Hoe de Wagner Group steeds meer voet aan de grond krijgt in Afrika
Russische huurlingen in ruil voor Afrikaanse grondstoffen
Twee politiek-militaire fenomenen zitten de laatste jaren in de lift: geprivatiseerde oorlogsvoering en het ultranationalistisch extremisme in Rusland. De uitvloeiing daarvan is de beruchte Wagner Group, het private militaire bedrijf dat officieel niet eens bestaat.
Een van Poetins belangrijke doelstellingen in Afrika is om de westerse invloed te verkleinen en zo veel mogelijk Afrikaanse landen afhankelijk te maken van Russische militaire middelen.
© Belgaimage / Florent Vergnes
Twee politiek-militaire fenomenen zitten de laatste jaren in de lift: geprivatiseerde oorlogsvoering en het ultranationalistisch extremisme in Rusland. De uitvloeiing daarvan is de beruchte Wagner Group, het private militaire bedrijf dat officieel niet eens bestaat. De laatste jaren heeft Wagner steeds meer ruimte ingenomen in Afrika. Het geopolitieke plaatje begint zo te lijken op een nieuw soort koude oorlog, waar Afrikaanse landen niets bij te winnen hebben.
September, de binnenplaats van een gevangenis, ergens in Rusland. Een alfaman spreekt de gedetineerden toe in naam van het private militaire bedrijf Wagner. Hij rekruteert gevangenen om in Oekraïne te gaan vechten.
Veel spelregels zijn er niet: ‘Jullie trekken nooit terug, niemand geeft zich over. Geen drugs of alcohol, geen plunderingen en seksueel geweld. Deserteurs komen voor het vuurpeloton. Na zes maanden krijg je amnestie. Wie wil, kan blijven. De rest kan naar huis. Maar weet dat de oorlog heftig is. De kans dat je niet terugkeert, is reëel.’ De spreker in dit opmerkelijke filmpje is oligarch Jevgeni Prigozjin, persoonlijke vriend van Poetin.
30 september, Ouagadougou, is er een staatsgreep in Burkina Faso. De tweede al dit jaar. De dag daarna kondigt een woordvoerder van de coupplegers op televisie aan dat hun leider, kapitein Ibrahim Traoré, president Damiba opzijschuift. Die kwam in januari zelf met een staatsgreep aan de macht.
Update 3 februari 2023
VN-experts vragen onderzoek naar misdaden Wagner-groep in Mali
Waarnemers van de Verenigde Naties roepen op tot een onderzoek naar mogelijke misdaden tegen de menselijkheid in Mali, gepleegd door de regeringstroepen en het Russische huurlingenleger Wagner-groep.
Mensenrechtenexperts bij de Verenigde Naties (VN) krijgen steeds meer meldingen binnen van massagraven, seksueel geweld, foltering en plunderingen in Mali.
De acties zouden gepleegd worden door de Malinese strijdkrachten en hun bondgenoten, vooral in het Mopti-gebied tegen de Peuhl-minderheid, maar ook op andere plekken waar vijandelijkheden plaatsvinden.
‘We zijn vooral bezorgd over geloofwaardige berichten dat Malinese strijdkrachten, vergezeld van militairen die vermoedelijk tot de Wagner-groep behoren, eind maart 2022 gedurende meerdere dagen honderden mensen hebben geëxecuteerd die waren opgepakt in Moura, een dorp in centraal Mali’, aldus de VN-experts op dinsdag.
De waarnemers zijn verontrust over de toegenomen inzet van de Wagner-groep bij militaire operaties in Mali, ‘waaronder ook operaties die als terrorismebestrijding worden omschreven, onder meer in Nia Ouro, Gouni en Fakala.’ (IPS)
Op straat wordt met vlaggen gezwaaid. Die van Burkina Faso, en ook de Russische. Geïnterviewde burgers spreken zich fel uit tegen Frankrijk en tegen het neokolonialisme. Sommigen verwelkomen de komst van Wagner, dat mee strijdt tegen het religieus extremisme dat het land sinds 2015 overspoelt.
Prigozjin feliciteert de nieuwe militaire junta. Hij verzekert Ibrahim Traoré, die hij ‘een waarlijk moedige zoon van het moederland’ noemt, van zijn steun. Kort na de machtsovername maakt kapitein Traoré duidelijk dat hij wil samenwerken met nieuwe internationale partners om het jihadisme terug te dringen. Velen nemen aan dat hij daarmee op de Russen doelde. En op Wagner.
Veiligheid geprivatiseerd
Hij wordt steeds bekender en beruchter, de Wagner Group. Het bedrijf ontstond als Private Military Contractor (ofte privé militaire aannemer) in kringen van Russische veteranen uit de Tsjetsjeense oorlogen. Operationeel werd er voor het eerst melding van gemaakt toen Poetin in 2014 de Krim annexeerde. Huurlingen van de Wagner Group vochten schouder aan schouder met de pro-Russische separatisten in de Donbas-regio in Oekraïne.
Een jaar later doken ze op in Syrië, om president Bashar al-Assad te ondersteunen en de olie- en gasvelden te controleren. In 2017 nam Jevgeni Prigozjin het roer van Wagner over. Die staat bekend als Poetins kok, omdat zijn cateringbedrijf aan het Kremlin levert. In datzelfde jaar werd de groep voor het eerst in Afrika gesignaleerd.
Overheden moeten rekenschap afleggen over misdaden die de eigen soldaten begaan tegen burgers. Dat geldt niet voor de wandaden van ingehuurde private militaire dienstverleners.
In de schemerzone tussen huurlingenfabriek en de officiële Russische politiek groeide de Wagner Group uit tot een begrip. Het is erg moeilijk exacte details over de groep, haar structuur of modus operandi te pakken te krijgen. Officieel bestáát de Wagner Group niet eens: de naam wordt gebruikt voor een overlappend netwerk van bedrijven en private strijdkrachten die de impliciete, niet erkende steun van de Russische staat genieten.
Het is niet nieuw dat overheden private militaire bedrijven inzetten in een conflict of oorlog. Ze worden eufemistisch “conflictondernemers” genoemd en bieden hun diensten in oorlogssituaties aan. Huurlingen, dus. Die verdienen meer dan reguliere soldaten, maar op termijn kosten ze minder. De opdrachtgevers zijn immers niet verantwoordelijk voor het pensioen en de gezondheidszorg van de strijders.
En vooral: geen enkel land krijgt graag lijkzakken teruggestuurd van militaire interventies. De publieke opinie reageert beduidend minder emotioneel op dode huurlingen dan op dode reguliere soldaten. De huurlingen worden vaak zelfs onder de zoden gemoffeld op de plek waar ze sneuvelen.
Nog belangrijker is dat overheden rekenschap moeten afleggen over misdaden die de eigen soldaten begaan tegen burgers. Dat geldt niet voor de wandaden van ingehuurde private militaire dienstverleners. De Russische regering en de Wagner Group ontkennen in alle talen dat ze iets met elkaar te maken hebben, terwijl de Wagner Group op allerlei manieren verbonden is met de Russische militaire inlichtingendienst, de speciale legereenheden en de kringen rond Poetin.
Rusland heeft de geprivatiseerde militaire bedrijven niet uitgevonden, en het heeft er al helemaal geen patent op. In een artikel uit 2018, Mercenaries and war: understanding private armies today (vrij vertaald: ‘Huurlingen en oorlog: inzicht in privélegers vandaag’), geeft de Amerikaanse internationale veiligheidsexpert Sean McFate een historisch overzicht: huurlingen bestaan al even lang als de oorlog zelf.
Doordat nationale staten opkwamen als dominante staatsvorm, met hun monopolie op geweld, verdwenen huurlingen van het toneel. Maar na de val van de Berlijnse Muur werden ze opnieuw relevant. Staten in de Balkan, West- en Centraal-Afrika en elders implodeerden, en dat creëerde ruimte waarin private military contractors, zoals de sector nu heet, opnieuw gingen floreren.
En dat ging snel. Zo besteedden de Verenigde Staten hun oorlogen in Irak en Afghanistan grotendeels uit. Op het hoogtepunt van deze oorlogen, zo schrijft McFate, maakten private strijders meer dan 50% uit van de Amerikaanse troepenmacht in Irak, en maar liefst 70% in Afghanistan.
De Wagner Group ontstond als Private Military Contractor (ofte privé militaire aannemer) in kringen van Russische veteranen uit de Tsjetsjeense oorlogen.
© Reuters / Igor Russak
Wagner in Afrika
Na de annexatie van de Krim richtte Poetin zich op Afrika om uit zijn internationaal isolement te raken. In 2019 organiseerde hij in Sotsji een Russisch-Afrikaanse top waarop hij 43 staatshoofden ontmoette. Rusland wierp zich daar op als belangrijke partner in de veiligheidssector: met twee dozijn landen sloot het sindsdien een militair samenwerkingsakkoord. Wapenhandel is altijd een belangrijk deel van het pakket. Vaak gaat de samenwerking ook gepaard met het inzetten van de Wagner Group.
Rusland legt geen voorwaarden op voor mensenrechten en democratie.
Een van Poetins belangrijke doelstellingen in Afrika is om de westerse invloed te verkleinen en zo veel mogelijk Afrikaanse landen afhankelijk te maken van Russische militaire middelen. Moskou is, net als veel andere staten, geïnteresseerd in Afrikaanse natuurlijke rijkdommen. Het richt zich dus op landen met een zwakke regering en met belangrijke voorraden grondstoffen zoals olie, goud, diamanten, uranium en mangaan.
Vaak halen Afrikaanse regeringen de Wagner Group er in eerste instantie bij met militaire adviseurs in de strijd tegen verzetsbewegingen en terroristische activiteiten. Al snel wordt er ook operationeel personeel ingezet, onder meer bij opdrachten om belangrijke figuren of strategische sites te beschermen.
Rusland legt bovendien, in tegenstelling tot westerse en internationale donoren zoals de Wereldbank en het IMF, geen voorwaarden op voor mensenrechten en democratie. Het vraagt wel compensaties in de vorm van mijnconcessies, handelscontracten of toegang tot strategische sites zoals luchtmachtbases of zeehavens.
De belangrijke Afrikaanse landen waar Wagner actief is, zijn onder meer Libië, Soedan, Mozambique, Madagaskar, Zimbabwe, Angola, de Centraal-Afrikaanse Republiek en Mali.
Zo is Libië belangrijk vanwege zijn geostrategische ligging (de havens aan de Middellandse Zee) en zijn olievoorraden. Mozambique deed in 2019 een beroep op de Wagner Group in de strijd tegen terreurgroep al-Shabaab, die sinds 2017 de noordelijke provincie Cabo Delgado teisterde. Ook daar bevinden zich veelbelovende voorraden te ontginnen grondstoffen, zoals gas. Maar de huurlingenfabriek was er weinig succesvol.
De best gedocumenteerde interventies van Wagner zijn die in de Centraal-Afrikaanse Republiek en Mali, dankzij een uitstekend rapport van de internationale ngo Armed Conflict Location & Event Data Project (ACLED) van augustus 2022. ACLED specialiseert zich in het in kaart brengen van conflicten en er data over te verzamelen en analyseren.
Bron van politiek geweld
Wagner mag dan wel ingeroepen worden om binnenlands geweld te onderdrukken, de realiteit draait anders uit. In 2018 werd de groep actief in de Centraal-Afrikaanse Republiek, toen dat land met Rusland een akkoord sloot. Rusland leverde militaire steun en wapens, de tegenpartij stelde daar lucratieve mijnbouwconcessies voor in de plaats.
Huurlingen van Wagner maakten zich in de Centraal-Afrikaanse Republiek schuldig aan geweld tegen burgers en aan plunderingen van huizen, winkels, markten en zelfs mijnen.
In de aanloop naar de verkiezingen van december 2020 verslechterde de veiligheidssituatie. Wagners rol evolueerde snel van adviserend naar operationeel. Oud-president Bozizé had een offensief gelanceerd om de regering van president Touadéra omver te werpen. De huurlingen van Wagner, net zoals de VN-missie en de Rwandese troepen die door de regering waren uitgenodigd, streden aan de kant van het regeringsleger, tegen een coalitie van milities rond Bozizé.
Uit het onderzoek van ACLED blijkt dat de Wagner Group vanaf dat moment de belangrijkste bron van politiek geweld werd. Tussen december 2020 en juli 2022 waren huurlingen verantwoordelijk voor 40% van de incidenten. Ze maakten zich schuldig aan geweld tegen de burgerbevolking en aan plunderingen van huizen, winkels, markten en zelfs mijnen. Mede door de steun van Wagner slaagde het regeringsleger erin de rebellen terug te dringen.
In juni 2021 meldde de VN-expertengroep voor de Centraal-Afrikaanse Republiek dat Russische huurlingen willekeurige moorden en geweld pleegden op burgers. Ook de VN-vredesmissie en de Rwandese troepen uitten hun bezorgdheid over schendingen van de mensenrechten door Wagner-huurlingen tijdens gezamenlijke operaties. In december 2021 legde de EU sancties op tegen de Wagner Group en mensen die eraan gelieerd waren.
In diezelfde periode deed Wagner zijn intrede in Mali. Na de staatsgreep van mei 2021 raakte dat gebrouilleerd met zijn traditionele internationale partners. In juni verminderde Frankrijk zijn militaire aanwezigheid als reactie op de coup. Het maakte een eind aan de gezamenlijke operaties met het Malinese leger, op het moment dat Bamako de strijd tegen de islamisten net wou opvoeren. Wagner sprong in de bres.
Maar in de gezamenlijke acties met het Malinese leger viseerde Wagner volgens ACLED vaak burgers, met ongeveer 500 dodelijke slachtoffers als gevolg. De meesten daarvan verloren het leven bij een slachtpartij in Moura tussen 27 en 31 maart. Gewone burgers werden daarbij voor jihadisten gehouden. Human Rights Watch noemt het ‘de ergste gruweldaad in de Malinese oorlog’.
Deze schendingen van de mensenrechten zijn gedocumenteerd door ACLED en Human Rights Watch, maar worden in alle toonaarden ontkend.
In juni 2021 verminderde Frankrijk zijn militaire aanwezigheid in Mali als reactie op de coup. Het maakte een eind aan de gezamenlijke operaties met het Malinese leger. Wagner sprong in de bres.
© Belgaimage / Hand-out / État Major des Armés
Wat nu?
Hoe gaat het verder? In Burkina Faso is Ibrahim Traoré intussen gevestigd als staatshoofd. Hij probeert zijn imago te modelleren naar dat van zijn voorganger en icoon Thomas Sankara, die in 1983 als progressieve jonge militair de macht greep en zich populair maakte met een beleid gericht op de noden van de bevolking. De Burkinezen van vandaag lijken Traoré’s boodschap te geloven. Hij moet nu zijn belofte om het jihadisme terug te dringen, zien waar te maken.
‘Vooral de gewone Afrikanen kijken reikhalzend uit naar meer veiligheid. In hun ogen is Wagner efficiënt in de landen waar het aanwezig is.’
Rusland blijft ook vandaag zijn netwerk uitbreiden in Afrika. Zo versterkte het de ambassade in Kinshasa, Congo, onder andere met de mensen die de ontplooiing van Wagner in de Centraal-Afrikaanse Republiek voorbereid hebben.
In augustus trok de Congolese minister van Defensie nog naar Moskou, om te bekijken welke militaire samenwerking tussen beide landen mogelijk was. Onmiddellijk circuleerden er geruchten dat er ook informeel over Wagner gepraat zou worden, wat in diplomatieke kringen voor de nodige onrust zorgde. Op 23 oktober ontkende president Tshisekedi overigens formeel dat hij een beroep deed op Wagner.
In welke mate maken Afrikanen zich zorgen over de groeiende impact van Wagner op het continent? Ik vraag het aan Omar Ba, diversiteitsconsulent en een van de denkers van het panafrikanisme.
‘De bezorgdheid daarover is veel groter in Europa dan in Afrika. Vooral de gewone mensen kijken reikhalzend uit naar meer veiligheid. In hun ogen is Wagner efficiënt in de landen waar het aanwezig is. Maar uiteindelijk hebben ze daar weinig informatie over. Ze ondervinden daarentegen wel aan den lijve wat de nefaste invloed is van de Franse militaire betrokkenheid, iets wat hier dan weer amper in de media belicht wordt. Bij Afrikaanse intellectuelen is het plaatje genuanceerder.’
‘Afrika heeft niets te winnen bij Wagner’, stelt Alioune Tine, een monument in het Senegalese middenveld en ook zeer actief in de ruimere regio. Hij werkte onder meer als Sahel-expert voor de mensenrechtencommissie van de Verenigde Naties en was directeur van Amnesty International voor West-Afrika.
‘Het heeft geen zin de ene afhankelijkheid in te ruilen voor een andere. Afrika zal zijn veiligheidsprobleem zelf moeten oplossen. De verschillende landen zullen de efficiëntie binnen hun legers en het militaire bestuur moeten verbeteren. Dat is de enige duurzame weg voorwaarts.’
Deze analyse werd geschreven voor het winternummer van MO*magazine. Vind je dit artikel waardevol? Word dat proMO* voor slechts 4 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang he het magazine in je brievenbus én geniet je van tal van andere voordelen.