Vooral arme stedelingen zijn kwetsbbaar
Klimaatcrisis verergert ongelijkheid in Latijns-Amerikaanse steden
IPS / Mario Osava
02 december 2021
Extreme weerfenomenen vergroten de al bestaande ongelijkheid in Latijns-Amerika. Zeker in de steden, waar een op de vijf Latijns-Amerikanen woont.
Een groot deel van de Brazilianen woont in een favela in een van de miljoenensteden van het land. Zij zijn doorgaans de eerste slachtoffers van overstromingen en aardverschuivingen.
metamorFoseAmBULAnte / Flickr (CC BY-ND 2.0)
In de Braziliaanse metropool São Paulo stonden op 10 februari vorig jaar 932 plaatsen onder water. De Mexicaanse stad Tula de Allende stond afgelopen september 48 uur onder water. En in de Peruaanse hoofdstad Lima, waar het nauwelijks regent, overstroomden in 2017 de rivieren.
Overstromingen treffen grote Latijns-Amerikaanse steden steeds vaker, waarschijnlijk als gevolg van de opwarming van de aarde en versterkt door lokale factoren zoals grootschalige bebouwing die de vegetatie heeft vervangen. In een regio waar een op de vijf mensen in steden woont, is de impact enorm.
‘De armsten leven in informele en arme wijken, in gebieden die het kwetsbaarst zijn voor klimaatrisico’s, aan oevers of op heuvels.’
Extreme klimatologische fenomenen vergroten de ongelijkheid in Latijns-Amerika, ‘een continent met de meest onrechtvaardige samenlevingen ter wereld’, zegt de Colombiaanse ingenieur Manuel Rodríguez, emeritus hoogleraar en tussen 1993-1996 de eerste Colombiaanse minister van Milieu en Duurzame Ontwikkeling.
‘De armsten leven in informele en arme wijken, in gebieden die het kwetsbaarst zijn voor klimaatrisico’s, aan oevers of op heuvels.’ Daar worden ze getroffen door overstromingen en aardverschuivingen, legt hij uit.
Overstromingen en aardverschuivingen
Naaste de bijna duizend overstromingspunten telde São Paulo vorig jaar op 10 februari ook 166 aardverschuivingen. De uitzonderlijke stortregens eisten veel slachtoffers onder de 12 miljoen inwoners (en nog eens 10 miljoen extra als het grootstedelijk gebied wordt meegerekend).
Door het glooiende karakter en de vele valleien zijn er verschillende wijken in de grootste stad van Brazilië die elke regenachtige zomer overstromen. Ook de bijna driehonderd beken die het gebied doorkruisen dragen daaraan bij: het overtollige water kan niet worden afgevoerd.
Een groot deel van de 1,28 miljoen inwoners (volgens de officiële telling van 2010) van de arme en overvolle favela’s van São Paulo woont in de laaglanden, in veel gevallen langs beken en zonder sanitaire voorzieningen. Zij zijn doorgaans de eerste slachtoffers van de overstromingen.
In Rio de Janeiro, de tweede stad van Brazilië, woont volgens tellingen van 2010 zo’n 22 procent van de totale bevolking in favela’s: 1,39 miljoen mensen. Zij moeten kiezen ‘tussen formeel werk of wonen waar het betaalbaar is’, zegt Carolina Guimarães, coördinator van Red Nuestra São Paulo, een ngo die een ‘eerlijke, democratische en duurzame stad’ nastreeft.
Hoe meer armoede, hoe groter de impact
‘Armoede is een oorzaak van de impact van de rampen, en ook een gevolg van dezelfde rampen.’
Lima (10 miljoen inwoners) en andere steden in Peru en Ecuador zijn getroffen door El Niño, het klimaatfenomeen dat de wateren van de Stille Oceaan opwarmt, waardoor in de buurt van die twee landen de regens heviger worden. Deze en andere Andeslanden worden ook geconfronteerd met smeltende gletsjers, waardoor de Andesbevolking zonder water kan komen te zitten, zegt Rodríguez. In het Caribisch gebied zijn het vooral de orkanen die frequent en hevig toeslaan.
Niet alleen treffen de verschijnselen de armen in Latijns-Amerika het hardst; zij hebben ook minder middelen om de schade te herstellen, legt de Colombiaan uit. ‘De aanschaf van een nieuwe koelkast of andere apparaten die bij elke overstroming beschadigd raken, kost hen extra veel. Armoede is een oorzaak van de impact van de rampen, en ook een gevolg van dezelfde rampen’, beaamt Guimarães.
Er zijn te veel risicovolle gebieden waar de armen hun huizen eigenhandig moeten bouwen, zonder steun van een openbaar bestuur dat hen een huis met toegang tot de stad garandeert, vertelt ze vanuit São Paulo.
Ruimtelijke ongelijkheid
‘Er heerst een ruimtelijke ongelijkheid die het gevolg is van het model van stedelijke uitbreiding, dat gezinnen met een laag inkomen naar de periferie duwt, hen de toegang tot het openbaar vervoer ontzegt en langdurig reizen afdwingt’, vertelt Pablo Lazo, directeur van Urbane Ontwikkeling en Toegankelijkheid bij het World Resources Institute (WRI) in Mexico.
WRI Mexico ontwierp de Urban Inequality Index (IDU), een hulpmiddel voor het opstellen van overheidsbeleid, dat 74 Mexicaanse grootstedelijke gebieden bestrijkt. Het meet de toegang van de bevolking tot formele werkgelegenheid en diensten zoals onderwijs, gezondheidszorg en vervoer, evenals voedsel en culturele voorzieningen.
Dit verstedelijkingsmodel leidt tot precaire huisvesting in risicogebieden, vertelt Lazo. ‘Dit patroon zie je ook in Mexico-Stad (9 miljoen inwoners; 20 miljoen als het grootstedelijk gebied wordt toegevoegd) waar het oosten van de stad uit hellingen bestaat waar het water snel wegloopt, wat aardverschuivingen veroorzaakt.’
Deze precaire woonsituatie komt veel voor in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied, waar 25 procent van de stedelijke bevolking in informele nederzettingen woont, aldus Rodríguez. Arme mensen die naar de periferie worden geduwd, waar land goedkoper is maar er geen banen of openbare diensten zijn, geven dan vaak de voorkeur aan sloppenwijken dichter bij het centrum, legt hij uit.
Rechtvaardige stad
‘De COVID-pandemie heeft ongelijkheden aan het licht gebracht’, aldus Lazó. Zo vielen er meer doden in de oostelijke periferie van Mexico-Stad, waar de ongelijkheid groter is. ‘Dat komt ook door de afstand: het kost vijf keer zoveel tijd om vanuit de periferie naar het ziekenhuis te komen dan vanuit het centrum.’ En zonder voldoende water voor hygiëne verspreidt het virus zich makkelijker onder de armen.
Ongelijkheid speelt ook tussen steden. Tula de Allende, een kleine stad 70 kilometer ten noorden van de Mexicaanse hoofdstad, werd in september 2021 getroffen door een zware overstroming. Dat kwam niet alleen door regenval. De waterschappen van Mexico-Stad hadden namelijk overvloedig regenwater en afvalwater in de rivier de Tula geloosd, waarvan de stad stroomafwaarts de dupe werd: de rivier trad buiten haar oevers en meer dan tienduizend mensen werden uit hun huizen verdreven.
Ook Rio kent favela’s die aan rivieren liggen, al zijn de arme wijken langs de hellingen en bovenop de heuvels van de stad veel bekender. Ook die hoger gelegen wijken lopen risico’s, vooral op aardverschuivingen, maar de bevolking in de laaglanden is het kwetsbaarst. Een voorbeeld is het Complejo de la Maré (Marea), met ongeveer 130.000 inwoners verdeeld over zestien aaneengeschakelde favela’s.
Aan de kust van de baai van Guanabara en het Cunha-kanaal, lijden die wijken elk jaar onder overstromingen, vertelt Aruan Braga, coördinator van Stedelijk Beleid van het Favelas-observatorium in Rio de Janeiro. Vijf decennia geleden kwamen hier bewoners wonen die uit andere centrale favela’s of kustwijken waren verdreven.
Nieuw beleid voor een nieuw model
De experten zijn het erover eens dat overheidsbeleid noodzakelijk is om ten minste een poging te doen de stedelijke ongelijkheid in Latijns-Amerika te verminderen. Een nieuw bestuursmodel met planning en coördinatie in grootstedelijk gebieden is nodig, zegt Lazo. Hij wijst op mechanismen die het ‘hebzuchtige’ karakter van de markt inbinden, bijvoorbeeld door te eisen dat particuliere woningbouwprojecten een deel van de huizen in aanbouw toewijzen aan de kwetsbare sector. ‘In Frankrijk is dat aandeel 50 procent.’
Braga zegt dat een meer rechtvaardige en democratische stad vereist dat populaire sectoren in de stadsplanning worden opgenomen. Hij denkt dat om het woningtekort in Rio de Janeiro terug te dringen leegstaande openbare gebouwen – dat zijn er nogal wat in deze voormalige hoofdstad – getransformeerd kunnen worden tot sociale woningen.
Guimarães ziet vooral toekomst in gemeenschapsoplossingen, social urbanism, stadslandbouw en de mobilisatie van de bevolking voor een meer rechtvaardige en inclusieve stad.
Bogotá is bezig een ‘stad van 30 minuten’ te worden, naar het voorbeeld van Parijs, dat als 15 minuten-stad ernaar streeft dat eenieder binnen 15 minuten lopen kan vinden wat ze nodig hebben. De Colombiaanse Rodríguez noemt dit als nieuw stedelijk model voor Latijns-Amerika.