Klimaatverandering in Bangladesh: pompen of verzuipen
John Stoker
26 januari 2011
Volgens het VN-Klimaatpanel dreigt een flink deel van Bangladesh onder water te verdwijnen als de zeespiegel stijgt. Kunnen dijken langs kusten en rivieroevers het Zuid-Aziatische land redden of halen ze het ecosysteem nog meer overhoop? De meningen zijn verdeeld.
Op een drijvende bamboeversie van een heimachine trekken acht man om de tien seconden aan een touw, waardoor een massief betonnen blok schokkend naar de top beweegt. Daar manoeuvreert de leidsman het gewicht loodrecht boven een dikke bamboestam. Hij roept iets in het Bengaals. Het touw glipt door de vingers van de arbeiders, het gewicht valt op de bamboestam die zich daarop enkele centimeters dieper in de rivierbodem van de Padma boort, op de plek waar afgelopen jaar een dijk het begaf. Aan weerszijden van het vlot, op de stukken dijk die overeind zijn gebleven, lopen honderden mannen met manden klei op hun hoofd af en aan naar de oever, waar ze de inhoud van het vlechtwerk omgieten in het modderige water. Dijken herstellen op zijn Bengaals. Noeste handenarbeid voor twee euro per dag, om zo de schade te herstellen die een orkaan afgelopen jaar aanrichtte in de streek Mongla Upazila op het moment dat een springtij opkwam. Bestaande dijken herstellen en ophogen en nieuwe waterkeringen bouwen zijn van vitaal belang om Bangladesh klaar te maken voor een warmere aarde. Als het aan de overheid ligt, zal dat ook in de toekomst centraal staan om het land te beschermen. Ook oude cycloonbunkers herstellen en het waterafvoersysteem voor de steden verbeteren maken deel uit van het plan.
Toenemend natuurgeweld
Volgens het VN-Klimaatpanel (IPCC) mag Bangladesh zich in de toekomst verwachten aan extremere weersomstandigheden. Droogteperiodes en hevige overstromingen zullen in frequentie toenemen. Hogere temperaturen boven de Golf van Bengalen zullen de vorming van orkanen bevorderen. Door de stijging van de zeespiegel zal volgens het VN-Klimaatpanel zeventien procent van Bangladesh in zee verdwijnen, wat in de komende decennia twintig miljoen klimaatvluchtelingen op de been zal brengen. De oprukkende zee doet ook het aangrenzende land verzilten, waardoor de landbouwopbrengst terugloopt.
Bangladesh staat al decennia bloot aan natuurgeweld. Eens in de vijf tot tien jaar dalen over het noordelijke deel van het Indiase subcontinent extreem zware moessonregens neer, waardoor de Ganges, de Brahmaputra en de Meghna ver buiten hun oevers treden. Daarbij vallen telkens honderden slachtoffers. Eens in de drie jaar veroorzaken orkanen nog meer leed. Zware orkanen waren er in 1970 (500.000 doden), 1991 (140.000) en 2007 (10.000). Dankzij maatregelen als bedijking gaat het dodental in dalende lijn. Toch een goed idee dan, die dijken?
Dijken vergroten het probleem
‘Dijken zijn niet het antwoord op klimaatverandering. De eerder gebouwde waterkeringen bleken minder effectief dan verwacht en hadden een grote weerslag op het ecosysteem’, zegt professor Dilip Kumar Datta, hoogleraar milieukunde aan de universiteit van Khulna. Hij onderzocht zowel de gevolgen voor het ecosysteem in Zuidwest-Bangladesh als de sociaal-economische impact van een veranderend milieu op de lokale bevolking. Met vele Bengaalse natuurwetenschappers trekt hij de conclusie dat dijken voor Bangladesh in het algemeen en voor het zuidwesten in het bijzonder desastreus zijn gebleken en dat ophoging en uitbreiding ervan weinig goeds voorspelt.
Bangladesh staat al decennia bloot aan natuurgeweld. Eens in de vijf tot tien jaar dalen over het noordelijke deel van het Indiase subcontinent extreem zware moessonregens neer, waardoor de Ganges, de Brahmaputra en de Meghna ver buiten hun oevers treden. Daarbij vallen telkens honderden slachtoffers. Eens in de drie jaar veroorzaken orkanen nog meer leed.
‘In Nederland of Belgiё vervullen dijken hun primaire functie: ze houden water tegen’, zegt Datta met een lach. Dan ernstig: ‘Maar Bangladesh is West-Europa niet. De orkanen zijn hier veel krachtiger dan de stormen van de Noordzee, waardoor bij ons zeeweringen en inlandse waterkeringen regelmatig bezwijken. Vervolgens is de sedimentlast van het water in onze rivieren vele malen hoger dan die van de Rijn en de Maas, waardoor het vermogen van de dijken om de bevolking te beschermen afneemt.’ Wanneer er dijken worden aangelegd, slaat het sediment neer op de rivierbedding en niet langer op het omliggende land. De rivier komt hierdoor steeds hoger te liggen, terwijl de bodem daarbuiten inklinkt en de delta zakt. De kans op een dijkdoorbraak wordt zo alsmaar groter.
De Bengaalse delta bijvoorbeeld zakt met acht tot achttien millimeter per jaar ten opzichte van de zeespiegel, waardoor landbouwgrond verloren gaat. Dat komt door een stijgende zeespiegel en door een dalende bodem waar olie-, gas- en water uit onttrokken wordt. ‘Maar het is ook een gevolg van de bouw van dijken’, benadrukt Datta. Voorheen groeide en steeg de delta wanneer grote hoeveelheden zand achterbleven op momenten dat meanderende rivieren zich verlegden. Dat is niet langer zo. Datta: ‘Vele cruciale deltaprocessen worden door de dijken verstoord.’
Die verstoringen in het ecosysteem hebben consequenties voor twee derde van de Bengalese bevolking die van het land leeft. Zij zien hun opbrengsten langzaam afnemen. De grond verarmt omdat het sediment dat rijk is aan voedingstoffen niet langer neerslaat op de akkers. Het land verzilt door orkanen die ook diep landinwaarts zeewater over de dijken stuwen en daar zout op het land achterlaten. Voorheen werd dit weggespoeld op de momenten dat de rivieren buiten hun oevers traden maar door de bedijking gebeurt dat niet meer.
Geen Bangladesh zonder deltavorming
Lokaal hebben dijken mensenlevens gered en enkele polderprojecten waren een succes, maar op ecosysteemniveau zijn de ingrepen van de mens in de natuurlijke loop van de rivieren een catastrofe, concludeert professor Datta. ‘Bangladesh bestaat door zijn rivieren. Zonder deltavorming is er geen Bangladesh.’
Het roer moet volgens Datta omgegooid. ‘Wij moeten de natuur niet aan ons aanpassen… wij moeten ons aan haar aanpassen. Dat betekent dijken afbreken en grootschalig inzetten op cycloonbunkers en andere potentiele oplossingen zolang die de deltaprocessen niet verstoren.’ Een van die oplossingen is controversieel: migratie uit kwetsbare gebieden stimuleren. ‘We kunnen niet iedereen overal beschermen. De prijs daarvoor is te hoog’, zegt Datta. ‘Bovendien kan de natuur in Zuidwest-Bangladesh de alsmaar groeiende bevolking niet van alle eerste levensbehoeften voorzien zoals voldoende drinkwater. Andere delen van het land zijn minder kwetsbaar. In de hoofdplaats Dhaka en in de industriegebieden verder naar het noorden ligt hun toekomst.’
Beleidsmakers kiezen volgens professor Datta niet voor een andere benadering omdat ze de impact van alle waterwerken niet overzien. ‘Het zijn juristen en economen. Voor hen is de klimaatverandering een ontwikkelingsmarkt. Voor wetenschappers is het een wetenschap, maar voor Bangladesh is het een ramp als we niet de juiste keuzes maken.’
John Stoker studeerde Milieukunde, specialisatie hydrologie, aan de Universiteit van Utrecht. Hij werkt als freelancejournalist en is gespecialiseerd in Zuid-Azië en milieu.