Als zelfs de president van Haïti niet meer veilig is in zijn eigen huis

Analyse

Moord op Jovenel Moïse als culminatiepunt van Haïti's dramatische aftakeling

Als zelfs de president van Haïti niet meer veilig is in zijn eigen huis

Als zelfs de president van Haïti niet meer veilig is in zijn eigen huis
Als zelfs de president van Haïti niet meer veilig is in zijn eigen huis

Niemand die de moord op Haïtiaans president Jovenel Moïse had kunnen voorspellen. Maar de context waarin die zich afspeelde, is allerminst verrassend. ‘Het systeem, gemaakt van bloed en beenderen, zal blijven duren.’

© Valerie Baeriswyl / AFP

De moord op Moïse is het culminatiepunt van het dramatisch aftakelen van de Haïtiaanse staat en samenleving.

© Valerie Baeriswyl / AFP

Niemand die de moord op Haïtiaans president Jovenel Moïse had kunnen voorspellen. Maar de context waarin die zich afspeelde is allerminst verrassend. De Venezolaanse crisis stortte de gewone Haïtiaan dieper in de armoede, terwijl corruptie binnen de politiek welig bleef tieren en extreem bendegeweld verder toenam. ‘Het systeem, gemaakt van bloed en beenderen, zal blijven duren.’

Haïti had er weer enkele moeilijke weken opzitten. De enige verharde weg naar het zuiden van het land bleef lange tijd geblokkeerd in wijken waar het wettelijke gezag de facto afwezig is. Steden als Jacmel en Les Cayes bleven zo wekenlang zonder bevoorrading.

Kidnapping voor losgeld gaat onverminderd verder. 15.000 mensen zijn op de vlucht voor het geweld in de hoofdstad. Het laatste slachtoffer was Virgile Fils-Aimé, een ambulancière die werd neergeschoten tijdens haar werk.

En dan werd enkele dagen later president Jovenel Moïse zelf in zijn eigen huis vermoord. Zijn vrouw, Martine, werd zwaargewond. Op dit moment werden 18 Colombianen en 2 Haïtiaanse Amerikanen opgepakt.

Op beelden is te zien dat die zich voordeden als agenten van de Amerikaanse Drugs Enforcement Agency. Bronnen in de regering vermoeden dat dit het werk was van huurlingen met onbekende opdrachtgevers. Verder onderzoek moet uitwijzen of dat gewone criminelen zijn, of politieke tegenstanders van de president.

In Haïti gaat politiek beenhard. Sinds de val van dictator Jean-Claude Duvalier eind jaren ‘80 versleet het land 15 presidenten. Eén ervan, Jean-Bertrand Aristide, kreeg twee militaire coups te verwerken. Maar we moeten tot begin vorige eeuw teruggaan om een president te vinden die gewelddadig om het leven kwam. Vilbrun Sam werd in 1915 door tegenstanders uit de Franse ambassade gesleurd en gelyncht.

De moord op Moïse is dan ook het culminatiepunt van het dramatisch aftakelen van de Haïtiaanse staat en samenleving.

De moord op Moïse is dan ook het culminatiepunt van het dramatisch aftakelen van de Haïtiaanse staat en samenleving. Onder diens presidentschap gleed het land af tot een toestand die begint te lijken op een burgeroorlog.

Nochtans begon hij niet zonder enige ambitie. Bij zijn aantreden in 2017 beloofde Moïse te werken voor ‘geld in ieders zak en voedsel op elk bord’. Nu, jaren later, duikt de term failed state regelmatig op in analyses over het land. Wat is er gebeurd?

De erfenis van Tèt Kale

Al in 2017 begon Moïse’s termijn onder ongunstig gesternte. Als gedoodverfde opvolger van zijn voorganger Michel Martelly, de Tèt Kale ofwel de Kaalkop, had hij twee verkiezingen nodig voor hij uiteindelijk op 7 februari dat jaar de eed kon leggen.

De eerste verkiezing eind 2015, moest overgedaan worden nadat de verenigde oppositie zich tegen de uitslag verzette. Pas na een jaar onderhandelen volgde een nieuwe ronde. Hoewel Moïse die won, was de uitslag niet van die omvang om hem genoeg legitimiteit te verschaffen. Amper 20 procent van de kiesgerechtigden was in de chaos na Orkaan Matthew komen opdagen.

Jovenel Moïse zou al snel te maken krijgen met een parlement op oorlogspad. De radicale oppositie exploiteerde gretig de zweem van corruptie die rond de partij van de Tèt Kale bleef hangen. Onder Martelly maakte de regering liberaal gebruik van no bid contracts voor openbare aanbestedingen. Contracten met bedrijven werden rechtstreeks afgesloten, zonder gunningsprocedure. Dat moest een noodoplossing voor de heropbouw na de aardbeving van 2010 zijn, maar werd structureel voortgezet.

Enkele schandalen voedden de verdenking dat het systeem diende als een carrousel voor corruptie en het plunderen van de publieke kas. Haïti had toen wel wat geld te verdelen. Het was één van de begunstigden van het Venezolaanse PetroCaribe-programma. Dat liet de Haïtiaanse overheid toe olie te kopen aan een fractie van de marktprijs, met de belofte de rest na een uitstelperiode terug te betalen aan spotgoedkope interestvoeten.

Door die olie aan bijna-marktprijzen binnenlands te verkopen subsidieerde Haïti de olieconsumptie en kreeg ze een aardig ontwikkelingsbudget van 2 miljard dollar in handen. Venezuela hield pro-forma een oogje in het zeil, en liet haar ambassadeur in 2015 zeggen dat het ‘zeer tevreden’ was met het management van de 234 PetroCaribe projecten in het land.

Business as usual?

Niet iedereen was daarvan overtuigd. Zo werd president Martelly ervan beschuldigd de bedrijven van de Dominicaanse zakenman en senator Felix Bautista systematisch te bevoordelen. Project na project bleef na aankondiging onafgewerkt. De ontwikkeling van het Île à Vache (een eiland 10 kilometer Haïti’s zuidkust, red.) voor toerisme is waarschijnlijk het meest dramatische voorbeeld. In afwachting van de bouw van hotels en een internationale luchthaven werden lokale inwoners onteigend. Ondertussen liggen de werken al jaren stil.

Project na project bleef na aankondiging onafgewerkt.

De oppositie had dus de nodige munitie om het Martelly’s opvolger heel moeilijk te maken. Het was vooral de senator Youri Latortue, voorzitter van de commissie voor ethiek en belangrijk oppositieleider, die zich liet gelden. Ironisch genoeg omschreven gelekte communicaties van de Amerikaanse ambassade de senator als ‘de meest flagrant corrupte politicus van het land’. Latortue zelf spreekt van laster.

Dit harde politiek spel is in Haïti niet ongewoon. Beschuldigingen van corruptie zijn een gangbare manier om tegenstanders in diskrediet te brengen. Daar komt nog bij dat politiek kabaal, en mensen betalen om kabaal te maken, een manier is voor lokale potentaten om mensen aan zich te binden. Behalve in de politiek gaat er in Haïti weinig geld rond.

Haïtianen zijn dus wat gewend van hun politici. Bovendien was in het land nog steeds een VN-vredesmacht aanwezig. Tijdens zijn ambtstermijn prees Martelly zich om die reden nog nog gelukkig: de aanwezigheid van de VN-blauwhelmen beschermde hem voor de coups die andere presidenten voordien de das omdeden. Al bracht Latortue begin 2018 een rapport over corruptie rond PetroCaribe uit, niets wees erop dat er dat jaar meer dan business as usual in de lucht hing.

Peyi Lok

Er zijn momenten dat de vlam beslissend in de pan slaat. Een stijging van de brandstofprijs was het startschot voor een algemene volksopstand. De Venezolaanse olieproductie ging vanaf 2018 in vrije val en daarmee droogde ook het PetroCaribe-fonds op. De overheid moest de prijzen aan de pomp marktconform maken, iets wat de gemiddelde Haïtiaan onmiddellijk voelt. Plots werden de gemiste kansen van PetroCaribe pijnlijk duidelijk. 10 jaar miljardensubsidies kwamen ten einde en hadden niets blijvend opgeleverd.

‘Kot kob petwo karibe-a’, of ‘Waar is het geld van PetroCaribe?’ Een Canadees-Haïtiaanse filmmaker leverde via sociale media de slogan die maanden van demonstraties, stakingen en vooral wegblokkades in gang hield. In de zomer van 2018 was niet alleen de politieke oppositie, maar heel het land op de been.

Gaandeweg werd het protest gewelddadiger. De oppositie had bloed geroken en bleef mobiliseren. Dat culmineerde in februari en oktober 2019 in Peyi Lok. Die 2 maanden brachten blokkades en brandstoftekort het land volledig tot stilstand.

‘Peyi Lok was een georkestreerde oorlog van de oppositie tegen het gezag van Moïse.’

Michael Deibert, journalist en auteur van Haiti will not perish, waarschuwt om protesten van 2019 alleen als een spel van volk tegen elite te zien. ‘De radicale oppositie bestaat uit mensen die minstens even erg zijn als de partij van de Tet Kalé. Veel van hen zijn echt gevaarlijke mensen. Peyi Lok zie ik niet meer als een volksopstand. Dat was een georkestreerde oorlog van de oppositie tegen het gezag van Moïse, tegen wie er ondertussen oprechte afkeer onder de bevolking was.’

Hier en daar sijpelde in de algemene chaos iets sinisters door. Op verschillende plaatsen werden politiecommissariaten overvallen. Vaak dienden wegblokkades niet voor politieke actie maar voor ordinaire struikroverij. De baz, de bendes uit de volkswijken, testten de nieuwe limieten van het wankelende gezag.

De terugkeer van de gangs

Dat gezag liet zich op het hoogtepunt van Peyi Lok niet zien. In februari 2019 beperkte President Moïse zich tot een speech vanuit een geheime locatie en één korte uitstap in Pétion-Ville, de betere buurt van Port-au-Prince.

Tegen oktober was er eenvoudigweg geen functionerende wettelijke regering meer. De allerlaatste poging om een eerste minister door de Senaat te doen goedkeuren liep fout af. De beelden van een Haïtiaanse senator die zich met pistoolschoten van belagers probeert te ontdoen, toonden het laatste grote wapenfeit van het kaduke parlement. Sinds het mandaat van de kamer en twee derde van de senaat eind 2019 afliep, heeft het land geen wetgevende macht meer.

Terwijl de officiële instellingen het één voor één lieten afweten, verplaatste het politiek gevecht zich naar de straten van de volksbuurten Port-au-Prince. Daar is een parallelle macht geactiveerd. In wijken als Cité Soleil zijn bendes na jaren van relatieve rust terug in oorlog. Al in november 2018 kreeg het land een voorproefje met een bloedbad in de wijk La Saline. Een bende terroriseerde er de inwoners, met 70 doden en 400 afgebrande huizen als gevolg. Ooggetuigen beweerden dat de aanvallers zich met politiewagens verplaatsten.

Later kwamen enkele ambtenaren, Fednel Monchéry en Joseph Duplan, in het vizier. Volgens mensenrechtenorganisaties hadden zij de aanval opgezet om de mobilisatiekracht van de wijk in de aanloop van anticorruptiedemonstraties te breken. In dit geval zouden de ingehuurde bendeleden te ver gegaan zijn. Ondanks aanhoudingsbevelen van de gerechtelijke politie zijn Monchéry en Duplan, ondertussen van hun functies ontslagen, nog steeds op vrije voeten.

Zoals steeds blijft het gissen naar de ware toedracht. ‘In Haïti gebeuren wel vaker dergelijke moordpartijen, maar die blijven dan vergeten. Het verschil met La Saline is dat die tragedie interessant was voor politieke recuperatie. Wat is er echt gebeurd? In die wijk wordt er regelmatig gevochten voor controle over de marktkramers daar. Het zou me niet verbazen het een mengeling van criminaliteit en politiek was’, zegt Deibert. ‘Ik merk wel dat de bendes van aard zijn veranderd. In de tijd van Aristide stonden ze allemaal min of meer onder zijn gezag, nu volgen ze verschillende concurrerende politici.’

De regering ontbindt de samenleving

Bendegeweld beheerst ondertussen het leven in grote delen van Haïti. Kidnappings zijn de orde van de dag en grote delen van het land zijn effectief ontoegankelijk voor het gezag. De RN1, de enige continu verharde weg tussen Port-au-Prince en Cap Haïtien in het noorden, is regelmatig geblokkeerd ter hoogte van de monding van de Artibonite. De vallei van die rivier is verder in het binnenland onder controle van verschillende gangs.

In deze omstandigheden is er van mobilisatie vanuit de brede samenleving geen sprake meer. De bevolking lijkt uitgeput en gefragmenteerd. De president regeerde ondertussen verder per decreet. Toen in augustus vorig jaar het Rekenhof haar audit over PetroCaribe uitbracht, met vernietigende conclusies voor de president en zijn entourage, reageerde Moïse door dat Hof te degraderen tot een consultatief orgaan. Massademonstraties zoals in 2018 bleven uit.

De erosie van instellingen en het demoraliseren van de maatschappij: het lijkt een typisch Haïtiaanse politieke tactiek. Zoals de schrijver Lyonel Trouillot het stelde: in Haïti zou de staat de samenleving zelf ontbinden als ze dat kon. Maar de prijs voor die strategie is verschrikkelijk. Zelfs de president bleek niet meer veilig in zijn eigen huis.

De internationale gemeenschap beperkte zich voor Moïses dood tot standaard oproepen tot respect voor de grondwet en vrije verkiezingen eind dit jaar.

En nu?

In 1915 bleek de moord op Vilbrun Sam, achteraf, het einde van een tijdperk. De VS besloten de gelegenheid te baat te nemen en bezetten het land. De fragiele Haïtiaanse staat was haar soevereiniteit kwijt.

Het is onduidelijk of deze tragedie, ondanks alles, voor Haïti beter zal aflopen dan toen. De internationale gemeenschap beperkte zich voor Moïses dood tot standaard oproepen tot respect voor de grondwet en vrije verkiezingen eind dit jaar. Er was weinig appetijt voor een nieuwe VN-vredesmacht, zo kort nadat de laatste missie de aftocht blies.

Volgens Michael Deibert moeten we weinig hopen van de Haïtiaanse politieke klasse zelf. Hij doorprikt de illusie dat de persoon Jovenel Moïse, in eigen land gevilifieerd, het obstakel voor fundamentele verandering zou zijn. ‘Het systeem, gemaakt van bloed en beenderen, zal blijven duren.’