COVID-19 schaadt onderwijskansen, maar minder dan eerst gedacht
Pandemie duwt vooral tienermeisjes uit schoolbanken
© Flore Deman
© Flore Deman
Na maar liefst twee jaar sluiting door de pandemie gingen vorige week de scholen weer open in Oeganda en in andere landen. Wereldwijd zouden miljoenen leerlingen, in de eerste plaats meisjes, na de sluiting door de coronacrisis niet terugkeren, zo werd gevreesd. MO* sprak met enkele tienermeisjes in Oeganda en experte Christina Kwauk. ‘De algemene uitval is niet zo groot als gevreesd, maar de voorspelling bleek helaas wel juist voor tienermeisjes.’
Het was ongezien: in de lente van vorig jaar gingen in 185 landen de scholen wekenlang dicht. Naar schatting 1,6 miljard kinderen en jongeren, of 90% van de schoolgaande jeugd, zat thuis. Afstandsonderwijs zou een voorrecht zijn, vreesden experten van onder andere Unesco en VN-kinderrechtenorganisatie Unicef.
Leerachterstand zou vooral voor de meest kwetsbare leerlingen eerder de regel zijn dan de uitzondering. Vooral in lage-inkomenslanden zouden meisjes bovendien harder getroffen worden dan jongens. Op basis van eerder opgedane kennis vreesde de Unesco begin vorig jaar dat 11 tot 20 miljoen meisjes na de sluitingen niet meer zouden terugkeren naar de schoolbanken.
Er werden meer kindhuwelijken voltrokken dan voorheen. Het aantal tienerzwangerschappen nam met 22 procent toe, soms zelfs met 65 procent.
De voorspelling was gebaseerd op lessen getrokken uit de West-Afrikaanse ebolacrisis. Tijdens de piek van die epidemie, in 2014, sloten de scholen in Sierra Leone gedurende negen maanden.
Na de heropening bleek de schooluitval bij zowel jongens als meisjes sterk toegenomen. Huiselijk geweld was gestegen. Er werden ook meer kindhuwelijken voltrokken dan voorheen. Het aantal tienerzwangerschappen nam met 22% toe. In sommige gemeenschappen stelde men zelfs stijgingen vast tot 65%. Het verklaart waarom de schooluitval nog een stuk hoger lag bij meisjes dan bij jongens.
Dat vanaf maart 2020 wereldwijd klaslokalen maandenlang leeg bleven, deed experten vrezen voor vergelijkbare scenario’s. Vooral de meest kwetsbare leerlingen dreigden onherstelbare leerachterstand op te lopen.
21 maanden en 4 COVID-19-golven ver in de pandemie doen de meeste landen er alles aan de scholen volledig of gedeeltelijk open te houden. Uitzonderingen, zoals Oeganda, sloten alle scholen. Oeganda spant wereldwijd de kroon met al meer dan 80 sluitingsweken. De scholen openden er op 10 januari 2022 eindelijk weer hun deuren.
Voorzichtig goed nieuws
Onderzoekers maakten ondertussen een eerste balans op over de schooluitval. En er valt voorzichtig goed nieuws mee te delen. ‘In het algemeen zien we dat de uitval niet zo groot is als eerst gevreesd’, zegt Christina Kwauk op basis van verschillende onderzoeken, die vooral in Sub-Saharaans Afrika werden gevoerd. Kwauk is experte onderwijs en gender in de Verenigde Staten en auteur van het boek What works in Girls’ Education: Evidence for the World’s Best Investment,
Kwauk ziet in die eerste bevindingen mogelijk bewijs dat jarenlang investeren in meisjesonderwijs vruchten begint af te werpen, ‘in de eerste plaats bij jongere meisjes’. In die groep lijkt de uitval namelijk niet significant hoger dan bij hun mannelijke leeftijdsgenootjes in het lager onderwijs.
In Senegal sloten de schooldeuren in maart 2020, om pas 9 maanden later de deuren weer helemaal te openen. Na een telefonische rondvraag concludeerden onderzoekers dat de meeste leerlingen hun opleiding hadden verdergezet. De uitval bleek niet hoger dan voor de pandemie. Wel bleek het aantal leerlingen dat een leerjaar overdeed, verdubbelde. Maar er was geen significant verschil tussen jongens en meisjes.
Gelijkaardige conclusies werden getrokken na onderzoek in Ghana en Ethiopië. Jongens uit rurale gebieden bleken net iets vaker een jaar over te doen, in vergelijking met de meisjes uit het dorp en met hun stedelijke leeftijdsgenoten.
Zwangerschap
Onderzoeken die de resultaten opbreken per leeftijdscategorie brachten echter minder goed nieuws voor tienermeisjes. ‘De voorspellingen over hogere schooluitval lijken wel te kloppen voor adolescente meisjes. Tijdens de adolescentiejaren wegen economische drempels zwaarder op meisjes dan op jongens’, duidt Kwauk. ‘De coronapandemie is niet enkel een gezondheidscrisis, dat mogen we niet vergeten. Het virus heeft ook een vreselijke economische impact.’
Bijkomende geldzorgen zullen meer tienermeisjes uit het onderwijs duwen, dat zien onderzoekers nu al. Ook stelt men in verschillende lage-inkomenslanden een toename vast van tienerzwangerschappen en -huwelijken, net zoals tijdens de ebolacrisis. ‘De economische druk op huishoudens vergroot de kans dat tienermeisjes seks tegen vergoeding overwegen. Ook voor basisaankopen zoals voedsel, sanitaire producten of schoolmateriaal. Dat resulteert dan weer in meer ongeplande zwangerschappen, wat de terugkeer naar school bemoeilijkt.’
‘Zelf wil ik nu ook zo snel mogelijk trouwen, voor ik ook zwanger word. Ik wil geen alleenstaande moeder worden.’
Natukunda Promise
Voor Natukunda Promise klinkt de analyse herkenbaar. Na de eerste lockdown vorig jaar koesterde ze nog de hoop haar middelbaar af te maken. Negen maanden ver in de tweede sluiting heeft ze alle hoop echter begraven. ‘Mijn sponsor, mijn nonkel, werkte in het toerisme. Hij is zijn inkomen kwijt. Ik droomde van een opleiding en carrière in de modesector. Nee… dat zal nu niet meer kunnen.’
Natakunda woont in Bufuka, een dorp in het zuidwesten van Oeganda. Het valt in haar omgeving inderdaad op dat de pandemie vooral voor vrouwelijke leeftijdsgenoten het einde betekende van de schoolcarrière. ’Omdat ze vroeger dan gepland getrouwd zijn of zwanger raakten’, bevestigt ze.
‘Net als bij mij verdween de sponsor, door werkloosheid of overlijden. Verschillende vriendinnen zijn nu zwanger en spreken niet langer over school. Zelf wil ik nu ook zo snel mogelijk trouwen, voor ik ook zwanger word. Ik wil geen alleenstaande moeder worden.’
‘Ondanks de algemene vooruitgang op vlak van houding ten aanzien van meisjesonderwijs, zien we weinig verandering in perceptie rond zwangere meisjes in het onderwijs’, erkent Christina Kwauk. ‘Op dat gebied is er nog werk aan de winkel.’
Hou het simpel
Afstandsonderwijs werd Natakunda en haar leeftijdsgenoten niet aangeboden. Wereldwijd werd nochtans geëxperimenteerd met allerlei digitale leermiddelen. Kwauk en haar collega’s vreesden ook dat door dat afstandsonderwijs de meest kwetsbare meisjes sneller een leerachterstand zouden opbouwen. De digitale genderkloof zou meisjes parten spelen.
‘Jongere meisjes lijden minder onder de schoolsluitingen dan adolescente meisjes bij wie het identiteitsgevoel in het gedrang kan komen.’
Christina Kwauk
Die kloof duidt op het verschil in toegang tot technologie en internet tussen jongens en meisjes. Uit onderzoek door Girl Effect en de Vodafone Foundation blijkt dat 52 procent van de tienermeisjes een telefoon moet lenen om te kunnen surfen, tegenover 18 procent voor jongens. Ook Natakunda praat met ons via de smartphone van een vriend.
De digitale kloof bij minderjarigen is veel minder onderzocht dan bij volwassenen. Toch concludeert Kwauk uit data verzameld tijdens de pandemie dat die kloof ook bij minderjarigen reëel is. ‘Ook hier is een opdeling per leeftijdscategorie zinvol.’ Jongere meisjes blijken opnieuw minder te lijden onder de verschillen, in vergelijking met oudere.
‘Jongere meisjes hebben een andere dagindeling dan adolescenten’, verduidelijkt Kwauk. ‘Adolescente meisjes krijgen meer huishoudelijke taken en worden vaak ingeschakeld in de zorg voor andere kinderen.’ In Kenia gaf 74 procent van de adolescente meisjes aan dat huishoudelijke taken het afstandsonderwijs bemoeilijken, tegenover 46 procent van de bevraagde jongens. Meer jongens dan meisjes gaven dan weer economische activiteiten aan als afleidend: 13 procent jongens tegenover 9 procent meisjes.
‘Hou het simpel’, is volgens Kwauk een belangrijke les uit de pandemie. ’Digitale leermiddelen lijken niet altijd goed te matchen met de verwachtingen die ouders van het onderwijs hebben.’
‘Lokaal ingebedde organisaties hebben vaak meer succes geboekt in het beperken van de leerachterstand en schooluitval dan internationale ngo’s.’
Christina Kwauk
Steun van de ouders is uiteraard een belangrijke factor voor succes. Onderzoek uit Sierra Leone, Ghana en Liberia leerde dat slechts de helft van de ouders een smartphone geschikt vond als leermiddel voor meisjes, tegenover 75 procent voor jongens. Nochtans stelde men ook vast dat ouders niet afkerig stonden tegenover afstandsonderwijs. Alleen verkozen ze meer traditionele wegen, zoals werkbladen en handboeken.
‘De pandemie leerde dat low tech of no tech het eerlijkst werkt’, aldus Kwauk. ‘Lokaal ingebedde organisaties hebben vaak meer succes geboekt in het beperken van de leerachterstand en schooluitval dan internationale ngo’s. Deze laatsten zagen tijdens de pandemie hun toegang tot het veld bemoeilijkt en grepen sneller naar hightechoplossingen. Lokale organisaties zag je dan weer gewoon met een bus schoolmateriaal rondvoeren’, wat volgens Kwauk voor de meest kwetsbare doelgroepen in deze pandemie succesvoller bleek. ‘Ik wil daarmee niet zeggen dat technologie niet werkt. We moeten daar zeker in blijven investeren. Maar laten we zeggen dat deze resultaten ons iets vertellen over waar we vandaag op dat vlak staan.’
Succesvol bleek bijvoorbeeld een project in Botswana waarbij leerlingen per sms en telefoon werden ondersteund in het verwerken van wiskundeleerstof. ‘Meisjes en jongens kwamen daarbij even goed uit de evaluatie’, zag Kwauk. ‘Ook uitzendingen via radio en televisie bleken op andere plaatsen goed te werken. Praat met ouders en probeer te begrijpen wat zij als zinvolle leermiddelen zien’, geeft ze nog mee.
Afstand groeit
Afstandswerken en -leren heeft bovendien een andere grote blinde vlek. De mentale impact van het beperkte sociale contact liet bij veel mensen sporen na. Voorheen was de school voor de Oegandese Natakunda een veilige plaats, weg van huis. ‘Trouwen is nu de enige weg om het huis uit te komen.’ Haar stiefvader is gewelddadig, legt ze uit. De afgelopen maanden namen de spanningen toe. Zonder school hoopt ze via het huwelijk een nieuwe plek te vinden.
‘Vooral voor adolescente meisjes is dat sociaal contact erg belangrijk voor hun mentaal welzijn’, waarschuwt ook Kwauk. ‘Het is bovendien al even belangrijk voor hun identiteitsgevoel, dat nog in volle ontwikkeling is.’ Voor haar een extra reden om waakzaam te zijn.
De vrees dat 11 tot 20 miljoen schoolgaande meisjes als een gevolg van de coronamaatregelen uit de boot zouden vallen, is vandaag gelukkig nog geen werkelijkheid geworden.
Die identiteit heeft zich nu ver weg van school verder gevormd. ‘Dat kan een extra drempel vormen om meisjes terug op de schoolbanken te krijgen.’ Kwauk ziet anekdotische aanwijzingen in die richting, uit bijvoorbeeld landen waar schoolmeisjes de haren kort moeten laten knippen. Tijdens de pandemie veranderde het kapsel in dat van een vrouw. ‘Samen met de haren groeide een mentale afstand van de identiteit van leerling. In combinatie met financiële zorgen en de groeiende leerachterstand betekent dit wellicht een nieuwe drempel, die de jonge vrouwen een ander weg kan doen inslaan’, vreest ze.
Ten vroegste in januari 2022 openen de Oegandese scholen opnieuw de deuren. Voor Natakunda, maar ook voor Ainembabazi Ronah, is dat te laat. Ainembabazi was zestien toen de pandemie uitbrak, en is er nu achttien. Door de pandemie droogden de inkomens van het gezin op. ‘Onze familie had naast de school een winkel waar kinderen snoep en schoolspullen kochten.’
De reserves van de familie zijn ondertussen op. Zelfs wanneer de scholen weer openen zal het nog een tijdje duren voor ze de middelen hebben om de kinderen opnieuw in te schrijven. ‘Voor mij is het hoofdstuk sowieso afgesloten. Ik ben verloofd en zal vroeger dan gepland huwen met mijn vriend.’
De vrees dat 11 tot 20 miljoen schoolgaande meisjes als een gevolg van de coronamaatregelen uit de boot zouden vallen, is vandaag gelukkig nog geen werkelijkheid geworden. ‘We hebben wel schrik dat meerdere sluitingen de positieve resultaten zullen afzwakken.’ Als wereldleider op vlak van sluitingsweken, lijkt Oeganda daar het voorbeeld van te worden. ‘Herhaaldelijke sluitingen kunnen ouders en leerlingen doen twijfelen of het schoolgaan nog zin heeft’, waarschuwt Kwauk.
‘De hoop is nu al weg. Bij mij toch’, geeft Ainembabazi toe. ‘Maar… wie weet. Als ik later geld heb.’ Of ze dan, als getrouwde vrouw, haar haren nog zal willen kortknippen? Op die vraag antwoordt ze lachend: ‘Mijn haren zijn nu lang, ja, maar als het betekent dat ik terug naar school mag, knip ik ze zo weer kort.’
illustratie Flore Deman
Deze analyse werd geschreven voor de MO*Special over gender en onderwijs van MO*magazine. Deze extra editie van MO*Magazine krijgen alleen onze promo’s. Je kan ook proMO* worden voor slechts 4 euro per maand. Je krijgt dan ook ons magazine toegestuurd en je steunt daarmee ons journalistiek project. Opgelet: Knack-abonnees ontvangen MO* automatisch bij hun pakket.