Politiek en drugsmilieu raken steeds meer verweven
Kenia, de vergeten internationale draaischijf voor heroïne
Als het Keniaanse parlement een nieuwe drugswet aanneemt, worden veroordeelde drugscriminelen binnenkort 30 jaar uitgesloten van eender welke publieke functie. Het wetsvoorstel suggereert een enorme verwevenheid tussen de Keniaanse politieke wereld en de internationale heroïnesmokkel.
Heroïne is in Kenia goedkoop en steeds voorradig. Van de veertig ton die er passeert, zou vijf ton achterblijven voor de binnenlandse markt.
© Belgaimage / Yasuyoshi Chiba
Als het Keniaanse parlement een nieuwe drugswet aanneemt, worden veroordeelde drugscriminelen binnenkort uitgesloten van eender welke publieke functie, voor een periode van 30 jaar. Het wetsvoorstel suggereert een enorme verwevenheid tussen de Keniaanse politieke wereld en de internationale heroïnesmokkel. Ondertussen stijgt het gebruik van heroïne in Mombasa en Nairobi.
Als het gaat over drugs en Afrika, zijn de ogen steeds gericht op West-Afrika. Die laatste regio staat bekend als tussendepot voor Zuid-Amerikaanse drugs op weg naar de Europese markt. Maar veel minder aandacht gaat naar Oost-Afrika. De kust van het Somalische Kismayo tot het Zuid-Afrikaanse Kaapstad is volgens experts minstens even belangrijk voor internationale criminele organisaties.
In West-Afrika gaat het vooral om cocaïne, maar de havens van Oost-Afrika spelen voornamelijk een rol in de smokkel van heroïne. Die komt uit Afghanistan, Pakistan en Zuidoost-Azië en gaat vervolgens op weg naar West-Afrika, Europa en de Verenigde Staten.
Campagne voeren is duur. Een groot deel van de kosten wordt betaald met fondsen van illegale oorsprong, waaronder heroïne.
Er zijn opvallende gelijkenissen tussen beide regio's. Zowel de West- als Oost-Afrikaanse kusten die nu dienst doen als invoerhavens voor drugs waren enkele eeuwen geleden doorvoerhavens van slaven, in de omgekeerde richting. Zowel West- als Oost-Afrika zijn niet louter doorvoerhavens meer, maar nieuwe bestemmingen voor de drugs, met een constante aanwas in aantal gebruikers en verslaafden.
En op beide plekken blijken Afrikaanse politieke elites steeds meer verwikkeld te raken met de handel. Criminele organisaties in de heroïnesmokkel baanden zich een weg naar de hoogste politieke echelons in Kenia.
De banden tussen politiek en misdaadwereld
Het rapport The Heroin Coast van onderzoeksinstituut ENACT uit 2018 traceert gedetailleerd hoe dat gebeurt. Volgens de auteurs van de studie is de toename van politieke invloed van de georganiseerde misdaad in Kenia ‘exponentieel’. En, interessant: ze situeren die toename in het ontstaan van een meerpartijenstelsel. Campagne voeren is duur. De onderzoekers wijzen erop dat een groot deel van de kosten betaald wordt met fondsen van illegale oorsprong, waaronder heroïne.
Zo’n campagnefinanciering werkt als een filter. Wie op eerlijke wijze campagne wil voeren, is eraan voor de moeite, want eerlijk geld kan niet concurreren met misdaadgeld. Enkel wie zich in een gecompromitteerde positie bevindt en dus toegang heeft tot de nodige fondsen, kan zich verkiesbaar stellen. De verwevenheid van politiek en heroïnesmokkel creëert zo een barrière voor nieuw bloed en politieke vernieuwing. In landen waar geen dominerende partij is, zijn de partijen aangewezen op campagnedonoren. En die verwachten wederdiensten.
Het is tegelijk een stuk gemakkelijker en sneller zakendoen met illegale kartels dan met reguliere donoren. Politici die beleidsveranderingen of investeringen willen uitvoeren nadat die beloofd zijn aan rijke zakenmensen, moeten daar coalities en besprekingen voor opzetten. Dat kan jaren in beslag nemen. ‘Terwijl alles wat ambtenaren moeten doen om de heroïnehandel te faciliteren, neerkomt op zaken niét doen: vrachtwagens niet tegenhouden of containers niet controleren’, schrijven de onderzoekers. Dat is volgens hen niet enkel het geval in Kenia, maar ook in andere Oost-Afrikaanse landen.
Een van de bekendste namen in deze context is de Keniaanse familie Akasha. Die verscheen op de internationale radar toen Ibrahim Akasha, de patriarch van de familie, in 2000 vermoord werd in Amsterdam nadat een deal de mist in ging. Akasha controleerde de haven van Mombasa en een groot deel van de kust, die hij deelde met de Italiaanse maffia. Hij stond bekend als de belangrijkste spilfiguur van Oost-Afrika.
Een van de bekendste namen in de Oost-Afrikaanse heroïnehandel: de Keniaanse familie Akasha (foto: een aantal leden van de familie tijdens een drugsproces in 2015).
© Belgaimage / Joseph Okanga
De kinderen van de patriarch, de broers Baktash en Ibrahim (met geel shirt op foto hierboven), werden in 2014 gearresteerd, na samenwerking van de Keniaanse politie met het Amerikaanse Drug Enforcement Agency. Er was bewijs van de smokkel van honderden kilo’s heroïne naar de VS en wapendeals met de Al-Shabaab-militie in Somalië.
Ondanks het bewijsmateriaal kwam het in Kenia nooit tot een echt proces. Volgens politiebronnen dicht bij het onderzoek werd er veel invloed uitgeoefend door prominente Kenianen om een proces tegen te houden. Na drie jaar wachten, en een opeenstapeling van bewijzen dat de broers het justitieapparaat aan het omkopen waren, werden ze op aandringen van de VS het land uitgezet en in 2019 berecht in New York.
Ex-presidentskandidaat Harun Mwau wordt gezien als iemand die als geen ander zijn politieke rol verbond met de onderwereld.
Enkele dagen voor de uitspraak bestormde de politie het huis van Ali Punjani, een zakenman met erg dichte connecties met zowel de Akasha’s als de politieke top. Punjani werd niet thuis aangetroffen en is sindsdien spoorloos. Zijn naam dook op in een rapport van de Amerikaanse ambassade in Kenia uit 2010. Dat noemde de namen van zes vooraanstaande politici of ex-politici die van nabij betrokken zouden zijn bij de drugshandel. Punjani zou samen met andere traffikanten de verkiezingscampagne gefinancierd hebben van Ali Hassan Joho, momenteel gouverneur van de Keniaanse stad Mombasa.
Ook de naam van ex-presidentskandidaat Harun Mwau dook op in het rapport. Die wordt gezien als iemand die als geen ander zijn politieke rol verbond met de onderwereld. Hij is een zakenman die voor miljoenen dollars aandelen had in Nakumatt, de grootste supermarktketen van de regio. Verder bezat hij zijn eigen bank, Charterhouse, en een containerdepot aan een rivier net buiten Nairobi.
Na steun aan de presidentscampagne van Mwai Kibaki werd hij viceminister van Transport. Daardoor kreeg hij de controle over containertransport en over de Kenya Ports Authority, die toeziet op alle invoerhavens en containerterminals in het binnenland. Hij leidde daarnaast ook de Keniaanse anticorruptiewaakhond.
In 2010 las de toenmalig minister van Binnenlandse Veiligheid, George Saitoti, de namen van de verdachten uit het Amerikaanse ambassaderapport voor in het parlement. Mwau nam daarop ontslag uit het parlement. Saitoti kwam kort daarna om het leven in een helicoptercrash buiten Nairobi.
Een Keniaans politieonderzoek naar de beweringen in het Amerikaanse rapport leidde tot niets. In 2011 noemde toenmalig Amerikaans president Obama Mwau nogmaals een “spil” van de drugshandel in Kenia, tijdens een verklaring in het Amerikaanse parlement.
Politiek theater
Niet alleen vinden politiek en onderwereld toenadering, drugstraffikanten lanceren zich ook zelf in de politiek. Dat geven anonieme bronnen aan in het eerder genoemde rapport van ENACT. De traffikanten maken voor hun entree in de politiek gebruik van drugsgeld.
Daar wordt sinds kort ook geen geheim meer van gemaakt. Sinds vorig jaar werkt het Keniaans parlement aan de Narcotics, Drugs and Psychotropic Substances (Control) Amendment Bill 2020, een nieuwe wet die justitie meer slagkracht moet geven. En begin dit jaar stelde het parlementair comité Nationale Veiligheid voor om daarin een artikel op te nemen dat veroordeelde drugsbarons en -smokkelaars uitsluit van eender welke publieke functie, voor een periode van 30 jaar.
Jason Eligh reageert laconiek op het voorstel. Hij is senior expert drugsmarkten in Afrika en Azië bij het Global Initiative Against Transnational Organized Crime. Hij werkte voordien voor UNODC, het VN-orgaan dat de internationale drugs- en misdaadwereld monitort. ‘Op zich zegt dit niets meer dan dat Keniaanse parlementsleden geloven dat het inderdaad een probleem is.’
‘Het land functioneert dankzij corruptie. Je betaalt ambtenaren onder de tafel om je geboortecertificaat of rijbewijs te kunnen krijgen. Zo ontsnappen die ambtenaren aan de armoede’.
Maar Eligh betwijfelt ten zeerste of het initiatief effect zal hebben. ‘Gaat dit mensen tegenhouden? Als je als politicus verwikkeld bent in de drugshandel, betekent dat dat je goed bent in verbergen en dat je de juiste connecties hebt. Je zal dus niet vervolgd worden. Stel dat je verwikkeld bent in de drugshandel en je wil een politieke carrière lanceren. Dan ben je waarschijnlijk rijk genoeg en betaal je al personen binnen de overheid voor je bescherming. Dan zal deze wet je ook niet kunnen deren.’ De enigen die hier nadeel van zullen ondervinden, denkt Eligh, zijn personen ‘die beschuldigd zullen worden om politieke in plaats van criminele redenen.’
Het wetsvoorstel, net als de arrestatie van de Akasha’s en de publieke vernedering van de Keniaanse politici in het Amerikaans rapport, zijn waarschijnlijk niet veel meer dan politiek theater. Bestemd voor de buitenwereld, een afleidingsmanoeuvre voor wat zich binnen de grenzen van het land afspeelt, zegt de expert.
De focus op individuen maakt blind voor wat er echt hapert. ‘Het probleem is fundamenteel en structureel’, zegt Eligh. ‘Het land functioneert dankzij corruptie. Je betaalt ambtenaren onder de tafel om je geboortecertificaat of rijbewijs te kunnen krijgen. Zo ontsnappen die ambtenaren aan de armoede. Trek dit door naar bijvoorbeeld overheidsagentschappen die controles uitoefenen in de haven, de havenpolitie of andere overheidsorganen in transport, regulering, handel. Dat zijn zwakke instellingen, onder andere door het weglekken van geld naar corruptie. Daardoor kunnen die agentschappen hun werk niet uitvoeren en betalen ze te lage lonen uit. Het is een perfecte omgeving voor de georganiseerde misdaad. De zwaktes van het systeem worden uitgebuit en worden zo steeds groter.’
‘Het probleem,’ zegt Eligh, ‘is: het wordt steeds moeilijker om dit aan te pakken. Iemand die het wil veranderen, een politicus van goede wil, moet het opnemen tegen een systeem. We bewandelen deze weg al tientallen jaren. Hoe kunnen we het laten ophouden? Wordt de situatie in Kenia zoals die in het West-Afrikaanse Guinee-Bissau, waar de overheid openlijk actief is in de import van cocaïne? Kenia is daar nog niet, maar als de dingen niet veranderen, tekent dat beeld zich wel af aan de horizon.’
Pakketjes met schone naalden om te verdelen in Nairobi, Kenia. ‘Ik schat dat veertig procent van onze jeugd ten prooi is gevallen aan heroïne.’
© Belgaimage / Neha Wadekar
Schoolkinderen
Een erg gekend fenomeen in landen die doorvoerhavens zijn voor drugs is de spillover, de drugs die achterblijven in het doorgangsland. Want voor het laden en lossen, verdelen, opslaan en transporteren is mankracht nodig, en die moet betaald worden. Uitbetalen in drugs is gemakkelijk, snel en logisch. Lokale traffikanten lopen liever niet rond met grote sommen geld om iedereen te betalen die de handen uit de mouwen steekt. Grote geldtransacties doen zich enkel voor in de hoogste echelons van de handel.
‘Een van onze grootste zorgen is misdaad door jongerenbendes, met vaak leden van amper tien jaar oud. Kinderen dus, die ook verslaafd zijn.’
Zo wordt Kenia sinds midden jaren ‘90 overspoeld door onder andere heroïne. Het is er goedkoop en steeds voorradig. Van de veertig ton die in de havens aankomt, blijven er volgens UNODC vijf achter voor de binnenlandse markt. Een overheidsonderzoek uit 2018, waarin één derde van de Kenianen werd bevraagd, telde 27.000 gebruikers. En de pandemie en de bijhorende stijgende werkloosheid zouden gezorgd hebben voor een nieuwe golf van verslavingen.
Mwinyi Bwana heeft het begin gezien van de drugsplaag. Hij leidt Mada Trust, een lokale gemeenschapsorganisatie voor duurzame ontwikkeling, veiligheid en onderwijs in de binnenstad van Mombasa. Bwana vertelt hoe absurd de situatie vandaag precies geworden is: ‘Ik schat dat veertig procent van onze jeugd ten prooi is gevallen aan de drug. Meisjes en jongens gebruiken openlijk op straat. Een van onze grootste zorgen is misdaad door jongerenbendes, met vaak leden van amper tien jaar oud. Kinderen dus, die ook verslaafd zijn.’
Waarom zo jong? Bwana: ‘Schoolkinderen worden niet gecontroleerd door de politie. Dus zetten lokale drugsbarons hen in om te dealen. Ze nemen de drugs mee naar school in de lunchbox, en aan de schoolpoort komen de gebruikers ze halen. Het gebeurt met medeweten van de ouders, want hierdoor kunnen ze misschien het gezin onderhouden. Het zijn de drugs waar het geld zit. De kinderen die dealen beginnen te gebruiken, raken verslaafd, stoppen met school en voegen zich bij een jeugdbende. Zo kunnen ze stelen om hun verslaving te betalen.’
‘We weten wie de barons zijn. De politie en de lokale overheid weten het ook. Maar er gebeurt niets. Iedereen werkt samen.’
Maak je je zorgen over je eigen drugsconsumptie of die van naasten? Met vragen over o.a. drank, drugs kan je terecht bij de Druglijn op www.druglijn.be (mail/chat) of telefonisch via 078 15 10 20 (ma-vr, 10-20 uur). Op de website vind je ook informatie, een eerste advies of adressen voor hulp en preventie indien nodig.
Deze analyse werd geschreven voor het zomernummer van MO*magazine. Voor slechts 32 euro kan je hier een jaarabonnement nemen! Je kan ook proMO* worden voor slechts 4 euro per maand. Je krijgt dan ook ons magazine toegestuurd en je steunt daarmee ons journalistiek project. Opgelet: Knack-abonnees ontvangen MO* automatisch bij hun pakket.