‘De elites willen geen nieuwe opstand, en geven daarom toe aan de rechts-radicale nationalisten’
Extreemrechts duwt Oekraïne op een andere weg naar onvrijheid
© John Stoker
© John Stoker
John Stoker
04 april 2019
De democratie in Oekraïne wordt steeds onvrijer. Dat is niet het werk van een sterke man, maar het gevolg van een rechtse dynamiek aangezwengeld door centristische politici, een opkomend illiberaal middenveld en extreemrechtse nationalisten. Voor de winnaar van de presidentsverkiezingen van 21 april ligt de taak het tij te keren.
Twee stappen vooruit, een stap terug. Zo omschrijft Matthew Schaaf van democratiewatchdog Freedomhouse, de voortgang van het Oekraïnse democratiseringsproces van de afgelopen vijf jaar. Dat proces begon met de Euromaidan-opstand, en de Amerikaan was daar toevallig getuige van. In de winter van 2013 op 2014 nam hij in de Oekraïnse hoofdstad Kiev deel aan een conferentie over democratisering toen een steeds groter wordende massa mensen zich verzamelde op het Maidanplein. Verwonderd zag hij het gebeuren: burgers van allerlei pluimage die de straten opgingen omdat ze genoeg hadden van corruptie die een kleine groep oligarchen rijk en machtig had gemaakt, maar die het land verzwakte en hen verarmd achterliet. Zij eisten meer gelijkheid, vrije democratie en een goed functionerende rechtsstaat. Ze keken daarvoor naar Europa, niet naar Rusland.
Van decentralisatie naar destabilisatie
De bevolking had ook anders kunnen reageren. Zo voltrok zich in Rusland, Hongarije, Polen en Turkije in de laatste twintig jaar geen geslaagde revolutie. In reactie op ongelijkheid en bestaansonzekerheid en de daarmee gepaard gaande politieke onrust en chaos, kozen economische achterblijvers, conservatieven en nationalisten in de landen die Oekraïne omringen, voor “sterke mannen”. Voor Vladimir Poetin, Victor Orban, Jarosław Kaczyński en Recep Tayyip Erdoğan.
Hielp het? Zij verkleinden niet of nauwelijks het gat tussen arm en rijk. Ze pakten niet de inhaligheid van de economische elite aan. Corruptie bleef. “Oligarchen” bleven ook — of ze werden vervangen door andere. De chaos verminderde wel. Belangrijke critici verloren hun functie, verdwenen achter tralies of vonden de dood. De sterke mannen legden vrije pers aan banden, ontmantelden de rechtstaat en beperkten drastisch de invloed van het liberale maatschappelijk middenveld — of ze werken daaraan. Ze braken stelselmatig af van wat overeind stond van de vrije democratie. Wat overbleef, noemde Orban: illiberale democratie.
De eerste twee jaar verliep het Oekraïnse democratiseringsproces voortvarend. Daarna begon het te haperen
Oekraïners wezen dit dus af. Ze wilden geen sterke man. Ze kozen in 2014 na de revolutie voor oligarch Petro Poroshenko als president. Die ontpopte zich niet tot een Poetin of Orban. De eerste twee jaar verliep het democratiseringsproces voortvarend, zegt Schaaf. De politiek werd diverser. De regering nam enkele anti-corruptie maatregelen. Er werd gedecentraliseerd. Toen begon het te haperen.
Tegengas kwam er van oligarchen. Zij bezitten de belangrijkste tv-kanalen, hebben stromannen in alle grote politieke partijen en bevechten elkaar ook voortdurend. Afgelopen jaar was een grote stap terug voor de democratie waardoor die zich, alles meegenomen, opnieuw op het lage niveau van 2013 bevindt. Daar zal het niet bij blijven, vrezen Schaaf en de socioloog Volodomir Ishchenko, die als een van de eersten waarschuwde voor de opkomst van rechts-radicale nationalisten. Een aantal verontrustende ontwikkelingen destabiliseren namelijk de democratie.
Verontrustende ontwikkelingen
1. Het liberale maatschappelijk middenveld ligt steeds vaker onder vuur
Eugenia Andreyuk | © John Stoker
Soms letterlijk. Het afgelopen jaar zijn er al 55 aanvallen geweest op 92 activisten, zegt Eugenia Andreyuk in vloeiend Engels. De van oorsprong Wit-Russiche met opvallende dreadlocks studeerde aan verschillende universiteiten in West-Europa, waarna ze naar de Oekraïne vertrok. Zij, nu woordvoerster van Human Rights Information Centre, analyseerde de gewelddaden over 2018, en schat op basis van ruwe data over 2017 in dat het aantal aanvallen op activisten in een jaar tijd verdubbeld is.
Geheel onverwacht is de toename niet. Door de Euromaidan-opstand explodeerde het burgerlijk initiatief en groeide het liberale maatschappelijk middenveld als kool. Anti-corruptie- en milieuactivisten pakten de strijdbijl op tegen de gevestigde orde. Lokale elites sloegen daarop keihard terug. Andreyuk concludeert dat tweederde van de aanvallen in 2018 hierop terug te voeren is.
Het andere derde deel blijken meer ideologisch gedreven aanvallen te zijn. Geweld gericht op feministische-, holebi-, mensenrechten-, linkse- en anarchistische activisten. Ook een verdubbeling in een jaar, zo schat Andreyuk in. Daarnaast worden met steeds grotere regelmaat holebi- en mensenrechtenmanifestaties met veel kabaal verstoord. Verantwoordelijk voor het gros van deze aanvallen en verstoringen zouden volgens Andreyuk extreemrechtse nationalisten zijn.
2. De staat reageert nauwelijks op dat geweld
Zelfs bij moord op activisten onderneemt de politie uit eigen beweging weinig, zegt Schaaf bitter. Zowel politie als aanklager nemen onderzoeken volgens hem niet serieus. ‘Op elk niveau is er weerstand om mensen verantwoordelijk te stellen voor gewelddaden tegen activisten.’
‘Op elk niveau is er weerstand om mensen verantwoordelijk te stellen voor gewelddaden tegen activisten’
Ook aan de top. Schaaf had met Freedomhouse in oktober overleg met president Poroshenko. ‘Toen wij dit geweld aankaartten gaf de president aan dat hij niet blij was met de respons van de regering. Maar niets veranderde.’
Lokale elite en extreemrechts wanen zich hierdoor onschendbaar. Waarom zouden ze zich nog inhouden, vraagt Andreyuk retorisch.
‘Dit geweld is gif voor de democratie’, waarschuwt Schaaf. ‘Maar wanneer de staat niet reageert, is dat nog zorgwekkender. Vrijheid van vergadering en vereniging komen in het gedrang.’
Een aantal ontwikkelingen zijn niet meteen de doodsteek voor de democratie maar zetten die door, tasten die de fundamenten van het systeem beslist aan.
Oekraïne — Rusland volksvriendschapsboog. Kunstenaars schilderden de ‘breuk’ op het monument. | © John Stoker
3. Het illiberale middenveld wordt sterker
In alle voormalige Sovjetstaten gebeurt dat, volgens een recent Foreign Policy Centre rapport. Oekraïne is daarop geen uitzondering. Veelal zijn het ultra-conservatieve bewegingen die na de val van de Muur op het politieke toneel verschenen. Ze zijn niet-gewelddadig en niet per definitie anti-democratisch. Ze propageren “familiewaarden” en moeten niets hebben van een holebi-beweging. In het begin van de maand hield één van deze nog een evenement, het All-Ukrainian Family Forum, waaraan ook Poroshenko en de reeds afgevallen presidentskandidate Joelia Tymosjenko deelnamen. Ter afsluiting riep het forum de regering op om ‘propaganda voor afwijkend seksueel gedrag’ – lees homoseksueel gedrag — te verbieden. Het forum vroeg dus aan de autoriteiten om een deel van het liberale middenveld het zwijgen op te leggen.
Extreem Rechts
Rondom de Maidanopstand stonden veel extreemrechtse groepen op. Drie springen eruit. Zij onderhouden nauwe banden met een politieke partij.
C14 begon als de jongerenvleugel van de rechts-populistische Svoboda partij, maar opereert nu autonoom.
Rechtse Sector is een parapluorganisatie van rechts-radicale nationalisten en neonazi groepen. Het heeft een militaire vleugel en een politieke tak.
De meest beruchte groep, de Azov-beweging bestaat uit een militair regiment genaamd Azov, de daaraan gelieerde partij Nationaal Korps en hun paramilitaire vleugel Nationale Militie.
Wel uitzonderlijker voor een voormalige Sovjetstaat is de stormachtige opkomst van een tweede beweging binnen dat illiberale middenveld: die van rechts-radicale nationalisten met een extreemrechtse tak die geweld niet schuwt. Zij moeten doorgaans weinig tot niets hebben van zowel democratie als liberale waarden.
De extreemrechtse tak was voor 2013 slechts een randverschijnsel, zegt socioloog Ishchenko van de Polytechnische Universiteit van Kiev, die nu een boek schrijft over de Maidanopstand. Honderden interviews nam hij daarvoor af. In een pizzeria nabij metrostation Politekhnichnyi instytut leert Ishchenko waarom de rechts-radicale nationalisten tijdens Maidanopstand op de voorgrond traden. ‘Zij vormden, door het ontbreken van een sterke vakbeweging, samen met de progressieve liberalen de twee belangrijkste goed-georganiseerde en door ideologie gedreven pilaren van de revolutie.’
Die nationalisten speelden destijds een cruciale rol, volgens Ishchenko die het gevaar die zij vormen voor de democratie nooit heeft onderschat. Zonder hen was er volgens de socioloog geen revolutie geweest. Vooral zij gingen de strijd aan met de troepen van de toenmalige president Viktor Janoekovytsj. Enkele maanden later waren zij ook onontbeerlijk bij de verdediging van het land tegen de door Rusland gesteunde rebellen – een oorlog die overigens nog altijd doorwoekert. Het verklaart enigszins de aantrekkingskracht en groei van de militante tak van het illiberale middenveld.
Voor de rechts-radicale nationalisten ging het vanaf het begin van de Maidanopstand niet om Europese waarden, benadrukt Ishchenko. Ze stonden daar voor hun eigen agenda: een nationalistische revolutie. Nu vijf jaar later gaat de actiefste en meest extreemrechtse organisatie, de Azov beweging (zie kader), een stap verder. Het onderzoekscollectief Bellingcat hoorde een topfiguur binnen de organisatie verklaren dat ze streven naar ‘een wereldwijde conservatieve revolutie’ gericht op het ‘verdedigen van het blanke ras’.
4. De buitenparlementaire macht van rechts-radicale nationalisten groeit
Zij zijn volgens Ishchenko doorgedrongen tot de hoogste posities bij wetshandhaving en het ministerie van Binnenlandse Zaken. Loyale Azov-leden werken afwisselend voor de Nationale Militie, voor het Nationaal Korps en dan weer voor het ministerie.
‘Rechts-radicale nationalisten die relatief autonoom van officiële militaire- en politiestructuren kunnen opereren, zie je in geen enkel ander Europees land’
Op straat laten ze zich ook gelden. Ze nemen taken over van de politie. Zo patrouilleren C14 met toestemming van de hoofdstedelijke gemeenteraad en de Nationale Militie sinds een jaar de straten van Kiev. ‘Ze kunnen wel de openbare orde herstellen’, zegt Schaaf, ‘maar hebben niet dezelfde rechten als de politie. Ze mogen geen geweld gebruiken. In de praktijk zien we dat zij het recht in eigen hand nemen. Dat is problematisch. Het geweldsmonopolie ligt niet langer alleen bij de staat.’
‘Dit zie je in geen enkel ander Europees land’, zegt Ishchenko, ‘Rechts-radicale nationalisten die leiding geven aan grote politiek-loyale gewapende eenheden en die relatief autonoom van officiële militaire- en politiestructuren kunnen opereren.’
Spotprent Poetin bij patriottische tent | © John Stoker
5. Een dynamiek op de politiek rechterflank leidt tot nationalistische radicalisering
De oligarchische ideologieloze “middenpartijen”, zoals Ishchenko ze mét aanhalingstekens noemt, nemen volgens hem de agenda en retoriek van rechts-radicale nationalisten over. Als voorbeeld geeft hij Poroshenko’s leus voor de presidentsverkiezingen die eerder op een kreet van een middeleeuwse prins, die zijn manschappen klaarstoomt voor een strijd op het slagveld, lijkt: ‘Leger! Taal! Geloof!’
Joelia Tymosjenko ging een stap verder. Zij maakte de in Amerika geboren en door anti-corruptieactivisten gesteunde minister van Volksgezondheid zwart. Die zou volgens haar gestuurd zijn door buitenlanders die op Oekraïners wilden experimenteren. Dit is de taal van rechtse populisten, niet van leiders van middenpartijen.
6. De bevolking beschouwt rechts-radicale nationalisten nu als beschermers
Dat lijkt onwaarschijnlijk na de Euromaidan-opstand waarin demonstranten uitkeken naar een Oekraïne als democratische rechtsstaat. Maar loop eens langs de hoofdingang van Kharkiv’s reusachtige Vrijheidsplein en zie dat niemand vreemd opkijkt van een legertent dat daar geplaatst is met bom, zandzakken, propagandamateriaal en een wervingsaffiche met een sympathiek ogende militair en het internetadres van Azov erboven.
De “patriottische tent”, zoals de legertent in de volksmond heet, werd volgens Olena Roszkazova net na de revolutie door een rijke zakenman en de provincie geplaatst om de patriottische gevoelens te versterken. Roszkazova is in Oekraïne’s tweede stad hoofd van George Soros’ International Renaissance Foundation die Roma, holebi-organisaties en intern ontheemden uit de Krim, Donetsk en Loehansk steunt. Niemand vindt het volgens haar vreemd dat honderd meter verderop ook de Nationale Militie en Rechtse Sector achter een marktkraam hun ideeën aan de man brengen.
‘In ons sociale netwerk worden Azov soldaten als verdedigers van het land beschouwd. Ook de maatschappij ziet Azov en het Nationaal Korps niet als bedreigend. Niet als “evil”. Ze beschermen het land tegen drugs en bovenal tegen de Russen.’ Andere progressieve Oekraïnse activisten met wie ik sprak, verkondigden woorden van gelijke strekking.
‘Er vinden aanvallen op activisten plaats, maar Oekraïne wordt niet overspoeld met rechtse neonazi’s, zoals Rusland de rest van de wereld wil doen laten geloven’
Een toelichting is noodzakelijk. Roszkazova, zelf een van de anderhalf miljoen intern ontheemden, bevindt zich tussen twee vuren. Ze kan niet terug naar het door-rebellen-bezette Luhansk. Oud-studiegenoten die aan de andere kant vechten noemen haar een verrader en dreigen haar te doden. Maar ze maakt zich als fanatiek pro-Oekraïne patriot geen illusies over het uitsluitende nationalisme van de Azov beweging en wat dat uiteindelijk voor haar en haar idealen betekent. Maar met Azov heeft ze persoonlijk nog geen nare ervaringen gehad.
Schaaf ziet dat mede door het conflict in het oosten er een golf van patriotisme het land overspoelt. Om misverstand te voorkomen, voegt hij er aan toe: ‘Aanvallen op activisten vinden plaats. Maar Oekraïne wordt niet overspoeld met rechtse neonazi’s, zoals Rusland de rest van de wereld wil doen laten geloven.’
7. Anti-corruptie beleid krijgt vorm
Die ontwikkeling versterkt in principe de democratie. Onder druk van het liberale middenveld, de EU en internationale organisaties zal naast een zelfstandige hoge politiedienst en aanklager dit jaar ook eindelijk een speciale rechtbank het licht zien die de grootste corruptiezaken zal beoordelen. Wanneer alle drie goed functioneren kunnen ook oligarchische clans aangepakt worden. Schaaf ziet dat landelijke elites nu alles uit de kast trekken om dat te voorkomen. Ze pogen hun eigen mensen te plaatsen in één van de drie instituten. Hun politieke stromannen dwarsbomen anti-corruptie organisaties met nieuwe regelgeving. Daar blijft het niet bij. Er wordt op de man gespeeld. Programmamakers op de grootste tv-zenders, eigendom van oligarchen, maken de ene na de andere documentaire waarin zij de integriteit van anti-corruptieactivisten in twijfel trekken.
Spotprent Poetin bij patriottische tent | © John Stoker
De grootste kanshebber voor het presidentschap, de politiek onervaren komiek Volodimir Zelensky, lijkt op de hand te zijn van anti-corruptieactivisten. Hij werpt zich op als grote corruptiebestrijder. Maar dat deed vrijwel elke kandidaat. Zal hij zich als president werkelijk tegen bijvoorbeeld de man die hem als presidentskandidaat via zijn tv-zender groot heeft gemaakt, keren? Die man, Ihor Kolomoyskyi, is de meest omstreden oligarch van allen, die er niet voor terugschrok om spierbundels op zijn zakelijke concurrenten af te sturen, die het Azov-regiment financieel steunde en aan wie bovendien een zweem van corruptie kleeft. Zelensky dus een corruptiebestrijder? Niet uit te sluiten, maar onwaarschijnlijk.
De weg naar onvrijheid
Schaaf maakt de balans op: na de Maidanrevolutie is er aan de democratie weinig fundamenteels veranderd. Nog steeds besturen oligarchische clans het land. De extreemrechtse groepen ziet hij wel als een bedreiging, maar hij verwacht dat hun impact op de democratie beperkt zal zijn. ‘Wanneer de huidige rechtse dynamiek doorzet, zullen democratische instellingen niet instorten. De democratie zal wel minder inclusief en van lagere kwaliteit zijn.’
‘De elites willen geen nieuwe opstand, en geven daarom toe aan de radicale nationalisten’
Ishchenko is wat pessimistischer. Hij meent dat de oligarchen boven alles gedreven worden door eigen belang en geen acht slaan op de gevolgen van hun handelen. ‘De anti-corruptieagenda van de liberalen brengt hun positie in gevaar. Structurele hervormingen zijn vooralsnog uitgebleven. Maatschappelijke teleurstelling daarover neemt toe. De elites willen geen nieuwe opstand, en geven daarom toe aan de radicale nationalisten.’ Ze geloven volgens Ishchenko niet in een nationalistische ideologie, maar de nationalistische agenda geeft ze op korte termijn belangrijke politieke voordelen. Op de langere termijn destabiliseert die echter de democratie.
In andere woorden: versterk de nationalistische sentimenten in de maatschappij en druk daarmee ongenoegens over ongelijkheid weg om zo de Oekraïnse oligarchie te behouden. De Oekraïense elite volgt daarmee op een fundamenteler niveau wel het draaiboek van Vladimir Poetin, zoals Yale-historicus Tymothy Snyder dat in zijn boek De weg naar onvrijheid beschreef: ‘Russische kleptocratie bleef in stand door het onderwerp te veranderen van welvaart naar waarden.’
Ishchenko vreest voor de dag dat de bevolking haar geloof in democratie opgeeft. Rechts-radicale nationalisten zitten in de wachtkamer. Ishchenko: ‘Zij zijn ideologisch gedreven en goed georganiseerd. Ze hebben regimenten, zijn gewapend, zijn gelegitimeerd en worden getolereerd door de maatschappij.’
Ongeacht wie de verkiezingen wint, Ishchenko gelooft dat westerse druk op het land noodzakelijk is ‘om Oekraïne van dit zelfvernietigende pad af te halen’. Naar het voorbeeld van het IMF dat alleen leningen verstrekt aan Oekraïne wanneer het land voortgang boekt bij de bestrijding van corruptie, pleit hij er tenslotte voor dat de EU meer condities aan de Oekraïne stelt wanneer het om financiële, politieke of militaire steun vraagt. Voorwaarden op het gebied van mensenrechten zodat Roma en activisten beter beschermd worden. Of eisen dat die eenheden ontbonden worden die banden hebben met politieke partijen of bewegingen, zoals het Azov-regiment.