‘Het is geen toeval dat de pest in de armste landen nog steeds doden maakt’
Nu de apenpokken, later de pest?
In 1905 werd in het Australische Maryborough bij enkele patiënten de pest vastgesteld.
Queensland State Archives (CC0)
Bij de uitbraak van COVID-19 werd het al meteen gezegd: het is niet de vraag óf maar wanneer een dier opnieuw een ziekte op een mens zou overdragen. Nu de apenpokken zich verspreiden, vraagt MO* zich af: bestaat de kans dat ook de pest opnieuw in een epidemie of pandemie uitmondt?
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) vraagt overheden om de opmars van apenpokken in Europa en Noord-Amerika goed op te volgen. Ze vreest dat de zomerfestivals de verspreiding in de hand zouden kunnen werken.
Hoewel de apenpokken voor de meeste mensen nieuw lijkt, zijn ze dat niet. In Congo stierven dit jaar al minstens 57 mensen aan de ziekte. Pas nu de ziekte zich in Europa en Noord-Amerika verspreidt en de besmettingen voor het eerst niet verbonden zijn aan reizen naar landen waar de ziekte endemisch is, krijgt ze onze aandacht.
Zo maken we na covid-19 kennis met alweer een zoönose, een ziekte die van dier op mens kan overgaan. We zijn vandaag met vier keer zoveel wereldbewoners dan 100 jaar geleden. We reizen op een dag van het ene uiteinde van de planeet naar het andere. We kappen meer woud en komen zo steeds dichter bij dieren en de virussen en bacteriën waar ze drager van zijn.
Toen die geglobaliseerde wereld in 2020 een pandemie baarde, was dat voor experten, zoals infectiologen en virologen, geen verrassing. Verwacht werd dat dit in de toekomst wel vaker zou voorkomen. Woorden als zoönose, quarantaine en mRNA-vaccin werden parate kennis.
Het virus dat de apenpokken veroorzaakt is minder besmettelijk dan sars-cov-2, of het COVID-19-virus. Ook de mortaliteit zorgt voor minder ongerustheid. Toch herinnert de opmars van dit virus ons aan de boodschap van 2020: dat een vergeten ziekte, gedragen door een dier in een woud ver weg van hier, ook morgen bij ons kan opduiken.
Zoals in 2020 werd verwacht: de vraag was niet of, maar wel wanneer het volgende virus zou komen overgewaaid. En nu dus ook: kan na de apenpokken, bijvoorbeeld, de pest een Europese comeback maken? Want in tegenstelling tot wat de meeste mensen denken, is de pest geen uitgestorven middeleeuwse ziekte.
Nooit weggeweest
Net als COVID-19 en de apenpokken, is de pest een zoönose die geregeld de overstap maakt van dier op mens. De afgelopen jaren overleden in Oost-Congo, in de provincie Ituri, nog steeds mensen aan de builenpest.
Dit jaar stierven officieel twee mensen aan de ziekte. In 2021 ging het volgens de WHO om zeker 14 mensen in diezelfde regio, het jaar voordien minstens 31. Ook in Madagaskar duikt de ziekte geregeld op. In 2017 vielen er 171 doden.
COVID-19 en de apenpokken worden door een virus veroorzaakt. De pest wordt veroorzaakt door een bacterie: yersinia pestis.
Vanaf de plek waar de bacterie het lichaam binnen kon dringen, vaak door de beet van een besmette vlo, reist de bacterie naar een lymfeklier. Op die plek verschijnt dan vaak de eerste buil, een pijnlijke zwelling en het meest zichtbare symptoom van de builenpest.
Als ze onbehandeld blijft, is de longpest binnen de 24 uur haast altijd dodelijk.
Omdat de ziekte door een bacterie veroorzaakt wordt, is het goede nieuws dat de ziekte snel kan worden afgeremd met antibiotica. De builenpest is vandaag daarom goed te behandelen, en de schade te beperken, als de patiënt op tijd de juiste zorg krijgt.
Maar zonder behandeling vermenigvuldigen en verspreiden de bacteriën zich verder in het lichaam. Als ze in de bloedbaan geraken wordt de ziekte septisch en wordt over bloedpest gesproken. Dan sterft lichaamsweefsel af, wat tot orgaanfalen leidt en als het onbehandeld blijft ook tot de dood. Het is deze fase die de pest de bijnaam “zwarte dood” opleverde, omdat door de bloedpest zwart plekken op het lichaam verschijnen.
Wanneer de bacterie tot in de longen geraakt wordt gesproken van de longpest, een derde variant van de ziekte. Die kan heel snel tot een ernstig ziektebeeld leiden. Als ze onbehandeld blijft, is de longpest binnen de 24 uur haast altijd dodelijk.
Ook kan de longpest, via aerosols worden overgedragen. Door te hoesten kan een besmette patiënt de luchtbanen van iemand anders infecteren. Zo kan een builenpest die bij iemand evolueerde tot de longpest, plots die meer dodelijke longpest doen circuleren.
De mantsjoerijse plaag in 1910 en 1911.
ralph repo (CC BY 2.0)
Erfenis
De pest wordt vandaag haast uitsluitend verbonden aan uitbraken op het Europese continent in de middeleeuwen. Toen was de ziekte endemisch. In de 14de eeuw brak de grote pestepidemie uit die Europa in een kerkhof veranderde. Eén op drie Europeanen zou toen aan de ziekte overleden zijn.
Ook in de middeleeuwen waren, net als vandaag, vooral vlooien de schakel die de pest van knaagdier tot mens bracht. ‘Een uitbraak bij ratten ging ook toen waarschijnlijk een uitbraak bij mensen vooraf’, legt infectioloog Steven Van Den Broucke uit, verbonden aan het Instituut voor Tropische Geneeskunde in Antwerpen.
‘Er is ook een theorie dat luizen het van mens tot mens overbrachten. Dat zou op een veel snellere en grotere uitbraak kunnen verklaren. In dat geval zou een epidemie bij mensen niet voorafgegaan moeten worden door een epidemie bij ratten.’
De kennis over de verspreiding van het virus werd pas na de grote epidemie in de 14de eeuw opgedaan. En nog steeds worden nieuwe bevindingen gedaan.
_‘__Q_uaranta giorni (Italiaans voor veertig dagen, red.) verwijst naar de tijd die schepen moesten aangemeerd zijn vooraleer de bemanning aan land mocht.’
Maar middeleeuwse afbeeldingen van artsen die maskers met snavels droegen, bewijzen dat ze toen al vermoedden dat de longpest via de luchtwegen overdraagbaar was. Van Den Broucke wijst ook op aanwijzingen dat de artsen door die voorlopers van de mondmaskers minder vaak overleden aan de ziekte.
Het woord quarantaine erfden we van de 14de-eeuwse pestpandemie, zegt de infectioloog. _‘__Q_uaranta giorni (Italiaans voor veertig dagen, red.) verwijst naar de tijd die schepen moesten aangemeerd zijn vooraleer de bemanning aan land mocht.’
De volgende pandemie?
Net zoals de apenpokken duikt ook de pest sporadisch buiten landen op waar de ziekte endemisch is, zoals Congo, Madagaskar en Peru. Zo duiken in de VS nog jaarlijks gevallen van de pest op. Maar echt massaal verspreidt de ziekte zich zelden.
Afbeelding van een pestmasker. De snavel werd gevuld met geurige kruiden. Middeleeuwse afbeeldingen van artsen die maskers met snavels droegen bewijzen dat ze toen al vermoedden dat de longpest via de luchtwegen overdraagbaar was.
El Bingle (CC BY-NC 2.0)
Is er dankzij het bestaan van antibiotica weinig te vrezen voor de zwarte dood? ‘In landen met een goed functionerend gezondheidssysteem, lijkt de kans niet erg groot dat de pest voor een grote uitbraak zal zorgen’, stelt Van Den Broucke gerust.
In de VS duiken nog jaarlijks gevallen van de pest op. Maar echt massaal verspreidt de ziekte zich zelden.
Maar, gaat hij verder, ‘het is helaas geen toeval dat de pest voorkomt in de armste landen ter wereld’. Hygiëne en contact tracing zijn efficiënte manieren om de ziekte in te dijken. ‘Hulpverleners die in 2017 naar Madagaskar reisden namen preventief het antibioticum doxycycline.’ Dat bleek volgens Van Den Broucke een succesvolle aanpak.
Net zoals virussen kunnen bacteriën muteren, maar dat gebeurt trager dan bij virussen, aldus de infectioloog. Want wie antibiotica zegt, zegt ook resistentie en dat houdt een mogelijk risico in. Bij overmatig gebruikt van antibiotica kunnen bacteriën leren hoe ze het middel te slim af kunnen zijn.
Dat kan bij een grote uitbraak in theorie gebeuren, bevestigt Van Den Broucke. Al zou er dan in de eerste plaats op een grote schaal behandeld moeten worden, wat vandaag niet aan de orde lijkt.
Biologische oorlogsvoering
Omdat de longpest via druppels kan worden overgedragen beschouwen verschillende landen de pest nog steeds als mogelijk wapen bij biologische oorlogsvoering.
Uit de middeleeuwen bestaan voorbeelden van manieren waarop de pest als oorlogswapen werd ingezet. Besmette personen werden toen wel eens strategisch naar een vijandige stad gestuurd.
Ook de Mongoolse leider Dzjengis Khan zou de ziekte in de 13de eeuw strategisch gebruikt hebben tijdens zijn veroveringstochten. Japan zou tijdens WOII pestbommen getest hebben boven Chinese steden. De Sovjet-Unie zou dan weer tijdens de Koude Oorlog de pestbom onderzocht hebben.
‘Was ik zelf ontwikkelaar van een bioterroristisch wapen, zou ik niet voor de pest kiezen’, stelt Van Den Broucke. ‘Antrax en Q-koorts zijn dan beter geschikt. De pest kan geen kilometers met de wind worden meegedragen.’