De Belgische ministerraad heeft dinsdag (19 februari) de deelname van een Belgische contingent aan de Europese troepenmacht in Tsjaad en de Centraal-Afrikaanse Republiek goedgekeurd. Eerder al besliste de regering F-16-gevechtsvliegtuigen naar Afghanistan te sturen. Beide missies liggen onder vuur.
Begin februari maakte de Belgische minister van Defensie, Pieter De Crem, bekend dat ons land 140 extra militairen en vier F-16’s naar Afghanistan zouden sturen. De F-16’s worden ingezet in het zuiden van het land om luchtsteun te verlenen aan de Nederlandse NAVO-troepen.
Deze week besliste de Belgische ministerraad ook deel te nemen aan de Europese troepenmacht in Tsjaad en de Centraal-Afrikaanse Republiek.
België zal in de aanvangsfase 130 militairen sturen naar Tsjaad en de Centraal-Afrikaanse Republiek, gemiddeld zullen er voor de duur van de operatie (1 jaar) 70 Belgische militairen op het terrein aanwezig zijn. De Europese missie telt zo’n 3000 man, geflankeerd door een politiemacht van ongeveer duizend man. Ongeveer de helft van de militairen zal uit Fransen bestaan.
Vluchtelingenkampen beschermen
De EU-missie heeft als doel de vluchtelingenkampen te beschermen. Zo’n 230.000 vluchtelingen uit de Sudanese provincie Darfur en 170.000 ontheemden in Tsjaad worden opgevangen in geïmproviseerde kampen in het oosten van Tsjaad, een droge regio met weinig infrastructuur.
‘Deze missie wordt voorgesteld als de missie waar onze humanitaire ambities wel tot hun recht zullen komen, want onze troepen gaan vluchtelingen beschermen. Dit gebeurt echter niet in een politiek vacüum’, zegt Vredesactie.
‘Rugdekking van de Franse inmenging’
Vredesactie vraagt zich af of je vluchtelingen kan beschermen door een militaire interventie: ‘De Europese troepenmacht Eufor is verwaterd tot een nauwelijks verholen rugdekking van de Franse politieke en militaire inmenging in Tsjaad en kan nog moeilijk als vredesmissie verkocht worden. De Franse regering wil op korte termijn Idriss Deby in het zadel houden, de president die zopas de leiders van de volledige legale oppositie liet verdwijnen. Die verdwenen politici zijn mede-ondertekenaars van een politiek akkoord van augustus 2007, dat door de EU gepatroneerd werd.’
Frankrijk is een belangrijke leverancier van militaire hulp aan het regime van de Tsjadische president Idriss Déby, die in 1991 na een coup aan de macht kwam. Toen zijn rivalen vorig jaar probeerden hem af te zetten, werd een aanval op de hoofdstad N’Djamena afgeweerd met hulp van Frankrijk. Déby won enkele maanden later de presidentsverkiezingen. Oppositiepartijen boycotten de verkiezingen, omdat die volgens hen oneerlijk zouden zijn.
Humanitaire militaire interventies ter discussie
De vraag of het instrument ‘militaire interventie’ wel geschikt is om humanitaire probleemsituaties of gewelddadige conflicten aan te pakken wordt nauwelijks gesteld, terwijl de gebruiker van dit instrument volgens Vredesactie altijd een deel van het conflict wordt. ‘Militaire interventies creëren meer problemen dan ze oplossen’, vindt Vredesactie.
Vrede vzw en StopUSA zijn niet verrast door de Belgische beslissing om aan gevechtsoperaties deel te nemen zoals in Afghanistan: ‘Niet alleen omdat België onder druk stond van andere NAVO-bondgenoten, maar ook vanuit het absurde geloof dat we met militaire slagkracht stabiliteit en orde kunnen scheppen in deze in chaos gedrenkte wereld.’
Beide organisaties pleiten voor een maatschappelijk debat over ons veiligheids- en defensiebeleid, een die uitgaat van het streven naar menselijke veiligheid voor iedereen en niet een die er a priori op gericht is ons militair imago in de buitenwereld op te poetsen.