Een portret van Ghana's ‘man van het volk’ (1947-2020)
Wat is de erfenis van Jerry Rawlings, tweevoudig couppleger en vader van de Ghanese democratie?
© AU-UN IST / John Rose (CC0 1.0)
© AU-UN IST / John Rose (CC0 1.0)
Met de dood van Jerry Rawlings verliest het Afrikaanse continent een opmerkelijk figuur. Rawlings wordt internationaal geroemd als een belangrijke voorvechter van de democratie op het Afrikaanse continent. Des te opmerkelijker: hij pleegde tot tweemaal toe een staatsgreep in zijn moederland Ghana.
‘Een grote boom is omgevallen.’ Met die woorden liet de zittende Ghanese president, Nana Akufo-Addo, vorige week weten dat voormalig president Jerry Rawlings op 12 november was overleden. Moussa Faki Mahamat, de voorzitter van de Afrikaanse Unie, tweette dat Rawlings ‘een rots in de branding van het Pan-Afrikanisme was’.
In 1979 hadden weinigen kunnen voorspellen dat er vandaag zulke lovende woorden over Rawlings van de elite zouden vallen. Toen waagde hij als jonge hond zich aan een staatsgreep om heersend generaal Fred Akuffo af te zetten. De coup mislukte, maar Rawlings oogstte met zijn retoriek over sociale en economische rechtvaardigheid internationale belangstelling. ‘Ik mag dan geen expert zijn in economie of rechten. Ik ben wel een expert in het werken met een lege maag, in het afvragen waar en wanneer de volgende maaltijd zal komen’, was zijn antwoord op de vraag waarom hij de coup wilde plegen.
Zijn actie kaderde binnen de Free Africa Movement, een continentaal gedragen beweging met de ambitie om Afrika te verenigen en te zuiveren van haar corrupte, neokoloniale leiders. Doorheen Rawlings’ hele politieke carrière zouden die thema’s de rode draad blijven.
Rawlings stierf in een publiek ziekenhuis in de Ghanese hoofdstad Accra. Het is opmerkelijk, want een beetje Afrikaans staatshoofd laat zich doorgaans liever in het buitenland of in een duur privéziekenhuis behandelen. Het toont aan dat Rawlings, decennia na zijn uitspraak over de coup, het etiket ‘man van het volk’ nooit is kwijtgespeeld.
Woordvoerder van nieuw radicaal populisme
Na de mislukte coup van 1979 werd Rawlings gevangen genomen en ter dood veroordeeld, maar voor het zover kwam, werd hij bevrijd door een groep gelijkgezinde militairen.
Eenmaal aan de macht koos Rawlings voor een archetypische zet. Generaal Fred Akuffo verscheen voor een vuurpeloton.
Onder leiding van Rawlings volgde daarna een tweede staatsgreep door de Armed Forces Revolutionary Council. Eenmaal aan de macht opende Rawlings met een haast archetypische zet voor de Afrikaanse dictator. Generaal Fred Akuffo verscheen voor een vuurpeloton en werd samen met twee andere voormalige presidenten publiekelijk geëxecuteerd. Een ‘schoonmaakoefening’, noemde Rawlings dat.
Ondanks die archetypische zet was Jerry Rawlings een relatief nieuw fenomeen in Afrika: jong, onstuimig en mateloos populair omdat hij komaf wilde maken met de corruptie. In bevlogen toespraken gaf hij graag af op het economische en politiek bankroet waar de oude garde het land in had gestort. Rawlings werd de woordvoerder voor een nieuw soort radicaal populisme.
Dat populisme hield evenzeer in dat de geplande verkiezingen van juni 1979 gewoon zouden doorgaan. Ze werden gewonnen door Hilla Limann. Zowel de verkiezingen als de machtsoverdracht verliepen volgens het boekje. Maar Rawlings bleef tijdens Limann’s presidentschap op de loer liggen. Hij vond Limann een zwakke president, die niet begaan was met de corruptie en de economie liet verslechteren.
Op oudejaarsavond 1981 pleegde Rawlings andermaal een staatsgreep, die Limann van de macht verdreef. Rawlings, inmiddels tweevoudig couppleger, beloofde bij zijn aantreden om de democratie te herstellen. ‘De regering moet tegemoet komen aan de noden van de bevolking. Niet in termen van abstracte vrijheden, maar op gebied van voedsel, kleren, onderdak en andere basisbehoeften’, klonk het. ‘Ik vraag niets minder dan een revolutie. We moeten de sociale en economische orde van deze maatschappij hervormen.’
Rawlings’ beleid en retoriek leverde hem wereldwijde sympathie op in linkse kringen. De banden met het Cuba van Fidel Castro werden aangehaald, evenals met het Burkina Faso onder de revolutionaire kapitein Thomas Sankara vanaf 1983.
Maar al snel kwam de tegenkanting. Rawlings verlangde massadeelname aan zijn democratie, maar die aanpak werd niet gedeeld door iedereen. Etnische strubbelingen verschenen aan de oppervlakte, en Rawlings – met een Schotse vader en etnische Ewe als moeder – begon meer en meer te steunen op zijn Ewe-achtergrond. Politici met andere etnische achtergronden werden uit de regering gezet. Intussen doken hardnekkige berichten op over politieke afrekeningen. De media werden aan banden gelegd.
Ook kwamen doken problemen op met de zogenaamde People’s Defence Committees, die Rawlings had opgezet om de politiek te decentraliseren en massaparticipatie te bevorderen. Geregeld gingen ze hun boekje te buiten waardoor Rawlings zich genoodzaakt zag om hun macht in te perken.
Rawlings zag zich in 1983 gedwongen om het marxisme te verlaten. | ©AU-UN IST / Stuart Price (CC0 1.0)
En dan was daar nog de op Sovjetleest geschoeide economie, die niet opgewassen bleek tegen de realiteit van de uitbarstende oliecrisis. De regering verdubbelde het minimumloon en de prijzen voor rijst, mais en suiker werden gebetonneerd. De inflatie steeg naar de 300 procent, waardoor alle andere producten onbetaalbaar werden.
Rawlings zag zich in 1983 gedwongen om het marxisme te verlaten.
Het verzet tegen het nieuwe bestuur groeide en er volgden verschillende couppogingen, dikwijls gesteund door het Amerikaanse inlichtingenagentschap CIA. Verschillende medestanders van de revolutionaire regering verdwenen in de gevangenis of vluchtten naar het buitenland.
De U-bocht
Rawlings zag zich in 1983 gedwongen om het marxisme te verlaten en wendde zich tot het Internationaal Monetair Fonds dat een besparingsprogramma oplegde. Het plaatste Rawlings in een haast onmogelijke tweespalt: hij had een massarevolutie te verdedigen, maar moest tegelijk het IMF binnen de grenzen dulden. Deze strijd tussen retoriek en neoliberale orthodoxie zou de rest van het decennium bepalen.
Het economische beleid volgde alvast dat laatste parcours, met de privatisering van ’s lands cruciale cacao- en koffieplantages. Het IMF-programma leek succes te hebben, alvast op papier. Aan het begin van de jaren negentig, na jaren van opgelegde besparingsprogramma’s, tekende de Ghanese economie groeicijfers op van rond de vijf procent. De macro-economische parameters herstelden zich.
Maar het beleid veroorzaakte zorgen op andere gebieden. Door het besparingsprogramma verlieten hoogopgeleiden het land, wat onder meer een groot tekort aan dokters veroorzaakte. Intussen stapelden de schulden zich op. Na twee decennia besparingen werd Ghana in 2001 gebombardeerd tot een highly indebted poor country – een arm land met torenhoge schulden.
De verdeling van de gewonnen rijkdom bleef ook een probleem: al die tijd bleven de meeste Ghanezen, vooral in het noorden, straatarm. Al die tijd was Rawlings de facto een dictator geweest – hij stond aan het roer van de PNDC (Provisional National Defence Council) die als regering fungeerde. Met de val van de muur in Oost-Europa groeide de druk om terug te keren naar een democratie. Rawlings was geen voorstander, maar was bereid om het multipartisme terug in te voeren ‘als dat is wat de Ghanezen willen’.
Hij verliet het leger en presenteerde zich als voorzitter van een burgerlijke politieke partij, het National Democratic Congress. Een nieuwe grondwet volgde die politieke vrijheid voor meerdere partijen garandeerde.
Nooit heeft hij een poging ondernomen om langer aan de macht te blijven dan grondwettelijk werd toegestaan.
De verkiezingen van 1992 waren de eerste die plaatsvonden onder een democratisch systeem met verschillende politieke partijen. Ze werden gewonnen door Rawlings, net zoal de verkiezingen van 1996. Internationale waarnemers verklaarden dat de verkiezingen vrij en eerlijk verlopen waren.
Het siert Rawlings. Nooit heeft hij een poging ondernomen om langer aan de macht te blijven dan grondwettelijk werd toegestaan. Uit de puinhopen van jarenlang neokoloniaal, corrupt beleid wist Rawlings een samenleving te kneden. Er werden grote stappen gezet in het terugdringen van de armoede. Zo zette Rawlings de krijtlijnen uit voor waar Ghana vandaag staat – een van Afrika’s meest democratische en economisch succesvolle landen.
Jerry Rawlings overleed op 12 november in een publiek ziekenhuis in Ghana | © AU-UN IST / Stuart Price (CC0 1.0)
De Wereldbank verklaarde Ghana in 2011 tot middeninkomensland. Pierella Paci, hoofdeconoom bij de Wereldbank: ‘De uitdaging is om er nu voor te zorgen dat de welvaart verdeeld wordt over de hele bevolking.’
Jerry Rawlings gaat zo de geschiedenis in als een man met vele gezichten. Als revolutionair die voor de pragmatiek koos. Hij werd 73 jaar. Het kan verkeren in West-Afrika. Thomas Sankara, Rawlings’ presidentiële evenknie in buurland Burkina Faso, bleef op het pad van de revolutie. Hij werd in 1987 doodgeschoten op 38-jarige leeftijd.