‘Toenemende digitalisering is een bijkomende hindernis’
De winnaars en verliezers van betalen zonder cash
Laurence D'Hondt (vertaald door Dirk Verbeeck)
12 januari 2021
‘Gelieve zoveel mogelijk met uw kaart te betalen.’ Niet iedereen kan die coronamaatregel volgen, omdat simpelweg niet iedereen een bankkaart of zelfs maar een bankrekening heeft. En zo wordt een aantal mensen uitgesloten, omdat ze in armoede leven, in afgelegen gebieden wonen of oud zijn.
Eurobiljetten of -munten weigeren mag niet, maar het wordt steeds moeilijker om met cash geld te betalen.
Wikipedia/ ING Nederland (CC BY-SA 2.0, logo blurred)
Sinds de coronapandemie is betalen zonder cash geld meer regel dan uitzondering in veel landen. Sommige mensen hebben daar baat bij, anderen ondervinden er de minder gunstige gevolgen van. In Europa zijn vooral mensen in armoede de dupe van deze trend, omdat zij vaak geen bankrekening hebben. In andere werelddelen kan je dan vaak nog betalen per telefoon, maar ook dat is niet gratis.
Toen het verhaal de ronde deed dat het coronavirus zich ook via bankbiljetten kon verspreiden, wreven de banken zich in de handen. Want zij beschikten over een systeem van elektronisch bankieren. Mastercard, Visa en zelfs de internetreuzen, met diensten als Google Pay of Apple Pay, zagen hun kans schoon om de consument ervan te overtuigen hun technologie te gaan gebruiken.
Steeds minder mensen hebben bankbiljetten of munten op zak, omdat ze gevraagd worden zoveel mogelijk contactloos te betalen. Tijdens de eerste lockdown, in de lente van 2020, daalde in België en in veel Europese landen het gebruik van cash geld met de helft. In winkels kan je soms met je bankkaart betalen voor een bedrag kleiner dan één euro. Deze ommekeer was en is niet zonder gevolgen voor de mensen in onze samenleving die het het moeilijkst hebben.
Met een bankkaart betalen in plaats van met contant geld is minder onschuldig dan je zou denken. Het heeft politieke, economische en sociale gevolgen. En het draagt bij aan een samenleving die weliswaar technologisch geavanceerder is, maar tegelijkertijd ook meer inzet op controle. Veel spelers hebben baat bij deze veranderingen, en ze zijn net zo talrijk als hun drijfveren.
Voorstanders van cashloos
Voor de banken is het cashloos betalen een ideale gelegenheid om kosten te besparen, en om tegemoet te komen aan de technologische eisen van hun klanten. Fintech-bedrijven, die financiën en technologie combineren, willen hun nieuwe technologieën doen opbrengen. Yves Mersch, directielid van de Europese Centrale Bank, bevestigt dat de ‘Fintech-bedrijven’ vooraan in de rij staan en hun kans schoon zien om zaken te doen. Daarna volgen spelers die we tot het kamp van de ordehandhaving kunnen rekenen.
De verliezers zijn in de eerste plaats mensen in een moeilijke situatie omdat ze arm, oud of migrant zijn of afgelegen wonen.
Internetreuzen van hun kant willen hun economische activiteiten uitbreiden door nieuwe betaalapplicaties te ontwikkelen. Maar ook regeringen komen in de verleiding om het gebruik van cash geld te beperken. Onder het mom van terrorismebestrijding, de strijd tegen belastingontduiking of een pandemie.
En ook bepaalde lobby’s zijn op de afspraak, zoals de Better Than Cash Alliance. Dat is een wereldwijde belangenorganisatie die de overgang naar het digitale betaalverkeer wil versnellen als middel om armoede te bestrijden. Geldschieters van deze lobby zijn onder andere de Bill and Melinda Gates Foundation, de ngo Care, de regering van de Dominicaanse Republiek en ook creditcarduitgever Visa. Het is een bont genootschap dat zegt financiële belangen en liefdadigheid hoog in het vaandel te dragen, en dat cash geld in ontwikkelingslanden liever ziet verdwijnen.
Tot slot spreken ook internationale organisaties zoals de G20 (de 19 rijkste landen en de EU, red.) of de Europese Commissie hun steun uit voor een maatschappij waarin zo weinig mogelijk contant geld circuleert, in naam van de vooruitgang en de vrije concurrentie.
Geen bankrekening of betaalkaart
Als de voorstanders zo talrijk zijn, wie zijn dan de verliezers? In de eerste plaats de mensen die in een moeilijke situatie zitten, die geen bankrekening hebben en slechts beperkt toegang hebben tot nieuwe technologie. Denk aan mensen in kansarmoede, maar ook oudere mensen, mensen die afgelegen wonen of migranten.
‘De cashloze trend veroorzaakt een aantal problemen voor een aantal mensen, in het bijzonder voor zij die geen bankkaart of smartphone bezitten’, zegt Christophe Blanckaert van het interfederale Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting, een overheidsinstelling. ‘De toenemende digitalisering is voor mensen die het moeilijk hebben vaak een bijkomende hindernis om toegang te krijgen tot essentiële rechten en diensten.’
Gas- en elektriciteitsfacturen betalen, bijvoorbeeld, of een beroep doen op een aantal diensten van de gemeente. Daarvoor moeten deze mensen voortaan aankloppen bij een tussenpersoon die wél een bankkaart heeft. Sommige bedrijven en organisaties weigeren voortaan cash geld helemaal. En die bedrijven zijn niet van de minste: openbaarvervoermaatschappij De Lijn, bijvoorbeeld.
Het Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting herinnerde er eind mei in een persbericht al aan dat dat niet kan. De wet stelt dat ‘de crediteur bij een betalingsverplichting geen eurobankbiljetten en -munten mag weigeren.’
‘Deze situatie maakt ook het leven van mensen zonder papieren moeilijker’, verduidelijkt Serge, woordvoerder van de Coördinatie van mensen zonder papieren. ‘We hebben uiteraard geprotesteerd, maar er wordt tot op vandaag niet naar ons geluisterd.’
Contant-opstand
Andersdenkende stemmen krijgen soms ook gehoor bij het beleid.
In Europa is er ook een tegenbeweging tegen de trend. Zo leveren in Zweden een aantal maatschappelijke organisaties weerwerk die opkomen voor de meest kwetsbare mensen.
In Zweden gebeurt amper 6 procent van de financiële transacties nog met contant geld. De Kontantupproret-beweging (Cash Uprising of contant-opstand) van Björn Eriksson, een gepensioneerde politieagent, springt in de bres voor de ongeveer 1,2 miljoen Zweden die geen toegang hebben tot elektronisch betaalverkeer. Omdat ze in armoede leven, in afgelegen gebieden wonen of oud zijn.
Deze mensen hebben geen toegang meer tot geld of bankkaarten, omdat er in een cashloze maatschappij ook minder geldautomaten en bankkantoren zijn. ‘We gaan niet de strijd aan tegen de bankkaart’, legt de Zweedse activist uit. ‘Maar we komen wel op voor de vrijheid van de burger om zijn eigen betaalmiddel te kunnen kiezen en te gebruiken.’
Zulke andersdenkende stemmen krijgen soms ook gehoor. Onlangs werd in Zweden een wet goedgekeurd die iedere inwoner garandeert dat er een bank of een geldautomaat ter beschikking is binnen een afstand van 25 kilometer.
Strijd tegen armoede en corruptie
Niet alleen in Europa dreigt de toegang tot cash geld steeds moeilijker te worden. Organisaties zoals de Better Than Cash Alliance pleiten officieel voor ‘het afschaffen van betalingen met munten en biljetten ten gunste van digitale betalingen, om de armoede te bestrijden en inclusieve groei te bevorderen’.
Met een app op de telefoon kan je, met een identiteitsbewijs, geld storten, afhalen of overschrijven.
Elektronische betaalmiddelen kunnen de afwezigheid van banken in ontwikkelingslanden compenseren. Zo is er de app M-Pesa, een mobiel systeem om geld over te maken. De app werd in 2007 gelanceerd door Vodaphone en kende een vliegende start in Kenia en Tanzania. Ook in Afghanistan, Congo, Zuid-Afrika en India is hij een succes.
Met M-Pesa op de telefoon kan iedere gebruiker met een identiteitsbewijs geld storten, afhalen of overschrijven. Bepaalde bankdiensten worden daardoor overbodig. Maar deze transacties zijn soms erg duur, zeker voor klanten die zo al weinig geld bezitten.
Dit elektronische betaalsysteem heeft ook andere voordelen: regeringen kunnen de financiële transacties van hun burgers beter traceren, er belastingen op heffen of ze kunnen zwart geld opsporen.
Al lijkt het doel de middelen te heiligen, de informele economie (waarin mensen werken in banen zonder officieel contract, red.) komt hiermee sterk onder druk te staan.
Om de zwarte economie aan te pakken zette de Indiase regering in 2016 bijvoorbeeld een gigantische operatie op, waarbij de biljetten van 500 en 100 roepie ongeldig werden. De maatregel draaide uit op een regelrecht fiasco, omdat de meest kwetsbare Indiërs er de dupe van werden.
De operatie van de Indiase regering hielp ook de strijd tegen corruptie niet echt verder. Het argument is dat ‘geen cash’ een belangrijk onderdeel vormt van de strijd tegen zwart geld. Maar dat is discutabel, omdat geld wiswassen op grote schaal vandaag eerder gebeurt via ingewikkelde financiële constructies, niet via koffertjes met bankbiljetten. ‘Zonder cash straffen we vooral de kleine zelfstandige’, vindt Franz Seitz, professor economie aan de Duitse Weiden Business School.
Privétechnologie
‘Cash is een teken van armoede geworden.’
Nu we minder met biljetten en munten betalen, verandert langzaamaan ook onze kijk op onze medeburgers die blijven betalen met contant geld. ‘Cash is een teken van armoede geworden’, beweert Anne Fily, wetenschappelijk onderzoeker bij de Belgische vzw Réseau Financité.
‘De reputatie van cash is besmeurd, het is zelfs iets marginaals geworden’, stelt ook Andrew Canning van het Europese Consumptieorganisatie (BEUC), een overkoepelende organisatie van Europese verbruikersorganisaties.
Een wereld zonder cash heeft niet alleen maar sociale gevolgen. De burger komt onder steeds meer onder toezicht komt te staan. Privébedrijven die zich bezighouden met nieuwe technologie, zoals internetgiganten Google, Apple, Facebook en Amazon, zien hun winst pijlsnel de hoogte in schieten, zonder dat ze zich echt hoeven te bekommeren om de bescherming van persoonsgegevens.
We zijn, individueel of als groep, afhankelijk van privétechnologie die ons toegang verschaft tot geld, en dat maakt ons bijzonder kwetsbaar.
Laurence D’Hondt is freelance journaliste en schrijft onder andere voor het Franstalige weekblad Le Vif/L’Express.