Welke plannen heeft de regering-De Croo op sociaal, economisch en ecologisch vlak?
MO* fileert de plannen van ‘de spannendste regering ooit’
MO*redactie
19 oktober 2020
Welke plannen heeft de regering-De Croo op sociaal, economisch en ecologisch vlak? De MO*redactie fileerde de plannen van ‘de spannendste regering ooit’ en haalde er de dingen uit die u nog niet elders las.
.yellow-highlight { background: #FFFFCC; /* Default color, all browsers */ } .yellow-highlight::selection { background: #FFFF66; /* Selection color, WebKit/Blink Browsers */ } .yellow-highlight::-moz-selection { background: #FFFF66; /* Selection color, Gecko Browsers */ }
Was een Belgische regering ooit spannender dan de regering-De Croo?
© Belga
Welke plannen koestert de regering-De Croo op sociaal, economisch en ecologisch vlak? Welke richting wil ze uit op het internationale toneel? De MO*redactie fileerde voor u de plannen van ‘de spannendste regering ooit’.
De MO*redactie nam de tijd om het regeerakkoord te analyseren en zette op een rijtje wat de Vivaldi-regering in petto heeft op het vlak van sociaal beleid, duurzaamheid, asiel en migratie, werk, mensenrechten, internationale handel en ontwikkelingssamenwerking.
Een aantal zaken vindt de redactie opvallend, maar we zien ook problemen aan de horizon.
Een aantal zaken vindt de redactie opvallend: de deur op een kier voor een groene taxshift, opvallend meer ruimte voor investeringen in publieke diensten, geen praktijktests tegen discriminatie, wel plannen voor burgerkabinetten en minder polarisering, en de intenties om bindende sociale en ecologische normen op te nemen in handelsakkoorden. We zien ook problemen aan de horizon, bijvoorbeeld wanneer Hongarije in 2024 België zal opvolgen als voorzitter van de Europese Unie (EU).
Maar leest u vooral zelf onze eigenwijze en grondige analyse.
Snel naar:
Veel plannen, weinig akkoorden over uitvoering
Vage beloftes over duurzaamheid
Losse eindjes voor klimaat en biodiversiteit
Een duidelijk sociaal luik
Investeringen in publieke diensten
Minder polarisering, maar geen praktijktests
Geweld door/tegen politie
De Europese Unie en Israël
Is de regering-De Croo andersglobalistisch?
Werk en sociaal overleg
Wie zal dat betalen?
Veel plannen, weinig akkoorden over de uitvoering
Het nieuwe federale regeerakkoord spreekt heel wat ambities uit, ook ambities waar de redactie zich in kan vinden. Maar ze worden te vaak vaag geformuleerd: zonder cijfers, zonder aan te geven hoe de regering een en ander zal waarmaken. Dat betekent dat de zeven partijen over die thema’s nog geen finaal akkoord vonden, de tekst lag tenslotte al wel langer op tafel.
De grote vraag is of de zeven partijen (CD&V, Groen, Open Vld, sp.a, Ecolo, MR en PS) later wél dat akkoord zullen vinden. De Vivaldi-regering wilde vooral de deadline van 1 oktober halen, maar dat is bijna vijfhonderd dagen na de verkiezingen geen overtuigend excuus. De bevolking mag verwachten dat er toch al meer knopen doorgehakt zouden zijn.
De bevolking mag verwachten dat er toch al meer knopen doorgehakt zouden zijn.
De druk is hoe dan ook gigantisch: de klimaatcrisis laat geen uitstel meer toe, de coronacrisis annex recessie slaat immense gaten in de begroting en sommige Vlaams-nationalisten dreigen ermee dat dit de laatste Belgische regering zal zijn. Dit wordt heel spannend.
Het regeerakkoord van de Vivaldi-partijen kreeg een titel: ‘Voor een welvarend, solidair en duurzaam België’, een spiegel van de drie dimensies die duurzame ontwikkeling altijd al had: sociaal, economisch en ecologisch.
In de lange rij van regeerakkoorden is dit het eerste dat die derde dimensie op hetzelfde niveau lijkt te brengen als de andere twee. De nieuwe regering lijkt de ontwikkeling van ons land, zijn ‘vooruitgang’, ook in belangrijke mate af te meten aan het beschermen van het leefmilieu, al beslaan het sociale en economische beleid wel twee keer zoveel pagina’s als het luik over duurzaamheid.
De veelzijdigheid heeft wellicht te maken met de vele partijen die de Vivaldi-coalitie bevolken. Zij leggen elk hun accenten. De liberalen zorgen — om het even op flessen te trekken — voor de economie, socialisten voor de solidariteit, groenen voor het leefmilieu, en de CD&V voor van alles een beetje.
Deze regering kiest expliciet voor de verdediging van de rechtsstaat, de mensenrechten en internationale samenwerking (en dus ook voor de Europese Unie). Niets nieuws voor een Belgische regering. Maar in deze tijd van gespierde nationalisten die dit minder waarderen, is het een statement.
De Croo-I lijkt zich bewust te zijn van het belang van woorden. Ze wijdt in het regeerakkoord een heel hoofdstuk aan samenwerking en respect binnen de regering en wil ingaan tegen een beleid dat tegenstellingen vergroot, dat polariseert.
Maar deze bonte regering moet onderweg wel nog heel wat moeilijke keuzes maken. CD&V wil De Croo-I niet vergelijken met de paarsgroene regering van 1999-2003, maar het was wel die regering die de ‘opendebatcultuur’ – een beleefd woord voor gekibbel en profilering op het publieke podium — uitvond.
Kan deze regering haar voornemen om vooral niét te kibbelen waarmaken, in een mediacontext die nog meer dan toen aanzet tot profilering? Het antwoord op die vraag is cruciaal voor haar geloofwaardigheid.
*** terug naar het overzicht ***
Vage beloftes over duurzaamheid
Netwerkorganisatie Bond Beter Leefmilieu (BBL) liet optekenen dat het de eerste keer is dat een federaal regeerakkoord resoluut de woorden ‘duurzaamheid’, ‘klimaatbeleid’ en ‘biodiversiteit’ in de tekst integreert.
Mathias Bienstman, tot vorige week nog beleidscoördinator bij Bond Beter Leefmilieu, noemde het ‘historisch’ dat een groen herstelbeleid een speerpunt is van een regeerakkoord. Bienstman maakte eind vorige week de overstap naar de beleidscel Klimaat van Ecolo-minister Zakia Khattabi.
Al te vaak staan er in het akkoord slechts intenties of wordt wat dringend nodig is op de lange baan geschoven.
Het regeerakkoord verraadt – in tegenstelling tot die van regeringen waar de N-VA aan deelneemt/deelnam – ‘goesting’ om het verschil te maken op het vlak van duurzaamheid. Maar al te vaak staan er in het akkoord slechts intenties, zonder concrete acties te benoemen, of wordt wat dringend nodig is op de lange baan geschoven.
Zo bevat het akkoord de intentie om salariswagens emissievrij te maken tegen 2026, maar dat is te laat. Het is ook vreemd dat de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij (FPIM) zich pas tegen 2030 zal terugtrekken uit beleggingen in fossiele energie en brandstoffen, terwijl de regering zich wel in een beperking van de uitstoot van broeikasgassen met 55 procent tegen 2030 kan vinden.
Over het laten uitdoven van subsidies aan fossiele brandstoffen hangt een wolk van vaagheid in het akkoord, net als over het afbouwen van het systeem van salariswagens.
Nog meer vaagheid is er over vliegverkeer. De regering zal zich op Europees niveau uitspreken tegen ‘helekorte-afstandsvluchten.’ Maar niemand maakt duidelijk wat ‘heel kort’ is.
Dezelfde vaagheid is er over een mogelijke kerosinetaks, iets waar Nederland en Duitsland wél al voor kozen. Dit wil de federale regering op Europees niveau regelen.
*** terug naar het overzicht ***
Losse eindjes voor klimaat en biodiversiteit
Sommige ambities in het akkoord staan dan weer haaks op het duurzame beleid dat de regering wil voeren. Hoe verzoen je de wens om meer verdeelcentra voor e-commerce te bouwen met de ambitie om een transitie naar een meer ecologische economie door te voeren?
Bovendien is een krachtdadig beleid voor klimaat en biodiversiteit enkel mogelijk in constant overleg met de deelstaten. Het is niet ondenkbaar dat dit tot permanente blokkeringen leidt, dat is in het verleden al vaker gebeurd. Alleen kunnen we ons deze blokkeringen vandaag simpelweg niet meer permitteren.
Een krachtdadig klimaatbeleid is enkel mogelijk in overleg met de deelstaten. Het is niet ondenkbaar dat dit tot blokkeringen leidt.
Dus, ja, het is positief dat het federale regeerakkoord zich inschrijft in de Europese ambities om 55 procent minder broeikasgassen uit te stoten tegen 2030 (het Europees Parlement wil overigens 60 procent reductie) en om klimaatneutraal te zijn tegen 2050. Maar er blijven te veel losse eindjes over.
De Croo-I wil duidelijk investeren in het spoor, de circulaire economie stimuleren door in te zetten op herstel, hergebruik, een verlengde garantie op producten en misschien wel statiegeld (een blijvertje dat al een kwarteeuw op de politieke agenda staat). Tegelijk wil de regering wel nog steeds de mogelijkheid van diepzeemijnbouw onderzoeken.
De mensheid heeft het intussen zo ver laten komen dat enkel een doortastend klimaatbeleid kan volstaan. De komende tien jaar kunnen geen jaren van proberen en twijfelen meer zijn. Er moeten keuzes gemaakt worden en knopen doorgehakt, over energie, landbouw en mobiliteit. Een rijk land als België moet een trekkersrol vervullen.
Het regeerakkoord zet de deur op een kier, maar het is onduidelijk of de noodzakelijke keuzes ook gemaakt zullen worden. Misschien kunnen de klimaattafels, waar de regering het brede middenveld en academici jaarlijks wil samenbrengen, op dit vlak voor doorbraken zorgen.
Hij werd intussen al veelbesproken. Er komt een kernuitstap, op voorwaarde dat de bevoorrading verzekerd is en dat de stroomfacturen betaalbaar blijven. De eerste voorwaarde is dat de gascentrales die de kerncentrales moeten vervangen, tijdig klaar zijn. Maar gas is nu ook weer niet de meest duurzame energiebron. En als de kosten van die centrales, die subsidies vergen, niet verhaald kunnen worden op de factuur, moet er aan andere belastingen gedacht worden om ze te betalen.
De regering gaat voluit voor hernieuwbare energie, maar heeft het vooral over windmolens op zee. Wind en zon op het land is een bevoegdheid van de regio’s. Ook hier zal samengewerkt moeten worden.
*** terug naar het overzicht ***
Het sociale luik: duidelijkst uitgewerkt
Het nieuwe regeerakkoord haalt als eerste de coronacrisis aan en pleit voor een nieuw contract met de burger, bedrijven en instellingen, met maatregelen die verstaanbaar zijn en als zinvol worden ervaren. De regering wil daarom de communicatie over COVID-19 professionaliseren.
De eerste communicatie van de nieuwe regering, met premier Alexander De Croo (Open Vld) en minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (sp.a) in de hoofdrol op de eerste persconferentie, strookten alvast met die ambitie. Ook de persconferentie vrijdag en de nieuwe maatregelen geven een krachtdadige indruk.
De regering wil de communicatie over COVID-19 professionaliseren.
De sociale accenten zijn ook de best becijferde in het regeerakkoord: er komt elk jaar 1,2 miljard euro extra voor gezondheidszorg, en daarbovenop een jaarlijkse groeinorm van 2,5 procent. Die groeinorm ligt boven onze gemiddelde inkomensgroei, wat dus betekent dat er elk jaar een groter deel van ons nationaal inkomen naar de zorg zal gaan.
De stijging van het minimumpensioen tot 1500 euro, al veelbesproken in de media, valt ook op. Maar net zo opvallend is dat de hoogste pensioenen ‘naast een verhoging in eenzelfde verhouding als de verhoging van het minimumpensioen, minstens een evenredige tred moeten houden met de loonstijgingen’. Lees: van nivellering van de pensioenen kan dus geen sprake zijn.
Bovendien wil de nieuwe regering het plan om naar 1500 euro pensioen te gaan maar realiseren tegen 2024. Tegen dan zal die 1500 euro zes procent minder waard zijn, als je rekent op een gemiddelde inflatie van 1,5 procent. En verder geldt die 1500 enkel voor wie 45 jaar voltijds gewerkt heeft. De meeste mensen komen daar niet aan.
Ten slotte is er nog de verwarrende discussie over de vraag of de 1500 euro nu een netto of bruto bedrag is, waardoor het effectieve bedrag iets lager dan 1500 euro zou kunnen liggen. Door dat alles wordt ‘het optrekken van de pensioenen’ een bescheidener stap vooruit dan het lijkt. En hoe dat alles zal uitpakken voor de globale financiering van de pensioenen, is nog onduidelijk.
De nieuwe regering wil ook dat er actiever gezocht wordt naar mensen in armoede, dat ze beter gebruik leren maken van hun rechten en dat hun inkomen verbeterd wordt, maar plakte daar in het akkoord geen cijfers of toezeggingen op. Banen en psychologische begeleiding – een rode draad in dit regeerakkoord – moeten helpen om armoede te bestrijden.
Een opvallend detail: de federale administratie gaat ervan uit dat al haar werknemers voortaan twee dagen per week gaan telewerken, na de ervaring met telewerk tijdens de coronacrisis. Benieuwd of daar mogelijk een besparing op de kantoorgebouwen uit komt.
*** terug naar het overzicht ***
Investeringen in publieke diensten: Keynes is terug
Het is lang geleden dat een federale regering nog zo onbeschroomd pleitte voor het verhogen van de publieke investeringen: de bruto publieke investeringen liggen nu op 2,6 procent van ons nationaal inkomen en moeten tegen 2030 stijgen naar 4 procent.
De pandemie, de klimaatcrisis en de lage rente zorgen er samen voor dat de neoliberale schroom wordt afgelegd. De nieuwe regering erkent – terecht — dat je deze beide crisissen alleen mét overheidstussenkomst kan aanpakken. Daarmee voegt ze zich naar een nieuwe, internationaal breed gedragen consensus, die het Internationaal Monetair Fonds (IMF) deze week ook bevestigde in zijn World Economic Outlook-rapport.
De pandemie, de klimaatcrisis en de lage rente zorgen er samen voor dat de neoliberale schroom wordt afgelegd.
De regering-De Croo wil belangrijke investeringen doen in verschillende sectoren: het spoor, de energiezuinigheid van gebouwen, energieopslag, de ontwikkeling van hernieuwbare energie…
Natuurlijk hangt ze hiervoor af van de medewerking van de deelstaten. De Europese fondsen van de Green Deal, het EU-project dat de klimaatcrisis te lijf moet gaan, kunnen daarbij helpen, gelooft oud-BBL-beleidscoördinator en kersvers kabinetsmedewerker Mathias Bienstman. Volgens hem zullen lidstaten die betere projecten uittekenen ook sneller Europese middelen weten aan te trekken.
Op Energie en bij het spoor heeft deze regering groene ministers, voor wie deze departementen het verschil zullen moeten maken tussen geslaagde regeringsdeelname of teleurstelling. Dat maakt de kans groter dat hier enkele bakens worden verzet. Wel stelt zich de vraag of de geplande investeringen snel genoeg kunnen gebeuren om nog tijdens deze regeerperiode tot meer banen te leiden en voelbaar te zijn voor de burgers.
Veel van de investeringen in publieke diensten zullen verlopen via de Federale Participatie-en Investeringsmaatschappij (FPIM). In de raad van die FPIM is het gewicht van de liberalen erg groot, met twee ex-kabinetschefs (Olivier Henin en Koen Van Loo) van Didier Reynders (MR) als respectievelijk ondervoorzitter en gedelegeerd bestuurder. Hebben deze eerder klassieke liberalen de drive om een groene relance voort te stuwen?
Het regeerakkoord stelt dat ‘de leiding van het FPIM de versterking van haar missies’ moet reflecteren. Dat doet vermoeden dat er nieuwe bestuurders op komst zijn. Zou het geen tijd zijn om sterke experts, zoals bijvoorbeeld Koen Schoors of Paul De Grauwe, te betrekken bij de groene transitie?
*** terug naar het overzicht ***
Groene taxshift: belastingen op kapitaal, techbedrijven, salariswagens, CO2-uitstoot… of niet?
Als de regering meer uitgeeft, rijst natuurlijk meteen de vraag waar dat geld vandaan moet komen. Verstandige investeringen hoeven niet per se te wegen op de begroting, want er is een zeker terugverdieneffect en de rentelast is bescheiden. Maar toch is zeker dat de pandemie een immens gat in de begroting heeft geslagen. Het belastingbeleid wordt dus, zoals altijd, erg belangrijk.
De Vivaldi-regering wil de lasten op arbeid verder verlagen, door de fiscale druk te verschuiven. Naar waar die verschoven wordt, blijft vaag. Er zijn wel een aantal aanwijzingen: de regering zegt te streven naar een ‘eerlijke bijdrage van die personen die de grootste draagkracht hebben’.
Er zou gedacht worden aan een taks op effectenportefeuilles van meer dan één miljoen euro. Dat is eigenlijk een herhaling van wat de regering-Michel al op het oog had, dit keer in de hoop dat de Raad van State het voorstel niet neersabelt. Het idee is dus allesbehalve revolutionair. Een grote verschuiving van de last op arbeid naar kapitaal komt er kennelijk niet onder deze regering.
Een grote verschuiving van de last op arbeid naar kapitaal komt er kennelijk niet onder deze regering.
Daarnaast wordt gekeken naar de belasting op de grote techbedrijven, die vaak rijker werden van de coronacrisis. En dan liefst in Europees verband.
Of de verschuiving van lasten op arbeid naar vervuiling er komt, een voorstel dat al lang bepleit wordt (ook door het IMF en binnen de EU), is onzeker. Het regeerakkoord zet de deur op een kier voor een ‘groene taxshift’. De mogelijkheid om het belastingsysteem klimaat-en milieuvriendelijker te maken ‘wordt onderzocht’, zo stelt het akkoord. ‘We vertrekken vanuit het principe dat de vervuiler betaalt, waarbij we het gebruik van fossiele brandstoffen zoveel mogelijk willen ontmoedigen door de invoering van een fiscaal sturend instrument.’ Wordt dat instrument een koolstoftaks? Opnieuw ontbreekt het aan duidelijkheid in de tekst.
De paarsgroene regering miste de kans twintig jaar geleden al eens, en ook deze regering komt wat betreft de salariswagens niet veel verder dan dat we ‘een geleidelijke verschuiving organiseren van alternatieve verloningsvormen richting verloning in euro’s.’ Dat men zo op eieren moet lopen, verraadt hoe moeilijk de discussie zal worden. Niet toevallig moet een CD&V-minister van Financiën, Vincent Van Peteghem, hier de knopen doorhakken.
*** terug naar het overzicht ***
Minder polarisering, maar geen praktijktests tegen discriminatie
De nieuwe regering heeft op papier mooie voornemens om diversiteit en antiracisme te stimuleren. Deze regering wil duidelijk niet de kant van verdere polarisering opgaan, en dat is natuurlijk positief. Maar alle plannen zijn, opnieuw, beloftes zonder duidelijke planning of timing.
De Croo-I zegt alvast strijd te willen voeren tegen alle vormen van discriminatie en racisme. Zo komt er een interfederaal actieplan tegen onverdraagzaamheid, racisme en alle andere vormen van discriminatie. De regering wil ook het pas opgerichte federale Mensenrechteninstituut ‘interfederaal’ maken: het moet op die manier aan internationale normen beantwoorden en ook over een klachtenprocedure beschikken.
Alle plannen zijn, opnieuw, beloftes zonder duidelijke planning of timing.
Opvallend is dat het regeerakkoord heel erg lijkt op de verklaring van de Vlaamse regering wanneer het gaat over de strijd tegen discriminatie op de arbeids- en de huurmarkt. Ook deze regering heeft het over academische monitoring van diversiteit en discriminatie op sectorniveau, ook deze regering belooft om de bestaande discriminatietesten te verbeteren, op basis van een klacht, verzamelde data of een objectieve aanwijzing.
Maar ook voor deze regering blijft het schriftelijk en voorafgaand akkoord van een arbeidsauditeur of procureur des Konings daarvoor nodig. ‘Er mag nooit sprake zijn van uitlokking’, staat in het regeerakkoord te lezen. Met andere woorden: er komen geen praktijktesten, waarbij de overheid via neptelefoontjes of nepmails kan nagaan of wekgevers en verhuurders discrimineren. Wie denkt dat hij gediscrimineerd wordt, zal dus zijn eigen praktijktest moeten organiseren.
*** terug naar het overzicht ***
Geweld door/tegen de politie
In het luik over justitie en veiligheid wordt met geen woord gerept over racisme bij de politie. De regering kiest hier duidelijk voor de zachte aanpak.
Ze belooft werk te maken van diversiteit bij de politie: ‘De samenstelling van de geïntegreerde politie moet representatief zijn voor de samenleving. Met het oog op betere samenwerking binnen de politiediensten en de rekrutering van bijkomende agenten wordt een diversiteitstraject opgesteld.’ Ook bij de opleiding van agenten belooft de regering aandacht voor omgaan met diversiteit in de samenleving.
In het luik over justitie en veiligheid wordt met geen woord gerept over racisme bij de politie.
Geweld tegen de politie zal niet getolereerd worden, zo waarschuwt de regering, en plegers moeten zo snel mogelijk voor de strafrechter verschijnen. Er komt ook een nultolerantie voor misbruik door de politie van haar geweldmonopolie tegenover burgers. ‘In dat licht wordt het politiestatuut herzien teneinde een gegarandeerd vlottere afhandeling van tuchtzaken te realiseren’, stelt het akkoord.
Dat boezemt Nina Henkens van Kifkif, de organisatie die strijdt tegen discriminatie en racisme, weinig vertrouwen in: ‘De afhandeling van tuchtzaken lijkt een maat voor niets, omdat ze niet gebeurt door onafhankelijke organen’, laat Henkens optekenen in een reactie op het regeerakkoord. Ze betreurt ook dat er geen beleid rond etnisch profileren komt.
*** terug naar het overzicht ***
Burgerparticipatie en “fake news”
Opmerkelijk is dat de regering wil experimenteren met nieuwe vormen van burgerparticipatie, zoals burgerkabinetten. Het is duidelijk dat deze regering de georganiseerde burger, het middenveld dus, naar waarde schat en ermee wil samenwerken om lastige kwesties aan te pakken, zoals de strijd tegen klimaatverandering of de staatshervorming.
We zijn benieuwd of dit kan helpen om partijpolitieke discussies te overstijgen. Als dat lukt, kan het de deur openen naar meer burgerparticipatie.
De nieuwe regering wil ook meer maatregelen nemen om desinformatie en de verspreiding van fake news te bestrijden. Heuglijk nieuws, maar ook hier wordt op geen enkele manier aangegeven hoe dit zal gebeuren. Welke middelen en kennis van zaken heeft de regering op dat vlak in huis, in vergelijking met techreuzen als Facebook?
Het viel de voorbije dagen op dat vooral het Vlaams Belang zich door deze passage aangesproken lijkt te voelen, en hierdoor de vrijheid van meningsuiting (onterecht) bedreigd ziet. Bekent de extreem-rechtse partij dat ze zich bezondigt aan wat velen als fake news zouden bestempelen?
*** terug naar het overzicht ***
De Croo-I, de Europese Unie en Israël
De Croo-I rekent vooral op de Europese Unie zelf om de internationale orde, de mensenrechten en de werking van de EU internationaal te verdedigen. De EU neemt die rol zeker op, maar tegelijk heeft ze intern te maken met landen die de ‘illiberale democratie’ huldigen: Hongarije bijvoorbeeld, dat de onafhankelijkheid van media en rechters al enorm heeft uitgehold.
Hongarije zal in 2024 het halfjaarlijks wisselende voorzitterschap van de Unie opnemen, na België. En dat is geen onbelangrijk detail, want in het nieuwe regeerakkoord staat dat België ervoor zal ijveren dat landen die inbreuken plegen tegen de principes van de rechtsstaat minder Europese fondsen krijgen. Dat voornemen zal België lijnrecht tegenover Hongarije plaatsen.
Opmerkelijk in het regeerakkoord is de houding van ons land ten opzichte van Israël.
Het regeerakkoord staat voor een sterke Europese Unie, die meer eigen middelen binnenhaalt via digitaksen en een koolstofgrenstaks. De nieuwe regering wil ook dat de EU een krachtiger buitenlands beleid kan voeren, door ‘gekwalificeerde meerderheden’ te laten beslissen over dat beleid. Feit is dat de Unie moeilijk een wereldspeler kan worden als ze niet sneller kan beslissen en bij elke beslissing opgehouden kan worden door het veto van één enkele lidstaat.
Opmerkelijk in het regeerakkoord: de houding van ons land ten opzichte van Israël. België zal werken — alleen, met de EU of met gelijkgezinde staten — aan een ‘lijst van effectieve en proportionele maatregelen ingeval van een annexatie van Palestijns gebied, en aan de mogelijke en tijdige erkenning van de Palestijnse staat’.
Een opvallende stellingname, gezien de joodse achtergrond van de nieuwe minister van Buitenlandse Zaken Sophie Wilmès (MR). Zij kreeg als premier ook al kritiek in Belgische zionistische kringen, nadat de Kamer een resolutie van de groenen tegen de Israëlische annexatie met een brede meerderheid goedkeurde. De Belgische Liga tegen Antisemitisme, een belangenorganisatie die eerder dit jaar een klacht indiende na een manifestatie in Brussel tegen de annexatie van Palestijnse gebieden door Israël, uitte al kritiek op wat ze de ‘verontrustende’ samenstelling van de regering De Croo noemt.
*** terug naar het overzicht ***
Is de regering-De Croo andersglobalistisch?
Het regeerakkoord bevat een opmerkelijke passage over handelsakkoorden en hoe die moeten gebruikt worden om sociale normen en milieunormen ingang te doen vinden bij handelspartners.
Dit is in feite een concrete stap naar een andere vorm van globalisering, waar naast handelsregels ook sociale en ecologische afspraken van belang zijn.
De regering vernoemt in dat verband expliciet de fundamentele arbeidsnormen van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO), het Klimaatakkoord van Parijs en de fiscale transparantiecriteria van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). Het regeerakkoord lijkt hier een sterke verbintenis op zich te nemen: ‘België accepteert dan ook enkel nieuwe handels-en investeringsakkoorden waar deze standaarden bindend en afdwingbaar zijn.’
Els Hertogen, directeur van noord-zuidkoepel 11.11.11, is erg opgetogen over deze passage: ‘Het is de sterkste formulering die we tot nu toe in een regeerakkoord hierover hebben gelezen. Dit kan meteen toegepast worden op een belangrijk dossier dat nu voorligt: het Europese handelsakkoord met de Mercosur-landen, waarvan vooral Brazilië en Paraguay het niet zo nauw nemen met deze normen.’ Dat Brazilië onder president Bolsonaro het Amazonewoud op grote schaal laat kappen en afbranden, beschouwen veel ngo’s en Europese lidstaten als een reden om het Mercosurakkoord niet te tekenen.
Dit is een concrete stap naar een andere vorm van globalisering, waar naast handelsregels ook sociale en ecologische afspraken van belang zijn.
Maar dit engagement gaat op het eerste gezicht nog verder: Het sluit uit dat België nieuwe handels- of investeringsakkoorden afsluit met de twee grootste economieën ter wereld uit. Zolang Donald Trump Amerikaans president is, en de Verenigde Staten uit het klimaatakkoord van Parijs blijven, zal België dus geen akkoorden met de Verenigde Staten kunnen goedkeuren.
Hetzelfde geldt voor China. Minstens twee van de fundamentele arbeidsnormen van de IAO worden in China niet nageleefd. Een van die normen is de vrijheid van vereniging, wat in in deze context vooral betekent dat er in China geen of te weinig vrijheid is om een vakbond of werkgeversorganisatie op te richten. Dit is absoluut niet onderhandelbaar voor de communistische partij van China. De Chinese leider Xi Jinping staat bovendien meer dan ooit op het principe van niet-inmenging.
Een tweede probleem rond China is dat momenteel honderdduizenden Oeigoeren ‘heropgevoed’ worden in de provincie Xinjiang. Een deel van hen verricht ook werk in fabrieken: een situatie die heel sterk lijkt op dwangarbeid, veroordeeld in een andere van de vijf fundamentele IAO-arbeidsnormen.
Als ons land effectief geen akkoorden meer ondertekent met landen waar de vrijheid van vereniging of het verbod op dwangarbeid niet bindend en afdwingbaar aanwezig is, zal het verzet moeten aantekenen als het investeringsakkoord tussen de Europese Unie en China eindelijk tot stand komt. Over dat akkoord wordt al jaren onderhandeld, Duitsland is er sterk vragende partij voor. Maar ook de Belgische bedrijven willen het akkoord, benadrukt werkgeversorganisatie Voka.
‘Die passage was hier niet onopgemerkt gebleven,’ zegt Gilles Suply van Voka. ‘Onze bedrijven hebben nood aan zo’n investeringsakkoord dat hen meer kansen biedt in China. Het zou spijtig zijn mocht België zoiets blokkeren. Denken dat je China de vrijheid van vereniging kan opleggen, is naïef. China is Vietnam niet.’
Wellicht loopt het niet zo’n vaart, want er blijkt een tegenwicht voor die eerdere passage in de regeertekst te zitten. De volgende zin in het regeerakkoord stelt immers dat België een betrouwbare partner wil blijven voor de door de Europese Unie onderhandelde verdragen en zich dus niet zomaar afwendt van akkoorden die de EU na jaren onderhandelingen heeft bereikt.
Wat betekent het regeerakkoord dan in de praktijk? Bogdan Vanden Berghe, politiek directeur van Groen, was betrokken bij de onderhandelingen. Hij licht het als volgt toe: ‘Binnen de regering zal dit een politieke discussie blijven. Het betekent in elk geval dat ons land niet zomaar slaafs elk akkoord zal ondertekenen. Door dit regeerakkoord kunnen we de discussie aangaan en sluiten we ons niet per definitie aan bij het Europese standpunt. Dat is nieuw.’
In de praktijk zal veel afhangen van de machtsverhoudingen en belangen van het moment. Als Frankrijk en Duitsland eerst verklaren dat ze het Mercosurakkoord niet zullen tekenen zolang Brazilië het Amazonewoud blijft afbranden, is het voor België makkelijker om hetzelfde te doen.
*** terug naar het overzicht ***
Asiel en migratie: weinig veranderingen, maar de toon verzacht
Er is weinig nieuws onder de zon wat betreft asiel en migratie in het nieuwe regeerakkoord. Het verschil tussen deze regering en de regering-Michel zit hem vooral in de stijl en de toon.
Dat het hoofdstuk ‘Asiel en migratie’ begint met een verwijzing naar internationale verdragen zoals het Vluchtelingenverdrag van de Verenigde Naties en de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens is alvast een belangrijke stellingname van de nieuwe regering. De vorige regering wierp, bij monde van de N-VA, soms de vraag op of deze internationale verdragen nog wel van deze tijd zijn.
België erkent onder deze regering ook het belang van multilaterale samenwerking ‘zoals bijvoorbeeld het VN Global Compact for Safe, Orderly and Regular Migration.’ Deze uitdrukkelijke vermelding van het VN-Migratiepact mag een statement genoemd worden, omdat dit de reden was waarom de N-VA uit de vorige regering stapte en een regeringscrisis veroorzaakte.
De regering-De Croo wil inzetten op een ‘correct’ asiel- en migratiebeleid: bescherming voor mensen die dat nodig hebben, een efficiënt terugkeerbeleid voor wie hier geen verblijfsrechten krijgt. Dat klinkt logisch. Toch is de vraag hoe België dat humane aspect in zijn terugkeerbeleid wil garanderen.
De vraag is hoe België een humaan aspect in het terugkeerbeleid wil garanderen.
België lijkt dat in de eerste plaats te willen doen door in te zetten op meer vrijwillige terugkeer. Ook dat is niet nieuw, alleen was vrijwillige terugkeer de voorbije jaren geen succesnummer. In de vorige regeerperiode sprong vooral de massale vrijwillige terugkeer naar Irak in het oog. In 2015 en 2016 keerden liefst 3500 Irakezen uit België terug. In 2017 verzwakte de wil om terug te keren, maar vertrokken toch nog 700 mensen. Die terugkeerbereidheid had te maken met een gerichte campagne van de toenmalige staatssecretaris Theo Francken (N-VA).
In 2019 kozen nog minder mensen voor vrijwillige terugkeer dan het jaar voordien. Waarom dat zo is, moet grondig onderzocht worden. Mensenrechtenorganisaties pleiten ook al jaren voor een betere coaching om een meer duurzame en humane terugkeer te kunnen begeleiden. Daarover blijft het regeerakkoord alweer vaag.
De vraag wat er gebeurt nadat mensen terugkeren naar hun land van herkomst, blijft te vaak onbeantwoord. Er gaat nog te weinig onafhankelijk onderzoek naar de re-integratie van mensen in hun herkomstland, zeker als de situatie daar onstabiel is zoals in Irak.
Bij gedwongen terugkeer wijst de regering expliciet het opsluiten van kinderen af. De Commissie-Bossuyt had dat recent nochtans aanbevolen in haar eindrapport over de evaluatie van het Belgische terugkeerbeleid. België werd meermaals veroordeeld door het Europees Hof voor de Mensenrechten voor het mensonwaardig opsluiten van kinderen in het gesloten centrum 127-bis.
De nieuwe staatssecretaris, Sammy Mahdi (CD&V), gaat verder met het masterplan van gesloten centra dat onder de vorige regering door Theo Francken werd gelanceerd. De vraag is of meer gesloten centra leiden tot een efficiënter terugkeerbeleid. In het verleden werd die strategie al uitgeprobeerd, maar ze leidde niet tot meer terugkeer. Wel werden meer mensen opgesloten en voor langere periodes, om daarna weer vrijgelaten te worden.
Het regeerakkoord schrijft dat er een onafhankelijke doorlichting komt van de migratie- en asielinstanties, en verwijst expliciet naar de Dienst Vreemdelingenzaken, die instaat voor het terugkeerluik en voor de gesloten centra. Ook zal het parlement meer inzage krijgen in de terugnameakkoorden die België heeft afgesloten en zal afsluiten. Dat zijn zeker goede stappen richting monitoring en transparantie.
Cruciale vragen daarbij zijn: Zal er ook meer publieke transparantie komen over de gesloten centra? En krijgt het middenveld betere toegang tot die centra?
Een stap vooruit is dat de regering het Belgische opvangnetwerk voor asielzoekers flexibel zal uitbouwen met extra bufferplaatsen, zodat de opvang voor asielzoekers ook wordt gegarandeerd in perioden dat er meer asielaanvragen zijn (of in tijden van lockdown). Belangrijk daarbij is dat er ook voldoende aandacht zal gaan naar kleinschalige opvanginitiatieven.
Deze regering wil mensen zonder wettig verblijf ook beter informeren over de mogelijkheden die ze hebben voor asiel, verblijf of terugkeer. De regering wil daarnaast pilootprojecten financieren om mensen toe te leiden naar duurzame oplossingen, in samenwerking met de asielinstanties, lokale besturen en sociale organisaties. Dat is alvast nieuw en gedurfd.
In de wandelgangen klinkt het dat de regering bereid is om te kijken naar voorbeelden in het buitenland, waarbij mensen zonder wettig verblijf zowel opvang als begeleiding krijgen om naar een duurzame oplossing van hun onwettige situatie te gaan. Een goed voorbeeld van die strategie is te vinden in het opvangbeleid van de Nederlandse stad Utrecht.
Ook voor deze bevoegdheid kijkt de nieuwe federale regering sterk naar Europa om het beleid mee vorm te geven, onder meer met het EU-Migratiepact. Daarin wil België een voortrekkersrol spelen, door te pleiten voor respect voor internationale rechtsregels, solidariteit, en een verdeling van de “lasten”. Zo bouwt deze regering voort op het beleid van haar voorgangers en blijft ze ijveren voor de harmonisering van een Europees asielbeleid.
In de wandelgangen klinkt het dat de regering bereid is om te kijken naar voorbeelden in het buitenland.
De regering pleit voor humane opvang in de herkomstregio’s, maar blijft daarna opvallend stil in het regeerakkoord. Welke engagementen onze regering heeft om die regio’s daarin bij te staan, blijft voorlopig een raadsel.
Vandaag lijken die maatregelen om ‘bescherming in de herkomstregio’ te bieden vooral als doel te hebben zoveel mogelijk mensen ter plaatse te houden. Dat vertaalt zich in een focus op grensbewaking. Het aspect bescherming raakt zo ondergesneeuwd. Partijen als Groen en sp.a zijn hier in het Europees Parlement altijd kritisch over geweest. Vandaag maken ze deel uit van een regering wiens beleid steeds verder de richting lijkt uit te gaan van een ‘externaliseren’ van asiel, het weghouden van zoveel mogelijk vluchtelingen en migranten uit Europa.
Wanneer het gaat om de hervestiging van migranten vanuit landen aan de zuidgrenzen van de Europese Unie, beperkt België zich enkel tot de gemaakte Europese afspraken, net als de vorige jaren. Dat is een bescheiden engagement, zeker omdat ons land die doelen voor hervestiging de voorbije jaren niet echt kon nakomen.
Bovendien krijgen EU-lidstaten dit jaar uitstel. Ze mogen de doelstellingen in het kader van het hervestigingsprogramma van 2020 uitstellen tot 2021, als gevolg van de pandemie. Dit betekent dat de hervestigingsdossiers voor kwetsbare vluchtelingen die in precaire omstandigheden leven voor lange tijd op pauze worden gezet.
*** terug naar het overzicht ***
Ontwikkelingssamenwerking
Wetend dat premier Alexander De Croo in de vorige regering minister van Ontwikkelingssamenwerking was, verbaast het niet dat het domein opvallend aanwezig is in het akkoord.
Bijzonder: het regeerakkoord stelt dat ‘ontwikkelingssamenwerking niet ondergeschikt kan zijn aan de migratieagenda.’ Ontwikkelingssamenwerking is de laatste jaren in toenemende mate een instrument geworden voor die migratieagenda. Geld van ontwikkelingssamenwerking wordt ook voor de beperking van migratie gebruikt. Deze regering is zich hier kennelijk van bewust.
Wat er concreet aan zal worden gedaan, is alweer niet duidelijk. Zal minister van Ontwikkelingssamenwerking Meryame Kitir (sp.a) binnen de Europese Unie tegenwicht bieden?
Het regeerakkoord bevestigt zelf dat ontwikkelingssamenwerking wel een instrument is om – op termijn — de grondoorzaken van migratie (armoede, klimaatcrisis, conflicten…) aan te pakken. Er is dus hoe dan ook verband, maar dat is niet hetzelfde als een ware instrumentalisering van ontwikkelingssamenwerking.
Het akkoord vermeldt ook een ‘bindend groeipad om 0,7 procent van het nationaal inkomen aan ontwikkelingssamenwerking te besteden tegen 2030’, een oude belofte van verschillende regeringen. 11.11.11 is blij met die vermelding in het regeerakkoord.
‘Ontwikkelingssamenwerking kan niet ondergeschikt zijn aan de migratieagenda.’
11.11.11-directeur Els Hertogen: ‘Wij zijn ook blij met de nadruk op beleidscoherentie.’ De regering neemt zich voor erover te waken dat andere beleidsdomeinen zoals klimaat, handelsakkoorden, diplomatie en defensie worden afgestemd op het ontwikkelingsbeleid. Dat zijn geen nieuwe punten, erkent Hertogen, ‘maar dat het in het regeerakkoord staat, geeft ons een hefboom om de regering te wijzen op het belang ervan.’
De regering wil ook de Belgische bijdrage aan de klimaatfinanciering voor ontwikkelingslanden verhogen. Rijke landen beloofden jaarlijks 100 miljard euro aan ontwikkelingslanden voor hun strijd tegen klimaatverandering en België droeg tot nog toe verhoudingsgewijs erg weinig bij. Het akkoord belooft tevens dat die klimaatfinanciering bovenop de officiële ontwikkelingssamenwerking zal komen.
*** terug naar het overzicht ***
Werk en sociaal overleg
Gaat het over werk, dan valt op dat de nieuwe regering de lijn van de vorige doortrekt: de activiteitsgraad, ofwel de verhouding tussen enerzijds het aantal Belgen op beroepsactieve leeftijd dat werkt of werk zoekt en anderzijds de totale bevolking, moet naar 80 procent tegen 2030. Ook de vrijstelling van werkgeversbijdragen voor de eerste werknemer wordt verlengd.
Deze regering gelooft blijkbaar sterk in het sociaal overleg.
Er komt een ‘individuele opleidingsrekening’, die werknemers recht geeft op vijf opleidingsdagen per jaar. De sociale partners, vakbonden en werkgevers dus, moeten dit uitwerken. Opvallend is ook dat deze regering – mét de PS – pleit voor arbeidsmobiliteit tussen sectoren en regio’s.
Deze regering gelooft blijkbaar sterk in het sociaal overleg. Deze erkenning komt ongetwijfeld goed aan bij de vakbonden, die zich geregeld gepasseerd voelden door de vorige regering. Of de sociale partners de verwachtingen kunnen waarmaken, valt af te wachten.
Opvallend is ook dat de nieuwe regering het sociaal statuut van de zelfstandigen wil verbeteren. Men wil het Nederlandse spoor van de ZZP’ers (zelfstandigen zonder personeel) niet volgen.
*** terug naar het overzicht ***
En… wie zal dat alles betalen?
Werkten mee aan dit artikel:
Het precieze antwoord op die vraag wordt volgend jaar gegeven, wanneer er een eerste begroting wordt opgesteld.
Dat is elk jaar een moeilijke oefening, maar nu meer dan ooit, gezien de oplopende schulden. Het enige dat vastligt is dat de budgettaire inspanningen gelijkmatig verdeeld worden over besparingen, nieuwe belastingen en ‘diversen’.
Deze vrij onervaren regeringsploeg staat voor een zeer uitdagende bestuurlijke opdracht. Dat de ploeg weinig ervaring heeft, kan natuurlijk ook betekenen dat ze nog geen slechte gewoonten, van profileringsdrang tot communiceren via de media, heeft aangeleerd.
De druk van de vooral Vlaamse oppositie zal groot zijn. Het wordt voor de N-VA niet makkelijk om zich niet te laten meeslepen in het discours van het Vlaams Belang en toch op te vallen. Een sterke oppositie kan de regering helpen om boven zichzelf uit te stijgen.
Onder andere voor het klimaat is talmen en twijfelen geen optie meer. En de coronacrisis vergt doortastend optreden, zoals de jongste weken opnieuw blijkt. Was een Belgische regering ooit spannender?
*** terug naar het overzicht ***
Hieronder leest u het integrale regeerakkoord.