Noorwegen: Oliereus als klimaatleider
Caspar Bovenlander
28 juli 2017
Noorwegen is een van de koplopers in de wereld als het gaat om duurzaamheid. Het Scandinavische land draait op energie uit hernieuwbare bronnen en kent ook met het oog op de toekomst kent Noorwegen een uiterst ambitieus klimaatbeleid. Tegelijkertijd is Noorwegen echter een van de grootste olieproducenten in de wereld. Hoe zit dat nu eigenlijk?
Noorwegen was het eerste ontwikkelde land dat het verdrag van Parijs ratificeerde en heeft zichzelf tot doel gesteld om al in 2030 tot 40% minder CO2 uit te stoten ten opzichte van 1990. Vorig jaar was het plan nog om zover te zijn in 2050, maar de ambities zijn onder invloed van het Parijsakkoord flink opgeschroefd.
Het land lijkt op de goede weg. 96% van de elektriciteit in Noorwegen wordt opgewekt door waterkrachtcentrales. Daarmee is het met voorsprong koploper in de wereld. Die elektriciteit wordt veel gebruikt voor bijvoorbeeld elektrische auto’s. Wereldwijd gezien rijden in Noorwegen de meeste elektrische auto’s. Bestuurders van een elektrische wagen krijgen als voordeel dat ze geen tol hoeven te betalen, op de busbaan mogen rijden, gratis mogen parkeren en ook voor de ferry niks moeten betalen. Ook kennen de eigenaars van elektrische wagens een belastingvoordeel ten opzichte van andere auto’s.
In 2025 zal de verkoop van auto’s met een verbrandingsmotor zelfs helemaal verboden zijn. 29% van het totale aantal auto’s dat vorig jaar in Noorwegen werd verkocht, was al elektrisch of hybride, een stuk meer als in andere landen. In 2017 ligt het aantal verkochte auto’s nu al hoger dan in 2016, zo blijkt uit cijfers van de Noorse Organisatie voor de Elektrische Auto.
De Tesla is ontzettend populair in Noorwegen
Norsk Elbilforening (CC BY 2.0)
Oliegigant
Maar Noorwegen kent ook een andere kant. Het Scandinavische land is een van de belangrijkste olie-exporteurs in de wereld. Zo bestaat de paradox dat Noorwegen zowel leider op klimaatgebied is, als een van de grootste olieproducenten ter wereld. In het klimaatplan van de overheid wordt niet getornd aan de eigen olie- en gasindustrie. Noorwegen breidt de olieboringen zelfs verder uit doordat er nieuwe olievelden vrijkomen in de Arctische oceaan. Paradoxaal genoeg komen deze velden juist vrij door het smeltende ijs van de noordelijke poolkap, een gevolg van de klimaatopwarming. Bovendien ontstaan hierdoor ook nieuwe vaarroutes, waardoor het goedkoper wordt voor Noorwegen om olie te verkopen in Aziatische landen.
In 2015 stootte Noorwegen nog 53,9 miljoen ton aan emissies uit, dat voor het belangrijkste deel voortkwam uit de olie- en gaswinning. Fabrieksindustrie en mijnen komen op een tweede plaats, gevolgd door wegverkeer.
Met de elektrische auto’s zit Noorwegen dus op de goede weg om de emissies op het gebied van wegverkeer terug te brengen, maar het land lijkt niet van plan het aantal olie- en gasboringen terug te draaien. Het land koopt dat liever af door bedrijven uit andere EU-landen te betalen om hun uitstoot terug te dringen. Dat kan dankzij het EU- systeem voor emissiehandel.
Hoewel Noorwegen geen lid is van de EU, maakt het wel onderdeel uit van dit systeem. Europese landen kunnen onderling handelen in het recht om broeikasgassen uit te stoten. Bedrijven kennen een maximum hoeveelheid aan broeikasgassen die ze mogen uitstoten, maar wanneer ze meer uitstoten dan toegestaan, kan het de rechten van andere bedrijven overnemen. Op deze manier wil Noorwegen internationaal werken aan het reduceren van CO2-uitstoot, zonder daarvoor de eigen uitstoot van de olie- en gasindustrie al te ver terug te moeten brengen.
Statoil
Statoil is de grote Noorse multinational die verantwoordelijk is voor olieboringen en is voor twee derde in handen van de Noorse overheid. Het bedrijf heeft een “roadmap” uitgestippeld om in 2030 de CO2-uitstoot ver teruggebracht te hebben. Per jaar wil Statoil de emissie-uitstoot met 3 miljoen ton verminderen. Dat wil het onder andere doen door projecten te ontwikkelen waarbij de uitstoot lager ligt. Verder wil het de methaan-uitstoot in de gasproductie minimaliseren en stoppen met het routinematig affakkelen van vrijkomende gassen. Statoil is ook een belangrijke partner bij de totstandkoming van een nieuwe energiecentrale in het Nederlandse Eemshaven. In deze centrale wordt de energie gewonnen uit waterstof in plaats van gas, waardoor de centrale geen CO2 zal uitstoten.
Het routinematig affakkelen wil Statoil tot een einde brengen
Tama66 (CC0)
Volgens Statoil zullen in 2040 olie en gas nog steeds tot de belangrijkste energiebronnen behoren en daarom blijft het nieuwe projecten aanboren. In gas wordt door het bedrijf een belangrijke vervanger van kolen gezien en gaswinning is daarom belangrijk in het terugdringen van CO2-uitstoot. Vorige week nog protesteerde Greenpeace tegen Statoil, dat in de Barentszee zoekt naar olie- en gasvelden. Volgens Greenpeace is dat in strijd met het klimaatakkoord van Parijs. Greenpeace heeft ook een rechtszaak lopen tegen de Noorse overheid omdat het heeft toegestaan dat oliebedrijven in de Barentszee mogen boren.
Hoewel Noorwegen zelf dus een uiterst duurzame energievoorziening kent, blijft de olie- en gasproductie op volle toeren draaien. Het overgrote van de gas- en oliewinning is dan ook bestemd voor de export. Maar liefst 47% van de volledige Noorse export bestaat uit ruwe olie en gas.