Ondanks goedkope bronnen zijn energieprijzen in Brazilië hoog - en dat belemmert de economie

Analyse

President Bolsonaro vreest voor zijn herverkiezing

Ondanks goedkope bronnen zijn energieprijzen in Brazilië hoog - en dat belemmert de economie

Ondanks goedkope bronnen zijn energieprijzen in Brazilië hoog - en dat belemmert de economie
Ondanks goedkope bronnen zijn energieprijzen in Brazilië hoog - en dat belemmert de economie

IPS / Mario Osava

28 juni 2022

Brazilië heeft een overvloed aan goedkope energie, maar tegen de tijd dat die de consument bereikt, zijn de prijzen torenhoog. Dit belemmert de sociale en economische ontwikkeling van het land, zeggen experts.

Eduardo Otubo / Flickr (CC BY 2.0)

Eduardo Otubo / Flickr (CC BY 2.0)

De gestegen waterstofprijzen op de internationale markt in combinatie met de oorlog in Oekraïne én de aanstaande verkiezingen in eigen land, ontketenden verwoede pogingen van de Braziliaanse regering om de energieprijzen te beteugelen. De huidige regering van de extreemrechtse president Bolsonaro vreest door de stijgende energieprijzen voor zijn herverkiezing in oktober.

Er werd vooral ingezet op lagere belastingen. ‘Dat verlichtte het probleem, maar verandert niets aan de energie-efficiëntie’, zegt Paulo Pedrosa, voorzitter van Abrace, een industriële groep van grote energieverbruikers in Brazilië. De leden zijn goed voor 40 procent van het energieverbruik en 42 procent van het aardgasgebruik van het land.

Presidentsverkiezingen in oktober

Nu moet van de gelegenheid gebruik gemaakt worden om structurele veranderingen tot stand te brengen, zegt Pedrosa. De timing is gunstig, aangezien Brazilië in oktober stemt voor een nieuwe president en nieuwe gouverneurs van de staten.

Energie in Brazilië is duur vanwege talrijke subsidies, heffingen, belastingen en andere bijdragen die de prijzen, vooral van elektriciteit, enorm opdrijven. Al deze belastingen zijn goed voor de helft van de totale kosten die de consument betaalt, volgens Abrace.

Hierdoor zijn de kosten van energie in Brazilië een van de hoogste ter wereld, volgens het Internationaal Energie Agentschap. En dat terwijl het land een belangrijke olie-exporteur is en 60 procent van de elektriciteit haalt uit een overvloedige, duurzame en goedkope bron: water.

De industrie lijdt onder de gevolgen

Deze paradox verstoort het concurrentievermogen van de nationale economie, vooral in energie-intensieve industrieën, vertelt Pedrosa via de telefoon vanuit Brasilia.

En ook de menselijke ontwikkeling wordt er door geremd. Als gevolg hiervan is de de-industrialisatie waar Brazilië al decennia onder lijdt, in een stroomversnelling geraakt. De situatie ‘is de afgelopen tien jaar verslechterd, sinds de besluitvorming wordt bepaald door bepaalde belangen van politici en lokale economieën’, zegt Pedrosa.

‘Wat heeft het voor zin om de productie van soja, waarvan het grootste deel bestemd is voor de export, te subsidiëren?’

De Rekenkamer, die toezicht houdt op de overheidsuitgaven, onderscheidde zestien verschillende soorten subsidies die zijn opgenomen in de maandelijkse factuur die energiemaatschappijen aan consumenten doorberekenen.

Alle consumenten betalen dus mee aan de kosten van fossiele brandstoffen om elektriciteit op te wekken in afgelegen gebieden in de Amazone, aan de verliezen die distributiebedrijven lijden als gevolg van de coronapandemie, en zelfs aan subsidies om vervuilende kolencentrales langer open te houden (tot 2040).

‘Ook de landbouw krijgt enorme subsidies, maar betaalt niet voor zijn deel van de energieconsumptie. Maar wat heeft het voor zin om de productie van soja, waarvan het grootste deel bestemd is voor de export, te subsidiëren?’ vraagt Roberto Kishinami zich af. Hij is hoofd energie bij de ngo Climate and Society Institute.

Sociaal beleid

Sommige heffingen hebben een maatschappelijk doel, zegt Kishinami, maar uiteindelijk zou niet de energie moeten worden belast, maar de nationale begroting, zo stelt hij. ‘Een programma naar rato van inkomens, zoals de Bolsa Familia, zou beter werken’, zegt hij. Hij doelt op het programma dat sinds 2004 zo’n 80 dollar per maand verstrekt aan arme gezinnen.

‘Het verlagen van de energieprijs is ook sociaal beleid’, zegt Pedrosa. ‘Brazilië heeft de mogelijkheid om goedkope en schone energie te produceren, een groot goed in deze wereld. Dat verspillen schaadt iedereen, niet alleen de industrie.’

Bij een concurrerende prijs voor elektriciteit zou de jaarlijkse economische groei van de Braziliaanse economie 4,8 % zijn. Nu is dat 1,7 %.

Op 14 juni publiceerde Abrace een studie over de effecten van elektriciteits- en aardgasprijzen op groei en economische ontwikkeling. De studie is gericht op het verbreden van het energiedebat, wat in het belang is van het hele land, zegt Pedrosa.

Uit het rapport blijkt dat bij een ‘concurrerende prijs’ voor elektriciteit, met een verlaging van 23 tot 34 procent voor industrieën afhankelijk van hun energieverbruik, de jaarlijkse economische groei van Brazilië in plaats van 1,7 procent gemiddeld wel 4,8 procent zou kunnen zijn de komende tien jaar. Ook zou dit volgens de studie ruim 6 miljoen extra banen opleveren.

Het land zou dan tien plekken kunnen stijgen in de Human Development Index-ranglijst van het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties (UNDP), van de 84e plaats in 2019 tot de 74e plaats – net onder Mexico.

Effecten van energieprijzen

In Brazilië, een land met 214 miljoen inwoners, is energie goed voor 17,1 procent van de totale kosten van levensonderhoud voor gezinnen. Bij armere gezinnen is dat aandeel nog groter.

Het gaat dan om directe uitgaven voor elektriciteit, gas en andere brandstoffen, maar ook om indirecte kosten van energie die zitten in goederen en diensten die het gezin gebruikt. Zo bestaat de prijs voor brood voor 27,2 procent uit energiekosten, en die van melk en vlees zelfs voor 33,3 procent.

Hierdoor heeft een stijging van de energieprijzen een wisselend effect voor verschillende mensen (en bedrijven), afhankelijk van de consumptie van goederen en diensten.

Belasting op essentiële goederen vastgelegd

Op 15 juni keurde het Congres een wet goed die de maximale belasting die door deelstaatregeringen wordt geheven op essentiële goederen en diensten als brandstof, energie, openbaar vervoer en telecommunicatie, op 17 procent stelt.

Tot nu toe varieerde deze belasting sterk tussen de 26 Braziliaanse staten, van bijvoorbeeld 25 tot 34 procent op benzine, en van 12 tot 25 procent op diesel, de belangrijkste brandstof voor vrachtvervoer.

Dezelfde wetgevers die nu proberen de energieprijzen te beteugelen – met het risico op flinke fiscale problemen voor de staten – hebben de afgelopen jaren juist allerlei wetten aangenomen die buitensporige kosten in energie doorberekenen.

De privatisering van Eletrobrás, het grootste bedrijf in de sector in Brazilië, werd goedgekeurd op voorwaarde dat er thermo-elektrische centrales (elektriciteitscentrale waar warmte-energie wordt omgezet in elektriciteit) op aardgas zouden worden gebouwd die in totaal acht gigawatt aan stroom moesten produceren. De kosten zijn enorm omdat er is gekozen voor gebieden ver van de aardgasvelden en zonder gasleidingen voor de centrales.

Volgens Pedrosa en Kishinami zijn deze keuzes vooral gemaakt met de komende verkiezingen in het achterhoofd. Ze denken niet dat hiermee de hoge kosten en complexe structuren van het Braziliaanse energiesysteem gecorrigeerd zullen worden.

Beiden experts hebben hoop gevestigd op een nieuwe wet die de energiesector moet hervormen: Wet 414, die al is goedgekeurd in de Senaat en momenteel in behandeling ligt bij de Kamer van Afgevaardigden.

Deze nieuwe wet zou een eerste stap kunnen zijn om infrastructuur te scheiden van de verkoop van elektriciteit en concurrentie in het systeem te brengen, zegt Kishinami.