Nicaraguaanse regering verbiedt feministische organisaties

Analyse

Sombere vooruitzichten voor vrouwen en de lgbtq-gemeenschap

Nicaraguaanse regering verbiedt feministische organisaties

Nicaraguaanse regering verbiedt feministische organisaties
Nicaraguaanse regering verbiedt feministische organisaties

IPS / Dánae Vílchez

14 juni 2022

Het Nicaraguaanse regime heeft tal van feministische groepen verboden. Hierdoor kunnen ze hun activiteiten, die vaak essentiële hulp bieden aan kwetsbare vrouwen, niet langer voortzetten.

© Facebook / Colectivo de Mujeres de Matagalpa

Stille mars van het Matagalpa Vrouwencollectief (CMM), als aanklacht tegen het grote aantal vrouwenmoorden (2016). De organisatie was een van de eerste voor wie het doek viel.

© Facebook / Colectivo de Mujeres de Matagalpa

Het Nicaraguaanse regime heeft tal van feministische groepen verboden. Hierdoor kunnen ze hun activiteiten, die vaak essentiële hulp bieden aan kwetsbare vrouwen, niet langer voortzetten.

Vorige maand heeft de Nicaraguaanse Nationale Vergadering (Asamblea Nacional) – aangestuurd door het regerende Sandinistisch Nationaal Bevrijdingsfront (FSLN) – de juridische status van vijftig maatschappelijke organisaties ongedaan gemaakt, waaronder zeker zeven feministische groeperingen.

De organisaties werden geclassificeerd als “buitenlandse agenten” en van hun juridische status ontdaan. Niet alleen feministische groepen worden getroffen; ook veel andere groepen zetten uit angst hun activiteiten stop. Volgens een recent rapport neemt het maatschappelijke- en mensenrechtenactivisme steeds verder af ​​in Nicaragua.

‘Hoewel wij geen partij kiezen, hebben ze ons tot politieke vijand verklaard.’

Activisten zijn bezorgd: als gevolg van dit verbod verdwijnen tal van diensten die door feministen worden geleid, zeggen ze, zoals reproductieve gezondheidsdiensten, opvanghuizen voor slachtoffers van gendergeweld en leningen en trainingen voor vrouwen op het platteland.

‘Het is een waanidee, de regering wil absolute controle’, zegt María Teresa Blandón, socioloog en feminist en coördinator van La Corriente, een van de getroffen groepen. Haar organisatie werkt voor de versterking van de rechten van vrouwen en de lgbtq-gemeenschap.

Politieke vijand

Het is niet voor het eerst dat maatschappelijke organisaties in Nicaragua door de regering worden tegengewerkt. President Daniel Ortega heeft sinds 2018 267 ngo’s verboden, waaronder 40 vrouwenorganisaties, volgens het Meso-Amerikaanse initiatief van vrouwelijke mensenrechtenverdedigers. Een wet uit 2020 trof veel groepen met de eis dat elke organisatie die geld ontvangt van internationale donoren zich registreert als “buitenlandse agent”.

Met de intrekking van hun wettelijke status komen bewegingen als La Corriente niet langer in aanmerking voor internationale financiering en moeten ze hun activiteiten stopzetten.

La Corriente vond dat in strijd met hun recht op vereniging en de Nicaraguaanse grondwet en weigerde. ‘Dit beleid is erop gericht elke organisatie die niet onder controle van de staat valt, kapot te maken. Hoewel wij geen partij kiezen, hebben ze ons tot politieke vijand verklaard’, zegt Blandón.

Met de intrekking van hun wettelijke status komen bewegingen als La Corriente niet langer in aanmerking voor internationale financiering en moeten ze hun activiteiten stopzetten.Sinds de oprichting in 1994 verzorgt La Corriente onderwijs aan vrouwen en lgbtq-jongeren, en leidt het ontwikkelingsprojecten. De groep geldt als een belangrijkste stem die gendergeweld aan de kaak stelt.

Blandón: ‘Vrouwengroepen, net als andere maatschappelijke organisaties, doen wat de staat nalaat, omdat deze zaken voor de overheid geen prioriteit zijn.’

Maar met de intrekking van hun wettelijke status komen bewegingen als La Corriente niet langer in aanmerking voor internationale financiering en moeten ze hun activiteiten stopzetten.

Geen gezondheidszorg

De vooruitzichten voor vrouwen en de lgbtq-gemeenschap zijn somber zonder deze groeperingen. In Nicaragua is nauwelijks wettelijke bescherming, en seksisme en homofobie zijn wijdverbreid. In de eerste vier maanden van dit jaar zijn al 22 femicides (vrouwenmoorden) gemeld – in heel 2021 waren dat er 71.

In 2018 werden dertien opvangcentra voor vrouwen en kinderen belaagd. Nu zijn er nog maar drie open – en die opereren clandestien om vervolging door de overheid te voorkomen.

Nicaragua is een van de Latijns-Amerikaanse landen die het minst uitgeeft aan volksgezondheid

Een van de eerste feministische groepen voor wie het doek viel, was het Matagalpa Vrouwencollectief (CMM), opgericht in 1984 door linkse activisten. CMM kreeg in 1990 de wettelijke status van ngo en werkte met vrouwen uit verarmde gemeenschappen in Matagalpa, een ruraal gebied dat door de burgeroorlog werd verwoest. Decennialang bood CMM reproductieve en geestelijke gezondheidszorg, juridische ondersteuning en bescherming tegen geweld aan meer dan tienduizend vrouwen per jaar.

En dat was geen overbodige luxe: Nicaragua is volgens de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) een van de Latijns-Amerikaanse landen die het minst uitgeeft aan volksgezondheid.

Protesten

De juridische status van CMM werd afgelopen augustus ingetrokken. Maar intimidatie door de staat begon al in april 2018, toen de organisatie betrokken raakte bij anti-regeringsprotesten die door de autoriteiten hardhandig werden neergeslagen.

Volgens de Inter-Amerikaanse Commissie voor de Rechten van de Mens werden tijdens deze protesten zeker 325 mensen gedood. Het regime van Ortega werd beschuldigd van het plegen van misdaden tegen de menselijkheid.

Drie buitenlandse leden van CMM werden het land uitgezet en verschillende Nicaraguaanse leden belandden in ballingschap. Activisten die achterbleven, worden geïntimideerd en vervolgd.

‘Ze noemen ons terroristen, lesbiennes, zeggen dat we gefinancierd worden door “Yankee-indringers”’, zegt een CMM-activist. Ze vreest dat de sluiting van het CMM-kantoor de gezondheid van vrouwen in gevaar zal brengen en meer gendergeweld zal uitlokken. ‘De regering denkt dat hun besluit de medewerkers van deze organisaties raakt, maar in werkelijkheid zijn de vrouwen die al jaren baat hebben bij onze projecten de dupe.’

Plattelandsvrouwen

De Nationaal coördinator plattelandsvrouwen (CMR) was een van de weinige formele instanties voor vrouwen uit rurale gebieden in Nicaragua. De instantie verstrekte leningen en agro-ecologische training aan vrouwen en zette zich in voor eerlijke landrechten.

Met middelen van internationale hulporganisaties zoals Oxfam, dat in 2021 uit Nicaragua verbannen werd, kon de CMR die activiteiten uitvoeren. “Met onze projecten kunnen vrouwen krediet krijgen via coöperaties. Want banken verstrekken geen leningen aan boerinnen. Helaas kunnen we ze zo niet langer helpen”, vertelt directeur van CMR María Teresa Fernández.

In mei werd de wettelijke status van CMR ingetrokken. Ondersteuning aan de ruim zeshonderd vrouwen in het noordoosten van Nicaragua is niet langer mogelijk.

Feministen tegen de staat

Nicaraguaanse vrouwenrechtenorganisaties zijn al sinds 1998 een doorn in het oog van Ortega. In dat jaar werd hij door zijn stiefdochter Zoilamérica beschuldigd van seksueel misbruik. Feministen steunden het slachtoffer en eisten gerechtigheid. Ortega en zijn vrouw Rosario Murillo begonnen een antifeministische haatcampagne.

‘Ons werk zal doorgaan omdat ze ons niet het recht kunnen ontnemen om kritisch na te denken.’

Ortega, een voormalige linkse guerrillacommandant tijdens de Sandinistische revolutie van 1979, werd in 2006 herkozen nadat hij al in de jaren tachtig president was. Hij werd een steeds autoritairder heerser, en zocht vaker samenwerking met de conservatieven. Zo steunde hij het totale abortusverbod van Nicaragua in 2006.

Blandón van La Corriente was zelf ooit een sympathisant van de Sandinistische Revolutie, en benadrukt de wijdverbreide machocultuur van Ortega en andere Sandinistische leiders, die koste wat kost hun privileges willen behouden. ‘Feminisme en links hebben hier een slecht huwelijk: de vrouwen zijn trouw gebleven, maar de mannelijke leiders van de revolutie luisteren niet’, zegt ze. ‘Een breuk was onvermijdelijk.’

Zonder mogelijkheden om geld in te zamelen zoeken feministen naar andere manieren om hun werk en verzet voort te zetten. MMC zal de inspanningen van de gemeenschap blijven steunen om zich uit te spreken tegen ‘de schendingen van de mensenrechten en het autoritaire regime’.

Blandón denkt dat ook La Corriente de strijd zal overleven, omdat ‘feminisme niet afhankelijk is van geld of een fysieke ruimte. Ons werk zal doorgaan omdat ze ons niet het recht kunnen ontnemen om kritisch na te denken.’