Maduro in het defensief, Guaidó godsgeschenk voor uitgetelde Venezolaanse oppositie

Analyse

Parlementsvoorzitter roept op tot grootschalige manifestaties in Venezuela

Maduro in het defensief, Guaidó godsgeschenk voor uitgetelde Venezolaanse oppositie

Maduro in het defensief, Guaidó godsgeschenk voor uitgetelde Venezolaanse oppositie
Maduro in het defensief, Guaidó godsgeschenk voor uitgetelde Venezolaanse oppositie

Parlementsvoorzitter Juan Guaido, spreekt zijn achterban in Caracas toe © Reuters / Manaure Quintero

De komst van parlementsvoorzitter Juan Guaidó blaast nieuw leven in de Venezolaanse oppositie. Zal het regime van Maduro, die pas aan zijn tweede ambtstermijn begon, toch gaan wankelen?

Nadat de laatste grote protestgolf in 2017 gewelddadig in de kiem werd gesmoord, werd het stil in de strijd tegen het regime van Maduro, de Venezolaanse president die steeds meer dictatoriale neigingen vertoont. Uitzichtloosheid, honger en repressie stonden lang aan de zijde van Maduro.

Dat veranderde met de komst van parlementsvoorzitter Juan Guaidó, die op 5 januari werd benoemd. Niemand verwachtte iets van de man van slechts 35 jaar — Maduro maakte het parlement al jaren geleden monddood. Dat maakt deze recente stroomversnelling des te opmerkelijker. Net na de beëdiging van de tweede termijn van Maduro blies Guaidó nieuw leven in de uitgetelde oppositie: ‘De grondwet geeft mij het recht als president van de republiek op te treden en vrije verkiezingen uit te roepen’, sprak hij vol vuur.

‘De grondwet geeft mij het recht als president van de republiek op te treden en vrije verkiezingen uit te roepen’

Het lijkt erop dat met die woorden de emmer van Maduro begint over te lopen. Dat Guaidó voor korte periode werd opgepakt, lijkt alleen maar bij te dragen aan zijn aureool. De oppositie bombardeerde hem prompt tot interim-president. In een opiniestuk in Wall Street Journal kreeg Guaidó ook steun van Amerikaans vicepresident Mike Pence.

Guaidó roept intussen op tot grootschalige manifestaties, vandaag, in het hele land. Eerder deze week werden nog 27 militairen opgepakt die verdacht worden van een coup tegen Maduro. Sommige analisten zien in deze actie een teken dat Maduro de steun van het leger begint te verliezen. Dat leger wordt al jaren gezien als de ruggengraat van het regime. Maar mogelijks werd de couppoging in scene gezet — net zoals de gecontesteerde ‘aanslag met drones’ die vorig jaar gesmeed zou zijn tegen Maduro.

In de straten van Caracas en andere grote steden is het hoe dan ook al dagenlang onrustig. De protesten breiden zich uit naar regio’s die te boek stonden als ware Chavez-bastions. Het lijkt er dan ook op dat Maduro, vlak na het begin van zijn tweede termijn, begint te wankelen.

© Arne Gillis

Venezolaanse vluchtelingen komen aan in de Colombiaanse grensstad Cucuta

© Arne Gillis

Wat ging hier aan vooraf?

Twintig jaar na het startschot van de Bolivariaanse Revolutie zinkt Venezuela weg in een zwart gat van onpeilbare diepte. Begin dit jaar begon Maduro aan een tweede termijn van zes jaar, na de gecontesteerde verkiezingen van mei 2018.

Er was een tijd dat sommige koppen van de Latijns-Amerikaanse klas met enige jaloezie naar Venezuela keken. Het land barst van de olie, en met de opbrengsten daarvan werden onder Maduro’s voorganger Hugo Chavez een hele rits sociale programma’s gefinancierd. Miljoenen Venezolanen wisten zo de extreme armoede en het analfabetisme te ontvluchten.

De ommekeer kwam in 2014, toen de olieprijzen wereldwijd kelderden. De Venezolaanse economie, zeer eenzijdig gefocust op de ontginning van olie, kreeg zware klappen. Extreem wanbeleid en corruptie deden de rest. De financieringsbron van de sociale programma’s droogde op, en daarmee ook de steun voor het chavismo. Vandaag ontvluchten Venezolanen vooral hun eigen land, weg van honger en repressie.

Vijf zaken die je moet weten over de humanitaire crisis in Venezuela:

1. Wat veroorzaakte de crisis?

Met de grootste bewezen olievoorraad ter wereld in de bodem is het broodje van Venezuela op papier gebakken. Het probleem is dat de Venezolaanse economie zeer eenzijdig focust op de export van die olie: het vertegenwoordigt zo’n 98 procent van de totale export. Dat maakt het land zeer kwetsbaar, hetgeen bewezen werd toen de prijs van de olie in de tweede helft van 2014 met 70 procent daalde.

Door de dalende olieprijzen begon het land vrijwel direct te kampen met een tekort aan buitenlandse deviezen. Per dag werd het duurder om in het buitenland producten aan te kopen. Die producten waren nodig, omdat er in Venezuela zelf, behalve de olie, amper iets geproduceerd werd. Geïmporteerde producten werden met de dag schaarser en lokale winkels begonnen stelselmatig hun prijzen te verhogen.

Het gevolg: buitenlandse producten verdwenen uit de winkelrekken en werden vervangen door strekkende meters ketchuppotjes, één van de weinige producten die nog lokaal geproduceerd werden.

Zowat alle economische activiteiten werden verwaarloosd ten voordele van de oliesector, tot de economische logica die bubbel deed ontploffen.

Dat er zo weinig nationaal geproduceerd wordt, kan gelinkt worden aan enkele maatregelen die Maduro’s voorganger Chavez invoerde. Om ervoor te zorgen dat Venezuela’s onderklasse voldoende brood op de plank kreeg, begon Chavez cruciale levensmiddelen genereus te subsidiëren. Sommige producten werden zelfs onder hun productieprijs verkocht. Zo overwaardeerde hij de facto de lokale munt, de bolivar. Hierdoor werden Venezolaanse producten minder competitief in het buitenland en buitenlandse producten werden relatief goedkoper op de Venezolaanse markt. Het gevolg: voedsel was dan wel goedkoop beschikbaar voor de lokale bevolking – de lokale producenten ervan werden indirect aangemoedigd om de boeken te sluiten.

Zo werden zowat alle economische activiteiten verwaarloosd ten voordele van de oliesector, tot de wereldwijde economische logica die bubbel deed ontploffen. Het geld voor de sociale programma’s droogde op en de honger die het chavismo moest uitroeien, maakte andermaal haar intrede in het land.

Drie miljoen Venezolanen, zowat een tiende van de bevolking, ontvluchtte intussen het land.

2. Hoe ziet het leven van de achterblijvers er intussen uit?

Het meest zichtbare is de inflatie, die epische proporties heeft aangenomen. Op het einde van 2018 verdubbelden elke negentien dagen de prijzen. Voor een kopje koffie heb je stapels bankbiljetten nodig. Cash geld is schaars geworden. Betalen doen de Venezolanen dan ook vooral elektronisch. Door frequente stroomonderbrekingen en pannes in het betaalsysteem moeten winkels soms dagen aan een stuk de deuren sluiten. De benzine is dan wel notoir goedkoop (voor een paar eurocent kan je een gemiddelde auto voltanken), voor nagenoeg alle tankstations die nog open zijn, staan rijen waar je niet zelden een dag of drie in verliest.

De weinige producten die nog in de winkelrekken liggen, zijn onbetaalbaar geworden. Caritas berekende dat een familie 98 keer het maandloon nodig zou hebben om te voldoen in haar minimale voedselbehoeften. Meer en meer mensen zoeken hun toevlucht tot goedkoop rot vlees, restjes uit vuilnisbakken, … Smalend wordt dit het ‘Maduro-dieet’ genoemd.

Lege magen drijven mensen tot geweld. De ngo Observatorium voor Geweld in Venezuela maakt gewag van een nieuwe klasse delinquenten, ‘die handelen uit noodzaak en wanhoop.’ Maar in tegenstelling tot klassieke criminelen overvallen ze geen banken, want het geld is toch waardeloos geworden. Ze overvallen restaurants.

3. Waar komen de vluchtelingen terecht?

Het merendeel van de Venezolaanse vluchtelingen komt terecht in Brazilië, Colombia, Peru en Chili. In de grootsteden ontstaat daar een nieuwe onderklasse die het moet rooien met onderbetaalde jobs, bedelarij en diefstal. In de ontvangende landen kalft de steun om nog vluchtelingen op te nemen af naarmate de stroom groeit.

© Arne Gillis

1,38 euro omgewisseld in Bolivar op 7 januari

© Arne Gillis

4. Welke oplossingen reikt de Venezolaanse regering aan?

Om de inflatie te lijf te gaan, bedient de regering zich van maatregelen waar binnen- en buitenlandse economen zich serieuze vragen bij stellen. Enerzijds zet de regering de geldpers aan, anderzijds verhoogt ze een keer of vier per jaar het minimumloon. Beide maatregelen wakkeren de inflatie die ze te lijf hoort te gaan net aan. Er werden bovendien vijf nullen geschrapt van de bolivar, en er werd een nieuwe geïntroduceerd: de ‘soevereine bolivar’.

Daarnaast stellen critici dat het regime zich in toenemende mate bedient van autoritaire tactieken om het volk te beteugelen. Zo’n 125 mensen stierven in 2017 tijdens maandenlange protesten tegen de regering-Maduro. In deze protesten speelden de zogenaamde colectivos een kwalijke rol – de facto paramilities die bewapend worden door de regering.

Intussen verdwijnen oppositieleden en kritische journalisten in de gevangenis en wordt de humanitaire crisis op staatsmedia geminimaliseerd.

Volgens Maduro worden de protesten aangewakkerd door de oppositie, op haar beurt gesteund door de Verenigde Staten. Dat laatste land zou uit zijn op een “economische oorlog”. Het is inderdaad zo dat er vanuit de Verenigde Staten economische sancties zijn opgelegd. Dat die de Venezolaanse economie schaden, spreekt voor zich.

Maar tot nu toe weigert de regering onder leiding van Maduro in eigen boezem te kijken. En intussen verdwijnen oppositieleden en kritische journalisten in de gevangenis en wordt de humanitaire crisis op staatsmedia geminimaliseerd.

‘De rechtsstaat is in elkaar geklapt’, stelt een rapport van de Verenigde Naties. Volgens het rapport maken veiligheidstroepen zich schuldig aan buitengerechtelijke executies, die bovendien plaatsvinden zonder enige gevolgen voor de daders.

De scherpste critici stellen dat er geen regering aan het hoofd van het land staat, maar een drugkartel. Dit zogenaamde Cartel de los Soles zou betrokken zijn bij de internationale drughandel en bestaan uit hooggeplaatste Venezolaanse ambtenaren uit het leger en de regering. Hoofd van dit mythische kartel zou Diosdado Cabello zijn, rechterhand van president Maduro. De beschuldigingen zijn talrijk, maar voorlopig blijft de organisatiestructuur van dit kartel in mist gehuld.

5. Hoe reageert de internationale gemeenschap?

Internationaal raakt het regime van Maduro meer en meer geïsoleerd. Op de inauguratie van zijn tweede termijn als president waren er amper buitenlandse staatshoofden aanwezig. Wel present: de presidenten van bondgenoten Bolivia en Nicaragua, en vertegenwoordigers van de Russische, Chinese en Turkse regering.

Tegelijkertijd vonden er protesten plaats in verschillende steden over de hele wereld, waaronder Bogota, Barcelona, Buenos Aires en Quito.

De druk om af te treden groeit, en niet alleen vanuit de eigen bevolking. Op continentaal niveau werd in 2017 de Groep van Lima opgericht, een multilateraal orgaan dat het beleid van Maduro bekritiseert. De verkiezingen van mei 2018 werden door de Groep van Lima afgedaan als ‘niet-geobserveerd, ondemocratisch en onrechtvaardig.’ De veertien landen die deel uitmaken van de Groep riepen na de herverkiezing van Maduro hun ambassadeurs terug