“Snelle oplossingen” in plaats van investeringen in institutionele structuren
Latijns-Amerika zet steeds meer militairen in tegen corona
Maurizio Guerrero
19 november 2020
Tijdens de COVID-19-pandemie raakt Latijns-Amerika steeds meer gemilitariseerd. Niet alleen verplegen militairen burgers in hun ziekenhuizen. In minstens een dozijn landen dwingen ze ook lockdownmaatregelen af, vaak op brute wijze.
Een bijeenkomst van burgerlijke autoriteiten en militairen in Chili, een actie om de covid-19- pandemie in te dammen.
© Ministerie van Defensie Chili
Tijdens de COVID-19-pandemie raakt Latijns-Amerika steeds meer gemilitariseerd. Niet alleen verplegen militairen burgers in hun ziekenhuizen. In minstens een dozijn landen dwingen ze ook lockdownmaatregelen af, vaak op brute wijze. Waarnemers in Latijns-Amerika vrezen dat een permanente militarisering het nieuwe normaal wordt.
Verschillende regeringen laten, bij gebrek aan voldoende civiele instellingen, basisdiensten uitvoeren door militairen. Op die manier hebben ze ook meer controle over hun critici. Van de democratie in Latijns-Amerika, zeggen waarnemers, dreigt na de pandemie alleen de façade terug te keren.
Leger heeft laatste woord
‘Latijns-Amerika heeft veel tijd nodig om te herstellen van de pandemie’, zegt Adam Isacson, specialist militaire zaken van het Washington Office for Latin America (WOLA), een denktank die in mensenrechten gespecialiseerd is. ‘Mensen zullen zich onzekerder gaan voelen en waarschijnlijk minder vertrouwen hebben in hun regering. In veel landen zullen we zien dat de “bevoogdende democratie” wordt versterkt.’
Isacson maakt zich vooral zorgen over Honduras en Guatemala.
Volgens de Pools-Amerikaanse theoreticus Adam Przeworski heb je in een bevoogdende democratie een burgerlijke regering en heeft het leger het laatste woord.
In Latijns-Amerika kunnen deze pseudo-democratieën zich als regeringsvorm gaan vestigen. Isacson maakt zich vooral zorgen over Honduras en Guatemala, waar de presidenten de afgelopen maanden met steun van het leger internationale commissies tegen corruptie opschortten.
In El Salvador probeerde de president dit voorjaar het Congres te intimideren door er militairen toe te laten.
Volgens projecties van de Economische Commissie voor Latijns-Amerika en het Caraïbisch gebied (Cepal) wordt de regio, die kampt met veel geweld en slecht functionerende rechtspraak- en verantwoordingssystemen, dit jaar geconfronteerd met een economische recessie van 9,1 procent.
Zorgwekkend
De inzet van het leger bij natuurrampen en noodsituaties op het gebied van gezondheid is een standaardpraktijk in de wereld. Geen enkele civiele instelling heeft zo’n grote mobilisatiecapaciteit. Maar, zeggen deskundigen eensluidend, het is zorgwekkend dat het leger in Latijns-Amerika dit soort werk zal blijven uitvoeren als de huidige noodsituatie voorbij is, bij gebrek aan capabele civiele instellingen.
Sinds het begin van de pandemie zijn troepen ingezet in stedelijke centra in Argentinië, Bolivia, Brazilië, Chili, Colombia, Ecuador, El Salvador, Honduras, Mexico, Peru en Venezuela. Ze voeren patrouilles uit, bemannen controleposten en sluiten de grenzen tijdelijk. In sommige gevallen sluiten ze burgers op die de gezondheidsvoorschriften overtreden.
Dictaturen
‘Het is duidelijk dat de groeiende militaire aanwezigheid bij civiele taken de actieruimte voor democratisch gekozen regeringen beperkt.’
Tijdens de eerste weken van de lockdown pakten militairen in Peru meer dan 18.000 mensen op. Ook in El Salvador gebeurde dat.
Men zou gelijkenissen kunnen zien met de Latijns-Amerikaanse militaire dictaturen van de jaren 1960, 1970 en 1980 Toch kondigt de huidige sterke aanwezigheid van het leger niet noodzakelijk nieuwe staatsgrepen aan, stelt Kristina Mani, directeur Latijns-Amerikaanse studies aan de Oberlin-universiteit in de VS en auteur van het boek Democratization and Military Transformation in Argentina and Chile.
Maar, voegt ze eraan toe, het duidelijk is dat de groeiende militaire aanwezigheid bij civiele taken de actieruimte voor democratisch gekozen regeringen beperkt.
‘De strijdkrachten zullen de functies vervullen waarvoor ze zijn opgeroepen door de civiele autoriteiten, wat waarschijnlijk betekent dat ze meer middelen nodig hebben en een groter vermogen hebben om civiele leiders te interpelleren’, zegt Mani. ‘In de landen waar ze op grotere schaal worden ingezet, zal het leger meer invloed hebben.’
In Venezuela hebben de veiligheidstroepen sinds half maart, als onderdeel van een “uitzonderingstoestand” door de pandemie, willekeurig journalisten, gezondheidswerkers, mensenrechtenverdedigers en politieke tegenstanders gearresteerd en strafrechtelijk vervolgd, heeft mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch vastgesteld.
In Bolivia was de lockdown het excuus om politieke demonstraties tegen de interimregering van Jeanine Áñez te onderdrukken. Áñez riep in november 2019 zichzelf uit tot president en stelde sindsdien de presidentsverkiezingen twee keer uit.
Ondanks de politieke repressie won Luis Arce, de socialistische kandidaat van de partij van de afgezette president Evo Morales, bij de verkiezingen op 18 oktober. Hij trad aan op 8 november.
Tijdens de regering van Áñez ‘hebben de militairen in Bolivia een dubbele rol gespeeld door mensen te dwingen thuis te blijven, waardoor ze in wezen het zwijgen kregen opgelegd’, zegt Mani. ‘Ze zijn ook ingezet om protesten en demonstraties te onderdrukken. Deze versmelting van twee taken, die politici erg goed uitkomt, is zeer zorgwekkend.’
Zware bezuinigingen
Voor veel Latijns-Amerikaanse landen begon de huidige democratische periode in de jaren tachtig en negentig. Ze werden toen gedwongen om structurele aanpassingen door te voeren, zware bezuinigingen op de overheidsuitgaven die werden opgelegd door de Wereldbank en het Internationaal Monetair Fonds.
De armoede in de regio bleef ongewijzigd, terwijl de inkomensongelijkheid aanzienlijk toenam. Stedelijk geweld onder impuls van de georganiseerde misdaad en de drugshandel nam toe; de regio werd een van de meest gewelddadige ter wereld.
Latijns-Amerikaanse regeringen hebben via hun legers “snelle oplossingen” geïmplementeerd.
Corruptieschandalen van politieke leiders waren eerder de norm dan de uitzondering. Eén zaak, die van het Braziliaanse industriële conglomeraat Odebrecht, strekte zich uit over meer dan de helft van de landen van Zuid-Amerika.
‘Er is een lange geschiedenis van mislukkingen van civiele instellingen in Latijns-Amerika, vooral met betrekking tot de openbare veiligheid en het functioneren van de rechtbanken, dus wenden regeringen zich steeds meer tot het leger om problemen op te lossen die onoplosbaar lijken’, zegt Brett Kyle, onderzoeker bij het Office of Latino/Latin American Studies aan de Universiteit van Nebraska. Hij schreef het binnenkort te verschijnen boek Military Courts, Civil-Military Relations, and the Legal Battle for Democracy.
In plaats van middelen te investeren in institutionele structuren voor veiligheid en gerechtigheid hebben Latijns-Amerikaanse regeringen via hun legers “snelle oplossingen” geïmplementeerd.
Al vóór de pandemie
De militarisering was al duidelijk vóór de pandemie. Enkele voorbeelden uit de afgelopen twintig maanden.
Jimmy Morales, nog tot januari president van Guatemala, kondigde, omringd door soldaten, aan dat de Internationale Commissie tegen Straffeloosheid (CICIG), die de steun heeft van de VN, wordt geannuleerd. Mexico creëerde een Nationale Garde die voornamelijk uit militairen bestaat.
De Braziliaanse president Jair Bolsonaro moedigde de viering van de militaire staatsgreep van 1964 aan. Honduras creëerde een nieuwe politiemacht die de protesten van december vorig jaar onderdrukte. De president van El Salvador, Nayib Bukele, bracht militairen naar het Congres om de parlementsleden te intimideren. En de presidenten van Ecuador, Peru en Chili kondigden, vergezeld van generaals in uniform, aan dat ze demonstraties zouden onderdrukken.
Het Mexicaanse leger krijgt steeds meer functies toegewezen, ondanks de vele klachten over buitengerechtelijke executies en verdwijningen.
Mexico, een land dat nooit militaire dictaturen heeft gekend, is een bijzonder geval.
De partij die het land 71 jaar lang bestuurde, hield het leger lang weg bij de burgerbevolking. Maar sinds 2006 staan militairen mee in voor de openbare veiligheid, onder het mom van de bestrijding van de georganiseerde misdaad. President Andrés Manuel López Obrador heeft het leger nog meer verantwoordelijkheden gegeven.
Zijn regering heeft de overheidsuitgaven dit jaar met 75 procent verlaagd, maar toch bouwt het leger de volgende grote luchthaven en een toeristische spoorweg en beheert het de nationale douane. Het leger krijgt steeds meer functies toegewezen, ondanks de vele klachten over buitengerechtelijke executies en verdwijningen.
Tevredenheid over de democratie
Volgens een onderzoek van adviesbureau Latinobarómetro is de tevredenheid over de democratie in de Latijns-Amerikaanse landen gedaald van 44 procent in 2008 naar 24 procent in 2018.
In geen enkel land in de regio is een meerderheid van de burgers tevreden over dit soort regeringen; in Brazilië gaat het slechts om 9 procent. Het vertrouwen in het leger neemt ook af, hoewel het nog hoog is in vergelijking met andere instellingen: in 2018 bedroeg het 44 procent. De pandemie kan het wantrouwen in burgerregeringen nog versnellen.
‘De protestgolven die we in 2019 zagen, zullen terugkeren en zullen erg groot zijn’
‘We moeten deze trends niet zien als een reden waarom het leger plotseling zal proberen om burgerregeringen in de regio over te nemen’, zegt Kyle. ‘Maar we kunnen scenario’s zien waarin militaire leiders civiele regeringen als incompetent beschouwen en proberen een meer prominente rol te spelen bij beslissingen.’
Geen interesse bij Trump
Ondanks het feit dat de Verenigde Staten vroeger al minstens 41 keer direct of indirect tussenbeide zijn gekomen om regeringen in Latijns-Amerika te veranderen (waarbij ze vaak coupplegers steunden), is de rol van de VS in de recente militarisering minimaal. Daar zijn experts het over eens.
De regering van de vertrekkende president Donald Trump had wel een impact maar dan vooral ze omdat ze zich afzijdig hield: ze toonde geen interesse in het ondersteunen van democratische activiteiten, bijvoorbeeld toen de anticorruptiecommissies in Honduras en Guatemala werden opgeheven.
Sociale bewegingen
Tegelijk met de toename van de militarisering in de regio komen krachtige sociale bewegingen op. In 2019 manifesteerden miljoenen burgers van Bolivia, Chili, Colombia, Ecuador, Guatemala, Honduras, Nicaragua, Peru en Venezuela tegen de corruptie bij hun leiders, ze eisten de afschaffing van bezuinigingsmaatregelen en vochten voor vrije en werkelijk democratische verkiezingen.
‘De protestgolven die we in 2019 zagen, zullen terugkeren en zullen erg groot zijn’, zegt Isacson, ‘vooral in landen die in een diepe economische recessie zitten en waar de mensen werkloos zijn of onvoldoende werk hebben.’ In een regio die steeds meer gemilitariseerd raakt, zullen deze massale demonstraties aanleiding geven tot uitbarstingen van sociale onrust en conflicten, zegt hij.
Bron: EqualTimes