De Amerikaanse presidentsverkiezingen blijven verrassen en verbijsteren. Wordt het een match Clinton versus Trump, of bestaat er een kans dat een van beide - of allebei - struikelen nog voor ze benoemd worden als officiële presidentskandidaat? En welke kracht schuilt er echt in het Sanderistisch Bevrijdingsfront?
Objectieve berichtgeving omtrent de Amerikaanse voorverkiezingen is praktisch onbestaand, zo stelde Paul Krugman deze week in de New York Times.
Hij verwees daarmee niet naar de ongehoorde media-aandacht voor Trump, maar wel naar de twijfel die vele media zouden zaaien omtrent de voorverkiezingsrace aan democratische kant, tussen Hillary Clinton en Bernie Sanders.
Clinton is de duidelijke favoriet voor het Witte Huis. De statistieken hebben gesproken.
Trouw aan een blind geloof in cijfers, en deels blind voor de bredere sociale dynamieken waar deze cijfers naar verwijzen, argumenteerde Krugman dat er objectief gesproken geen twijfel mogelijk is: Clinton is de duidelijke favoriet voor het Witte Huis. De statistieken hebben gesproken. Einde discussie.
Maar is dit wel het enige verhaal dat hierover te vertellen valt? Is het daadwerkelijk onvermijdelijk dat dit een verkiezingscampagne tussen Clinton aan Democratische zijde en Trump aan Republikeinse zijde zal worden? En indien dat zo is, wat maakt dit dan zo onvermijdelijk?
All Quiet on the Republican Front?
Aan Republikeinse zijde tweete Trump precies een week terug een foto van zichzelf op zijn privéjet waarop hij zijn overwinning vierde: sinds het afhaken van Cruz en Kasich een week eerder, was Trump reeds de veronderstelde kandidaat, maar na zijn recentste electorale overwinning, had hij formeel 1239 afgevaardigden achter zich - voldoende om de Republikeinse nominatie te garanderen.
Het voorverkiezingssysteem aan Republikeinse - en in essentie ook aan Democratische - kant is zo georganiseerd dat in de aanloop naar de Republikeinse verkiezingsconventie (dit jaar in Ohio, van 18-21 Juli) de kandidaten proberen afgevaardigden achter zich te krijgen.
Op basis van deze voorverkiezingen die in elke staat plaatsvinden, worden de 2472 afgevaardigden gekozen die naar de Republikeinse conventie gestuurd zullen worden. Het feit dat Trump sinds deze week 1239 afgevaardigden achter zich heeft staan, wil dus in theorie zeggen dat zijn nominatie verzekerd is.
Een meerderheid van de Republikeinse kiezers - en politici aanvaardt Trump en vindt zijn retoriek en voorstellen niet meer dan business as usual
Hoewel deze afgevaardigden enkel een princiepsvoorkeurstem gegeven hebben aan Trump, en strikt genomen niet door de partijregels gebonden zijn om voor hem te stemmen, schatten politiek analysten de kans erg gering dat een meerderheid van de toegezegde Trump-afgevaardigden zich tegen hun kandidaat zouden keren.
Dat die kans inderdaad klein is, werd duidelijk kort nadat Kasich en Cruz uit de race stapten, en één voor één de Republikeinse politici de gedachte van Trump als presidentskandidaat begonnen te gedogen, of zelfs openlijk omarmden.
Hoewel een meerderheid van de Republikeinse kiezers - en politici - vandaag Trump openlijk lijkt te aanvaarden, en zelfs lijkt te suggereren dat zijn retoriek en voorstellen niet meer zijn dan business as usual, blijven vooral de erg conservatieve leden van de partij, zoals Paul D Ryan, de Spreker voor de Kamer, terughoudend.
Deze proto-scheuring is bijzonder: Trump lijkt niet enkel de lont in een kruitvat gestoken te hebben door zelf een uitgesproken racistische, xenofobe en mysogene retoriek te gebruiken; in een poging om zich van hem af te zetten, heeft een deel van de gevestigde Republikeinse leiders bovendien een nog grotere ruk naar rechts gemaakt op vele vlakken.
Aan Democratische zijde en onder verscheidene politieke analisten leefde lang de aanname dat het Republikeinse electoraat hiertegen zou revolteren, of zelfs overstappen naar Democratische zijde.
Echter, momenteel lijkt de democratische zijde zelf met een interne strijd te kampen, ondanks de stellingname van Krugman dat de strijd reeds gestreden is.
Sanderisme: sociale beweging en hervormingsideologie
Onder Democratische kiezers (en met name Sanders’ achterban) is nog steeds een opmerkelijk sterk geloof in de kans van Sanders om te winnen - ondanks het feit dat Clinton aan een vijftigtal afgevaardigden genoeg heeft om op haar beurt ook de nominatie binnen te halen.
Sanders heeft al meermaals laten verstaan dat hij niet uit de race zal stappen, en doorgaat tot de Democratische verkiezingsconventie in Philadelphia, 25-18 juli.
Zijn keuze om in de race te blijven kan deels begrepen worden in relatie tot het schandaal rond Clinton’s email-verkeer. Er loopt nog steeds een FBI onderzoek tegen Clinton omwille van het - bewust of onbewust - versturen van geheime informatie over haar persoonlijke mailserver. Delen van staatsgeheimen wordt gezien als een misdrijf (denk: Snowden), en indien de FBI de komende maand Clinton formeel in verdenking zou stellen en strafrechtelijke stappen tegen haar zou ondernomen worden, zou dit haar uiteraard diskwalificeren als presidentskandidaat. En daar staat Sanders dan geduldig te wachten.
Sanders mobiliseert geen kiezers, hij mobiliseert burgers. Het fenomeen Sanders kan beter begrepen worden als een sociale beweging dan als een verkiezingscampagne.
Waarschijnlijker is echter dat Sanders’ keuze om verder te gaan te maken heeft met de aard van zijn campagne. Sanders mobiliseert geen kiezers, hij mobiliseert burgers.
Het fenomeen Sanders kan beter begrepen worden als een sociale beweging dan als een verkiezingscampagne; een sociale beweging die zich, jammer genoeg, ontplooit in volle verkiezingsstrijd en daardoor weinig kansen krijgt om zich op een stabiele manier te ontplooien en op een systematische manier een collectieve identiteit te vormen en wortel te schieten die haar leven na de Conventies van Juli of de Verkiezing van November zouden faciliteren.
Die beweging is echter broodnodig in de huidige context, niet enkel omwille van de retoriek rond de 1%, de grote banken, de sociale ongelijkheid of de torenhoge studieschulden van jonge Amerikanen. Er zijn andere bewegingen die dit ook aankaarten. Echter, Sanders’ mobilisatie is uniek in het huidige politieke bestek in haar aandacht voor de corruptie die inherent in aan het electorale systeem:
van de invloed van SuperPACs (bijzonder grote donoren die zich, door een kandidaat te steunen, de facto een -doorslagevende- stem kopen in het politieke proces), tot het stemmen via Superdelegates (afgevaardigden die niet door de burger maar door de partij verkozen worden in een erg ondoorzichtig proces), tot de procedures voor het registreren van stemmers (in New York waren de wachtrijen voor registratie van stemmers aan bepaalde loketten langer van 5 uur, waardoor stemmen in de praktijk enkel mogelijk was voor de happy few die hiervoor vijf uur konden vrijaf nemen van werk).
Deze electorale elementen zijn veel minder zichtbaar dan pakweg de invloed van Wall Street op het politieke proces, maar ondermijnen de essentie van een electorale representatieve democratie.
‘Anything but Hillary’ als stemwijzer
Deze problemen zijn ook de oorzaak van het defaitisme en anti-establishment gevoel dat momenteel zo dominant is onder grote groepen van de Amerikaanse bevolking, die nu twijfelen tussen Trump en Sanders (eerder dan, pakweg, tussen Clinton en Sanders) - om de enige reden dat ze allebei outsiders zijn, omdat ze niet Clinton zijn.
Recent zat ik in een taxi. De chauffeur was een jonge moslim uit de betrekkelijk verpauperde buurt waar ik zelf ook woon. Hij was een van die swing-voters die twijfelde tussen Sanders en Trump; althans, hij stelde heel nadrukkelijk dat hij een grote Sanders supporter was, geen twijfel: omwille van zijn sociaal beleid, zijn economisch discours, zijn ideologie, zijn eerlijkheid.
‘Trump, dat is het racisme dat ik ken, daar kan ik me tegen wapenen. Hillary, she’s just all lies, man!’
Echter, indien Sanders de Democratische nominatie niet zou halen, zou hij voor het eerst in zijn leven op een Republikeinse kandidaat stemmen, Trump. Waarom dat niet gewoon niet stemmen, vroeg ik?
Zonder verpinken antwoordde hij ‘Ik weet dat Trump mij haat, mij en alle moslims in Amerika, maar dat weet ik. Dat is het racisme dat ik ken, daar kan ik me tegen wapenen. Met Hillary, she’s just all lies, man!’
Een zwarte LGBT collega uit Texas vertelde me een paar dagen later hetzelfde, hoe New York op elke mogelijke manier een verademing voor haar was om gewoon haar eigen identiteit te mogen beleven, maar hoe ze, soms, ergens ook Texas miste. In New York deed iedereen alsof alles kon, maar botste ze nog steeds op veel onderhuidse vormen van racisme en intersectionele discriminatie, terwijl in Texas, “It’s a racism you know”.