COVID-19 biedt kansen (en harde cash) aan het geïsoleerde eiland
Medische diplomatie: hoe Cuba zich internationaal in de kijker werkt
Cubaanse artsen poseren bij een portret van Fidel Castro voor hun vertrek naar Italië © Reuters
50.000 dokters en verplegers vormen vandaag Cuba’s voornaamste exportproduct. De wittejassenbrigades uit Cuba zijn het resultaat van jarenlange investeringen in onderwijs en gezondheidszorg. Maar hoe komen Cubaanse artsen en verplegers terecht in het Italiaanse Lombardije?
Het beeld staat nog scherp op mijn netvlies. Daar stond hij. Een zwarte man midden in de Altiplano, een ongetemde Boliviaanse hoogvlakte op 4000 meter boven de zeespiegel. Een reus uit de Caraïben, stethoscoop rond de nek, tussen de gedrongen inheemsen met hun bolhoedjes en rode wangen. Ik herinner me nog hoe hard de man aftekende tegenover zijn omstaanders – het zangerige in zijn accent, zijn lengte, huidskleur.
Het stugge bergvolk bejegende de Cubaan hartelijker dan wat de meeste buitenstaanders hier doorgaans te beurt valt. Het ging van licenciado en señor doctor, waar diezelfde man normaal gewoon met negro zou worden aangesproken. (Daar kleeft in Latijns-Amerikaans Spaans in essentie geen racistische connotatie aan.)
Wie lang genoeg rondhangt in onherbergzame gebieden komt op een bepaald moment vanzelf Cubaanse dokters tegen.
Evident, zo’n blijk van welwillendheid. Hoe lang hadden deze mensen al geen dokter meer gezien? De grauwe tinmijnen die zich uitstrekten onder hun armoedige huisjes deden de noodzaak van zo’n dokter in ieder geval wel vermoeden.
Over zijn activiteiten was de dokter gereserveerd. Ik stak het op dat no-nonsense-aura dat dokters toch dikwijls karakteriseert. Het was mijn eerste, korte ervaring met een Cubaanse dokter, maar verre van de laatste. Wie lang genoeg rondhangt in onherbergzame gebieden komt de señores doctores op een bepaald moment vanzelf tegen.
Cuba zendt zijn witte jassen uit
De regering in Havana zendt inderdaad regelmatig dokters en verplegers uit om eerstelijnshulp te bieden in de meest armlastige landen en regio’s. Vandaag zouden er 50.000 dokters aanwezig zijn in 67 verschillende landen. Ze maken deel uit van het zogenaamde Contingente Internacional Henry Reeve, door Fidel Castro opgericht in 2005. Maar de Cubaanse medische hulp kent een langere geschiedenis. Al sinds begin van de jaren zestig – net na de revolutie – stuurt de eilandnatie haar medisch geschoolde zonen en dochters de wereld in.
Even graag trekt de regering in Havana buitenlands talent aan. Studenten uit achtergestelde gebieden kunnen zo geneeskunde gaan studeren in Cuba. Gratis, en met als enige verwachting dat de afgestudeerde zich nadien zal inzetten voor de eigen gemeenschap in het land van oorsprong.
Zo kan het gebeuren dat je op straat in Bamako wordt aangeklampt door zo’n Malinese ex-student die erop staat om het Cubaanse volkslied te berde te brengen. Zonder enige hapering weergalmen dan de verhalen over glorieuze strijdtonelen van duizenden kilometers verderop door de straten. Vaderlandsliefde – patria o muerte! – lijkt haast even besmettelijk als de ziektes die worden bestreden.
De Cubanen kregen internationaal applaus voor hun aanpak in de ebolacrisis in West-Afrika.
En tussen die ziektes zitten voor alle duidelijkheid niet van de minste. De Cubanen kregen internationaal applaus voor hun aanpak in de ebolacrisis in West-Afrika vanaf 2014. Het Henry Reeve-contingent ontving voor zijn werk in West-Afrika de prestigieuze Lee Jong-Wook Award, genoemd naar de ex-voorzitter van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO).
De Cubaanse gezondheidszorg is dan ook uitmuntend, net zoals het onderwijs. Niet toevallig waren dat de stokpaardjes van de revolutie die Fidel Castro in 1959 aan de macht bracht.
Zestig jaar na die revolutie levert dat opmerkelijke resultaten op. De levensverwachting van een Cubaan ligt hoger dan die van een inwoner van de Verenigde Staten. Zowat nergens ter wereld zijn er per inwoner meer dokters dan in Cuba. Analfabetisme is in de tijdspanne van enkele decennia uitgeroeid. Een heuse krachttoer, zeker in vergelijking met naburige landen die bovendien niet te lijden hebben onder een economische blokkade vanuit buurland Verenigde Staten.
Op andere parameters komt Cuba er berooider uit. Het besteedbare inkomen van de bevolking is bijna nergens ter wereld lager dan in de eilandstaat. De economie ligt op apegapen. Het gebrek aan persvrijheid is ronduit rampzalig. Ook dit jaar weer bengelt Cuba aan het uiterste eindje van de lijst die Reporters without Borders elk jaar publiceert over de mate van persvrijheid.
Maar vergeet dus die sigaren, de rum en de salsa. Geneeskunde staat met stip op één als bekendste Cubaanse exportproduct. En waar de dokters in het verleden vooral in Afrikaanse, Latijns-Amerikaanse en Aziatische contexten werkten, zijn ze sinds kort ook in Europa actief. Met “dank” aan de coronacrisis.
Communisten in Italië
Italië kreeg de primeur. Op 22 maart landden 52 Cubaanse artsen in Lombardije, de door het virus zwaarst getroffen regio. Het was ongezien in de geschiedenis: een armlastig Caraïbisch eiland, communistisch dan nog, dat noodhulp komt bieden op welvarende Europese grond. Intussen zijn er ook dokters aangekomen in de bergstaat Andorra.
‘Een onvergelijkbare daad van humanisme’, klinkt het in de Cubaanse staatskrant Granma.
‘Een onvergelijkbare daad van humanisme’, klinkt het in de Cubaanse staatskrant Granma. ‘Het zijn tijden van solidariteit, van besef dat gezondheid een mensenrecht is, van internationale samenwerking om onze gemeenschappelijke uitdaging het hoofd te kunnen bieden. Dit zijn de waarden inherent aan de humanistische praktijk van de Revolutie en ons volk.’ De spreekbuis van de regering laat zich verder in diezelfde, wat pompeuze stijl uit over waar de Cubanen het verschil kunnen maken, namelijk ‘hun bewezen professionele capaciteiten en hun verhoogd plichtsbesef’.
Vriend en vijand zijn het eens over de medische capaciteiten van de Cubanen. ‘Dit zijn zeer gespecialiseerde medewerkers die al hebben gevochten tegen ebola en die weten hoe ze dit soort ziekten moeten behandelen’, sprak Giulio Gallera, minister van Gezondheid voor Lombardije. Gallera benadrukte dat de Cubaanse artsen er werken op Italiaanse uitnodiging.
Een stevige zakcent
Maar over dat plichtsbesef, en de ermee samenhangende intenties van de Cubanen lopen de meningen danig uiteen.
Internationale solidariteit, klopt de Cubaanse overheid zich op de borst. Bewonderenswaardig, stellen gematigde critici dan, maar dan toch een solidariteit waar de communistische overheid méér dan een stevige zakcent aan overhoudt.
De Spaanse krant El País spreekt over 11 miljard dollar aan jaarlijkse inkomsten, waardoor “het leger van de witte jassen” als inkomstenbron zelfs de toerismesector overschrijdt. Andere organisaties, zoals de Belgische solidariteitscampagne Cubanismo, hebben het over 7 miljard dollar per jaar. Ook deze organisatie stelt dat de ‘internationale samenwerking op medisch gebied’ de grootste bron van inkomsten op het eiland is geworden.
‘Het is toch geen schande dat we voor de bijstand van hooggekwalificeerde professionals een bijdrage aanrekenen’, klinkt het bij Norma Goicochea, de Cubaanse ambassadrice in Brussel, in een interview met datzelfde Cubanismo.
Bolsonaro sprak van ‘slavenarbeid’ en bood de Cubanen die in Brazilië wilden blijven prompt asiel aan.
Die bijdrage wordt op maat van de ontvanger gesneden, zo blijkt. De precieze cijfers houdt de Cubaanse regering liever achter de hand. In 2018 werd een tipje van de sluier opgelicht. Na de verkiezing van de extreemrechtse legerkapitein Jair Bolsonaro in Brazilië zette die duizenden Cubaanse dokters het land uit die onder zijn voorganger Dilma Rousseff waren aangeworven. De Braziliaanse regering deelde de cijfers mee: de dokters krijgen 3100 dollar per maand betaald. Echter, 75 procent van dat bedrag gaat richting Havana. Bolsonaro sprak van “slavenarbeid” en bood de Cubanen die in Brazilië wilden blijven prompt asiel aan.
Daarmee ging de extreemrechtse Braziliaanse president voorbij aan het feit dat een dokter in Cuba zelf ook maar een bedrag in dollars van twee cijfers verdient. Zo worden de buitenlandse missies toch lucratief voor de Cubaanse dokters. Want ondanks de inhouding van 75 procent blijft er een surplus over waarmee zo’n dokter zich al eens een computer, ijskast of wasmachine kan veroorloven – nog steeds ongeziene luxeartikels in hun eigen land.
Sommige dokters zien de missies als een manier om hun gesloten eiland de rug toe te keren. Een Amerikaans programma dat dokters actief aanspoorde om over te lopen, wist tussen 2006 en 2016 meer dan 7000 dokters te overhalen. Sommige van de overgelopen dokters beschuldigden hun communistische regering nadien van mensenhandel en slavernij.
Het Amerikaanse programma piekte in 2015, toen bijna 1700 dokters overliepen. Nadien werd het afgevoerd in het kader van de Amerikaans-Cubaanse détente onder president Barack Obama.
Een ander pijnpunt: kan het geld dat pakweg de Keniaanse regering aan Havana betaalt, niet beter gebruikt worden om Keniaanse dokters op te leiden?
Ideologisch steekspel
Het is duidelijk dat zowel Brazilië onder Jair Bolsonaro als de Verenigde Staten ideologisch baat hebben bij het afkraken van de Cubaanse solidariteit. In de nasleep van de desastreuze Orkaan Katrina in New Orleans (2004) weigerde toenmalig president George W. Bush zelfs een groep Cubaanse dokters die gratis wilden komen helpen.
Bush zou zulks niet kunnen verantwoorden wegens de gebrekkige staat van de mensenrechten in Cuba. Het is een argument dat nog wel vaker terugkwam, en dat redelijk hol klinkt als je ziet met wie die overheden wel bereid zijn samen te werken.
Evengoed is het vrij normaal dat de Cubanen iets in ruil willen voor een programma waarin ze zelf jarenlang geïnvesteerd hebben. Paradoxaal genoeg redeneren de Cubaanse communisten hier volgens het kapitalistische principe van vraag en aanbod.
Maar de Italiaanse patiënten zijn intussen, naar verluidt, erg opgetogen met hun Cubaanse dokters. Op 13 april kwam een tweede groep van 38 dokters toe in de Italiaanse regio Piedmont.
De Cubaanse ambassade in Brussel regelde voor MO* een interview met de dokters in Italië. Dat interview werd verschillende keren uitgesteld om uiteindelijk afgelast te worden. De ambassade erkende het belang van de stem van de dokters, maar riep als motivatie tijdsgebrek in.