijk vermijden.’

Ook waarschuwt hij ervoor dat overkwalificatie vooral een van de psychosociale redenen is waarom vluchtelingen afhaken. ‘Vluchtelingen hebben vaak een onaantrekkelijke en onzekere job die laagbetaald is en vooral niet in lijn ligt met hun eigen scholingsniveau.’

Dat bevestigen ook de laatste resultaten van Eurostat. Daaruit blijkt dat 41,4 procent van de niet-EU-burgers overgekwalificeerd is voor de banen die ze kunnen vinden. Sterker nog, de arbeidskloof tussen migranten en mensen van Belgische origine is een van de grootste in de Europese Unie.

Ook wordt de kloof groter naarmate het opleidingsniveau toeneemt. En dat terwijl het onderzoek van de Vlaamse denktank ‘Beyond the horizon’ net aantoont dat vluchtelingen die na 2016 naar Vlaanderen emigreerden opvallend hoogopgeleid zijn, minstens één vreemde taal spreken en een professionele carrière in hun thuisland hebben.

Ellenlange procedures

Opvallend is dat niet alleen vluchtelingen, maar ook opgeleide migranten buiten de EU moeilijkheden ondervinden met de erkenning van hun buitenlandse diploma. Een situatie die erg herkenbaar is voor George uit Libanon.

In het kader van een uitwisselingsproject volgde hij de subspecialisatie urologie in Brussel. Daarna wilde hij zijn carrière hier graag voortzetten, maar de weg daarnaartoe verliep niet van een leien dakje.

‘Ik moest achttien maanden wachten voordat ik aan het werk kon. Talloze bureaucratische instanties moesten mijn studieloopbaan goedkeuren en dat heeft de zaken dan ook enorm heeft vertraagd.’

‘Een job zoeken was in vergelijking met die aanvraag peanuts.’

Volgens richtlijnen van NARIC-Vlaanderen moet het binnen drie maanden antwoorden op een aanvraag. ‘Dat is inderdaad zo’, zegt George, ‘maar dat geldt niet voor het diploma van geneeskunde, aldus het centrum.’

Hoewel George 13 jaar studeerde, dat kon bewijzen met de vereiste documenten én de prijs van 180 euro betaalde, kreeg hij pas na zes maanden een positief antwoord van NARIC-Vlaanderen. ‘Dat is dubbel zo lang als vooropgesteld.’

Toch gaf die goedkeuring George geen toegang tot de arbeidsmarkt. Integendeel. ‘Eerst moest de FOD Volksgezondheid mijn specialisatie in urologie nog goedkeuren,’ duidt hij. ‘NARIC-Vlaanderen erkent alleen de basisstudie, geen specialisaties.’

Doordat die erkenningscommissie maar een paar keer per jaar samenzit, moest George twaalf maanden wachten op antwoord. ‘Nochtans is er een grote behoefte aan artsen op de Belgische arbeidsmarkt. Een job zoeken was in vergelijking met die aanvraag peanuts,’ lacht hij. ‘Onmiddellijk had ik werk.’

De lange procedures om erkend te worden is zeker een pijnpunt, beaamt Dam. ‘Het is een zenuwslopend proces met als grote gevolg dat de lange wachttijd en administratieve rompslomp veel vluchtelingen en migranten ervan weerhouden iets met hun ervaring of diploma te doen.’

De laatste cijfers van NARIC-Vlaanderen suggereren dat ook. In 2020 zijn er ongeveer 691 aanvragen van vluchtelingen opgetekend. In 2019 waren dat er nog 960 en drie jaar geleden 1266.

Onbekend en onbemind

Het lijdt in elk geval geen twijfel dat het innoverende werk van IntegraZorg kansen biedt voor vluchtelingen met een achtergrond in de zorg. Volgens Dries Lens kunnen zulke projecten een belangrijke bijdrage leveren aan het wegwerken van de tekorten in onder andere de zorg. Ook kunnen ze de positie van migranten en vluchtelingen verbeteren op onze arbeidsmarkt’, zegt hij.

Op de vraag of hij IntraZorg kent, antwoordt Wouter Sonneville, bestuurslid van de woonzorgcentra, aarzelend: ‘Ik ken het bij naam, maar wat het precies doet weet ik niet.’

‘Een pijnlijke vaststelling’, besluit Lens. ‘Projecten zoals Intrazorg zijn vaak onbekend of onbemind bij werkgevers. Arbeidsmigratie wordt door sommigen vaak naar voren geschoven als oplossing voor het tekort. Maar het potentiële probleem daarbij is dat het de integratie van mensen die hier al wonen kan belemmeren.’

Strenge voorwaarden

Bovendien is IntegraZorg niet voor iedereen weggelegd, kadert Martinez. ‘Werken in de zorg is hard labeur. Daarnaast stappen vluchtelingen in een onderwijsinstelling waar Nederlands de voertaal is. Zorg is communicatie, en een grove fout kan dus fataal zijn. Daarom moeten ze het Nederlands machtig zijn, wat voor velen een drempel blijft.’

Martinez pleit daarom voor een sneller taalbad tijdens het inburgeringstraject. ‘Dat zou hun slaagkansen grotendeels verhogen’, aldus Martinez.

‘Zorgen voor mensen zit in mij. Dat neem je niet zomaar van me af.’

Het overkwam zomaar Steven. In tegenstelling tot Mihray was hij wel geslaagd voor het examen van verpleegkundige, maar na een jaar moest hij verplicht stoppen omdat hij faalde voor het examen.

‘Mijn laatste examen was te moeilijk’, verklaart hij. ‘Ik moest 37 pagina’s invullen en had amper drie uur tijd om dat te doen. Mijn Nederlands is behoorlijk, maar dat tempo kan ik niet volgen.’

Een herkansing kreeg Steven niet. ‘De procedure is duidelijk en enorm streng: niet geslaagd zijn betekent een onmiddellijke stopzetting van de studie.’

Toch geeft Steven niet op. Via een gespecialiseerd traject van de VDAB zet hij zijn opleiding tot verpleegkundige nu toch voort. ‘Zorgen voor mensen zit in mij. Dat neem je niet zomaar van me af. Het is mijn roeping.’