Nieuwe lidstaten voldoen nog niet aan EU-wetgeving

Analyse

Nieuwe lidstaten voldoen nog niet aan EU-wetgeving

Nieuwe lidstaten voldoen nog niet aan EU-wetgeving
Niet toetreden betekent een ramp voor Letland
Euro belangrijker voor naaste buren

Nieuwe lidstaten voldoen nog niet aan EU-wetgeving

Op 1 mei 2004 treden 10 nieuwe lidstaten toe tot de Europese familie. ‘De gevolgen van de EU-uitbreiding voor ontwikkelingslanden en landen uit het Zuiden zijn voorlopig moeilijk in te schatten’, zegt Europees parlementslid Bart Staes (Agalev).
‘De medaille heeft twee kanten. De nieuwe EU-lidstaten gaan ermee akkoord om 0.35 procent van hun budget uit te trekken voor ontwikkelingssamenwerking, maar sinds de val van de Berlijnse Muur besteden de gewezen Oostbloklanden vrijwel geen aandacht meer aan ontwikkelingssamenwerking of aan de Noord-Zuidverhoudingen. Ook de EU besteedt minder aandacht aan ontwikkelingssamenwerking dan vroeger. Deze trend kan zich verder zetten.’
Het kostenplaatje van de EU-uitbreiding valt volgens Staes goed mee. ‘Tot 2007 betaalt iedere inwoner van België jaarlijks 11,14 euro voor de uitbreiding. De Unie streeft naar een verhoogde levensstandaard in de nieuwe lidstaten. Voorbeelden als Spanje en Griekenland bewijzen dat dit kan. Deze successen verhogen de bereidheid om ook op wereldvlak meer solidariteit te ontwikkelen.
Wie er zich zorgen over maakt dat alles naar de anderen gaat, kan ik geruststellen: ook rijke EU-landen als België en Nederland krijgen nog financiële steun voor wat Europa omschrijft als regionale ontwikkeling. In België krijgt vrijwel iedere provincie steun op basis van deze regeling.’
Zijn de kandidaat lidstaten klaar voor de uitbreiding? Staes: ‘Nogal wat toetredingslanden voldoen niet aan alle Europese wetten. Zo krijgt Hongarije tot 2005 uitstel om zich aan te passen aan de maximumgrenzen van uitstoot bij het verbranden van gevaarlijk afval. De Unie wil dat de nieuwelingen zo snel mogelijk aan alle Europese regels voldoen, maar toont ook begrip en geeft sommige landen uitstel. Dat is nu trouwens ook al het geval: de huidige lidstaten mogen wel eens wachten met het toepassen van Europese regels. Een monitoringprogramma geeft maximale garanties dat de aangegane verplichtingen worden gerespecteerd.’ (kc)

Niet toetreden betekent een ramp voor Letland

In september spreken Estland en Letland zich als laatste kandidaat-lidstaten uit over toetreding tot de Europese Unie. Vooral het referendum in Riga op 20 september belooft spannend te worden. ‘Alles is mogelijk’, zegt Andris Gobins van de Letse ngo European Movement, ‘1 op 3 Letten heeft nog niets beslist.’ Elk weekend rijden vrijwilligers van de European Movement met de Eurobus naar het platteland om burgers te informeren over de Europese Unie.
Ligt Letland wakker van de toetreding?
De vraag die iedereen zich stelt is: hoeveel gaat alles kosten als we toetreden? Veel Letten verwachten dat de prijzen in de winkels zullen stijgen als Letland de EU vervoegt en als later de euro ingevoerd wordt, terwijl de salarissen veel langzamer omhoog zullen gaan. Een andere vrees is dat kleine landbouwbedrijven niet competitief genoeg zijn en failliet zullen gaan. Dat risico zit er in. Een boer met drie koeien op tien hectare landbouwgrond produceert lekker vlees, maar zal moeilijk het hoofd boven water kunnen houden. Maar als de Letten beslissen om niet tot de EU toe te treden, zal het land nog sneller failliet gaan, want we kunnen onze markten toch niet beschermen tegen buitenlandse producten.
Eurosceptici waarschuwen ook voor een braindrain van intellectuelen.
Ik verwacht het tegenovergestelde: als Letland niet tot de EU toetreedt, zal er pas echt een braindrain op gang komen. Veel van mijn vrienden studeren of werken momenteel in Duitsland. Ze willen wel terugkomen, maar wachten op een gunstig investeringsklimaat.
Eens Letland lid is van de EU, is de kans groter dat westerse bedrijven in ons land zullen investeren en komen er voor die hoogopgeleiden meer mogelijkheden. Nadat Portugal was toegetreden tot de EU kon je trouwens ook zien hoe heel wat Portugese jongeren uit het buitenland terugkeerden omdat de lonen en investeringen in Portugal waren gestegen.
Volgens recente enquêtes zal 60 procent vóór de toetreding stemmen.
Klopt, maar één op drie Letten geeft aan niet zeker te zijn van zijn of haar mening. Alles is dus nog mogelijk. Jongeren en ouderen boven 65 jaar zijn voorstanders van de EU. De leeftijdscategorie daartussen is minder enthousiast, zij zijn vooral bang dat ze hun job zullen verliezen. Jongeren zien in de EU mogelijkheden om meer te verdienen, in het buitenland te gaan studeren, te reizen en talen te leren. Heel wat ouderen zullen voor de EU stemmen omdat ze nog altijd vrezen dat Rusland op een dag opnieuw de Baltische staten zal binnenvallen. Anderzijds is er die stomme gelijkenis tussen de Sovjetunie en de EU: het zijn beide unies en dat is voor veel mensen een barrière. Ze denken: we hebben zolang naar het pijpen van Moskou moeten dansen, waarom zouden we nu kiezen voor het gezag van Brussel?
Wat verwacht u zelf van het referendum?
Als de EU in de komende weken geen grote fout maakt, verwacht ik een positieve uitkomst, maar als er een schandaal losbarst, kunnen we het vergeten. Toen Chirac tijdens de Irak-oorlog tegen Letland zei: ‘Jullie kunnen maar beter zwijgen’ of toen duidelijk werd dat Letland maar 25 procent landbouwsubsidies zal krijgen, merkte je dat ook onmiddellijk in de polls. Als de uitkomst van het referendum negatief is, zullen we zelf onze plan moeten trekken. Financiële experts waarschuwen voor een ramp, want de laatste tien jaar was het Letse beleid volledig afgestemd op de toetreding. (kc)
http://www.eiropaskustiba.lv

Euro belangrijk voor naaste buren

‘Als munt van de tweede grootste economische zone in de wereld, laat de euro zijn invloed ook gelden buiten de grenzen van het eurogebied’, zegt Tommaso Padoa-Schioppa van de Europese Centrale Bank.
‘In de eerste plaats wordt de euro ook buiten het eurogebied gebruikt, bijvoorbeeld om betalingen te verrichten, internationale reserves aan te houden of internationale waardepapieren uit te geven. Dit internationale gebruik van de euro wordt hoofdzakelijk bepaald door de markt en is niet het voorwerp van een gericht beleid door de Europese Centrale Bank.
Ten tweede heeft de wisselkoers van de euro zijn economische weerslag op de wereldeconomie. Evenals het internationale gebruik van de euro, is ook de ontwikkeling van de wisselkoers vrijwel uitsluitend het resultaat van marktprocessen.
Ten derde is de euro van zeer groot belang voor de naaste buren van de Europese Unie, in het bijzonder voor de toekomstige lidstaten. Deze worden namelijk verwacht de euro in te voeren zodra zij voldoen aan de toetredingscriteria die zijn vastgelegd in het Verdrag van Maastricht.
Ten slotte verandert de euro de context van internationale economische en financiële samenwerking, bijvoorbeeld in het kader van het Internationaal Monetair Fonds. De autoriteiten van het eurogebied profileren zich hierbij steeds meer als belangrijke medespelers. In de toekomst zal deze institutionele rol van het eurogebied in grote mate afhangen van verdere vooruitgang in de Europese eenwording.’ (kc)