Turkse controle over Syrisch gebied rond Afrin zet interne verhoudingen op scherp
Etnische mix in Noord-Syrië dreigt explosieve cocktail te worden
Fien Lakiere
21 mei 2019
Met een verontrustend onderzoeksrapport vraagt de onderzoeksorganisatie IMPACT aandacht voor de situatie in Afrin in Noordwest-Syrië. Sociale en etnische spanningen leiden er tot een zeer instabiele situatie.
Koerdische YPG-soldaten tijdens Operatie Olijftak in Afrin
© Kurdishstruggle (CC BY 2.0)
Met een verontrustend onderzoeksrapport, dat tot stand kwam met de steun van 11.11.11 en PAX, vraagt de onderzoeksorganisatie IMPACT aandacht voor de situatie in Afrin in Noordwest-Syrië. Die regio staat sinds vorig jaar onder Turkse controle en ziet een grote toename van instabiliteit door de spanning tussen de lokale bevolking en de vele vluchtelingen die er hun toevlucht zochten.
Turkse controle
Zoals tijdens het hele Syrische conflict, zijn het verschillende actoren die allemaal hun eigen belangen nastreven. Door de nabijheid van de Turkse grens, kijkt Turkije met argusogen toe op de ontwikkelingen in het noorden van Syrië.
De strijd tegen IS maakte de Koerden militair sterker. Maar de Turkse president Erdogan ziet de Koerdische militie Yekîneyên Parastina Gel (YPG of Volksbeschermingseenheid) als een tak van de PKK, die actief is in Turkije. Erdogan beschouwt beide groepen als terroristische organisaties, hoewel er vanuit YPG geen terroristische aanvallen of incidenten geweest zijn richting Turkije.
Het Turkse leger voerde de voorbije jaren twee militaire ingrepen uit om de Koerden verder weg van hun gemeenschappelijke grens te verdrijven. De eerste keer was in 2016 met Operatie Eufraatschild, toen vooral gericht op IS, waarbij ook de YPG al werd geviseerd. Ten westen van de Eufraat werd een gebied veroverd met steun van het Vrije Syrische Leger.
In maart 2018 volgde Operatie Olijftak, die wel primair gericht was tegen het YPG-bestuur in het overwegend Koerdische gebied rond Afrin. Het Turkse leger steunt pro-Turkse milities en andere extremistische groeperingen in de strijd tegen de Koerden. De actuele territoriale situatie is te volgen via de Syrian Civil War Map.
Volgens Willem Staes, medewerker Midden-Oosten bij 11.11.11, heeft Turkije met deze bezetting twee grote doelstellingen voor ogen. Ten eerste wil het een YPG-vrije bufferzone installeren aan de grens. Ten tweede wil het een alternatief bestuursmodel installeren onder Turkse invloed, zodat de 3,5 miljoen Syrische vluchtelingen die momenteel in Turkije verblijven op termijn kunnen worden teruggestuurd. Naast de militaire doelstellingen wordt er dus ook ingezet op administratie en investeringen van Turkse bedrijven en in de uitbouw van voorzieningen zoals bijvoorbeeld water, elektriciteit en post.
De vrees bestaat dat er sprake is van een graduele etnische zuivering
De vrees bestaat dat er sprake is van een graduele etnische zuivering van deze gebieden en dat uiteindelijk delen van Noord-Syrië geannexeerd zullen worden door Turkije. Erdogan dreigde er al een paar keer openlijk mee om nog een derde operatie te starten in Noord-Syrië. Daar staan de Koerden namelijk het sterkst, met de Autonome Administratie van Noordoost Syrië, beter bekend als Rojava. Voorlopig blijft het bij dreigementen.
Spanningen in Afrin
Rojava is een gebied dat bestuurd wordt door de Koerdische Democratische Uniepartij (PYD), de YPG heeft er de militaire controle. De Koerden beschouwen het als een onderdeel van een groter Koerdistan, dat over verschillende landsgrenzen heen loopt. Rojava heeft de facto autonomie ten opzichte van de Syrische overheid en er werden onderhandelingen opgestart met Assad om die autonomie te behouden.
Door de Turkse Operatie Olijftak, moest de overwegend Koerdische lokale bevolking vluchten uit de streek rond Afrin. In dezelfde periode vluchtten echter grote aantallen Syriërs in de omgekeerde richting, door offensieven van het Syrische leger tussen februari en april 2018.
In haar rapport onderzocht IMPACT, met steun van 11.11.11 en PAX, de gevolgen van deze demografische bewegingen. De etnische mix van bevolkingsgroepen zorgt er voor een moeilijke situatie. De vluchtelingen uit andere delen van Syrië zijn vooral Arabische soennieten en bijgevolg meer verwant met de pro-Turkse milities. Daardoor krijgen ze een voorkeursbehandeling, wat zorgt voor sociale en etnische spanningen.
De lokale bevolking wordt gediscrimineerd en ondergaat mensenrechtenschendingen, vooral door de gewapende pro-Turkse milities. De levensomstandigheden van de verschillende groepen op vlak van veiligheid, levensonderhoud en werk, bewegingsvrijheid, administratie en het volgen van tradities zijn niet gelijk. Zo ondervinden gevluchte Koerden problemen om terug te keren naar hun huizen, die soms ingenomen zijn door andere vluchtelingen. Dat zorgt bij de lokale bevolking voor een algemeen wantrouwen en leidt zelfs tot vijandigheid ten opzichte van de vluchtelingen.
De onderverdeling van Rojava
Editor abcdef (CC BY-SA 3.0)
Elders in de regio leven verschillende etnische groepen en vluchtelingen van over heel Syrië door elkaar, maar daar verloopt dit met minder problemen. Zo onderzocht het rapport Albab en Azaz, niet ver van Afrin. Deze plaatsen staan al onder Turkse controle sinds Operatie Eufraatschild, met meer stabiliteit en minder etnische spanningen. De specifieke situatie in Afrin door de recente Turkse bezetting versterkt er volgens Willem Staes het identitaire denken, terwijl dit niet per se zo hoeft te zijn.
Aanbevelingen rapport
Om de spanningen in de regio te verminderen, formuleert IMPACT verschillende aanbevelingen. Op lange termijn zou Turkije als bezettingsmacht terug moeten vertrekken, maar waarnemers vermoeden dat Turkije het grondgebied definitief wil inpalmen. Ze bouwden bijvoorbeeld een muur rond Afrin, wat de regio nog meer afsloot van de rest van Syrië.
Op korte termijn is Turkse terugtrekking onwaarschijnlijk, dus focust IMPACT zich in het rapport op concrete acties die Turkije en de Europese Unie kunnen nemen om het welzijn van de burgers in het gebied te verbeteren. Stabiliteit in de regio is namelijk ook in het belang van Turkije, want daar verblijven momenteel al zo’n 3,5 miljoen Syrische vluchtelingen. Nieuwe vluchtelingenstromen zien ze daar dus liever niet komen.
Uitzicht op de Syrische stad Afrin
Bertramz (CC BY 3.0)
Wat zijn de concrete aanbevelingen van IMPACT?
De invloed van de Turkse milities verminderen. Lokale burgers moeten klachten kunnen neerleggen over het gedrag van de milities en er moet een manier komen om geschillen over eigendomsrechten te kunnen beslechten.
VN-agentschappen en ngo’s moeten meer bewegingsvrijheid krijgen in de regio.
De Europese Unie moet Turkije oproepen om maatregelen te nemen.
Europese donoren moeten meer investeren in programma’s voor basisvoorzieningen en economische verbetering én in het verbeteren van sociale cohesie en relaties tussen bevolkingsgroepen, om vredesopbouw mogelijk te maken.
Belang van Idlib
Assad zelf heeft ondertussen andere prioriteiten dan de Turkse bezetting van de regio rond Afrin. De provincie Idlib ten zuiden van Afrin is voor zowel Syrië en Rusland als Turkije belangrijk. De regio is momenteel nog in handen van de oppositie en geldt als hun laatste bolwerk. De macht van de terroristische groepering Hayat Tahrir al-Sham (HTS), het vroegere al Nusra, neemt er toe.
Turkije verkiest een stabiel Idlib, opnieuw om nog meer vluchtelingen aan hun grenzen te vermijden. Rusland en Turkije hadden een deal gesloten voor een gedemilitariseerde zone, maar deze overeenkomst wordt niet meer nageleefd. Assad is samen met Rusland een offensief gestart in het zuiden van de provincie. Sinds september vorig jaar zijn er volgens de VN meer dan 300.000 vluchtelingen bijgekomen. Alleen al de laatste weken sloegen 150.000 bewoners van Idlib op de vlucht.
Een volledig offensief op Idlib zou een gigantische humanitaire catastrofe betekenen. De provincie was lang het laatste toevluchtsoord van Syriërs uit heel het land en de bevolking is daardoor verdubbeld van 1,5 naar 3 miljoen. Het Syrian Observatory for Human Rights meldt dat er in de voorbije maanden al bijna 500 burgerslachtoffers zijn gevallen. De Union of Medical Care and Relief Organisations spreekt van zestien bombardementen op ziekenhuizen in de voorbije weken. De Syrische bevolking blijft na acht jaar conflict dus nog steeds het grootste slachtoffer.