Muzikanten in Mali: ‘Geen enkele jihadist kan mij verhinderen te zingen’

Analyse

‘Mijn hart is in de woestijn gebleven en mijn geest zoekt naar oplossingen’

Muzikanten in Mali: ‘Geen enkele jihadist kan mij verhinderen te zingen’

Muzikanten in Mali: ‘Geen enkele jihadist kan mij verhinderen te zingen’
Muzikanten in Mali: ‘Geen enkele jihadist kan mij verhinderen te zingen’

Thibault Coigniez

23 april 2024

In het noorden van Mali is het levensgevaarlijk voor muzikanten. Al twaalf jaar lang profiteren jihadisten er van de oorlog tussen rebellen en de regering. Ondanks die dreiging doen de griot-zangers en Toeareg-gitaristen koppig voort. ‘Alleen wij kunnen Mali nog verenigen.’

© Salaha Maïga

Het festival Vivre Ensemble in het Malinese Timboektoe.

© Salaha Maïga

In Mali is het levensgevaarlijk om muzikant te zijn. Al twaalf jaar lang profiteren jihadisten van de oorlog tussen de rebellen en de regering in het noorden van het land. Ondanks die dreiging doen de griot-zangers en Toeareg-gitaristen koppig voort. ‘Alleen wij kunnen Mali nog verenigen.’

‘Opeens omsingelden vier motoren onze bus. Alle passagiers moesten uitstappen’, vertelt Sekou Touré, zanger van de Malinese band Alkibar Junior, via Whatsapp.

Op kerstdag 2023 belandde hij met zijn band in een hinderlaag van jihadisten. Ze waren onderweg om te spelen op een trouwfeest in de buurt van hun geboortestad Niafunké, aan de oevers van de Niger-rivier in Centraal-Mali.

‘De jihadisten stelden iedereen vragen’, vertelt Touré. ‘We hebben niet gelogen en zeiden dat we muzikanten zijn: “Als je ons wil doden, doe je dat maar.”’ Dat was een levensgevaarlijke bekentenis. Voor deze moslimfundamentalisten is muziek namelijk haram, onrein. Het is een zonde waarop in hun ogen de doodstraf staat.

Toch kwam Alkibar Junior er met een waarschuwing van af: ‘Als dreigement haalden ze wat benzine uit een motor. Voor onze ogen staken ze onze instrumenten in brand.’

Voor de aankoop van nieuw materiaal blijft de band afhankelijk van een online inzamelingsactie. De muzikanten zijn op zichzelf aangewezen. Op de Malinese overheid moeten ze niet rekenen. Die focust zich al meer dan een decennium lang haast uitsluitend op de strijd tegen jihadisten en rebellen.

Burgeroorlog

Al twaalf jaar lang profiteren jihadistische groeperingen, zoals Jama’at Nusrat al-Islam wal Muslimeen (JNIM), Islamitische Staat en de Maghrebijnse tak van al-Qaeda (AQIM) van een machtsvacuüm in de noordelijke regio’s van Mali. Vanuit Algerije trokken ze in het zog van een aanslepend conflict tussen rebellen en de regering de grens over.

Deze rebellen begonnen na de staatsgreep van 22 maart 2012 door het Malinese leger een gewapende opstand. Ze zijn geen jihadisten, maar behoren tot het nomadenvolk van de Toearegs en strijden voor een onafhankelijke staat Azawad in het noorden van Mali. In een paar dagen tijd veroverden ze de steden Timboektoe, Gao en Kidal.

Mede dankzij militaire hulp van de Fransen kregen de regeringstroepen begin 2013 Timboektoe opnieuw in handen. Ondanks een vredesakkoord in 2015 werd het conflict eerder bevroren dan opgelost.

‘Mijn hart is in de woestijn van Kidal achtergebleven.’

Dat bleek vooral nadat generaal Assimi Goïta in 2021 met een nieuwe legercoup aan de macht was gekomen. In augustus vorig jaar schakelde het regime van Goïta een tandje hoger in de strijd tegen de Toeareg-rebellen.

Met resultaat. Sinds de herovering van de stad Kidal, in november 2023, controleert de militaire junta alle steden in het noorden. Naast de Toeareg-rebellen trokken ook de jihadistische groepen zich terug op het platteland.

‘Die verschillende jihadistische splintergroepen proberen nu vooral de overheid te destabiliseren. Ze plegen aanslagen op zowel burgertransporten als militaire konvooien, waarna ze zich weer verbergen’, vertelt Ulf Laessing, Sahelexpert bij de Konrad Adenauer Stichting.

Uit data van de denktank ACLED blijkt dat tussen januari en september 2023 6000 mensen het leven lieten in dit conflict. En volgens cijfers van de Internationale Organisatie voor Migratie sloegen ongeveer 400.000 Malinezen op de vlucht naar het zuiden.

Assouf in ballingschap

Door de microfoon klinkt regelmatig het geklik van een aansteker. Aan de andere kant van de Whatsapp-lijn, ergens in Bamako, steekt Ahmed Ag Kaedy de ene na de andere sigaret op. Hij is 1500 kilometer verwijderd van zijn vroegere woonst in Kidal.

Zelfs na tien jaar ballingschap is de Toeareg-gitarist nog niet gewend geraakt aan de vochtige hitte van de Malinese hoofdstad: ‘Mijn hart is in de woestijn van Kidal achtergebleven en mijn geest zoekt naar oplossingen. Alleen mijn lichaam zit hier in Bamako, zwetend tussen de muggen.’

Ahemd Ag Kaedy

Ahmed Ag Kaedy

Ahemd Ag Kaedy

Het is niet de eerste keer dat Kaedy in Bamako vertoeft. In 1992 besloot zijn vader om samen met zijn gezin naar het zuiden van Mali te vluchten, want in het noorden was de tweede Toeareg-opstand uitgebroken.

Sinds de onafhankelijkheid van Mali in 1960 vormen deze opstanden een terugkerend fenomeen. Na de dekolonisatie van de Sahellanden raakten de Toearegs versnipperd over de territoria van Noord-Mali, Niger, Tsjaad en het zuiden van Algerije.

In Mali werden ze ook het slachtoffer van discriminatie door de Bambara, de etnische meerderheidsgroep. Steevast zijn het dan ook Bambara die de overheidsposten in Bamako bemannen.

Rond de eeuwwisseling ging de opstand liggen en keert Kaedy terug naar Kidal. In de nauwe straatjes, tussen de lemen huizen, begint hij gitaar te spelen. Hij leert er de minimalistische maar sfeervolle akkoorden van assouf, in het Westen beter bekend als woestijnblues.

‘In onze taal, het Tamasheq, betekent assouf heimwee. Want na de eerste Toeareg-opstand in 1963 belandden veel rebellen in vluchtelingenkampen in Libië. Daar ruilden ze hun geweer in voor de gitaar en zongen ze melancholische liedjes over hun geliefde thuisland. Een nieuwe muziekstijl was geboren’, vertelt Kaedy.

Moderne takoubelt

Ook voor Kaedy zou assouf zijn verdere levenspad uitstippelen. In 2010 kreeg hij samen met zijn band Amanar zelfs de prijs voor jonge belofte op het bekende Festival au Désert.

‘Er kwamen 10.000 mensen naar ons festival in het midden van de woestijn, in de regio van Timboektoe. Het was ook een heel internationaal gebeuren en dus een goede kans voor jonge artiesten om zich in de kijker te spelen’, zegt Many Ansar.

Sinds jaar en dag is Ansar directeur van het Festival au Désert. Dat haalde zijn inspiratie bij de takoubelts. Binnen de Toeareg-cultuur verenigen deze muzikale bijeenkomsten in de woestijn de verschillende volkeren.

‘Het festival was een enorm succes, tot we in 2012 het hazenpad moesten kiezen. Na het uitbreken van de burgeroorlog rukten de Toeareg-rebellen en verschillende jihadistische groepen snel op’, vertelt Ansar.

Ook voor Kaedy zat er niets anders op dan terug naar het zuiden en de vochtige hitte van Bamako te vluchten. Hij probeert er de muzikale traditie van assouf voort te zetten.

In 2018 bracht hij bij platenmaatschappij Sahel Sounds zijn debuutalbum Akaline Kidal uit. Dat bracht hij een jaartje later in de Ancienne Belgique in Brussel op de planken. Helaas vonden zijn muzikale avonturen steeds plaats in ballingschap, ver van zijn geliefde Kidal.

Griots stoppen niet

Niet alle festivals en concerten in het noorden van Mali werden gestaakt. ‘We willen tonen dat er ook verzet bestaat. Ons festival is één van de weinige momenten waarop artiesten nog voor een publiek kunnen spelen’, zegt Salaha Maïga, directeur van het festival Vivre Ensemble.

Sinds 2017 vindt het festival jaarlijks plaats in de binnenstad van Timboektoe. Die stad staat al tien jaar onder controle van de Malinese regering.

Volgens Maïga blijft het elke editie een enorme klus om de veiligheid van de bezoekers te garanderen. ‘Tijdens de laatste editie in december 2023 was er een aanslag op 5 kilometer van de site. Ook voeren de jihadisten vaak per boot raids uit langs de Niger-rivier. Buitenlandse bezoekers raden we aan om zich alleen met het vliegtuig te verplaatsen.’

‘Geen enkele jihadist kan mij verhinderen om in de voetsporen van Ali Farka Touré te treden.’

Ook in Niafunké, 150 kilometer verder stroomopwaarts, denkt Touré er niet aan om te stoppen met muziek spelen. Zelfs niet nadat de jihadisten zijn gitaar tot as hebben herleid: ‘Met het geld van de inzamelingsactie kopen we nieuwe instrumenten en trekken we weer op pad.’

Voor een rasechte griot als Sekou is stoppen geen optie. Het beroep van griot is geen keuze, maar iets wat van vader op zoon wordt overgedragen. Deze rondtrekkende muzikanten brengen in hun teksten maatschappelijke boodschappen over. In Mali vervullen griots van oudsher een belangrijke maatschappelijke rol.

Niet toevallig is Niafunké dan ook de geboorteplaats van Mali’s bekendste griot, Ali Farka Touré. Hij wordt beschouwd als de peetvader van de zogenaamde Mali Blues.

In de jaren ’90 toerde hij de wereld rond, onder andere aan de zijde van de Amerikaanse gitarist Ry Cooder, met wie hij het iconische album Talking Timbuktu opnam. Ondanks de roem bleef Ali Farka Touré tot aan zijn dood in 2006 in Niafunké wonen.

‘Onze huizen lagen op 500 meter van elkaar. Ik speelde nog met hem in de band en zijn zoon Vieux Farka Touré is mijn beste vriend. Geen enkele jihadist kan mij verhinderen om in zijn voetsporen te treden’, vertelt Sekou Touré.

De meeste griots zijn afkomstig van Centraal- en Zuid-Mali en behoren tot de etnische groep van de Bambara. Ze zingen dus vooral in het Bambara en begrijpen vaak niet het Tamasheq, de taal van de Toearegs.

‘In Bamako spreekt iedereen Bambara. Zelfs de jonge kinderen van de Toeareg-vluchtelingen spreken geen correct Tamasheq meer’, zegt Kaedy. ‘Toearegs luisteren eerst naar de boodschap van een liedjestekst en letten pas daarna op de melodie. Maar hier verstaat niemand mij wanneer ik zing…’

Wagner in Kidal

Zelfs na de herovering van Kidal in november 2023 door de regeringstroepen kan Kaedy niet terugkeren. Volgens hem zou het regeringsleger expliciet de huizen van Toearegs bombarderen en plunderen.

In die strijd wordt het leger van Assimi Goïta bijgestaan door Russische huurlingen van de Wagnergroep die erg brutaal te werk gaan. Volgens een rapport van Human Rights Watch waren de huurlingen in 2023 verantwoordelijk voor de dood van honderden Malinese burgers.

‘Als Goïta écht wil dat de mensen naar Kidal terugkeren, zal zijn regime zelf sociale voorzieningen moeten uitbouwen.’

‘Dat is de prijs die de Malinese overheid bereid is te betalen: territoriale winst in ruil voor grove mensenrechtenschendingen’, zegt Laessing. ‘De hulp van de Russen hebben ze broodnodig. Zeker nadat het regime van generaal Goïta eind 2022 de Fransen eruit heeft gebonjourd. Voor de Wagnergroep is dit puur een zakelijke transactie.’

Uit het goed gedocumenteerde ‘Blood and Gold’-rapport van eind vorig jaar, blijkt dat Wagner expliciet aast op de opbrengsten van Mali’s goudmijnen. Op 9 februari verwierven ze de controle over de artisanale goudmijn in Intahaka, in de regio rond Gao.

Daarnaast ontvangt de groep van de Malinese overheid ook maandelijks een vergoeding ter waarde van 10,8 miljoen dollar. De prioriteiten van de huurlingen liggen dus duidelijk niet bij de wederopbouw en het bestuur van Kidal.

Volgens Laessing is het aan de Malinese overheid om te tonen dat ze de stad kan leiden. Vooral nu zelfs de samenwerking met de Verenigde Naties (VN) is stopgezet.

‘Tot de zomer van 2023 beheerden de VN de ziekenhuizen en scholen. De overheid bleef afwezig. Maar als Goïta écht wil dat de mensen naar Kidal terugkeren, zal zijn regime voortaan zelf sociale voorzieningen moeten uitbouwen.’

Sekou Touré

De band Alkibar Junior aan het werk in Niafunké.

Sekou Touré

Muziek sensibiliseert

De Malinese muzikanten hebben niet al te veel vertrouwen in hun regering. ‘Ze besteedt al haar middelen aan de oorlog. De rest gaat naar Bamako. Maar in de dorpjes rond Niafunké zijn wij het, de griots, die mensen sensibiliseren’, zegt Sekou Touré.

‘Alleen muziek kan de Malinezen nog verenigen.’

Ook Ansar blijft als festivaldirecteur niet bij de pakken zitten. Na de stopzetting van het Festival au Désert begon hij samen met de festivals van Ségou en Taragalte de Caravane Culturelle pour la Paix.

In dat kader vinden elk jaar een festival plaats in Zuid-Marokko en concerten in de vluchtelingenkampen van Mauritanië en Burkina Faso.

‘We willen verschillende gemeenschappen met elkaar in contact brengen. Want er zijn nog verse herinneringen aan een pijnlijk verleden. Die kunnen in Mali een muur opwerpen tussen de Bambara en de Toearegs. Alleen muziek kan de Malinezen nog verenigen.’

In de Toeareg-cultuur heeft muziek altijd al een opvoedkundige rol vervuld. Muziek vulde een leemte op. Wegens de discriminatie van de door Bambara gedomineerde overheid is er nooit werk gemaakt van massale scholingscampagnes voor de Toeareg-bevolking in het noorden.

‘Muzikanten moeten aan de nomaden vertellen dat ze ook hun dochters naar school moeten sturen’, zegt Kaedy.

‘Ooit raakte ik aan de praat met een man die in een dorpje net buiten Kidal woonde. Hij besloot om zijn dochtertje naar school te sturen, nadat hij een liedje van me op de radio had gehoord. Eén zin was hem bijgebleven: “De onwetende denkt altijd dat hij op de goede weg is, omdat hij niet weet waar die zich bevindt”. We namen afscheid zonder dat hij mijn stem herkende.’