Nooit eerder gingen zoveel meisjes naar school
’s Werelds beste investering: onderwijs voor meisjes
Op zoek naar ’s werelds beste investering? Online zoekmachines sturen hongerige beleggers dan richting lucratieve aandelen. Maar de investering die ons mondiaal ongeziene winsten oplevert, is simpelweg onderwijs voor meisjes.
Hanoi, Vietnam
© Reuters / Nguyen Huy Kham
Onderwijs voor meisjes doet de economie groeien en de kinder- en kraambedsterfte dalen. Het werpt een dam op tegen kindhuwelijken en blijkt een sociaal vaccin tegen HIV en malaria. Hoe meer meisjes en vrouwen schoollopen, hoe beter de boer boert en hoe beter de voedselvoorziening bestand is tegen de gevolgen van de klimaatverandering. De wetenschappelijke bewijzen dat meisjesonderwijs een haast magische investering is, stapelden zich de afgelopen twee decennia op. Wereldwijd werden enorme stappen voorwaarts gezet, en bovendien blijkt er nog heel veel winst te rapen.
De laatste vijf
Nooit eerder gingen zo veel jongens en meisjes naar school. Nooit eerder was de genderkloof in het onderwijs zo klein. In het Gender Gap Report concludeerde het Wereld Economisch Forum vorig jaar dat de kloof in het onderwijs nog maar vijf procent bedraagt. Wereldwijd deden overheden, ngo’s, stichtingen en internationale organisaties enorme inspanningen om de drempels tot de schoolpoort te verlagen. Het aantal meisjes dat niet naar school gaat is in vergelijking met twintig jaar geleden haast gehalveerd.
Meisjes én jongens surfen niet mee op de mondiale trend wanneer ze noodgedwongen op de vlucht slaan voor oorlogsgeweld.
Die mondiale vooruitgang is bemoedigend, maar de laatste vijfprocentkloof krijgt men erg moeilijk gedicht. De globale cijfers maskeren bovendien grote regionale en sociale verschillen. Een meisje dat geboren werd in een arm gezin op het platteland in een lage-inkomensland, en dat de taal spreekt van een regionale minderheid, voelt voorlopig nog weinig van de globale positieve trend. In Nigeria heeft negentig procent van de vrouwen tussen 17 en 22 jaar oud die Hausa spreken nog steeds minder dan twee jaar school gelopen.
Maar ook in landen waar de nationale trend goed lijkt te zitten, kunnen de verschillen tussen bevolkingsgroepen groot zijn. In Turkije heeft 46 procent van de Koerdische meisjes uit de armste huishoudens minder dan twee jaar school gelopen, terwijl het nationale gemiddelde op 6 procent ligt.
Meisjes én jongens surfen evenmin mee op de mondiale trend wanneer ze noodgedwongen op de vlucht slaan voor oorlogsgeweld. Maar conflict komt meisjes vaak duurder te staan dan de jongens uit hun klas. In de Congolese provincie Noord-Kivu, door conflict geteisterd, heeft een adolescent twee keer zoveel kans om minder dan twee jaar school te lopen dan het nationale gemiddelde. Maar voor jonge vrouwen is die kans drie keer zo groot.
Uit onderzoek in Noord-Oeganda blijkt dat meisjes uit lage-inkomensgezinnen vooral minder naar school gingen als gevolg van het gewapend geweld. Jongens uit gezinnen met de hoogste inkomens zagen hun schoolloopbaan het minst aangetast door het conflict.
Wanneer je de statistieken bekijkt per regio en per sociale klasse, is de impact van onderwijs voor meisjes erg verschillend. Zo blijkt een langere schoolloopbaan voor sommige meisjes helemaal geen positief effect te hebben op hun inkomen, en ook niet op hun toegang tot de arbeidsmarkt. Jordanië heeft de genderkloof in het onderwijs vandaag volledig gedicht. Maar toch heeft het land een van de laagste participatiegraden van vrouwen op de arbeidsmarkt.
Mayyada Abu Jaber, CEO van de onderwijsorganisatie World of Letters, zocht naar de oorzaken van deze discrepantie. Een doorlichting van het Jordaanse curriculum leerde dat meisjes op school eerder voorbereid werden op de huwelijks- dan op de arbeidsmarkt. ‘Een vrouw die uit werken gaat, zal niet in staat zijn de balans te bewaren tussen werk en huishoudelijke taken. Dit zal leiden tot een verandering in haar waardenpatroon, en zal uiteindelijk de familiecohesie aantasten.’ Zo staat het nog letterlijk in de Jordaanse schoolboeken gedrukt. In haar onderzoek wist Abu Jabar tal van subtiele en minder subtiele boodschappen op te lijsten waarmee meisjes word ingepeperd dat de arbeidsmarkt niet op hen zit te wachten.
Neveneffecten
‘Je ziet het ook in toenemende mate in Zuid- Azië. Het onderwijsniveau van een vrouw wordt er steeds meer als maatstaf gezien voor een kwalitatief huwelijk.’ Christina Kwauk is experte gender en ongelijkheid in het onderwijs, aan het Amerikaanse onderzoekscentrum Brookings Institution (Washington). Ze is coauteur van het boek What Works in Girls’ Education. ‘In de zoektocht om de meest gemarginaliseerde meisjes te bereiken, is de onderwijssector te veel gaan focussen op de meisjes. Énkel de meisjes, en te weinig op de bredere genderrelaties. Door het meisje te bekijken als diegene die moet veranderen, en niet de gemeenschap, worden kansen verkwanseld om genderongelijkheid daadwerkelijk te bestrijden.’
Kwauk stelt vast dat studiebeurzen voor meisjes zelfs een omgekeerd effect kunnen hebben in gebieden waar jongens en meisjes minder makkelijk toegang krijgen tot onderwijs. ‘Ngo’s geven die beurzen aan meisjes, omdat ze weten dat families vaker de meisjes thuishouden als ze geen geld hebben om de kinderen naar school te sturen. Maar als een gevolg van die gerichte steun zagen we vervolgens het geweld tegen meisjes toenemen. Jongens vroegen zich af waarom meisjes bevoordeeld werden, terwijl iedereen het moeilijk had. Dat zorgde in werkelijkheid soms voor een terugval. Wat had moeten veranderen, was de gemeenschappelijke visie over hoe je de inkomsten verdeelt over je verschillende kinderen, los van hun gender.’
wat ongelijkheid drijft, is de kwaliteit van het onderwijs. Hoe zorg je ervoor dat wat ze leren de ongelijkheid niet versterkt, maar wel bekampt?
In lage- en middeninkomenslanden botsen we daarnaast nog op een andere vaststelling. De drempel voor meisjes naar het basisonderwijs is er vaak nog iets hoger. Maar eenmaal ze de schoolpoort binnenstappen blijken ze een grotere kans te maken om hun opleiding verder te zetten dan hun mannelijke klasgenoten. ‘Niet enkel meisjes lijden onder de sociale verwachtingen die gepaard gaan met hun gender, ook jongens’, bevestigt Kwauk. ‘In Latijns-Amerika stappen steeds meer jongens uit het schoolsysteem. Ze worden, meer dan meisjes, onder druk gezet om een inkomen te verwerven. De internationale onderwijsgemeenschap verlegt gelukkig steeds meer de klemtoon van toegang voor meisjes naar gendergelijkheid.’
Konten en stoelen
‘Toegang staat bovendien niet gelijk aan leren.’ Dat is volgens Kwauk een tweede belangrijke les die de onderwijsgemeenschap trekt uit de resultaten die ze onder de millenniumdoelen heeft geboekt. ‘Die doelen draaiden volledig rond toegang, rond konten op stoelen, zeg maar. Maar wat ongelijkheid drijft, is de kwaliteit van het onderwijs. Hoe zorg je ervoor dat wat ze leren de ongelijkheid niet versterkt, maar wel bekampt? Welke waarden krijgen leerlingen mee? Leren ze dat er machtsstructuren zijn die sommigen discrimineren en enkelen bevoordelen? Zonder dit soort leren kunnen we via het onderwijs ongelijkheid niet bevechten. We krijgen gewoon onderwijs dat systemen in stand houdt.’
Wie de millenniumdoelen naast hun opvolgers legt, de duurzame ontwikkelingsdoelen (sdg’s), stelt vast dat de lidstaten van de Verenigde Naties die boodschap in 2015 wel begrepen. Onder de onderwijsdoelen (sdg 4) die de wereld tegen 2030 wil realiseren, prijkt het bijbrengen van duurzame ontwikkeling en mondiaal burgerschap. ‘Helaas weten we net van die doelstelling nu al dat ze niet behaald zal worden’, zegt Kwauk. ‘Om de eenvoudige reden dat de internationale onderwijsgemeenschap niet weet niet hoe die kwalitatieve doelstelling te meten.’
Moesten we even succesvol de kwantitatieve als de kwalitatieve doelstelling verhogen, dan zou ’s werelds beste investering nog meer doen renderen. En als die groei ook duurzaam wil zijn, dan moeten we ervoor zorgen dat meisjes ook de groene transitie niet missen, geeft Kwauk nog mee. Meisjes zijn vandaag nog sterk ondervertegenwoordigd in wetenschappelijke opleidingen, ook wel STEM-educatie (science, technology, engineering and mathematics) genoemd. Dat is in de strijd tegen ongelijkheid geen onbelangrijk gegeven. ‘Als meisjes nu niet in STEM-gericht onderwijs zitten, dan zullen ze geen deel zijn van de transitie naar een groene economie. En dan zullen ze opnieuw gemarginaliseerd worden in de economie van de toekomst.’
Dit artikel werd geschreven voor het winternummer van MO*magazine. Voor slechts 28 euro kan je hier een jaarabonnement nemen! Je kan ook proMO* worden voor slechts 4 euro per maand. Je krijgt dan ook ons magazine toegestuurd en je steunt daarmee ons journalistiek project. Opgelet: Knack-abonnees ontvangen MO* automatisch bij hun pakket.