Ontwikkelingslanden iets meer macht in IMF
Eind april raakten de 185 leden van het Internationaal Muntfonds (IMF) het eens over een nieuwe verdeling van de macht in het Fonds.
Vele jaren al kloegen de ontwikkelingslanden dat ze ondervertegenwoordigd waren in deze financiële waakhond van de wereld: met ruim tachtig procent van de wereldbevolking hadden ze maar ruim dertig procent van de stemmen.
Het stemmengewicht van een land hangt af van zijn economisch gewicht, maar de berekening daarvan verliep nogal ondoorzichtig. Naarmate meer ontwikkelingslanden almaar belangrijker werden op economisch gebied, liep de spanning op.
Een instelling waar België meer stemmen heeft dan India –dat ruim hondermaal meer inwoners telt– werd steeds ongeloofwaardiger. De ontwikkelingslanden dreigden zich af te keren van het Fonds. Dat overtuigde de rijke landen, vooral de kleine Europese landen zoals België en Nederland, om stemmen in te leveren. Zo ziet België zijn stemmenaandeel dalen van 2,01 tot 1,86 procent. Toch blijft het IMF de instelling waar België relatief gezien het zwaarst weegt.
Voor de ontwikkelingslanden is dit slechts een begin; de rijke landen hopen dat de discussie over hervormingen nu een tijd stopt. In de Wereldbank is er nog geen akkoord over een herverdeling van de stemmen. De rijke landen willen er hun bijdrage tot het luik voor zachte leningen, de International Development Association (IDA), verrekend zien in hun stemmengewicht. ‘De IMF-oplossing wijst de richting aan maar zal niet blind gevolgd worden’, zegt Gino Alzetta, de Belgische directeur in de bestuursraad van de Wereldbank.
China heeft voor het eerst bijgedragen tot IDA, zij het een bescheiden vijf miljoen dollar. Het land is lid van de Aziatische, Afrikaanse en binnenkort van de Inter-Amerikaanse ontwikkelingsbank en wordt dus stilaan geïntegreerd in de internationale financiële instellingen. Alleen in de Club van Parijs, waar de rijke landen samen beslissen over schuldkwijtschelding, gaat dat wat minder vlot: China aarzelt om zijn vrijheid inzake schuldkwijtschelding te onderwerpen aan afspraken met de clubleden. (jvd)
Stemgewicht in het IMF
Begin 2006 Na de recente hervorming
rijke landen 60,57 % 57,93 %
landen in transitie 7,09 % 6,82 %
ontwikkelingslanden 31,70 % 34,49 %
waarvan
opkomende landen 23,88 % 25,64 %
lage inkomenslanden 8,45 % 9,61 %