Nieuwe wet die Israël als Joodse natiestaat verankert
Q&A: Wat betekent het om Palestijn te zijn in Israël?
Op 19 juli keurde het Israëlische parlement een wet goed die Israël definieert als een natiestaat voor Joden. Wat betekent dit nu voor de twintig procent Palestijnen in Israël? En kwam dit onverwacht? MO* zet de zaken op een rij.
Damascus Poort in de Arabische wijk van Oost-Jeruzalem, geen plek van co-existentie
© Tine Danckaers
Op 19 juli 2018 keurde het Israëlische parlement een wet goed die Israël definieert als een natiestaat voor Joden. De wet stipuleert dat Israël ‘het historische thuisland is van het Joodse volk’ en geeft de Joden een exclusief zelfbeschikkingsrecht’. Arabisch is niet langer een officiële taal naast het Hebreeuws. In de plaats krijgt het Arabisch binnen institutionele middens een speciale status. Jeruzalem wordt genoemd als enige en ondeelbare hoofdstad.
Wat betekent dit nu voor de 20 procent Palestijnen in Israël en hoe onverwacht is dit nu? Exact een jaar geleden trok MO* naar Israël, op zoek naar de Palestijnen met een Israëlisch paspoort. Wat het betekent om Palestijn te zijn in Israël, zetten we voor u opnieuw op een rij.
Hoe gingen de vroege zionisten om met de oorspronkelijke Arabische bewoners van de huidige staat Israël?
Meer dan een eeuw geleden, was Theodor Herzl, de grondlegger van het moderne zionisme, van mening dat de Arabische bewoners van het nieuwe thuisland voor de Joden totale politieke rechten moesten krijgen. Tenminste, zo zet de Israëlische staat het in een brochure voor toeristen die onder meer in de luchthaven van Ben Goerion verspreid wordt. ‘Zionisme is een oneindig ideaal.’ Met deze woorden van Theodor Herzl op muurgrote affiches wordt aan het eerste zionistische congres in het Zwitserse Bazel herinnerd. In een brochure uit 2017 wordt het zionisme voorgesteld als de basis voor ‘de Joodse democratische modelstaat Israël’.
Onder het kopje ‘Minderheden’ staat te lezen dat, volgens Herzls utopische benadering, de Arabische bewoners totale politieke rechten moesten krijgen. Hij sprak zich ervoor uit dat ze volledig werden geïntegreerd in de Israëlische samenleving. De Israëlische onafhankelijkheidsverklaring riep de Arabische inwoners van de Israëlische staat ertoe op deel te nemen aan het land, op basis van vol en gelijk burgerschap en vertegenwoordiging in alle instituten. En het Arabisch zou erkend worden als de andere officiële taal van het land.
Emeritus Professor Herman De Ley, verwijst echter naar Herzls dagboeknotitie van 1895, het jaar waarin hij aan Der Judenstaat begon: ‘Die arme Bevölkerung trachten wir unbemerkt über die Grenze zu schaffen, indem wir in den Durchzugländern Arbeit verschaffen aber in unserem eigenen Lande jederlei Arbeit verweigern’.
De Ley: ‘Ook de Israëlische historicus Ilan Pappé verwees naar Herzls notities dat “het proces van de onteigening en de verwijdering van de armen discreet en voorzichtig moest worden uitgevoerd”.’
Komt deze wet uit de lucht vallen?
De Palestijnen herdenken de Nakba
© Tine Danckaers
Nee. Begin mei 2017 al keurde een Israëlisch ministercomité de controversiële voorlopige wet goed om het Arabisch als officiële taal af te schaffen. ‘Die wet is bedoeld om Israëls toekomst als “nationale thuis van de Joodse mensen” veilig te stellen’, schreef de Israëlische liberale krant Haaretz toen. Aan deze wet gingen ook andere wetten vooraf die Palestijnen als controversieel en discriminerend beschouwen.
In 2011 werd de Nakba-wet gestemd. Deze wet is globaal gezien gericht tegen organisaties die zich kritisch uitlaten over het Joodse ontstaansverhaal van Israël. Lees: organisaties die de Nakba herdenken. Al jaar en dag herdenken de Palestijnen de Nakba of ‘catastrofe’, de dag in 1948 waarop honderdduizenden uit hun dorpen en huizen wegvluchtten of werden verjaagd.
In 2002 keurde de Knesset een goed dat een amendement aan de Immuniteitswet voor Knessetleden werd toegevoegd. Sindsdien geldt parlementaire immuniteit niet inzake uitspraken of acties die onder meer ‘Israël als de natiestaat voor het Joodse volk’ verwerpen.
Bestaan Palestijnen in Israëlische schoolboeken ?
‘In het onderwijs leren we dat we het Joodse karakter van de staat moeten aanvaarden, dat we “Arabische Israëli’s” zijn’, zegt Nadim Nasjif van Baladna, een Palestijns-Israëlische jongerenorganisatie. ‘Van Palestijnen wordt niet gesproken. We leren onze eigen geschiedenis niet, maar een geschiedenis waarin we enkel voorkomen als toevallige bewoners van dit Joodse thuisland.’
‘Van Palestijnen wordt niet gesproken. We leren onze eigen geschiedenis niet, maar een geschiedenis waarin we enkel voorkomen als toevallige bewoners van dit Joodse thuisland.’
De Israëlische hoogleraar en linguïste Noerit Peled deed onderzoek naar beeldvorming over Palestijnen.
‘In schoolboeken leren kinderen en jongeren niet over Palestijnen, tenzij het over terrorisme gaat’, zegt Peled. ‘Er wordt systematisch neerbuigend gepraat over Arabieren: onderontwikkelde boeren, armen en terroristen. In de vele boeken die Peled onderzocht vond ze nergens een afbeelding of een verwijzing naar een normale, opgeleide Palestijn. Peled: ‘Dat is racistisch en problematisch in hoe wij de Palestijnse burgers van Israël zien.’
Er bestaan wel degelijk Palestijnse scholen in Israël maar het curriculum blijft ook daar een product van de Joodse staat. Dat curriculum geldt in de vier types van het Israëlisch onderwijs: staatsreligieus, staatsseculier, charedi of Joods-orthodox, en Arabisch. Leerkrachten worden ook gescreend door de staat. Wie lesgeeft in een Arabische school, waar Hebreeuws overigens verplicht is, moet dus binnen de lijnen kleuren.
Is er co-existentie tussen Joodse en Palestijnse Joden?
Heel vaak wordt Haifa, de derde grootste stad van Israël, genoemd als het voorbeeld waar Joden en Arabieren vreedzaam samenleven. Maar dat wordt tegengesproken door de stadsbewoners, waaronder Myssana Morany, advocate bij het mensenrechtencentrum Adalah. ‘Ook in Haifa is er segregatie, huwen Joden en Palestijnen niet met elkaar, leven mensen in hun eigen wijken.’ Er zijn nochtans initiatieven zoals de gemengde Hand-in-handscholen, die streven naar wederzijdse integratie, of culturele projecten waar Joodse en Palestijnse Israëli’s creativiteit en producties delen, zoals de rappers van System Ali of het Jaffa Theater. Talrijk zijn zulke initiatieven niet.
Bilal Dirbas die alternatieve tours organiseert, wijst nadrukkelijk op het belang van 1948, toen een groot deel van de 70.000 Palestijnen ontheemd werd nadat Joodse troepen de stad “schoonmaakten”. De overblijvende 30.000 Palestijnen, ook de Palestijnse elite die op de Karmelberg woonde, werden door Joodse milities gedwongen om naar Wadi Nisnas of elders naar de benedenstad te verhuizen. Dat staat ook te lezen in onderzoek van de Israëlische historicus Ilan Pappé.
Vandaag dreigt wat nog rest van het Palestijnse karakter van een andere bekende Palestijnse wijk, Wadi al-Salib, met de grond gelijk gemaakt te worden. Al jaar en dag liggen hier plannen klaar om er een Joodse kunstenaarswijk van te maken.
Bestaat er zoiets als judaïsering van grond en geschiedenis?
Nazareth Ilit of Boven-Nazareth is een Joodse stad die in 1957 werd gesticht. Ze werd een belangrijk economisch centrum van Galilea, of Noord-Israël, en diende volgens Israëlische planologen om een begin te maken met de verjoodsing van Galilea. In de jaren negentig behoorde de stad tot de snelst groeiende steden van Israël, onder meer door sterke immigratie uit Rusland.
Nazareth, nieuwe woonblokken voor Joden tussen Palestijnse dorpen
© Tine Danckaers
Nazareth Ilit werd gebouwd op land van Palestijnen, in beslag genomen voor “publieke doeleinden”, en ondergebracht bij de Israëlische Landadministratie (ILA), die 93 procent van de Israëlische grond in handen heeft. Het principe was en is nog steeds: staatsgrond van de ILA kan niet verkocht, enkel gepacht worden. Maar door nieuwe amendementen werd het in 2009 mogelijk dat de ILA toch grond verkocht, aan uitsluitend Joodse ontwikkelaars. ‘Regelrechte privatisering van gestolen vluchtelingengrond’ noemt het Palestijnse mensenrechtencentrum Adalah dit, ‘en een praktijk die in heel Israël plaatsvindt.’