Changemakers uit Congo, Ecuador, Syrië en Filipijnen reageren op pandemie-uitdaging
Lokaal is het nieuwe normaal
MO* vroeg activisten uit Congo, Ecuador, Syrië en de Filipijnen hoe zij de pandemie ervaren hebben, en wat ze eruit leren. Hoe groot is de veerkracht van het middenveld als alles stilvalt? ‘Dit zijn tijden om te leren, en om in de praktijk te brengen wat we hebben geleerd. Daar zijn crisissen voor’, zegt Esperanza Martinez uit Ecuador.
**MO* vroeg enkele bekende activisten uit Congo, Ecuador, Syrië en de Filipijnen hoe zij de impact van de pandemie ervaren hebben, en wat ze eruit leren. Hoe groot is de veerkracht van het middenveld als alles stilvalt? ‘**Ik denk dat dit tijden zijn om te leren, en om in de praktijk te brengen wat we hebben geleerd. Daar zijn crisissen voor’, zegt Esperanza Martinez uit Ecuador.
Een half jaar geleden verschenen hun gezichten op affiches in het hele land: Passy Mubalama en Taïs Bagula uit de Democratische Republiek Congo (Zuid-Kivu), Isabella Ann Mendoza uit de Filipijnen, Awad al Khalil uit Raqqa, Noordoost-Syrië en Esperanza Martinez uit Ecuador. Ze werden door 11.11.11. naar voor geschoven als voorbeelden van changemakers: activisten uit het middenveld die hun samenleving ten goede willen veranderen, van onderuit en bouwend op de kracht van gewone mensen.
De voorbije maanden waren ook zij minder bezig met offensieve veranderingsstrategieën dan met preventieve maatregelen, maar dat is tijdelijk. Wat leert de coronacrisis hen, en hoe zien ze de toekomst: met die vragen contacteerde we hen.
Moeilijke tijden voor kwetsbare mensen
In Ecuador moesten middenveldorganisaties opboksen tegen een overheid die geen of foute informatie gaf, veel te laat en te weinig testte en ook al voor de crisis niet kon rekenen op vertrouwen bij veel van de burgers. In Congo werden doortastende maatregelen aangekondigd, zoals het sluiten van grenzen en zelfs het isoleren van steden, maar die waren voor veel mensen moeilijk vol te houden. In Noordoost-Syrië creëerde de lockdown veel sociale moeilijkheden in een al zwaar geteisterde oorlogszone. En in de Filipijnen zorgde de militarisering van de overheidsreactie voor blijvend wantrouwen.
Passy Mubalama: ‘Er was zeker sprake van een vorm van paniek bij de bevolking.’
‘Er was zeker sprake van een vorm van paniek bij de bevolking’, zegt Passy Mubalama vanuit Zuid-Kivu. ‘Mensen hadden de berichtgeving over het coronavirus gevolgd via nationale en internationale zenders, en gezien wat COVID-19 aanrichtte in hoogontwikkelde landen die over alle mogelijke infrastructuur beschikten. Hoe zou Congo die epidemie dan aankunnen?’
Taïs Bagula, die met Radio Maendeleo altijd al in de informatieve frontlijn opereert, stelt niet alleen angst bij het publiek vast, maar ook bij internationale donoren of organisaties waarmee hij samenwerkt. De Duitste ontwikkelingssamenwerking (GIZ) trok zich bijvoorbeeld terug uit de provincie Zuid-Kivu, als beschermingsmaatregel voor zijn personeel.
‘Er zijn overal checkpoints om de naleving van de lockdown te controleren’, zegt Isabella Mendoza uit de Filipijnen. ‘Maar dat belet niet dat er voortdurend berichten zijn van gemeenschappen die zich verzetten omdat ze geen hulp krijgen vanuit de overheid, of van dagloners die niet kunnen gaan werken bij gebrek aan openbaar vervoer en dus beroofd worden van hun enige bron van inkomen. En daar bovenop blijven er berichten rondzingen over onwettelijke arrestaties en andere misbruiken door de politie.’
In Ecuador, signaleert Esperanza Martinez, ‘hebben mensen in informele jobs alle moeite om de eindjes aan elkaar te knopen, terwijl de overheid de lockdown gebruikt om economische activiteiten, waartegen mensen zich verzette omdat ze de natuur vernielen, toch door te duwen. Bovendien blijkt de exploitatie van olie en natuurlijke rijkdommen onder de “strategische activiteiten” te vallen die niet gehinderd mogen worden.’ Dat alles vergroot volgens haar het gevaar voor inheemse gemeenschappen in afgelegen gebieden, die net extra bescherming zouden moeten krijgen.
Awad al Khalil signaleert begin mei dat er slechts drie officieel bevestigde gevallen van COVID-19 zijn in Noordoost-Syrië, ‘maar de sociaaleconomische impact van het virus laat zich al volop voelen. De maatregelen zorgden ervoor dat veel dagarbeiders hun inkomen verloren en dat de werkloosheid enorm toenam, terwijl de prijzen gevoelig stegen door de beperkte import en het monopolie van sommige handelaars.’
Toch zien deze changemakers wel degelijk redenen om hoopvol en strijdbaar te blijven. Een kort overzicht:
Lokale zelfvoorziening wordt belangrijker dan geglobaliseerde economie
Isabella Mendoza, klimaatbeleidsanalyste bij het Institute for Climate and Sustainable Cities in de Filipijnen: ‘Onze organisatie is altijd al gericht geweest op leven in een “nieuw normaal”, met minder voorspelbare seizoenen, vaker voorkomende rampen en toenemende schaarste van natuurlijke rijkdommen. Na deze pandemie is nog duidelijker dat de oude routines niet meer bruikbaar zijn: de manier waarop de mens de grens met de natuur doorbreekt is schadelijk, dat wisten we al sinds SARS; en de manier waarop we de aarde uitputten en de atmosfeer vervuilen moet stoppen, dat maakte de klimaatverandering al duidelijk. We moeten dus dringend nadenken over we er moet gebeuren om het nieuwe normaal van morgen ecologisch duurzaam, responsief en veerkrachtig te maken.’
Isabelle Mendoza: ‘We moeten dringend nadenken over wat er moet gebeuren om het nieuwe normaal van morgen ecologisch duurzaam, responsief en veerkrachtig te maken.’
Gelukkig, stelt Mendoza vast, is er vandaag al genoeg reden om hoopvol te blijven. ‘We zien hoe ambtenaren, burgers, middenveldgroepen en privé-organisaties de goede acties van de overheid ondersteunen en versterken. Hier en daar zie je innovatieve ideeën wortel schieten, zoals mobiele markten, lokale testfaciliteiten of fietsuitleendiensten, en overheden die gratis huisvesting voorzien voor gezondheidswerkers of andere noodzakelijke werkers.’
‘Humanitaire organisaties en kerkgroepen mobiliseren om de meest kwetsbare gemeenschappen financieel te ondersteunen. Online nemen sommigen het initiatief om frontlijnwerkers te steunen door hun voedsel en beschermkledij te financieren of te produceren, terwijl anderen gerechtelijke bijstand bieden aan werkers en slachtoffers van misbruik.’
‘De regels van het spel zijn definitief veranderd’, voegt Mendoza nog toe. ‘Voorheen was alles gericht op de behoeften van een geglobaliseerde economie met just-in-time toevoerketens en onderlinge verwevenheid. Vandaag is duidelijk dat lokale zelfvoorziening op nieuw veel belangrijker zal worden. Lokale gemeenschappen en netwerken zijn cruciaal om de meest kwetsbaren te bereiken.’
‘Als we in de toekomst economie, armoede, gezondheidszorg en al de rest goed willen aanpakken, is de kritieke factor het versterken van de capaciteit van lokale actoren. Zij kunnen er best voor zorgen dat alle stemmen gehoord worden, dat niemand vergeten wordt.’
Verandering komt van onderuit
Ook Esperanza Martinez van Accion Ecologica in Ecuador hamert op het hernieuwde belang van lokale actie en oplossingen. ‘We zien de opwaardering van de lokale dimensie, of van de lokale gemeenschap, net als van de familiale landbouw. Er worden overal voedingspakketten gemaakt op basis van lokale producten en er worden alternatieve systemen van voedseldistributie opgezet. Om dat te kunnen doen, moesten de boeren en de burgers creatief omspringen met de coronamaatregelen, die zeer hard zijn voor de man in de straat maar tolerant ten aanzien van grote bedrijven.’
Esperanza Martinez: ‘We zien de opwaardering van de lokale dimensie, of van de lokale gemeenschap, net als van de familiale landbouw.’
Martinez ervaart de schok vandaag als een bevestiging dat de ‘normaliteit van gisteren het probleem was’, en voelt zich nu ‘veel meer gesteund in onze overtuiging dat we niet kunnen doorgaan met het opofferen van de natuur en de gemeenschap.’
Ze stelt vast dat de kracht van onderuit groeit, ‘velen in overlevingsmodus, anderen in actieve weerstand’ en wil die ook meer waarderen en beschermen. ‘We moeten inzetten op een gemeenschappelijke doel: de verdediging van gebieden waar de biologische diversiteit en de diversiteit van culturen en kennis nog steeds standhoudt; maatregelen nemen voor integraal herstel in zones waar sociaal-ecologische problemen zijn; en werken aan de voorwaarden om de controle over die gebieden terug te nemen.’
‘Het is moeilijk te voorspellen welke veranderingen zullen plaatsvinden, of de angst zal zegevieren en zowel discriminatie als onderwerping aan technisch-wetenschappelijke oplossingen zal rechtvaardigen, dan wel of de solidariteit zal worden versterkt. Er zal zeker sprake zijn van beide’, zegt Martinez.
‘Ik denk dat we er uiteindelijk nog meer van overtuigd zullen raken dat de veranderingen van onderuit komen, dat wat echt werkt, ons beschermt, ons voedt, het werk is van de inheemse en boerengemeenschappen, van de vrouwen, van de families die voor de zieken zorgen. Vandaag is de uitspraak van Bolivar Echeverria relevanter dan ooit: “No por vivir en el capitalismo, vivimos para el capitalismo.” Het is niet omdat we in het kapitalisme leven, dat we voor het kapitalisme leven.’
Net nu kunnen we solidariteit niet missen
‘Ik denk dat de internationale solidariteit wel eens onder druk zou kunnen komen, nu de Europese landen het meest getroffen werden door de pandemie’, zegt Passy Mubalama, een journaliste die de ngo Aidprofen oprichtte om aan vrede en vrouwenrechten te werken. ‘Zullen die Europese landen nog wel geneigd zijn ontwikkelingslanden te helpen? We hebben nu gezien hoe elk land apart ageerde en alleen voor zichzelf oplossingen zocht, terwijl COVID-19 net alle landen trof. Als we ooit internationale solidariteit nodig hadden, dan nu. Want zolang één persoon in één land getroffen wordt, is iedereen betrokken. Alleen samen zijn we sterk genoeg om de mondiale gezondheidsuitdaging aan te kunnen.’
‘Zullen die Europese landen nog wel geneigd zijn ontwikkelingslanden te helpen?’
Taïs Bagula, directeur van de alom gerespecteerde lokale Radio Maendeleo, voelt die spanning nu al. ‘Net nu de behoefte aan betrouwbare informatie zo groot is, haken sommige internationale donoren af en valt de vraag van lokale organisaties voor reportages of betaalde segmenten weg. Toch gaan wij door met onze belangrijkste uitzendingen, zodat deze ruimte voor vrije meningsuiting behouden blijft. We werken met lokale radioclubs, op dit moment vooral rond bewustwording over het coronavirus en hoe we ervoor kunnen zorgen dat rurale regio’s ervan gespaard blijven.’
Ook Aidprofen zet in op sensibilisering, zegt Passy Mubalama: ‘Door de maatregelen moesten we onze bewustmakingsacties online voeren. Daarnaast hebben we werk gemaakt van de productie van mondmaskers – maar voor veel mensen blijft het lastig om die aan te kopen.’ Trouwens, voegt Mubalama toe, ‘de hele beperking van bewegingsvrijheid en de norm van sociale afstand zijn heel lastig om toe te passen in een economie waarin de meeste mensen van dag tot dag overleven.’
Zelfredzaam worden
‘Burgerbewegingen voelen zich verantwoordelijk om te reageren op deze crisis’, zegt Awad al Khalil vanuit Raqqa, in Noordoost-Syrië. Zelf werkt hij met Totol Foundation aan de heropbouw van de verwoeste stad en regio. ‘Ondanks onze beperkte middelen helpen we mensen om zich te wapenen tegen de impact van COVID-19, bijvoorbeeld door het uitdelen van hygiënekits. Daarnaast maken we mensen ook bewust van de impact van het virus, via bewustmakingscampagnes en het uitdelen van brochures.’
Al Khalil: ‘We willen ertoe bijdragen dat mensen opnieuw zelfredzaam worden.’
Maar Totol Foundation wil mensen vooral opnieuw een toekomstperspectief bieden na jaren van oorlog. Post-corona zou voor Syrië eindelijk ook post-conflict moeten zijn.
Al Khalil: ‘We willen ertoe bijdragen dat mensen opnieuw zelfredzaam worden, en de nodige vaardigheden kunnen verwerven om een inkomen te hebben. Op die manier kunnen we ook de langetermijnimpact van het virus op sociaaleconomisch vlak aanpakken.’
Wil je meer weten over de changemakers die 11.11.11 ondersteunt, neem dan een kijkje op deze website.