Jeruzalem, waar Palestijnen niet thuis mogen zijn

Analyse

Inwoners van Palestijnse wijk worden systematisch weggejaagd uit eigen stad

Jeruzalem, waar Palestijnen niet thuis mogen zijn

Jeruzalem, waar Palestijnen niet thuis mogen zijn
Jeruzalem, waar Palestijnen niet thuis mogen zijn

Ze weten wat het is, de Palestijnen in Oost-Jeruzalem: elke dag opstaan in een heilige stad die massa’s toeristen omhelst, maar die een deel van zijn inwoners uitspuugt. De stad werd 72 jaar geleden in twee gedeeld. Welkom in bezet Oost-Jeruzalem.

Een verwoest Palestijns huis in Silwan, in 2014. Huizen in deze Palestijnse wijk in Oost-Jeruzalem worden gesloopt of ingenomen tijdens nachtelijke raids.

© Reuters / Ammar Awad

De Israëlische regering wil op 1 juli 2020 overgaan tot de formele annexatie van onder meer de Jordaanvallei en nederzettingen in de Westelijke Jordaanoever. De Palestijnse inwoners van Jeruzalem weten wat het is om weggejaagd te worden. Jeruzalem werd 72 jaar geleden in twee gedeeld.

‘Als je nog even tijd hebt, moet je zeker even langs Silwan gaan. De wijk ligt op wandelafstand van de Oude Stad. Wandel er even rond, kijk waar Palestijnen en waar Joodse kolonisten wonen. Snuif de sfeer op. Observeer.’

Ongeveer die boodschap gaf Amos Gil me in 2005. Gil was toen directeur van Ir Amim, een Israëlische organisatie die ijvert voor een duurzaam Israëlisch-Palestijns Jeruzalem. Ik had nog een paar uur voor ik de sherut naar de luchthaven in Tel Aviv zou nemen. De collectieve taxi zou me oppikken aan de Jaffapoort, de westelijke poort van de Oude Stad, vlak bij Silwan.

Twee weken had ik me verdiept in de Israëlische nederzettingengordel die het Palestijnse Oost-Jeruzalem letterlijk opvrat. Mijn eerste buitenlandse onderzoeksreportage voor MO* zat erop. Of bijna, want ik sloot mijn reiskoffer en volgde Gils suggestie en bezocht Silwan in Oost-Jeruzalem. Een Palestijnse wijk waar straten en huizen via vernuftige stappen werden ingelijfd bij West-Jeruzalem, officieel Israël.

Wat van Silwan in mijn geheugen bleef hangen, zijn flarden. Ik herinner me de steile vallei waarlangs eerder sjofele huizen, in verticale huis-op-huishoogbouw, de smalle diepte leken uit te dagen. Ik zie nog de archeologische site of ‘De Stad van David’ in Al-Boestan, een buurt in Silwan. De site is in mijn herinnering niet meer dan een heuveltje. Klein, maar toch groot genoeg om voor Israël een geldig argument te zijn om schaars land te onteigenen.

Er was de norse veertiger die in het voor mij onverstaanbare Hebreeuws duidelijk te kennen gaf dat hij niet gediend was met mij, een buitenstaander die foto’s nam van huizen en auto’s getooid met Israëlische vlaggen. De spanning. De vraag of die ingebeeld of echt was.

Dit jaar, vijftien jaar later, zou ik teruggaan. In 2005 had ik een adviseur van de Palestijnse bevrijdingsorganisatie PLO ontmoet. ‘Over vijftig jaar is “Groter Jeruzalem” een voldongen feit’, had hij gezegd. ‘Niemand zal nog weten waar de grens tussen Oosten West-Jeruzalem liep.’ Ik wilde weten of en hoe de feiten hem gelijk gaven.

Gesloopt of in brand gestoken

De Palestijnse wijk Silwan grenst aan West-Jeruzalem, Israëlisch grondgebied. De inwoners van Silwan ondervinden jaar na jaar hoe de huizen en straten waarin ze opgroeiden worden uitgegomd op officiële stadsplannen.

De voorbije vijftien jaar bleven bouwvergunningen voor Palestijnse inwoners uit, werden huizen voortdurend bedreigd met sloop en daadwerkelijk gesloopt. Verblijfsrechten van families werden ingetrokken, huizen platgegooid om plaats te maken voor zogenaamde vergroening. Israëlische kolonisten staken olijfgaarden in brand en namen tijdens nachtelijke raids huizen in. Palestijnse straatnamen zouden veranderd worden in joodse religieuze namen.

Israël sloot door de coronapandemie als een van de eerste landen zijn luchtgrenzen voor ‘niet-ingezeten’. Mijn vliegticket werd geannuleerd. Silwan ging met de rest van de Palestijnse gebieden en Israël in lockdown.

De voorbije drie jaar gingen in Oost-Jeruzalem jaarlijks meer woningen tegen de vlakte dan in de tien vorige jaren.

Jeruzalem werd doormidden gesneden toen de nieuwe staat Israël in 1948 historisch Palestina annexeerde (zie tijdlijn onderaan dit artikel). De eeuwenoude stad, de ‘heilige’ stad van drie godsdiensten, de stad die voor iedereen ondeelbaar heet te zijn, werd het symbooldossier. Ze werd het brandpunt van het Israëlisch-Palestijnse conflict.

De wijk Silwan werd, net als andere buurten in Oost-Jeruzalem, een strategisch puzzelstukje voor Israël. Israël hecht Palestijnse wijken langzaam maar zeker aan, in de strijd om grond en nieuwe grenzen voor de Joodse natiestaat.

© Reuters / Ammar Awad

© Reuters / Ammar Awad

Claim op Palestijnse grond

Op het moment dat dit artikel verschijnt, beleeft de familie van de Palestijnse Nasser Rajbi haar laatste weken in de wijk, voor ze in juli uit haar huis wordt gezet. Want in januari gaf de rechter kolonistenorganisatie Ateret Cohanim gelijk. Die werd twintig jaar geleden beheerder van de grond, waarop het familiehuis van Rajbi in 1975 werd gebouwd, zonder enig medeweten van de Palestijnse inwoners van de wijk. Ateret Cohanim eist de grond nu op.

Ook andere families in dezelfde buurt dreigen hetzelfde lot te ondergaan. De kolonisten werden landbeheerders op basis van een claim: dat het oorspronkelijk Joodse grond was, die toebehoorde aan Jemenitische immigranten die er weer wegtrokken in de jaren 1920‑1930.

Maar zo eenvoudig is het niet, zegt journalist Nir Hasson in de Israëlische krant Haaretz. ‘De Israëlische wet maakt het mogelijk dat Joodse erfgenamen grond en huizen die verlaten werden, kunnen terugvorderen door te stellen dat het Joods eigendom was. Maar de Israëlische wet laat niet toe dat Palestijnse eigenaars hun oorspronkelijke eigendommen in West-Jeruzalem kunnen terugvorderen.’

De voorbije drie jaar gingen in Oost-Jeruzalem jaarlijks meer woningen tegen de vlakte dan in de tien vorige jaren. De kaarten die voorliggen voor de Palestijnen in Silwan en de rest van Oost-Jeruzalem beloven weinig goeds.

Voor het eerst sinds tijden sloegen de stad Jeruzalem en Palestijnse gezondheidswerkers en activisten de handen in elkaar, stond begin mei te lezen in Haaretz. Volgens de directeur van een intercultureel centrum in Jeruzalem is ‘het voordeel van de coronacrisis dat het virus niet gelinkt is aan het vermoeiende Israëlisch-Palestijnse conflict.’ Even leek het mogelijk: een virus dat een zuchtje hoop blaast in de zeilen van het ondeelbare Jeruzalem.

73 jaar getouwtrek over een Oude Stad

Een eeuwenoude stad, een ‘heilige’ stad van drie wereldgodsdiensten, een symbooldossier. Hoe raakte Jeruzalem opgesplitst? En hoe kan het dat Oost-Jeruzalem, Palestijns grondgebied, langzaam maar zeker opgeslokt wordt door Israël? Enkele opmerkelijke gebeurtenissen in de recente geschiedenis van Oost-Jeruzalem tot vandaag.

Hier begint de moderne diplomatieke geschiedenis van het conflict over Jeruzalem, schrijft de ngo International Crisis Group in een rapport over de annexatie van Oost-Jeruzalem (2019). Het VN-verdeelplan voor Palestina, dat eerder Brits mandaatgebied was, bepaalt dat Jeruzalem en omringende steden zoals Bethlehem, onder internationaal bestuur komen.

De zionistische beweging richt de staat Israël op. Voor de Palestijnen vindt de Nakba plaats, de catastrofe waarbij ze uit hun huizen worden gedreven.

mr hanini (CC BY-SA 3.0)

mr hanini (CC BY-SA 3.0)

1948 is ook het jaar waarin zich de eerste Israëlisch-Arabische oorlog afspeelt. Jeruzalem wordt in twee gedeeld door twee oorlogspartijen. West-Jeruzalem komt onder Israëlische bezetting. Oost-Jeruzalem, dat de Oude Stad met al zijn heiligdommen omsluit, komt onder Jordaanse bezetting.

In januari 1949 eindigt de Israëlische-Arabische oorlog officieel. Er volgen onderhandelingen die vier akkoorden opleveren voor een wapenstilstand tussen Israël en de Arabische buurlanden. In Egypte wordt een akkoord getekend: Jordanië zal de controle over Oost-Jeruzalem behouden en ook de Westelijke Jordaanoever controleren. Israël heeft op dat moment 78 procent van historisch Palestina in handen.

In juni hertekent de zesdaagse oorlog de kaarten van Palestina opnieuw. De Arabische landen delven het onderspit tegenover Israël, dat de Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever bezet. Op 7 juni bezet Israël ook Oost-Jeruzalem. Het is een historisch moment voor Israël, schrijven auteurs Brigitte Herremans en Ludo Abicht in hun boek Israël & Palestina: ‘“De Tempelberg is van ons”, roept kolonel Motta Gour uit nadat zijn troepen de Oude Stad hebben ingenomen. Negentien eeuwen nadat de Romeinse keizer Titus de tempel had verwoest, verovert Israël deze Bijbelse plek.’

© Reuters / HAND-OUT

Israëlische soldaten en hun kolonel Motta Gour in Jeruzalem op 7 juni 1967, vlak voor ze de Oude Stad zullen innemen, tijdens de zesdaagse oorlog.

© Reuters / HAND-OUT

***

Palestijnse inwoners van het bezette Oost-Jeruzalem vallen niet langer onder Jordaanse maar onder Israëlische controle. Het verblijfsstatuut van de Palestijnse Jeruzalemmers wordt een voorwaardelijk vodje. Zij hadden de Jordaanse nationaliteit gekregen, en als bezettende macht kan Israël hen niet zomaar naturaliseren. Daarom krijgen de Palestijnen de status van ‘permanente inwoners van Israël’.

Dat staat niet gelijk met Israëlisch burgerschap: aan hun verblijfsrecht zijn voortaan voorwaarden verbonden. De Israëlische overheid kan het op elk moment intrekken. Van 1967 tot 2018 zal Israël het verblijfsstatuut van 14.643 Palestijnse inwoners van Oost-Jeruzalem intrekken, volgens ACRI, een belangenvereniging voor burgerrechten in Israël.

Israël begint grond van Oost-Jeruzalem in beslag te nemen voor “publieke noden”. Volgens rapporten van mensenrechtenorganisatie Ir Amim volgen ook in 1980‑1982 en in 1991 golven van inbeslagneming van grond. Een derde van de bezette Palestijnse grond zal worden geannexeerd. ‘Het in beslag genomen land werd gebruikt om de zogenaamde ring van Israëlische “buurten” of nederzettingen op te richten’, schrijft Ir Amim in een rapport over Oost-Jeruzalem uit 2015.

De Israëlische overheid volgt de aanbeveling van de interministeriële Gafni-commissie. Die streeft naar het aanhouden van een demografisch evenwicht voor Jeruzalem, zoals vastgelegd door Israël in 1972. De stad moet 74 procent Joodse inwoners beogen tegenover 26 procent Palestijnse. Die richtlijn zal nog lang de Israëlische politiek voor Oost-Jeruzalem beïnvloeden, staat in een rapport over Jeruzalem van VN-Habitat (2015).

Met de Jeruzalemwet roept het Israëlische parlement Jeruzalem uit tot de ‘eeuwige en ondeelbare hoofdstad van Israël’. ‘Een eenzijdige annexatie’, reageert de internationale gemeenschap, die de wet verwerpt. De Verenigde Naties veroordelen dit als een schending van het volkenrecht.

In Washington tekenen de toenmalige Israëlische premier Yitzhak Rabin en PLO-leider Yasser Arafat het finale Oslo-akkoord, onder het toeziend oog van de Amerikaanse president Bill Clinton. De Oslo-akkoorden omzeilen het hete hangijzer van het statuut van Jeruzalem. Voor de Palestijnen gelden ze als de uitverkoop van een Palestijnse staat. Israël zal immers volop nederzettingen in Palestijns gebied beginnen bouwen, inclusief in Oost-Jeruzalem.

Het Israëlische Hooggerechtshof beslist dat de verblijfsstatus voor Palestijnen in Oost-Jeruzalem identiek is aan die van immigranten in Israël. Mensenrechtenorganisatie Ir Amim werpt op dat ‘in de realiteit Israël gemigreerd is naar Palestijns land’. De uitspraak van het hof is volgens Ir Amim een precedent om het verblijfsrecht van duizenden Palestijnse Jeruzalemmers in te trekken in de volgende jaren.

Ehud Olmert, burgemeester van Jeruzalem, geeft groen licht voor het Masterplan Jeruzalem. Het tekenen van dit plan zal jaren in beslag nemen, maar voor de eerste keer vertaalt de Israëlische overheid duidelijk en transparant haar ruimtelijke visie over Jeruzalem naar papier.

Ruimtelijke planning is een instrument om specifieke politieke doelen te bereiken, volgens de Italiaanse urbanoloog en onderzoeker van conflictsteden Francesco Chiodelli. Dat geldt zeker in Jeruzalem. Het Masterplan wordt er een beleidsinstrument om de stad te verjoodsen, onder meer door de bouw van nederzettingen in Oost-Jeruzalem.

De bouw van de Muur in Jeruzalem begint. Volgens Israël een veiligheidsmuur, voor de Palestijnen een annexatiemuur die de Joodse meerderheid in Jeruzalem en de controle over de stad moet verzekeren.
Palestijnse buurten worden daardoor afgesneden van Oost-Jeruzalem. Intussen, vijftien jaar later, leven ongeveer
140.000 Palestijnse Jeruzalemmers achter de muur.

Het Jeruzalem Masterplan — dat nog altijd niet op punt staat — stelt de demografische doelen voor Jeruzalem bij. Omdat Joodse Israëli’s eerder wegtrekken uit Jeruzalem en de Palestijnse bevolkingsgroei toeneemt, wordt het demografische streefdoel aangepast: 60 procent Joodse en 40 procent Palestijnse stadsbewoners.

De Amerikaanse president Donald Trump erkent Jeruzalem als de hoofdstad van Israël. Een jaar later verhuist de Amerikaanse ambassade van Tel Aviv naar Jeruzalem. Daarmee, zeggen waarnemers, verkruimelt de regering-Trump alle diplomatieke initiatieven voor de tweestatenoplossing, want daarbij zou Oost-Jeruzalem de hoofdstad van de Palestijnse staat worden.

© Reuters / Carlos Barria

De Israëlische premier Benjamin Netanyahu schudt VS-president Donald Trump de hand in maart 2019. Twee jaar eerder erkende Trump Jeruzalem als de hoofdstad van Israël.

© Reuters / Carlos Barria

Het Israëlische parlement keurt een wet goed die Israël definieert als een natiestaat voor Joden. De wet legt vast dat Israël ‘het historische thuisland is van het Joodse volk’ en geeft de Joden een ‘exclusief zelfbeschikkingsrecht’. De wet druist in tegen de democratische principes, ook die van Europa, zegt de Joint List, de derde, voornamelijk Arabische partij in Israël.

In zijn “Deal of the Century”, het akkoord dat Donald Trump begin dit jaar voorstelt, herhaalt hij dat Jeruzalem de officiële hoofdstad moet worden van Israël. De Palestijnen? Die kunnen hun hoofdstad oprichten in de buitenwijken van Oost-Jeruzalem, weg van de kern ervan, de Oude Stad. Weg van de grenzen die werden erkend door de internationale gemeenschap.

Dit artikel werd geschreven voor het zomernummer van MO*magazine. Voor slechts 32 euro kan je hier een jaarabonnement nemen! Je kan ook proMO* worden voor slechts 4 euro per maand. Je krijgt dan ook ons magazine toegestuurd en je steunt daarmee ons journalistiek project. Opgelet: Knack-abonnees ontvangen MO* automatisch bij hun pakket.