Saoedi-Arabië investeert in hernieuwbare energie

Analyse

Saoedi-Arabië investeert in hernieuwbare energie

Saoedi-Arabië investeert in hernieuwbare energie
Saoedi-Arabië investeert in hernieuwbare energie

Saoedi-Arabië, het Rijk van de Fossiele Energie bij uitstek, investeert miljarden in hernieuwbare energie. Breekt er dan toch een nieuwe toekomst aan? Luc Barbé neemt de veranderende energiesector in het Midden-Oosten en de gevolgen voor de burgers onder de loep.

Lage olieprijzen drijven Saoedi-Arabië ertoe om andere bronnen van inkomsten te overwegen. Zo kondigde de oliestaat in 2012 een investering van 109 miljard dollar in hernieuwbare energie aan. Zowel de geldproblemen van de golfstaat als de mogelijke oplossing die hij formuleert, hoeven niet te verbazen.

Een overvloed aan grondstoffen of energiebronnen is lang niet altijd een zegen. De olievloek bestaat wel degelijk, dat blijkt in het Midden-Oosten waar vaak sprake is van een omgekeerd evenredig verband tussen oliedollars en democratie of mensenrechten.

Nochtans is de olievloek niet onvermijdelijk. Noorwegen haalt al jaren miljarden aan inkomsten uit olie en gas en is nog steeds een heel welvarend land en een sterkhouder op het gebied van democratie en mensenrechten. Maar toen Noorwegen gas en olie ontdekte, was er al een lange democratische traditie, een sterk maatschappelijk middenveld en een sterke overheid.

Hernieuwbare energie als hefboom voor democratie

In de olieparadijzen van het Midden-Oosten zijn de enorme inkomsten uit fossiele energiebronnen het ideale middel om het regime in stand te houden en de oppositie klein te houden. Hetzij door welvaart rond te strooien, hetzij door verzet hardhandig en zo nodig meedogenloos de kop in te drukken. Hiervan getuigen de deprimerende rapporten van de ngo Amnesty International.

Bij dalende olieprijzen komt dat model van verwennen en verdrukken wel enigszins onder druk te staan, maar tot nu toe bracht dat nooit fundamentele veranderingen teweeg. Vandaag blijft het koffiedik kijken of de lage olieprijzen een blijvende trend zijn.

Experts ontwikkelen scenario’s en lanceren voorspellingen in de wetenschap dat er tal van onzekere parameters zijn. Zoals niemand voorspeld had dat de olieprijs de afgelopen jaren tussen 45 en 150 dollar zou schommelen, is het onmogelijk te voorspellen hoeveel de olieprijs in 2025 zal bedragen.

Saoedisch businessmodel op de helling

Wel zijn er tendensen die de olieprijs stevig onder druk zetten, zoals de versnelling van de energietransitie met massale investeringen in hernieuwbare energiebronnen en energie-efficiëntie. In 2014 kenden wind- en zonne-energie namelijk een groei van respectievelijk 10 en 38 procent. De kost van hernieuwbare energietechnologieën is de jongste jaren dan ook fors gedaald. De klimaatverstoring wordt almaar duidelijker en bijgevolg ook de nood om het gebruik van aardolie af te bouwen en zelfs te beëindigen.

Al heeft het koninkrijk voor honderden miljarden dollars aan reserves, met de huidige olieprijs worden die snel uitgeput.

Niet alleen de milieuoverwegingen wegen door, er zijn ook politieke factoren die pleiten voor de uitbreiding van alternatieve energie.

Wereldwijd ijveren (sommige) politici, ngo’s en burgers er immers voor om minder afhankelijk te worden van landen als Rusland en Saoedi-Arabië, onder andere door niet meer te investeren in fossiele energiebronnen.

Verschillende indicatoren wijzen op verontrustende toekomstperspectieven voor landen die uitsluitend rekenen op oliedollars als bron van inkomsten. Saoedi-Arabië haalt vandaag tot 90 procent van zijn inkomsten uit olie. Al heeft het koninkrijk voor honderden miljarden dollars aan reserves, met de huidige olieprijs worden die snel uitgeput. Het IMF stelt dat het land dit jaar een begrotingstekort zal hebben van ruim 21 procent van zijn bruto binnenlands product (bbp). Met andere woorden komt het businessmodel van Saoedi-Arabië op de helling te staan.

Zon en wind doen intrede in het Midden-Oosten

Ook andere landen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika gaan stilaan de hernieuwbare energietoer op, vooral dan de Verenigde Arabische Emiraten, Marokko, Jordanië en Egypte.

Dat is niet zozeer ingegeven door de zorg om het klimaat. Deze landen willen een antwoord formuleren op de stijgende energieconsumptie en onhoudbaar hoge subsidies voor fossiele energie. Iran, Irak en Saoedi-Arabië geven er 5 tot 11 procent van hun bbp aan uit.

Isofoton.es / wikimedia (CC by 3.0)

Zonne-energie in Marokko. Ook andere landen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika gaan stilaan de hernieuwbare energietoer op, vooral dan de Verenigde Arabische Emiraten, Jordanië en Egypte.

Isofoton.es / wikimedia (CC by 3.0)​

Jordanië haalt 96 procent van zijn energie uit het buitenland en hoopt onder meer met investeringen in hernieuwbare energie die afhankelijkheid te verlagen. Het mikt op 10 procent hernieuwbare energie in 2020. Tegen dat jaar zou 30 procent van alle gezinnen bijvoorbeeld een zonneboiler moeten hebben.

De Verenigde Arabische Emiraten publiceerden dit jaar een windatlas. Egypte gaat voor 20 procent hernieuwbare energie in 2022. Hoewel nog niet duidelijk is of deze doelstellingen gehaald zullen worden, worden de resultaten op het terrein zichtbaar. Egypte opende een eerste zonne-energiecentrale in 2011 en de Verenigde Arabische Emiraten volgden in 2013. Ook elektrische auto’s krijgen meer aandacht. Tegen eind 2016 moeten er in Amman (Jordanië) 10 laadstations voor elektrische auto’s zijn, met elektriciteit geproduceerd door zonnepanelen.

Dubai opende zijn eerste laadstation in februari dit jaar. De Iraanse industrieel concern Iran Khodro Industrial Group heeft onlangs contracten afgesloten met universiteiten om hybride en elektrische auto’s te ontwikkelen. In maart 2015 verscheen de Iraanse president Rouhani zelf achter het stuur van een in Iran gebouwde plug-in hybride wagen. Dat zijn de eerste, weliswaar bescheiden, stappen in een energietransitie.

Energieshift en democratie

De manier waarop een land of regio aan zijn energiebehoeften voldoet, heeft een grote impact op tal van sectoren en beleidsdomeinen: transport, leefmilieu, industriële ontwikkeling en sociale bescherming om er maar enkele te noemen.

De Kuraymat energiecentrale in het noordoosten van Egypte. Het lijkt geen toeval dat de overheden in het Midden-Oosten onmiskenbaar belangstelling hebben voor het ontwikkelen van grootschalige zonne-energieprojecten.

De Kuraymat energiecentrale in het noordoosten van Egypte. Het lijkt geen toeval dat de overheden in het Midden-Oosten onmiskenbaar belangstelling hebben voor het ontwikkelen van grootschalige zonne-energieprojecten.​

Green Prophet (CC by 2.0)

Een duurzaam energiebeleid moet dan ook beantwoorden aan drie aspecten: zekerheid van bevoorrading, bescherming van het leefmilieu en dat alles aan een betaalbare prijs.

Al verheldert deze tripolaire aanpak de energiedebatten, toch ontbreken twee andere noodzakelijke pijlers, met name democratie en autonomie. Hierbij gaat het niet alleen om het democratische karakter van het energiebeleid. Wat eveneens van tel is, zijn de gevolgen van dat energiebeleid op vlak van democratie en autonomie van burgers.

Het lijkt geen toeval dat de overheden in het Midden-Oosten onmiskenbaar belangstelling hebben voor het ontwikkelen van grootschalige zonne-energieprojecten. Deze vergen immers zowel financieel als technisch zo een grote inspanning dat ze buiten bereik liggen van burgers of coöperatieven. De zonnecentrale Sham 1 in Abu Dhabi (Verenigde Arabische Emiraten) kost bijvoorbeeld niet minder dan 600 miljoen dollar.

Belangen van de burger

Bij grootschalige projecten houdt de overheid de touwtjes in handen en kan ze de inkomsten van de energieproductie blijven innen, en beslissen over de aanwending ervan. Er is bijgevolg geen positieve impact op het leven van de burgers.

Terwijl een duidelijke keuze voor zonnepanelen op gebouwen en andere kleinschaliger energiebronnen een heel ander effect zou hebben op de samenleving. Burgers zouden zo minder afhankelijk zijn van de overheid die hun loyauteit wellicht niet meer in dezelfde mate kan afkopen.

Er staat dus in het Midden-Oosten meer op het spel dan het al of niet kiezen voor hernieuwbare energiebronnen. Veel zal afhangen van het type hernieuwbare energie waar de overheden de voorkeur aan geven. Ook de schaal van de nieuwe projecten zal een invloed hebben op het behouden van de status quo of het teweegbrengen van democratische bewegingen in het Midden-Oosten.

Welke rol speelt Europa?

Een belangrijke vraag is of de rol van het Westen in de regio mee zal veranderen. Vandaag werken vele honderden medewerkers van ngo’s en overheidsinstellingen in projecten van zogeheten goed bestuur in het Midden-Oosten. Daar zijn boeiende initiatieven bij die onder meer inzetten op het versterken van het middenveld en de strijd tegen corruptie.

Misschien is er in de energiesector wel een complementaire rol weggelegd voor de EU. Zo kondigde de Europese Bank voor Heropbouw en Ontwikkeling (EBRD) begin november een nieuw financieringsinstrument aan voor privéprojecten van hernieuwbare energie in het Midden-Oosten en Noord-Afrika, goed voor 250 miljoen dollar. Deze bedragen zijn eveneens voorbehouden voor grootschalige projecten. Die zullen zeker een positieve impact hebben op de reductie van broeikasgassen, maar ze zullen bestaande machtsverhoudingen alleen maar consolideren.

Het zou jammer zijn de energietransitie, die dus ook in het Midden-Oosten en Noord-Afrika gestart lijkt, niet aan te grijpen om vooruitgang te boeken op het gebied van democratie en autonomie van burgers in het Midden-Oosten. Wind en zon zijn van iedereen, de opbrengsten ervan zouden eveneens gedeeld moeten worden.