Neonazi’s constante machtsfactor in Hongaarse politiek
Peter Blasic
22 april 2014
Vreemdelingenhaat is in Hongarije niet ongewoon. In een opiniepeiling gaf twee derde van de ondervraagden aan niet gediend te zijn met vriendschap tussen hun kind en een Roma-kind. Een andere peiling suggereert dat een vergelijkbaar aantal personen vindt dat joden te veel invloed hebben in Hongarije.
De auteur van dit artikel kwam in opspraak. MO* kan de juistheid van de artikels niet garanderen. Om transparant te zijn tegenover onze lezers, halen we de artikels niet offline. Lees voor meer informatie: Wat betreft de verwerpelijke journalistieke praktijken van Peter Blasic
Grote delen van dit artikel vonden we terug op de website Brabosh.
Tijdens een vriendschappelijke wedstrijd tussen Hongarije en Israël zongen Hongaarse supporters ‘Vuile joden’, een incident waarvoor de FIFA de Hongaarse voetbalbond heeft bestraft. De Hongaarse regering deed er een week over om te komen tot een veroordeling van de antisemitische spreekkoren.
Eerder krabbelden onbekenden slogans op een joods monument in Boedapest: ‘Dit is niet jouw land, vieze joden.’ Een joodse leider werd aangevallen in Boedapest en tijdens een demonstratie op de nationale feestdag in oktober verbrandden rechtsextremisten Israëlische vlaggen. Paramilitairen organiseren dan weer intimiderende marsen door Roma-nederzettingen.
Banden met de regering-Orbán
De houding van veel Hongaren ten overstaande van buitenlanders en minderheden wordt misschien nog wel het beste weergegeven door de Hongaarse conservatieve commentator Zsolt Bayer. Hij wist de verontwaardiging van binnen- en buitenland te wekken door Roma te vergelijken met dieren en te zeggen dat ‘hun bestaan niet toegestaan zou mogen zijn’.
Zsolt Bayer is er steevast als de kippen bij wanneer Hongaarse media melden dat Roma verdacht worden van betrokkenheid bij een misdrijf. Bayer ontpopt zich dan als een haatzaaiend demagoog, die tirades afsteekt waarin etnische minderheden met de grond gelijk worden gemaakt: ‘Wie over een zigeunerkind rijdt, doet er goed aan niet te denken aan stoppen, maar hard op het gaspedaal te trappen.’
In de ultrarechtse krant Magyar Hirlap, die nauwe banden heeft met de conservatieve regering van de conservatieve premier Viktor Orbán, schreef Bayer in een column: ‘Een belangrijk deel van de Roma is ongeschikt voor coëxistentie. Ze zijn niet geschikt om met mensen te leven (…) Deze dieren zouden niet mogen bestaan. Op geen enkele wijze. Dat moet worden opgelost – onmiddellijk en ongeacht op welke wijze.’
Toen de kritiek op de door Bayer opgepookte vreemdelingenhaat in Hongarije groeide, nam premier Orbán noodgedwongen afstand van Bayer, zij het niet van harte. Bayer is namelijk niet zomaar een Romahater. Hij is een van de oprichters van de Hongaarse conservatieve regeringspartij Fidesz en een goede vriend van premier Viktor Orbán. En hoewel Bayer geen officiële functie in de partij bekleedt, staat hij bekend als iemand die het sentiment verwoordt dat aan de basis van de partij leeft.
Schijnvertoning
In de afgelopen jaren leidden de anti-Roma en antisemitische artikelen van Zsolt Bayer herhaaldelijk tot publieke verontwaardiging. Binnen de top van de Fidesz-partij heeft het echter lang geduurd voordat iemand publiekelijk kenbaar maakte aanstoot te nemen aan de commentaren van de voormalige perschef van de partij. De eerste die zich in die zin uitsprak, was minister van Justitie Tibor Navracsics, tevens vicepremier.
Navracsics sprak in 2013 zijn steun uit voor Roma-organisaties en de joodse gemeenschap van Hongarije, die de haatzaaiende columns van Bayer veroordelen. Hij riep zelfs op om Bayer uit de partij te zetten.
Niet veel later gaf ook Tamás Deutsch, medeoprichter van Fidesz, lid van het Europees Parlement én vriend van Bayer, te kennen sommige artikel van Bayer ‘beschamend’ te vinden. Ook Fidesz-woordvoerder Antal Rogan veroordeelde op een protestbijeenkomst het antisemitisme. Dat gebeurde nadat Márton Gyöngyösi, een vertegenwoordiger van de extreemrechtse partij Jobbik, in het parlement had geëist dat ‘alle in Hongarije wonende joden zouden worden geregistreerd’ en dat ‘de joden, met name die in het parlement en de regering, zouden worden gescreend op het potentiële gevaar dat ze vormen voor Hongarije’. Enkele prominente Fidesz-politici distantieerden zich openlijk van rassenhaat, maar anderen zitten op de lijn van Zsolt Bayer.
De Hongaarse regering laat zich niet onbetuigd in het ruimte bieden aan extreemrechts gedachtegoed.
Critici betwijfelen of Fidesz – en premier Orbán in het bijzonder – zich ooit officieel zal distantiëren. De historicus Kristián Ungvary ziet het afstand nemen van rechts extremisme, antisemitisme en zigeunerhaat door sommige Fidesz-leden niet als een oprechte spijtbetuiging, maar noemt het een schijnvertoning.
‘De partij heeft twee gezichten’, zegt Ungvary. ‘Aan de ene kant distantieert men zich van rechts extremisme om een goede reputatie in het buitenland te behouden en wanneer men merkt dat de politieke schade te groot zou kunnen zijn. Aan de andere kant brengt Fidesz een eerbetoon aan antisemitische schrijvers zoals Albert Wass en József Nyiro, of laat zich rechts-extremistisch uit in één van de regeringsgezinde kranten.’
De Hongaarse regering laat zich inderdaad niet onbetuigd in het ruimte bieden aan extreemrechts gedachtegoed. Werken van openlijk antisemitische schrijvers zijn verplichte lectuur in openbare scholen. De Hongaarse interbellum-regent Admiraal Miklos Horthy krijgt een publiekelijk eerbetoon door standbeelden van hem in openbare ruimtes te plaatsen. Horthy was verantwoordelijk voor de deportatie van 400.000 Hongaarse joden naar Auschwitz.
In 2012 gaf Orbán tijdens de inwijdingsceremonie van een monument een onvervalste “bloed en bodem”-toespraak over de waarden van de Hongaarse natie. Orbán: ‘Wij, de Hongaren van nationale solidariteit, moeten alle verdeeldheid uit het Hongaarse leven knijpen. Sterke volkeren blijven bij elkaar; zwakke breken uit elkaar.’ Hij sprak ook over de Turul-vogel, ‘die onderdeel van het bloed en ons vaderland is en het archetypische beeld van de Hongaren is’, verwijzend naar de belangrijkste vogel in de oorsprongsmythe van de Hongaarse etniciteit.
Tegen Roma, joden en homoseksuelen
György Dalos, een prominent schrijver en biograaf, gelooft niet dat Fidesz iets fundamenteels zal veranderen in zijn beleid van twee gezichten. ‘Kiezers aan de linkerkant keren zich af van de partij vanwege haar restrictieve sociale beleid, dus heeft Fidesz de kiezers aan de rechterkant nodig’, zegt Dalos. ‘En die zal het blijven aantrekken met hulp van de juiste retoriek.’ En hoewel er binnen Fidesz ook oprechte verontwaardiging bestaat over het rechts-extremistische karakter dat de partij ontwikkelt, is dit deel, dat een pro-Europese koers steunt, momenteel niet beslissend binnen de partij.
Fidesz is echter allesbehalve de enige partij die rechts-extremistische trekjes vertoont. Nog feller gaat het eraan toe bij het extreemrechtse Jobbik. De partij manifesteerde zich als een felle tegenstander van Roma, joden en homoseksuelen en had aanvankelijk zelfs een eigen geüniformeerde vleugel die trots door de Hongaarse straten marcheerde. Bij de Europese verkiezingen van 2009 behaalde Jobbik zelfs vijftien procent van de Hongaarse stemmen – goed voor 3 van de 22 Hongaarse zetels.
Hoewel de steun voor Jobbik de afgelopen jaren wat gedaald is, kwam de partij sterk terug in de landelijke verkiezingen eerder in april van dit jaar en behaalde met 21 procent een voor Jobbik ongekend groot aandeel van de stemmen. Partijleider Gabor Vona gaf te kennen optimistisch te zijn over de komende Europese verkiezingen. Eerder al sprak Vona op basis van de resultaten van partijleden in lokale verkiezingen over een verkiezingsoverwinning in 2014.
Jobbik is vooral de populairste partij bij de kiezers tot 35 jaar. Er is weinig reden om aan te nemen dat deze beweging met haar nauwe verbintenis met paramilitaire groeperingen haar positie in het Europees Parlement zal verliezen.