Midden-Amerika op weg naar beter milieubeleid

Analyse

Gebrek aan juridische kaders en overheidscorruptie kunnen zijn nog obstakels

Midden-Amerika op weg naar beter milieubeleid

Midden-Amerika op weg naar beter milieubeleid
Midden-Amerika op weg naar beter milieubeleid

IPS / Suchit Chávez

31 mei 2022

Historisch gezien heeft Midden-Amerika torenhoge ontbossingscijfers en opvallend veel sterfgevallen onder milieubeschermers. Maar de voorbije jaren lijkt de regio voorzichtig vooruitgang te boeken op het gebied van milieubescherming.

Tropisch woud in Panama. Het Midden-Amerikaanse land boekt vooruitgang op het vlak van milieubescherming.

Ronald Kötz / Pixabay

Panama, een van de meest biodiverse landen ter wereld, heeft als eerste Midden-Amerikaanse land de natuur rechten toegekend. Op 24 februari 2022 ondertekende president Laurentino Cortizo een baanbrekende wet die bepaalt dat eenieder de rechten van de natuur moet respecteren en beschermen. Wie dat niet doet, kan verantwoordelijk worden gehouden en wettelijk worden vervolgd.

Experts bekijken de ontwikkelingen met een mix van hoop en scepsis.

In februari van dit jaar maakte de Hondurese regering bekend open mijnbouw een halt toe te willen roepen. En Guatemala wacht op een resolutie van het Inter-Amerikaanse Hof voor de Rechten van de Mens over landrechten van de inheemse Maya Q’eqchi, die de aanwezigheid van een mijnbouwbedrijf op hun grondgebied willen tegenhouden.

Experts bekijken de ontwikkelingen met een mix van hoop en scepsis, door het gebrek aan juridische kaders en de overheidscorruptie die echte vooruitgang kunnen belemmeren.

Panama erkent de rechten van de natuur

Advocaat Luisa Araúz was als juridisch adviseur voor het ministerie van Milieu van Panama betrokken bij de totstandkoming van de Wet 287. Voor haar is de goedkeuring van de milieuwet ‘een prestatie voor Panama en voor de regio’. Tot 2022 hadden alleen Ecuador, Mexico en Bolivia de rechten van de natuur erkend. Colombia deed het gedeeltelijk, maar juridische bureaucratie maakt de implementatie onzeker.

Araúz zegt dat de wet ‘een nieuwe manier van kijken naar en omgaan met de natuur’ voorstelt; aangezien de meeste milieuwetten en -regels de menselijke soort centraal stellen.

De advocaat noemt artikel 7 als een van de belangrijkste van de wet. Die noemt de integratie van het inheemse wereldbeeld en inheemse kennis als cruciale aspecten voor de uitvoering van de wet. Ook belangrijk vindt Araúz het concept van circulaire economie in de wet: de plicht om hulpbronnen niet uit te putten maar te herstellen.

De wet bepaalt dat de staat en alle rechtspersonen, zowel natuurlijke als juridische (zoals bedrijven), de rechten van de natuur moeten respecteren en beschermen, waaronder het recht van de natuur op tijdig en effectief herstel; en het recht op het behoud van waterkringlopen.

Het stelt ook vast dat elke persoon, organisatie of regering die deze rechten schendt, door de staat wettelijk verantwoordelijk kan worden gehouden voor zijn acties. Concrete handvatten om de wet uit te voeren ontbreken nog, zegt Araúz. Maar volgens de advocaat is het ministerie van Milieu de aangewezen partij om de uitvoering te organiseren.

Honduras verbiedt open mijnbouw

Op 28 februari, een maand na haar aantreden, verklaarde de regering van de Hondurese president Xiomara Castro via het ministerie van Energie, Natuurlijke Hulpbronnen, Milieu en Mijnen dat zij het land ‘vrij van open mijnbouw verklaarde’.

Bij dit type mijnbouw, ook wel dagbouw genoemd, worden de delfstoffen in een groeve afgegraven met behulp van vaak schadelijke chemicaliën. Daarom, en omdat het draait om niet-hernieuwbare exploitatie van hulpbronnen, wordt dit beschouwd als zeer belastend voor het milieu.

‘Op papier is dagbouw nu verboden, maar er is niets gedaan met de concessies die al zijn verleend’, zegt Juan Mejía, als ingenieur betrokken bij de milieuorganisatie Beweging voor Waardigheid en Rechtvaardigheid in Honduras.

Honduras wordt beschouwd als een van de gevaarlijkste landen voor milieuactivisten ter wereld.

Een activist van de landverdedigingsbeweging Guapinol, die liever anoniem blijft, zegt dat er sceptisch wordt gekeken naar de uitspraken van de regering van Castro omdat juridische steun nog ontbreekt. Zolang die er niet is, hebben maatschappelijke organisaties en activisten geen instrumenten om tegen het extractivisme op te staan.

Mejía waarschuwt dat ook sommige waterkrachtprojecten tot sociale conflicten hebben geleid. Hij erkent dat de regering openstaat om te luisteren naar sociale bewegingen, maar betreurt het dat de concessies van andere extractivistische projecten niet zijn herzien.

Honduras wordt beschouwd als een van de gevaarlijkste landen voor milieuactivisten ter wereld. In de afgelopen twee decennia zijn zeker 120 activisten vermoord, veelal mensen die zich verzetten tegen ontginningsprojecten, waaronder mijnbouw.

Inheemse volkeren eisen hun landrechten op

In 2011 hebben de Maya Q’eqchi’ van Guatemala een rechtszaak aangespannen bij de Inter-Amerikaanse Commissie voor de Rechten van de Mens, waarin ze de rechten eisen op hun voorouderlijk land. In augustus 2020 stuurde de Commissie de zaak door naar het Inter-Amerikaanse Hof voor de Mensenrechten, een autonoom juridisch instituut gevestigd in San José, Costa Rica.

De rechtszaak kwam voort uit een claim van jaren eerder met betrekking tot de collectieve eigendom van de grond die de gemeenschap bewoont. De inheemse gemeenschappen waren erin geslaagd om het Fénix-mijnproject van de Solway Investment Group, dat zich toelegt op de winning van nikkel, in 2021 te stoppen vanwege het gebrek aan consensus. In april 2022 bevestigde het Grondwettelijk Hof dat het gevoerde overleg onwettig was, hoewel de Guatemalteekse regering het bekrachtigd had.

Juan Carlos Villagrán, onafhankelijk adviseur voor milieukwesties, zegt dat ondanks deze processen de activiteit van het mijnbouwbedrijf niet is gestopt. Zelfs in het geval van een gunstige uitspraak voor de gemeenschap, moet er volgens Villagrán nog veel gebeuren in Guatemala om te garanderen dat deze uitspraken worden opgevolgd. Hij noemt de behoefte aan meer budget, dwangmiddelen en de behoefte aan instituties die milieuonderzoek reguleren, wat verplicht is in dit soort winningsprojecten.

Midden-Amerika, een regio in crisis

Het zijn ontwikkelingen die als stappen in de goede richting kunnen worden gezien. Maar in het geval van Panama en Honduras ontbreekt het nog altijd aan juridische kaders om de plannen uit te voeren en te handhaven, zo benadrukken experts.

Op andere plekken, zoals in El Salvador, is juist een andere ontwikkeling gaande: het land is sinds mei 2021 toegetreden tot het Intergouvernementeel Forum voor mijnbouw, mineralen en metalen, dat de metaalwinning promoot – ook al is dergelijke activiteit bij wet verboden.

Bovendien loopt Midden-Amerika achter op het gebied van ratificatie van verschillende belangrijke overeenkomsten, zoals het Escazú-akkoord, die de bescherming van natuurverdedigers en inheemse volkeren moeten versterken en noodzakelijk zijn om daadwerkelijke bescherming van natuurlijke hulpbronnen te kunnen garanderen.