Als er één plek in het Midden-Oosten is die meer internationale aandacht behoeft, dan is het Jemen. Niet alleen vielen er in de eerste zeven maanden van 2015 meer burgerdoden dan in Syrië, het land is ook de jongste thuishaven van Al Qaeda, dat er een nieuwe rol voor zichzelf heeft gevonden: die van Robin Hood.
In de middag van 25 maart 2015 kwamen drie vrienden, een cameraman, een journalist en een academicus, samen in het prachtige Sana’a. Ze zouden discussiëren tot de ochtend: over het oorlogsleven-zoals-het-is in Jemen.
Hun geliefde land stond aan de vooravond van operatie Decisive Storm, een buitenlandse luchtinterventie onder leiding van Saoedi-Arabië die tot vandaag voortduurt. De drie namen afscheid met de stellige overtuiging en de afspraak dat ze er alles aan zouden doen om internationale aandacht voor hun vergeten land te krijgen.
Anderhalf jaar later is academicus Farea al-Muslimi geëmigreerd naar Amerika. Zijn vriend, journalist Hashem, werd in Sana’a opgepakt nadat de Houthi’s de president uit zijn paleis verjaagd en de macht over de hoofdstad overgenomen hadden. Cameraman Yahia hield de oorlogsjournalistiek voor bekeken.
Na de gruwelen die hij had gezien en de dood van een vriend die was neergeschoten door een Houthi-sluipschutter zette hij een militaire eenheid op om tegen de Houthi’s te vechten. Hij rekruteerde ‘jonge apothekers, ingenieurs, schrijvers…’, schrijft Farea al-Muslimi op Carnegie Endowment for International Peace.
Dit is het verhaal van de desillusie van de progressieve Jemenieten, en hun morele dilemma tussen weggaan, blijven en onderduiken, of strijden. De hoop is weggevaagd. ‘Jemen heeft zijn voorraad mirakels opgebruikt’, zegt Al-Muslimi. ‘En ook de jeugd heeft nog weinig opties over.’
Wapens vervangen boekentassen
Land van geweld
_Vier jaar na de eenmaking van Noord- en Zuid-Jemen in 1990 vond een korte burgeroorlog plaats. In 2004 kende het land ook nog zes oorlogen tussen de sjiitische Houthi’s, met hoofdkwartier in het noordwestelijke Saada, en de centrale regering.
In 2011 ontstond dan de politieke crisis die tot de burgeroorlog leidde. De weigering van de toenmalige president Ali Abdullah Saleh om in te gaan op de protesten van demonstranten leidde tot breuken in de regering, en vervolgens op verschillende plaatsen in het land tot gevechten tussen verschillende politieke rivalen.
Mansour Hadi, die Saleh in 2012 opvolgde, slaagde er niet in om Jemen, een land waar diepgeworteld tribalisme het centrum overheerst, door een internationaal gemonitorde transitie naar vrede te leiden.
In maart 2015 escaleerde de complexe en langdurige politieke crisis tot een complete burgeroorlog. Nadat de noordelijke Houthi-rebellen naar het centrum waren afgezakt en hoofdstad Sana’a in handen hadden gekregen, vluchtte president Hadi het land uit.
Op 26 maart 2015 begon een coalitie van tien landen, geleid door Saoedi-Arabië, een operatie van luchtaanvallen op verzoek en ter ondersteuning van Hadi, op dat moment de internationaal erkende maar in ballingschap levende president.
De luchtaanvallen maakten vorig jaar 3972 Jemenitische burgerslachtoffers, liefst 43 procent van alle slachtoffers van luchtaanvallen wereldwijd. Volgens een rapport van de Britse organisatie Action on Armed Violence en de VN-organisatie OCHA telde Jemen in de eerste zeven maanden van 2015 met 4486 burgerslachtoffers zelfs meer burgerdoden dan Syrië in dezelfde periode._
‘Ik sloot me aan bij de Houthi-beweging omdat ze Jemen willen bevrijden van de bezetters’, zegt de veertienjarige Sadiq in Irinnews, dat bericht over de onrustwekkende stijging van kindsoldaten in Jemen. Volgens de Londense denktank Future Foreign Policy (FFP) wordt aangenomen dat zo’n 40 procent van de Houthistrijders, of 30.000 tot 40.000 soldaten, jonger is dan achttien jaar.
Sinds Decisive Storm steeg het aantal kindsoldaten tot een derde van alle strijders in het land, rapporteerde Unicef begin dit jaar. Vooral de Houthi’s rekruteren massaal kinderen: maar liefst 72 procent, gevolgd door regeringsgezinde groepen, 15 procent, en Al Qaeda, 5 procent. Opvallend is dat veel kinderen zelf zouden verkiezen de wapens op te nemen en te gaan vechten, al is er ook sprake van een groeiend aantal gedwongen kindsoldaten.
Dat bij de luchtaanvallen door de Saoedische coalitie stelselmatig scholen worden gebombardeerd, moedigt ook meer kinderen aan om zelf de wapens op te nemen en te gaan vechten ‘voor 3,5 tot 7 euro’, zegt FFP. En ook dat laatste is niet onbelangrijk in een kapotgeschoten land waar nog voor 25 maart 51 procent van de bevolking onder de armoedegrens leefde. Bovendien, zeggen analisten, kent Jemen een zeer tribaal georiënteerde en patriarchale samenleving, die zich verzet tegen elke buitenlandse bemoeienis. ‘Groepen als de Houthi’s maar ook Al Qaeda profiteren daarvan’, aldus FFP.
Luchtaanval op hoofdstad Sana’a
© Ibrahem Qasim
De Jemenitische hoofdstad Sana’a werd ingenomen door de sjiitische Houthi-rebellen en de verdreven egering “bestuurt” vanuit het buitenland. ‘Het centrum is weg’, zegt Jemenkenner Khaled Fattah. ‘Daardoor drijft het dagelijkse politieke leven op informele netwerken in landelijke en tribale gebieden. En die netwerken kunnen snel schakelen tussen bondgenootschap en rivaliteit.’ Kortom, de chaos regeert en dat biedt ook kansen voor terreurgroepen als Al Qaeda, al langer aanwezig in Jemen, en IS, dat sinds kort Jemen ontdekte.
Maar, zeggen kenners, IS heeft voorlopig weinig groeikansen. Het blijft een zeer kleine franchise, die net zoals elders zeer brutaal te werk gaat en zich, anders dan Al Qaeda, ook tegen de Jemenieten zelf richt. Het is dus vooral Al Qaeda dat wint bij de burgeroorlog die Jemen al sinds 2011 in de greep houdt (zie kader).
Al Qaeda kwam, keek en leerde
Jemen biedt volgens Marie-Christine Heinze, bestuurster van de Duitse denktank CARPO en Jemenexperte, een uitstekende nestelplaats voor Al Qaeda. Geografisch is Jemen, net als het Afghanistan van de Taliban, een weids land met veel verborgen plekken: ‘Ideaal om je low profile te vestigen en van daaruit operaties te verrichten.’
Bovendien is Jemen een conservatief land, zegt Heinze. ‘Niet dat Al Qaeda door de gemiddelde Jemeniet zomaar aanvaard wordt, maar er is een zeker begrip voor hun conservatief-religieuze ideologie. In Zuid-Jemen vind je bovendien ook nogal wat mannen die als moedjahedien in Afghanistan hebben gevochten en dus een fundamentalischer discours aanhangen. Dat geeft Al Qaeda gemakkelijker toegang tot de samenleving.’
Maar, zegt Heinze, Al Qaeda heeft nog een steviger voet tussen de deur: de sociale strategie. Waar Al Qaeda vroeger jihadi’s mobiliseerde door aanslagen te plegen, biedt de terreurbeweging vandaag stabiliteit in tijden van oorlog en chaos. Dat schrijft ook Elisabeth Kendall van Oxford University. ‘Al Qaeda gebruikt de tactiek van de moderne Robin Hood. De groep verlegde zijn strategie nadat hij in 2011 en 2012 er niet in was geslaagd met de agressieve methode een islamitisch emiraat in het centrale deel van Zuid-Jemen op te richten. Vandaag werkt Al Qaeda samen met lokale bestuurders en herstelt het scholen, bouwt het wegen, sponsort het ziekenhuizen, voorziet het in elektriciteit en water en helpt het geschillen over landbezit op te lossen. Daarvoor werkt de groep samen met lokale afdelingen die andere, vriendelijke namen dragen als de Zonen van Abyan of de Zonen van Hadramaut.’
Al Qaeda leerde ook dat pr wonderen doet en vent zijn “goede werken” uit in nieuw opgerichte media. En, niet onbelangrijk in een arm land als Jemen, het zijn de rijken die moeten betalen. In Mukalla eiste de groep dat de olie- en telecombedrijven grote bijdragen betaalden om die basisvoorzieningen te kunnen leveren.
Al Qaeda speelt het slim en biedt basisvoorzieningen bij afwezigheid van een bestuur.
© Ocha
‘Al Qaeda heeft de behoefte aan stabilisering beter dan wie ook in Jemen goed begrepen. Best choquerend’, zegt Heinze. ‘Toen de regeringstroepen onlangs steden als Sa’ar en Abyan bevrijdden, maakten de bevrijders een cruciale fout: ze voorzagen niet in basisdiensten, maar lieten de gemeenschappen gewoon aan hun lot en de leegte over. En dat herhaalt zich voortdurend.’
In april nog riepen de troepen van de Verenigde Arabische Emiraten met luid tromgeroffel dat ze Al Qaeda uit hun hoofdkwartier in Mukalla hadden verjaagd. Maar dat ligt een tikkeltje anders, zegt journaliste Iona Craig, die jaren in Jemen woonde. Na weken van onderhandelingen met lokale clanleiders had de terreurgroep zich gewoon tactisch teruggetrokken. De groep bazuinde rond dat hij zich terugtrok om de burgers van de stad niet in gevaar te brengen: alweer een morele win-win. ‘En dat bestrijd je niet met militaire operaties’, zegt Kendall, ‘die doden mensen, geen ideeën.’
Sektarisme, de nieuwe breuklijn
Ook onrustwekkend is dat de soennitisch-sjiitische conflicten in Irak, Syrië en Libanon naar Jemen overgewaaid lijken te zijn. ‘Dat is nieuw, in Jemen waren de interne conflicten altijd politiek, tribaal of economisch, maar niet religieus’, zegt Farea al-Muslimi. ‘Het is een snel groeiend fenomeen, waar zowel de Houthi’s als president Hadi als andere groepen zich schuldig aan maken.’ Al-Muslimi noemt het radicaliseren om mensen te mobiliseren. De sektarische agenda verkoopt nu eenmaal goed als de bommen van de religieuze tegenstander onschuldige burgers treffen.
Ook de Houthi’s komen steeds sektarischer uit de hoek. ‘Dat is niet nieuw’, zegt Peter Salisbury van Chatham House. ‘Vergeet niet dat ze sinds 2004 al zes oorlogen hebben uitgevochten, waar ze zich ook lieten gaan in religieuze slogans en geweld tegen burgers die het niet met hen eens waren. Toen de Houthi’s in 2011 de revolutie van de studenten kaapten, stelden ze zich voor als de “goeien” tegen de corruptie. Maar toen ze Sana’a overnamen, werden ze almaar populistischer door het succes dat ze hadden. En dat vertaalde zich ook in sektarische propaganda. Een religieuze militie zal nu eenmaal religieuze kwesties gebruiken om te mobiliseren, dat is standaard.’
Salisbury noemt het een vergissing te denken dat de Houthi-rebellen een goed gestructureerde groep vormen met een sterke leider en een eenduidige ideologie. ‘Het militaire leiderschap zit al niet per se op dezelfde lijn als het politieke leiderschap. En ideologisch wil niet elke militant naar Jeruzalem trekken, maar zijn er mensen die absoluut uit eigenbelang, uit pragmatische overwegingen, meevechten.’
Jemen doet ertoe
De aandacht die Al-Muslimi en zijn medestanders wilden, is er niet gekomen. Integendeel, Jemen is nog steeds een donorwees in vergelijking met Syrië en haalt nauwelijks de internationale pers. Dat er bovendien nauwelijks onafhankelijke journalisten of buitenlandse correspondenten overblijven, speelt ook mee, naast de complexiteit van het land.
VN kampen met financiële tekorten en moeilijke doorgang voor hulp in Jemen
© Julien Harnels
En toch doen we er goed aan om de ontwikkelingen in Jemen nauwlettend te volgen, waarschuwen experts. Voorlopig blijft de vluchtelingenstroom nog binnen de grenzen van Jemen, maar daar zou wel eens verandering in kunnen komen. Bovendien zijn de economische effecten niet te onderschatten. ‘Als zeer cruciale zeeroutes zoals de Bab el Mandeb, de “Poort der Tranen” tussen Rode Zee en Golf van Aden, gesloten worden door de oorlog, zullen we ons realiseren dat Jemen er echt toe doet’, vindt Heinze.
Maar vooral is er de bezorgdheid dat het conflict overslaat naar de rest van de regio, en de sterke aanwezigheid van Al Qaeda, dat zich niet laat afschrikken door de Amerikaanse drone-oorlogen. Peter Salisbury: ‘Vergeet niet dat het Al Qaeda was dat met de aanslag op Charlie Hebdo de aanslagenkoorts heeft ontketend.’
Dit artikel werd geschreven voor het herfstnummer van MO*magazine. Voor slechts 20 euro kan u hier een jaarabonnement nemen!